BINNENLAND. INGEZONDEN. geesche doktoren ijlings naar Loma- hache vertrokken zijn. Uit Cradock wordt bericht, dat er Woensdag j.l. tusschen Bethulië en Springfontein in 't Zuiden van den Vrijstaat, een gevecht heeft plaats gehad. Er werd in de richting van Springfontein zwaar vuren gehoord. Sir Redvers Buller laat de geruch ten tegenspreken over zijn verheffing tot pair. Ook denkt hij er niet aan, als dit mocht gebeuren, zich lord Buller of Ladysmith te noemen. Dezer dagen is ook te Brussel een commissie gevormd voor bet aanbie den van een huldeblijk aan H. M. de Koningin bij gelegenheid van Haar huwelijk. De eere-voorzitter dezer commissie is jlir. mr. R. A. A. E. von Pestel, gezant der Nederlanden, voor zitter is Job. D. Buys, consul der Nederlanden. Deze commissie stelt zich voor de ontvangen gelden ter beschikking te stellen van het hoofdcomité te dezer stede. Omtrent de door het bestuu der Haagsche afdeeling van de Ned- Zuidafrikaansche Ver. te regelen ont vangst van president Kruger in de residentie, kan thans worden mede gedeeld, dat bij genoemd bestuur voorzit de gedachte om het Trans- vaalsche staatshoofd een waardige ontvangst te bereiden, wars van elk feestelijk vertoon, met het oog op de omstandigheden waarin de Zuidafrik. Republieken verkeeren. Op den dag der aankomst zal daar om, gelijk reeds met een enkel woord is vermeld, de President bij diens aankomst aan het station worden opgewacht door het bestuur der Haag sche afdeeling aan het hoofd van een gemengd koor van 600 dames en heeren, leden van tal van zangver- eenigingen, christelijke en van andere richting. Dit koor zal, onder leiding van Richard Hol, president Kruger twee verzen van psalm 72 toezingen. Dan zal de president der Haagsche afdeeling, dr. H. Blink, een adres van hulde aanbieden aan den Staatspresi dent, en daarbij een toespraak tot hem richten. Met het oog op het groot aantal zangers, zal slechts een beperktpubliek tot deze plechtige ontvangst aan het station van aankomst worden toege laten. Vervolgens ligt het in het voor nemen van het bestuur om behou dens de bewilliging van den President eenige dagen na aankomst een groote receptie te organiseeren, op welke autoriteiten, vereenigingen en particulieren hunne opwachting aan oom Paul kunnen maken. Maandagmiddag vergaderde het be stuur tot bespreking van dat plan en heeft het zich in sub-commissies ver deeld. Maandagavond had eene bespreking plaats tusschen het bestuur en de besturen der vele vereenigingen die aan de huldebetooging wenschen deel te nemen. Omtrent den dag van aankomst van den president was bij het bestuur nog niets bekend. Espeditie van dr. Cappeile. Men schrijft aan de Surinamer uit Nieuw Nickerie dd. 17 October: «De heeren Van Drimmelen, dr. Tulleken, Ganzert en Cappeile Jr. kwamen heden van de Boven-Nicke- rie-rivier terug. De heeren dr. Cap peile en llaenen bevinden zich op het tracé van Fallawatra naar de Bos-Sepkevallen met den heer Raleigh, ook zij worden spoedig terug verwacht en daarmede zal de expeditie zijn afgeloopen." Aan hetzelfde blad wordt uit Nieuw- Nickerie nader geschreven »De expeditie was van hier ver trokken den 3en October en kwam acht dagen later aan de monding van Fallawatra, vanwaar zij in zes-dagen den voet van den Blanche Marie-vul bereikte. Dank aan een verleden jaar gekapt pad, gelukte het in drie dagen 3 booten over den val te brengen, welke een hoogte beeft van 29'/i meter. «Boven den val vond men al aan stonds wegens droogte slecht bevaar baar water, zoodat men op een afstand van 1000 M. niets merkte dan steenen en rotsen en hier en daar een kleine geul. Niet ver vandaar had men een coi'jaal gevonden, verleden jaar ach tergelaten, deze stelde na een weinig reparatie dr. Cappeile in staat zich tusschen steenen en rotsen heen te wringen en dien afstand af te leggen tot nader onderzoek, waardoor de reis een dag werd verlengd. «Tot nu toe werd geen goud ge vonden, wel lei en diabaas (leige steente) met veel kwarts, dus de formatie waarin bij andere rivieren dit alles beheerschend metaal gevon den wordt. Ook kon door dr. Cap peile op verschillende plaatsen in rolsteenen de aanwezigheid van koper- kies worden geconstateerd. «De kaart der Nickerie-rivier is zooveel mogelijk verbeterd en uitge breid, terwijl door den heer Haenen lengte en breedte van de monding der Fallawatra en van den Blanche Marie-val is bepaald. »Dr. Tulleken beeft zich gedurende de reis vooral bezig gehouden met het verzamelen van in bloei staande planten. Het is hem gelukt er pi. m. 500 te verzamelen, welke na gede- termiteerd te zijn, den grondslag kunnen vormen voor een flora van Suriname. Het door Kappler elders geobserveerde werd ook hier aan getroffen hoe verder men naar het Zuiden trekt, hoe meer verandering in de flora (Jok zijn zeer veel foto grafieën genomen, welker reproductie zeker met verlangen wordt tegemoet gezien. «Door den lagen waterstand ge drongen, werd de terugreis aanvaard. Bij Fallawatra moest de expeditie met het oog op onkosten en transport moeilijkheden zich splitsen. De heeren dr. Cappeile en Haenen worden tegen den 4en November hier terug verwacht. Allen genieten een goede gezondheid. Van Hennes-Motor. Betrefiende een fabrikaat uit de Machinefabriek van den heer D. W. van Rennes, te Utrecht, schrijft »Le Matin" van 13 dezer: Het komt ons inderdaad voor, dat er een omwenteling wordt voorbereid in de binnenscheepvaart. De sleepboot, het zeilschip, de stoom zullen weldra vervangen worden dnor de petroleum- motoren, zoowel voor de vracht- als voor de beurtvaart. Wij hebben enkele proeftochten bijgewoond, die ons hiervan de beves tiging geven. Doch laat ons geregeld verhalen. Gisterenmiddag scheepten zich op de «Neder Nethe", die den dienst zal waarnemen tusschen Antwerpen en Lier, in de H.H. Mathieu von Ber- nuth, Van Geiïen-Gorus, F. Garlinck, De Keersmaecker uit Antwerpen Cu- velier uit Brussel; Merckx uit Born- hem en andere genoodigden in betrek king staande tot de beurtvaart en de binnenvrachtvaart, alsook de verslag gever van »Le Matin". Op dit vaar tuig, zeer goed uitgerust en met veel zorg gebouwd door de H.H. Gebr. Boot te Leiderdorp, waren zij de gasten van den heer D. W. van Rennes, den welbekenden machinefabrikant te Utrecht. Sedert ongeveer 10 jaren houdt de beer D. W. van Rennes zich ijverig bezig met de toepassing van de petro leum-motoren op de binnen-scheep- vaart. De resullaten zijn niet uitgebleven en reeds zes jaren lang levert zij motoren van zijn vinding aan de Hol- landsche schippers. In meer dan 300 vaartuigen zijn er reeds geplaatst en de ondervinding heeft geleerd, dat zij uitstekende diensten bewijzen en zeer spaarzaam zijn in het onderhoud. Voor eerst bestaan zij belangrijk minder ruimte dan de stoommachines en hebben daarenboven een veel kleinere plaats noodig voor de brandstof; er blijft dus voor de pakgoederen zooveel te meer ruimte over. Vervolgens is er geen afzonderlijk personeel noodig om ze te bedienen, want de schipper bestuurt zijn eigen motor-boot, evenals de chauffeur zijn automobiel, waardoor de loonen van den machinist en den stoker worden uitgespaard. De motoren zijn ook goedkooper dan de stoom machines, terwijl de onkosten voor petroleum onbeduidend zijn in verge lijking met de kosten van een stoom machine of met hetgeen men voor het slepen betaalt. Daarenboven en dit is een der voornaamste eigen schappen van den Van Rennes-motor door middel van een zeer prac- tische inrichting met riemen, kan bet vaartuig zoo wel achter- als vooruit worden bewogen, wat te voren nog niet was verkregen. Laten wij vooral niet vergeten, dat de constructie van den motor zoo eenvoudig is, dat de schippers, na eenige dagen oefe ning, er de besturing van hebben aangeleerd. Aan boord van de «Neder Nethe" waar de eerste toepassing voor den handel in België van den Van Rennes-motor heeft plaats gehad en van het motorjacht «Henriette", zijn de proeven uitstekend geslaagd en alle aanwezigen brachten levendige gelukwenschen aan den lieer Van Rennes en zijn agent voor België, de heer Andr. Lever de Groot, te Ant werpen. Hierom zullen de voorloopers van deze beweging zonder twijfel binnen korten tijd de voldoening kun nen smaken, een nieuwen krachtigen stoot te hebben gegeven aan de bin- nen-scheepvaart door haar meer economisch te maken en baar meer dere snelheid te verschaffen. PLAATSELIJKE BEMCUTEN. Volgens de advertentie in dit blad steltdezangvereeniging der plaat selijke afdeeling van Toonkunst zich voor, dezer dagen Heinze's Caecilia ten gehoore brengen. Noch de keuze van het werk, noch van de maand voor de uitvoering bestemd was toe val. De componist Heinze, de eeuwig jonge toonkunstenaar met eerbied waardige lokken, grijzen baard, doch van jeugdig vuur en levenslust tinte lende oogen, vierde in het begin van dit seizoen zijn 80sten verjaardag. De bladen waren vol van de huldebetoo- gingen, hem dien dag gebracht, van de receptie, waarop tallooze deputa- tiën uit alle oorden des lands ver schenen en van de koninklijke onder scheiding, die hem toen te beurt viel. Maar den man, die als Sakser van geboorte steeds op gespannen voet met de Hollandsche taal bleef, even wel zoo geheel Nederlander is gewor den, dat aan hem de oprichting der Nederlandsche Toonkunstenaars-ver- eeniging te danken is, werd door het muzikale Nederland nog eene geheel eigenaardige hulde toegedacht. Waar dit mogelijk is voeren de afdeelingen van Toonkunst gedurende dezen win ter een zijner werken uit; b. v. te Utrecht op 11 Dec. Die Auferstehung, te Amersfoort in Nov. Sancta Caeci lia. Sancta Caecilia, naar wie Heinze's villa te Muiderberg genoemd is, de beschermheilige van het orgel en de kerkmuziek, leefde in de derde eeuw. Haar naamdag op 22 Nov. vandaar de uitvoering in deze maand wordt te Londen steeds door een groot m uziek- feest gevierd. Hiervoor componeerde Handel zijn Messias, terwijl ook voor deze gelegenheid de Paulus van Men delssohn werd ten gehoore gebracht. Volgens de legende was het aan den invloed van Caecilia's muziek te dan ken, dat een Heiden, met wien zij gehuwd was, zich in den bruidsnacht bekeerde. Veroordeeld den marteldood te ondergaan, smeekte zij nog eenmaal op het orgel den lof te rnogen ver kondigen van den God der Christenen, en toe.n dit was geschied, vernielde zij haar instrument, opdat dit later niet tot onheilige doeleinden zou wor den misbruikt. Deze legende, met kleine afwijkin gen tot een dramatisch gedicht ge vormd door Mevr. Henriette Heinze Berg, vormt den tekst van bet orato rium door Heinze gecomponeerd, en om dit hier zelfs gedeeltelijk te be spreken zouden kolommen druks nog niet voldoende zijn. Genoeg zij, dat er vier solisten in medewerken, die zich ook in een duo en in een kwar tet doen hooren, dat er fraaie koren in voorkomen en zelfs een zeer aan grijpend dubbelkoor(8 stemming) den strijd tusschen Christenen en Heidenen schildert. Naar men uit vertrouwbare bron verneemt, zal de grijze componist de uitvoering van Sancta Caecilia hier ter stede met zijne tegenwoordigheid vereeren. Tot Secretaris van het college de Bunschoter Veen- en Veldendijk is door Hoogheemraden benoemd de heer J. H. Leinweber alhier. In de gisterenavond gehouden vergadering van de plaatselijke afdee ling der Maatsch. Tot Nut van 't Alge meen is tot bestuurslid gekozen de heer N. E. Rost kapt.-kwai'tiermeester alhier. Wel mag een avond als gisteren door de dames Sophie Wichers en Ida Mollinger in Amicitia gegeven de naam Kunstavond dragen. Hetgeen zij het Hein maar dankbaar auditorium te zien en hooren gaven was zoo vol afwisseling en werd zoo onberispelijk voorgedragen, dat men menig oogen- blik zich zelf moest afvragen of men van kunst dan wel van werkelijkheid genoot. Scherts of ernst, het ging beide dames even goed af; zooveel stem en wijze van zeggen in de monologen als hun spel in de tooneelstukjes leverden het bewijs van bun ernstig streven. Het programma in onderdeelen te behandelen gedoogt onze ruimte niet, maar wij gelooven den tolk te zijn van al hunne hoorders wanneer wij hier beide dames dankzeggen voor het genot ons gisterenavond geschonken en hen tot een herhaald bezoek aan Amersfoort uitnoodigen. In eene de vorige week gehouden vergadering van aandeelhouders in de Naamlooze Vennootschap «Volkshuis vesting" werden gekozen tot Bestuurs leden de heeren J. C. J. Pels Rijeken en F. J. Mathijsen en zulks ter voor ziening in de vacaturen, ontstaan door bet overlijden van kolonel J. D Rolan- dus Hagedoorn en het bedanken we gens ziekte door den beer D. Gerritsen, wier beider groote verdiensten voor de Vennootschap dankbaar werden herdacht. Wat kunnen wij doen voor Vrij staat en Transvaal? Deze vraag, zoo dikwijls gesteld, wordt helaas maar al te vaak beant woord met het woordje, nietsEn toch niet alleen kunnen wij, maar moeien wij veel doen. Het is onze dure plicht, waarbij men niet meer vragen mag naar de gevolgen. Bij het uitbreken van den oorlog, zond ik de Tweede Kamer bijgaand rekwest, waarin ik verzocht bij Harer Majesteits regeering aan te dringen tot het bijeenroepen van een congres, teneinde te voorkomen, dal een vrij en eerlijk volk zou worden uitgemoord. De heldenmoed der boe ren, steeds strijdende tegen een vijf voudige overmacht, bracht in den beginne den Eugelschen nederlaag op nederlaag toe; mijn vrees voor het arme volk scheen toen ijdel. maar helaas! het is thans anders ge worden, mijn vrees wordt bewaarheid de uitmoording is in vollen gang; velen maakten zich nog illusies over de vechtwijze der Engelschen. Men dacht: zij zouden een loyalen vijand ook loyaal behandelen. Ik voor mij, maakte mij daarover geen illusies, waarom ik dan ook bij het begin van den strijd reeds wees op het vermoedelijke resultaat van Engeland's eventueele zegepraal. Na de welsprekende woorden van den heer Charles Boissevain en Prof. Wefers Beltink geloof ik de omvang der gruwelen door de Engelschen beiireven van algemeene bekendheid. En nu nogmaals Wat kunnen wij doen Mijn inziens is het de plicht van het Nederlandsche volk zich met een reusachtig verzoekschrift te wenden tot zijn Koningin, met verzoek een congres bijeen te roepen, teneinde te overwegen, welke maatregelen ge nomen kunnen worden om een einde te maken aan een gruweldaad, zonder voorbeeld in de nieuwere geschiede nis, een gruweldaad die ten slotte ieder onteert, die niet alles aanwendt om haar te doen ophouden. Wanneer de uitdrukking )>eeuwige gerechtigheid" geen ijdele klank is, zullen niet alleen de dadersmaar ook de toeschouwers, tegenover de geschiedenis een zware verantwoor ding op zich laden een verantwoor ding, zoo groot, dat bij de latere geschiedschrijvers, bij de beoordeeling der I9e eeuw, niet meer zal wegen de vooruitgang op elk gebied, noch de humane voorschriften van de conventie van Genève, noch het heerlijke werk van Dunant, noch al het schoone en edele, dat deze eeuw gaf; die geschiedschrijvers zullen alles voorbij zien voor de naamlooze gruweldaad door Engeland bedreven, met Europa en Amerika als toeschou wers. Daarop zullen zij slechts wijzen, en wanneer zij dan de Engelschen monsters van wreedheid en de overige natiën huichelaars en lafaards noe men, dan, ja dan is de tol aan de eeuwige gerechtigheid betaald. Laat ons dat strenge ooi deel trach ten te voorkomenOnze jeugdige Koningin voelt en lijdt mede met de ongelukkigenlaat Haar volk zich uiten in onbedwingbare kracht, en wij zullen zien, of al te voorzichtige raadslieden Haar zullen kunnen weer houden, datgene te doen, wat de natie Haar vraagt Ik richt dit schrijven zooveel mo gelijk tot alle bladen met verzoek het tot algemeene bekendheid te brengen ik hoop dat zich in elke stad, in elk dorp of gehucht een comité zal vormen om een gelijkluidend verzoekschrift te richten tot Haar, die wij allen liefhebben en vereeren. C. VAN GOOR Ez. Amsterdam, 28 November 1900. Aan de Tweede Kamer der Stalen- Generaal. Mijne Heeren I Als burger van Nederland, veront waardigd door den lagen rooversaanval der Engelsche regeering op een vrij, ons stamverwant, volk, richt ik mij tot de volksvertegenwoordiging, opdat deze bij Harer Majesteits iegeering aandringe tot het nemen van zulke maatregelen, als noodig zijn, om te voorkomen, dat het rijkste land der wereld, een vrij en eerlijk volk uit moordt ter wille van de schatten, die in den Transvaalschen bodem bedolven liggen, ten .einde dit doel te bereiken, verzoek ik de volksvertegenwoordiging van mijn land, Harer Majesteits regee ring dringend te verzoeken, zich te wenden tot de mogendheden van Europa met het voorstel tot het houden van een Congres in den Haag, ten einde te bespreken op welke wijze en door welke middelen men Engeland verbieden zal, boven vermelde schand daad te volvoeren. 'tWelk doende, (w. g.) C. VAN GOOR Ez. Amsterdam, 12 October 1899. Toelichting op bijgaand Request. Ik achtte mij verplicht bijgaand Request aan de Tweede Kamer der Staten Generaal te zendenonze waardigheid, onze eer, ons verleden, verplichten ons, al bet mogelijke te doen, teneinde hulp voor onze Trans- vaalsche broeders te verkrijgen. Plato nische protesten hebben geen doel. Voorzichtige personen zullen misschien beweeren, dat eene oproeping van een Europeesch Congres, ter behandeling van een zoodanig geformuleerd voor stel, door Engeland beschouwd zal worden als een weinig vriendschap pelijke daad; gaarne erken ik zulks, maar mag men angstvallig alle gevol gen wikken en wegen van eene daad, indien zulk eene daad door eer en plicht wordt geboden? Moeten de afstammelingen van ons roemrijk voorgeslacht afdalen tot een zoet en gehoorzaam volkje, al de grootmachten van Europa naar de oogen ziende, of rust op ons nog de plicht voor het geschonden recht op te treden, voor onze stamgenooten, die niet om eenig politiek belang, maar om de laagste aller drijfveeren, de zucht naar goud, verdelgd zullen worden? Laat ons niet al te angstvallig zijn. Europa zal ons optreden weten te waardeeren! Zoude het geen schoone episode in onze geschiedenis zijn Onze jeugdige Koningin, gesteund doorregeeringen volksvertegenwoordiging, en verzekerd van de hartelijke sympathie van geheel Haar volk, de staten van Europa oproepende tot een congres in Haar residentie, ten einde te beletten, dat een onrecht gepleegd wordt, een onrecht zoo groot, dat men tot de barbaarsche tijden moet terug gaan, om een voorbeeld te vinden Zoude eene dergelijke stoutmoedige daad niet de sympathie der geheele beschaafde wereld verwerven? Zouden ze niet de band kunnen zijn die Rusland, Frankrijk en Duitschland samen bracht tot een krachtig optreden tegen het rooverseiland Engeland? Men werpe mij niet tegen, dat eene dergelijke daad, misschien een nog grooter ramp, namenlijk eenen Europeeschen oorlog ten gevolge kan hebben. Iets vroeger of later zal Europa Engeland toch een «tot hiertoe en niet verder" moeten toeroepenIndien men er tegen opziet ofiers te brengen om het recht te handhaven, zoo zoude men ook derooversbendeu van Calabrië ongestraft moeten laten, uit vrees voor de brave gendarmes, die bij de ver volging kunnen vallen. En bestaat er feitelijk wel veel verschil tusschen Engoland en die outlaws van Italië? Het spreekt van zelf, dat de daad, die ik zoude wenschen dat door onze Koningin, Regeering en Staten Gene raal gedaan werd, de sympathie moet hebben van bijna de geheele natie, dan alleen, maar ook dan zeker, zou de uitwerking groot zijn. Landgenooten! Vergeten wij niet dat de voorouders der Transvalers met de onzen zij aan zij streden voor onze onafhankelijk heid. C. VAN GOOR Ez. Amsterdam, 12 October 1899,

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1900 | | pagina 2