NIEUWE
Nieuws- eu Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
i\o. 32.
Woensdag 22 April 1903.
Twee-en-dertigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
IUH1 LNLANP.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Zijn laatste Toevlucht.
Amersfoort sc
ourant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever O. J. SLOTHOUWER.
BureauLangestraat 77. Telephooiuio. 69.
AD VERTENTlfiN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer T\Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
President Steyn.
Zondagmorgen zijn te Brussel aan
gekomen de heer Gordon Fraser,
schoonbroeder van president Steyn en
Colin Steyn, de vijftienjarige zoon van
dezen laatste.
»Nadat zij een bezoek gebracht
hadden aan mevrouw Louis Botha,
bezochten zij het bureau van de Vlaam-
sche Gazet. Met veel genoegen mogen
wij bevestigen zegt dit blad
dat de toestand van den president al
beter en beter wordt. Vóór enkele
weken was hij een weinig verzwakt:
de geneesheeren hadden hem toege
laten twee, drie uren per dag te lezen:
de heer Steyn had zich aldus te veel
vermoeid; maar thans is hij even wel
varend als voor het kleine ongeval,
dat zich voordeed, zoudat de brief van
mevr. Steyn, die de VI. Gazel over
nam ook voor den huidigen toestand
van den heer Steyn mag gelden: alleen
moet hij nog zijn blauwen bril dragen.
De oorzaak van de ziekte blijft nog
altijd raadselachtig werd de president
getrollen door een zonnesteek terwijl
hij op het veld uitrustte in een tent,
of wel moet die lamheid worden toe
geschreven aan de vergiftiging van
het bloed door het eten van bedorven
vleesch? De uitstekende geneesheeren,
die den heer Steyn verzorgen, zijn
het daarover niet eens. Vooralsnog
ontvangt de heer Steyn zoo weinig
mogelijk; het is vooial de kalmte van
het leven, daar aan de boorden van
het meer van Genève, die een heil-
zamen invloed uitoefent".
De heer Fraser heeft vei klaard, dat
half Mei de heer Steyn naar Reiclien-
hall,- in Duitschland, zal vertrekken,
waar de Villa Stunn voor den door-
luchtigen zieke beschikbaar gehouden
wordt.
Gisteren zijn de heeren Fraser en
Steyn naar Utrecht vertrokken, waar
de heer Steyn Jr. zich in't bijzonder
gaat toeleggen op grondige kennis
van de Nederlandsche taal.
Het huis van Paul Kiuger, te
Pretoria, is bij opbod voor 100.000
francs verkocht
Hertog Adolf Friedrich van Meck
lenburg, een broeder van den Prins
der Nederlanden, ritmeester bij het
garde kurasviersregiment, had Zondag
avond het ongeluk op zijn lit vari
Schwerin naar Berlin, nabij Dolberitz,
met zijn automobiel, waarin de hei tog
gezeten was met zijn bediende, in de
takken vari een over den wegliggenden
omgewaaiden boom te rijden. Niemand
werd gekwetst.
Engelschc schandalen.
In «Reynold's Papeis" worden
opzienbarende onthullingen gedaan
omlient knoeierijen, waar leden der
Engelsehe regeering, middellijk of
onmiddellijk, bij betrokken zouden
zijn, en wel ten aanzien van malver
satiën bij de leverantiën voor het
leger tijdens den Zuid-Afrikaanschen
ooi log. Hel blad durft beweren dal
met 't oog op de kwaliteit van som
mige personen, bij deze schandelijke
knoeierijen betrokken, de zaak gesust
is. Toen de oorlog uit was, ontstond
er «toevallig" brand in de magazijnen,
zoodat de minderwaardige kwaliteit
van 't geleverde, dus het gepleegd
bedrog, niet meer te verifieeren was.
Eilnitrd TH naar Frankrijk.
In verband rnet het aanstaand bezoek
te Parijs brengt men in herinnering,
dat meer dan vier eeuwen verloopen
zijn sinds een Engelsehe koning bin
nen de muren der Fransche hoofdstad
gezien werd, en toen het laatst een
Engelseh vorst te Parijs vertoefde,
geschiedde dit onder weinig gunstige
omstandigheden Het was nl. Hendrik
VI, de ongelukkige banneling, die be
scherming zocht aan liet Hof van
Lodewijk XI.
Bij de voltrekking van het huwelijk
van den groothertog van Saksen-
Weiinar met prinses Karoline van
Reuss, oude linie, aan liet Bofte Bticke-
burg, zullen volgens de Duitsclie bladen,
behalve de Keizer, ook tegenwoordig
zijn Koningin Wilhelmina en de Prins
der Nedei landen. Uit Den Haag wordt
dit bericht bevestigd.
Het Koninklijk Echtpaar en de
Koningin-Moedor maakten, zonder
gevolg. Zondag een rijtoer in de richting
van Soeren. De Prins mende.
De benoeming der leden van de
Enquête Commissie betreffende den
rechtstoestand van het spoorwegper
soneel is spoedig te wachten
Expresident Kruger zal in de
volgende maand zijn zomerverblijf te
Hilversum vestigen; daartoe is be
reids een villa aan den Hoogen Naar-
derweg gehuurd.
De eerste toepassing van het
nieuwe ai likel 284 Strafrecht zal waar
schijnlijk niet lang op zich laten wach
ten. Gelijk men weet, wordt in dat
artikel gevangenisstraf of geldboete
bedreigd tegen hem, die een ander
door geweld of eeriige feitelijkheid of
door bedreiging met geweld of eenige
andere feitelijkheid, gei icht hetzij tegen
dien ander, hetzij-tegen derden, weder
rechtelijk dwingt iets le doen, niet te
doen of te dulden".
Zaterdag is namelijk tegen A. van
Emmenes, den gewezen leider der
grondwerkersstaking, proces-vei baal
opgemaakt, ter zake dat hij den aan
nemer Uiterwijk een brief heeft ge
schreven, waarin deze met slaking
onder zijn personeel bedieigd wordt,
indien hij de uit zijri dienst ontslagen
gi ondwerkers en bakschippers niet
weder in dienst neemt. (N. v. d. DJ
De militaire bewaking van de
spoorwegen in Noord-Brabant is op
geheven en zal weldra in de provincie
Limburg volgen. Met de intrekking
wordt deze week geleidelijk vooil-
gegaan, allereerst voor de Noorrler
provinciën. Het daardoor beschikbaar
komen van troepen zal vermoedelijk
tengevolge hebheri het naar huiszenden
van onder de wapens zijnde lichtrngen
of een gedeelte daarvan.
Te Amsterdam zal de militaire be
zetting zoowel van zee-als landmacht
vooralsnog worden gehandhaafd Na
de jongste werkstaking woiden zelfs
maaliegelen overwogen om Amsterdam
blijvend van een sterker garnizoen te
voorzien.
De «Reinier Claeszen" blijft nog
gestationeerd nabij de spoorwegburg
over den Moerdijk.
Met zekerheid wordt ons mede
gedeeld, dat de kolonisten dei Inter
nationale Bioederscliap te Blaiicum
voornemens zijn de aan deze gemeen
schap toebeliooi ende gronden te ver-
koopen, om zich in een andere streek,
zoo mogelijk eveneens in de provincie
Noord-Holland, te vestigen.
De gewezen predikant Ds. Kijlsra, die
lot de kolonie behoort, zoekt daartoe
grond te koopen.
Onze boteruitvoer wordt met
een geduchten knak bedreigd. In
Frankrijk, waarheen we per jaar min
stens zoo'n anderhalf mil hoen kilo
uitvoeren, is een margininewet aan
hangig, waai bij vei boden w ordt in
Fiankrijk boter en margarine in te
voeren, uit landen, waar de margaiine-
fabrikanten niet verplicht zijn, gemak
kelijk te hei kennen stollen te mengen
in hunne producten, bestemd niet
alleen tot verbruik binnenslands, maar
ook tot uitvoeren naar het buitenland.
Door den gemeenteraad van
Hilversum is gisleien een voorstel om
den socialistisclien onderwijzer Kroes
en de ondeiwijzeres mej. Sluijteis te
ontslaan, wegens het staken der
stemmen, aangehouden.
Gevolgen van hot koude weer.
De boeren in Friesland, die om
hooi uit te winnen, het jongvee reeds
in de weide gelaten hadden, moeten
het wet-r stallen. Eerstens is er geen
gras meer, er groeit hoegenaamd niets
en dan is het voor het vee veel te
koud.
Er zijn reeds runderen tengevolge
de koude gestorven.
Door het koude weer krijgen de
boeren gebrek aan hooi; zij moeten
het koopen en daardoor zijn de pi ijzen
zeer hoog.
De St. Cl. no. 93 bevat het
Kon. besl waarbij de minister van
oorlog wordt gemachtigd de verlof
gangers der lichtingen 1900 en 1901,
die bij de regimenten infanterie en
het koips genietroepen zich onderdo
wapenen bevinden, riaaimate zij voor
den dienst kunnen woiden gemist,
ingevolge art. I 18 der Mlhliewet met
veilof huiswaarts te zenden, te begin
nen met de lichting 1900, op een
door den minister van ooi log vooi elk
der genoemde koipsen le bepalen dag.
Bij K. B. zijn benoemd in de
Staatscommissie tol het instellen van
een onderzoek ten aanzien der rechts
verhoudingen en voorwaarden waar
onder het peisoneel bij bel spoor-
wegbediijf in dienst is, tot lid en
vooizitter rnr. J. D. Veegens te 's-üra-
venhage; tot leden dr. A. M. A. J.
Aliens, te Sleemlerenjhr. mr. S.
Larnan Trip, te 's-Giavenhagemr.
W. L. P A. Molengraaf, te Utrecht;
A. D. Talma, te 's-Gravenhage; tot
secretaris D. Virhoop, te 's-Graven-
bage. St.-Ct
Tijdens de groote tentoonstelling
te Gioningeii zullen dezen zomer al-
gemeene vergaderingen gehouden
worden van
de Nederlandsche Maatschappij van
Nijverheidhet Koninklijk Instituut
van Ingenieurs; het Nederlandseli
Ondei wijzeis-Genootschapde Or
gan isalie vei een iging; de internationale
zangwedsli ijd van de liedertafel
Oorspronkelijke Novelle
P. TESSELHOFF JK.
4
Toen Plover ongeveer vijf jaren geleden om
de hand zijner oudste zuster kwam, was hij een
onbemiddeld geneesheer, bijija zonder praktijk,
zijn huwelijk bracht hem niet alleen direct
financieel voordeel aan, maar ook binnen wei
nig tijds eene vette praktijk. Hij was een goed
echtgenoot geweest en een model schoonzoon,
maar dat was sedert de catastrophe gansch
anders geworden.
Paul verliet het huis, hij moest nadenken,
hoe in deze omstandigheid te handelen. Even
wel had hij toch behoefte alleen te zijn, want
er was nog meer, dat aan zijn hart knaagde,
hij had nog meer verloren dan geld.
Toen de ramp plaats vond, was Paul ongeveer
een halfjaar in stilte geengageerd met eene
jonge dame te Amsterdam, die zeker wel als
eene der schoonste uit de hoofdstad kon wor
den aangemerkt. Weinig kon hij vermoeden
dat ook hij haar het geld een hoofdrol speelde,
het zou helaas maar al te spoedig blijken.
Eerlijk als altijd, meende Paul zijn aanstaande
schoonouders omtrent de ware stand van zaken
te moeten inlichten en zéér kort nadat hij
zulks gedaan had, veranderde hunne houding
ten zijne opzichte en erger nog, hunne dochter,
deed ook alzoo. Paul trotsch van aard en zich
ten zeerste gekrenkt gevoelende, bood haar
aan zijn woord terug te nemen en zij stemde
gereedelijk toe, voorgevende volgens den
wensch harer ouders te handelen. Ook dat
nog moest hem worden ontnomen.
Doelloos liep Paul voort, langs de eenzame
straatweg. Hij was nog te zeer onder den
indruk van het onverkwikkelijk gesprek van
daareven, om zijne gedachten op een zeker
punt te bepalen. Onwillekeurig schoten hem
de weinige woorden te binnen, die hij een paar
dagen geleden van het gesprek der jongelieden
in den trein had opgevangen en daarbij zweefde
hem weder dat vrouwengelaat voor den geest,
met de hoekige ruwe trekken. Zij woonde
toch nog wel hier? Hij herinnerde zich den
tijd niet haar gezien te hebben. Wie was zij
Toen Paul nog op de schoolbanken zat, ging
hij altijd om met Cato Marger, een wees, die
door haar oom, een alleenwonende rijke boer,
als kind was aangenomen. Hunne omgang
duurde ongeveer tot hun vijftiende jaar, want
ze waren nagenoeg even oud. Op dat tijdstip
werd Cato naar een kostschool gezonden, want
haar Oom wilde haar een opvoeding geven,
zooals hij zeide.
Ook Paul werd om beter onderwijs te ge
nieten, elders ter school geleid.
Het toeval wilde, dat beideD ongeveer ter
zelfder tijd terugkwamen, zij telde toen acht
tien jaren en beiden waren veel veranderd, wat
hun uiterlijk betrof. Hij was een flink jong-
mensch geworden. Zij eene lange jonge dame
met iets gedwongens in hare manieren en een
gelaat, dat niet die zachte ronding kenmerkte,
als dat van andere meisjes op dien leeftijd,
maar veeleer naar het magere zweemde; Paul
vond haar niet mooier geworden.
De Oom van Cato verkocht zijn boerderij
en ging stil leven, want hij had geld genoeg,
was zelfs veel rijker dan men kon vermoeden.
Wederom hielden de jongelieden omgang
met elkander en er ontstond zoo'n soort van
kalverliefde, zooals men het op dien leeftijd
placht te noemen.
Twee jaren gingen voorbij, toen werd Paul
Daar Hamburg gezonden om daar op een kan
toor werkzaam te zijn en zoo verliepen er
weder drie jaren.
De Oom van Cato was inmiddels overleden
en had zijn geheel vermogen aan zijne nicht
vermaakt, onder conditie, dat zij over het
kapitaal eerst op haar dertigste jaar, of bij
haar huwelijk kon beschikken, tot een dezer
tij dstippen had zij het vruchtgenot, dat terloops
gezegd, op zichzelf reeds een kapitaaltje vormde.
Toen Paul, Cato Marger, voor de tweede
maal weder zag, vond hij haar bepaald leelijk
geworden. Hij zelf daarentegen was in haar
oog, het ideaal van mannelijke schoonheid.
Sedert dien tijd ontmoeten zij elkaar nog wel,
doch slechts toevallig. Paul zocht haar omgang
niet en zij hield zich natuurlijk onverschillig,
met die ondoorgrondelijkheid hare sekse eigen.
Cato Marger was in het huis vari haar Oom
blijven wonen en had alles onveranderd ge
laten, zelfs de twee dienstboden was zij blijven
houden.
Vele malen had zij reeds aanzoek gehad tot
een huwelijk, maar steeds onvoorwaardelijk
geweigerd. "Zij wacht op haar prins," had eens
een grappenmaker gezegd, en al mocht dat uit
de lucht gegrepen zijn het was toch inderdaad
de waarheid. Ja, zij hoopte steeds, al gevoelde
zij tevens dat de Paul van vroeger niet meer
bestond, zij was een dier vrouwen, die lief
hebben met geheel haar hart, onverschillig of
het voorwerp harer liefde zulks waardig is of
niet, of hij zich kon laten voorstaan op schoon
heid, of geheel misdeeld mocht zijn, of rijk,
of arm was, zij zou er niet om geven.
Wordt vervolgd).