NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
\o. 37.
Zaterdag 9 Mei 1903.
Twee-en-dertigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG Ri\ ZATERDAG.
Bij dit nimmer Behoort een Bijvoegsel.
VAN WEEK TOT WEEK.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Zijn laatste Toevlucht.
Amersfoortsche Courant
A B O N N E M E N T S P R IJ S
Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
BureauLaiigestraat 77. Telcphooiiuo. 09.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meen. Th Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
De afdeeling van den Volksbond
op sterven? Een vergadering
die beter bezocht werd. Toch
een historische kei. Wenschen
voor Kei en Bond.
Tegen Donderdagavond waren de
leden van den Volksbond alhier ter
vergadering opgeroepen tot het nemen
van een besluit omtrent het al dan
niet voortbestaan der afdeeling. Dat
bericht had ik, en zeker sta ik niet
alleen, met bevreemding gelezen Wel,
dacht ik, is het misbruik van sterken
drank in onze stad reeds zoo vermin
derd, dat eeri afdeeling van den Volks
bond geen reden van bestaan heeft?
Immers neen, het kwaad is nog
lang niet uitgeroeid Wat dan? Heeft
de afdeeling reeds alles gedaan wat
gedaan kon en moest worden? Ook
dat niet. Zij is eigenlijk met werken
nog niet recht aangevangen. Er is
geen opgewekt leven in, hare leden
toonen weinig belangstelling, mennen
genoeg gedaan te hebben met hunne
contributie te olleren en blijven weg
van vergaderingen waar de belangen
der afdeeling worden besproken. Dat
is de oorzaak der moedeloosheid, de
reden van bovengenoemd besluit. Ter
wijl ik dit schrijf is mij niet bekend
hoe bet besluit is uitgevallen en of
er nog een afdeeling bestaat Ik hoop
van wel en meen dat voor de opheffing
geen gegronde reden is. Het w as wel
sneu voor het bestuur op 12 Februari,
dat er slechts één lid ter vergadering
was gekomen, zegge één van de negen
tig. Doch wij moeten niet vergeten,
dat dit verschijnsel zich overal voor
doet, bij zeer vele vereenigingen, denk
maar aan de vergaderingen van het
Nut waar het bestuur dikwijls de
meerderheid vormt. In Utrecht telt
de afdeeling van den Volksbond onge
veer 1700 leden en daar waren op de
laatste vergadering buiten het bestuur
slechts vijf leden tegenwoordig, dus
naar evenredigheid nog minder. Dat
is nog niet direct een blijk van minder
ingenomenheid, het ligt aan de tijds
omstandigheden en de veranderde
leefwijze. Een dertig jaar geleden was
een vergadering voor menig man een
uitkomst, vooral in de lange winter
avonden, en men stichtte soms genoot
schappen en clubjes om een gelegen
heid tot uitgaan en afleiding te hebben.
Thans is het leven zooveel woeliger
geworden, er is zooveel meer gelegen
heid tot ontspanning, het aantal ver
eenigingen is legio, men is blij als
men eens kalmpjes thuis kan blijven
en wordt afkeerig van al dat ver
gaderen. Toch kunnen vereenigingen
als de Volksbond het niet doen zonder
bijeenkomsten, en er dient dus op
middelen gepeinst te worden om de
vergaderingen wat aantrekkelijker te
maken.
Iri elk geval zou het te betreuren
zijn, als alleen om reden van mindere
belangstelling de afdeeling werd op
geheven. Als zij weg is komt zij met
licht weer; laat zij desnoods even
sluimeren, wie weet hoe friseh zij
spoedig weer opwaakt. Van den Bond
in zijn geheel, met zijn 60 afdeelingen
en 14000 leden, gaat kracht uit, dat
valt niet te miskennen. De Bond ver
keert juist in een periode van bloei.
Het is inderdaad een voorrecht voor
een plaats een afdeeling van dien Bond
te bezitten, ook voor Amersfoort. Van
hel rijke werkprogram van den Bond
kan hier nog veel woi den uitgevoerd,
van opheffen der afdeeling mag dan
immers geen sprake zijn.
Een vraag is ook, of deze week
geschikt was om te vergaderen. Alle
gedachten zijn nu vervuld met den
Kei. Wilt ge een volle vergadering
beleggen en op een grooten toeloop
rekenenbeleg dan een vergadering
waar over den Kei gehandeld wordt.
Dat hebben we Maandagavond gezien
in het Valkje. De grappenmaker die
de ras-Amersfoorters samenriep heeft
eer van zijn werk, het was er vol
met lieden, die toonden iets te voelen
voor onzen grooten Kei. De grootte
is wel wat tegengevallen en er zijn
genoeg mensehen die nooit zullen
gelooven dat dit de heusche, de «feite
lijke", de Kei in kwestie is. Die teleur
stelling is verklaarbaar. Als er een
suikertante of lieve peetoom uitstapt
en de bom komt los waarop al zoo
lang was gevlast, dan valt het heel
dikwijls niet mee Tante en oompie
waren zuinig en toch wordt er ge
roepen: hè, is er niet meer?
De groote kiezelsteen was in onze
vei beelding al heel wat uitgedeid, hij
moest wel tegenvallen.
Twijfel aan de echtheid kan er niet
een met de maten die vroeger gevon
den werden. Dus wij zullen maar
zeggen dat de opgegraven Kei de echte
is. Nu om dien Kei was de geest
drift groot in het Valkje. Of het allen
ernst was Dat niet, het was velen
om een «lolletje" te doen; toch ge
loof ik dat de spreker, die de beteeke-
nis van den steen had willen verkleinen,
ei' minder goed was afgekomen.
Wel is gewaarschuwd den kei niet
voor een historisch monumpnt te laten
doorgaan, want dat doende zou onze
goede stad aanleiding geven om we
gens die Kei op nieuw bespot te wor
den. Goed, de lieden willen gaarne
gelooven dat de Kei met een Portu-
geeschen vrede niets heeft uit te staan,
maar zij zullen u niet zoo grift toe
stemmen dat de Amersfoortsche Kei
uit een historisch oogpunt zoo heel
weinig te beteekenen heelt. Hij ver
schilt dan toch enorm met een andere
kei, hij heeft wel degelijk een geschie
denis en die behoort nu eenmaal tot
de Amersfoortsche geschiedenis. Er
is mee gesold, er is aan gelrokken,
dat is toch allemaal waar. en dat is
genoeg.
Dat trekken is historisch en histo
risch is de steen zij het dan ook als
een monument van de pretmaker!] of
zotheid als men wil onzer vaderen.
Nu een pretje op z'n tijd, dat mag
wel. Het is onschuldig genoeg. Er is
opgemerkt, dat in dezen tijd wel ern
stige vraagstukken genoeg onzen aan
dacht viagen en ons geld, dat de tijd
te ernstig is om piet te maken Kom,
kom, zoo erg is het niet. Laten de
lieden zich eens vroolijk maken. Ik
vind dat keientrekken wel aardig, en
wensch alle ras Ameisfoorters mooi
weèr, opdat alle feeslelijkheden goed
van stapel loopen. Maardan
onder de feesten niet vergeten de
beginselen van den Volksbond, matig
zijn in alles, en als de Kei rustig en
voor goed ligt wat meer belangstelling
toonen in de afdeeling van den Volks
bond.
De koninklijke trein.
Omtrent den koninklijke trein, H. M
de Koningin door de Hollandsche
IJzeren Spoorweg-Maatschappij tot Ex
ploitatie van Staatsspoorwegen aan
geboden en vervaardigd door de Kon.
Fabriek van Rijtuigen en Spoorwagens'
van J. J. Bey.nes, te Haarlem, en de
firma Mutters van de Kon. Meubel
fabriek te 's Gaavenhage, deelt «Eigen
Haard" o. m. het volgende mede:
Beide maatschappijen verdeelden
het werk.
De Hollandsche IJzeren Spoorweg-
Maalschappij nam op zich de inrichting
en ver siering van de beide salonrijtuigen
voor de vorstelijke personen en de
hofhouding.
De Maatschappij van Staatsspoor
wegen de zorg voor voertuigen voor
keuken- en bagage-wagen op zich
nemende, droeg behalve den bouw,
ook de vervaardiging der geheele in
richting dier voertuigen aan de firma
Reynes te Haarlem op, met dien ver
stande, dat alles zou en moest ge
schieden naar uitwerking der teeken-
ingen, gemaakt aan de bureaux der
beide spoorwegmaatschappijen.
Als men thans, nu de geheele trein
gereed is, een kijkje neemt, zelfs in
keuken- en bagage-wagen, m et men
ontwerp en teekeningeri loven voor
het practrsche om in een betr ekkelijk
kleine ruimte zoovele onmisbare en
misbare bergplaatsen en benoodigd-
heden aan te brengen, en, om, dank
aan de kunst van de firma Beynes en
zijne weklieden, zelfs aan het innerlijk
van keuken- en bagage-wagen een
aangenaam aanzien te geven.
In de keuken heelt men een teak
houten buffetkast voor schotels, borden,
koppen, enz., die alle vastgelegd worden;
twee aanrechten; een aanrechtbank
met marmerglasbedekking, waarop
een eikenhouten dekplank kan gelegd
worden; twee groote vertind-koperen
spoelbakken: voor kouden warm water,
een pompje voor drinkwater, dat koel
gehouden wordteer: groot fornuis
met ovens; en toestellen om te kunnen
koken, stoven, bakken en braden; er
boven ruimten om borden te warmen,
met keurig bewerkt cylindervormige
schuiven van de firma llunck te Amster
dam. Boven het fornuis is een ver
gaarbak voor 300 liter water. Verder
treft men er in aan: kasten met
mahonyhouten deuren, keurig van
afwerking. In deze kasten kunnen
allerlei keukenvoorraad en wijnon
geborgen worden. Een afzonderlijke
ijskast houdt vleesch en gevogelte enz.
frisch en versch.
Het voertuig, waarin de bagage
ruimte is. bevat in het achterste ge
deelte de coupé's voor het dienend
personeel voor Hare Majesteit.
De bagageruimte, met deuren naar
buiten, is wederom in twee deeler,
verdeeld: het eene gedeelte voor de
bagage van H. M. koningin en den
Prins, het andere voor die van het
gevolg. Voorts eene afdeeling voor
den hoofdconducteur.
Achter de keukenwagen coupè's
voor dag- en nachtverblijf voor het man
nen personeel van de vorstelijke reizi
gers Iedere coupé, zeer gemakkelijk
ingericht, biedt plaatst aan vier per
sonen. De rustbanken, met maquette
bekleeding, kunnen door uitschuiving
tot 2 bedden en door opslaan en aan
hechten van het ruggedeelte, tot
wederom twee bedden worden inge
licht, Te geschikter plaatse in afge-
Oorspronkelijke Novelle
DOOR
P. TESSELHOFF JE.
Wat wilde deze vrouw, wilde zij zich plaatsen
tussehen hem en haar? Maar wie was zij eigent-
lijk? deze vraag kwam nu voor 't eerst bij haar
op. Wie was Mevrouw du Tour?
Mevrouw du Tour was een mooie vrouw, dat
vonden alle mannen die haar kenden en even
zoo de vrouwen moesten het bekennen, maar
veel meer wist men niet.
Ongeveer twee jaren geleden, had de bejaarde
heer du Tour een mooi huis betrokken in een
deftig stadsgedeelte en het duurde niet lang
of zij verkeerden in de eerste kringen der hoofd
stad. Hij was Franschman van geboorte, kon
zich ondanks zijn vijfenzestig jarige leeftijd
overal rertoonen en wist zich aangenaam te ma
ken met die gemakkelijkheid zijn volk eigen.
Du Tour moest rijk zijn, want het ontbrak
zijn jonge vrouw letterlijk aan niets en voor
't overige leefde zij ook op grooten voet.
Nog zag Cato van der Linden, mevronw du
Tour zitten, zooals zij daar straks zat, het
schoone hoofd, een weinig ter zijde gebogen,
en zij gevoelde een felle haat tegen die vrouw
in zich opkomen, maar het volgende oogenblik
moest zij zich toch afvragen, «wat dat schepsel"
«haar dan toch gedaan had.
Op die vraag kon zij geen antwoord geven
maar zij gevoelde dat haar geluk stond te
wankelen, en dat deze vrouw wel in staat was
het meedoogenloos omver te werpen en te ver
brijzelen.
Langzaam en nog steeds met treurige gedach
ten vervuld, begaf Cato zich naar de salon,
Daar zette zij zich aan het instrument en weldra
vertolkten machtige weemoedig klinkende too
nen, het leed dat aan haar hart knaagde.
IV.
Mevrouw Lucy du Tour zat in hare kamer
aan haar schrijftafel. Zij scheen het druk te
hebben, want stapels brieven lagen voor haar
en met groote behendigheid gleed hare smalle
blanke hand over het papier, er in een om
mezien regel op regel fijn schi'ift op tooverend.
Af en toe gunde zij zich een oogenblik,
om hare lippen te zetten aan een kop choco
lade nevens haar.
Haar slank lichaam was gehuld in een
elegant, licht morgengewaad, hetwelk goed
paste bij de omgeving, want het vertrek
was geheel gemeubileerd met rozenhouten
meubelen van Fransch fabrikaat.
Zij werkte vlijtig voort en schreef brief op
brief, de een op gewoon postpapier of stem
mig briefpapier, de andere op kleine coquette
vellen, van teedere kleur en adresseerden ze op
de daarbij behoorende enveloppen.
Een geschuiffel op den trap, die naar hare
kamer voerde, deed Mevrouw opzien, snel en
geluidloos, sloot zij een vakje af voor haar
in het meubel, waarin een sleutelbos bengelde
en stak die in den zak.
Langzaam ging de deur open. Een grijsaard
gebogen, gehuld in een met bont gevoei'de
kamerjapon, trad binnen. Het gelaat van dien
man was, om niet te zeggen terugstootend,
niet zeer vertrouwenwekkend. De grijze oogen,
beschaduwd door zware wenkbrauwen en de
groote haviksneus bracht het meest hiertoe bij.
Het was de Heer dn Tour, echtgenoot van
de mooie Mevrouw du Tour sloffend op zijn
kamermuilen trad hij langzaam de kamer in
terwijl hij in het Fransch zeide. Mijn poesje
schijnt het druk te hebben." «Ja erg druk;
was die rommel maar achter den rug", ant
woordde Mevrouw, zonder optezien.
Du Tour zette zich neder en hernam:
«We komen er toch aardig in en toen na
eene pauze, half voor zich zelf: «Ik had vroeger
moeten weten dat hier in dat kleine Holland
zoo veel geld zat."
«Pas maar op, want ze zijn hier slimmer dan
ge wel deukt, antwoordde Mevrouw hierop.
Kom, kom Lueie was zijn weder antwoord,
niets is Francois du Tour ooit te slim geweest?
Nietveel, dat moet ik zeggen, sprak Lucie ter
wijl ze hem lachend aanzag.
Op dit oogenblik werd er aan de kamerdeur
getikt, een dienstmeisje verscheen en melde de
komst van den Heer Kirsch.
'Laat Mijnheer binnen," beval Mevrouw. De
Heer Kirsch, een kort dik mannetje, verscheen
weldra met een verlegen blos op zijn vol gelaat
zonder op diens morgen groet «v. letten, begon
Lucie onmiddelijk:
«Mijnheer Kirsch we hebben even als verleden
jaar weder een liefdadigheidfeest. Is u bereid
op dezelfde voorwaarden weder uw waar te
leveren." Hij boog en zeide dat hij er gaarne
toe bereid was.
Dus ging Lucie voort. Gij laat uw kiosk
korteloos plaatsen, en weder wegnemen en gij
levert uw waar tegen inkoopsprijs.
De heer Kirsch, gaf met een toestemmend
gebaar te kennen, dat hij met die bepaling
accoord ging.
Vordt vervolgd).