NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
No. 38
Woensdag 13 Mei 1903.
Twee-en-dertigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
BINNENLAND.
Zijn laatste Toevlucht.
Amersfoort sche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestraat 77. Telephooniio. 69.
ADVERTENT1ËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meeV 7'/i Cent.
Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
Zaterdag j.l. bracht dr. Roessingh
van 's Gravenhage een bezoek aan
H. M. de Koningin op Het Loo
II. M. de Koningin-Moeder wordt
18 Mei op «Soestdijk" lerwacht.
Naar men ons mededeelt, kan
binnenkort worden tegemoet g.zien
het door den Minister van Ooi log toe
gezegde wetsontwei p houdende wijzi
ging van de Militiewet (1001).
-^Omtrent het daarin opnemen van
bepalingon betreffende verlengen van
den diensttijd van 8 maanden was
in het laatst der vorige week nog geen
beslissing genomen.
Geen valsche, maar nieuwe
guldens.
Gelukkig, men kan gerust zijn
Het blijkt, dat bet bestaan van de
10,000 valsche guldens, waarvan men
dezer dagen in de bladen heeft kunnen
lezen, zoo niet gefantaseerd, dan tocli
hoogst Uvijfelachtg is. Althans is de
ij in het woord zij van het randschrift
der guldens geen teeken van valsclt-
heid.
Tot het jaar 1898 was daarvoor een
y gebruikt: de later aangemunte, n I.
die van 1901, vertoonen, evenals de
rijksdaalders, een ij.
Ons is bekend, dat hedenmorgen ver
schillende firma's, die hun aanwezigen
voorraad specie eens onderzochten en
eenige stukken vonden met de gevrees
de ij, aanstonds naar de Nederland-
sche Bank telefoneerden om inlich
tingen.
Zij ontvingen bovenstaande gerust
stellende mededeeling. Het is echter
niet buitengesloten, dat er valsche
guldens met ij in omloop zijn, evenals
er wel valsche dito met y kunnen cir-
culeeren. Telegr
De secretaris der S. D. A P. be
richt aan Het Volk:
Van onzen partijgenoot Pfannkucli
uit Berlijn, ontving ik de medeeling
dat het partijbestuur der Duitsche
Soc.-Deru. Partij 5000 Maik beschik
baar heeft gesteld voor de slachtollers
der algemeene werkstaking. Verder
schrijft hij mij o a.: »Over (ie waarde
van de laatste voot vallen te strijden
is Itier niet de plaats. De slachtollers
hebben ondersteuning noodig en wij
betreuren het alleen, dat wij op dit
oogenblik niet met een giooter be
drag knnnen helpen om den nood te
lenigen Zooals u weet zijn wij niid-
deu in een verkiezingsstrijd die de
inspanning van al onze krachten eischt.
Van Schiermonnikoog.
Men schrijft aan de Telegraaf
Wij staan hier voor een vreemd
geval. De «eilanders" zoo noe
men we ons verkeeren in eene
pijnlijke onzekerheid, die tevens in
werkt op den «maatschappelijken wel
stand".
Het eiland is particulier bezit; de
Duitsche graaf Bei nstoi ff was eigenaar
en verkocht het in 1901 aan dr. Schiff
te Miinchen. Omtrent veikoopsvoor-
waarden, betaling of zoo iets, ontstond
later tusschen beide partijen verschil
en een proces volgde in Duitsehland.
Of dit nu nog hangende is, of er uit
spraak in gedaan is, daarvan is men
hier volkomen onkundig.
Wel treedt de graaf nog als eige
naar op; namens hem zijn nu weer
boerderijeu en landerijen verpacht.
Anders weet men er niet van.
Vroeger vertoefde de graaf in het
badseizoen altijd op het eilandverle
den jaar kwant hij in den herfst
slechts twee dagen jagen.
Hij had groote plannen voor het
eiland als badplaats. Sedert 1901 is
het prachtige badhuis, geheel gemeu
bileerd. gesloten: er wordt niets aan
gedaan.
Daardoor kromp verleden jaar het
aantal badgasten al geducht in, tot
groote schade van de bevolking, welke
een extraatje zoo goed past.
Aan den graaf is nu gevraagd, dit
jaar het badhuis weer te openener
zijn reeds eenige weken veiloopen
sinds dit schrijven verzonden werd,
doch geen antwoord is nog ingekomen
Men hoopt wel op gunstig bericht,
doch 't meerendeel der bevolking
vreest, dal er van heropening wel
niet komen zal. Toch zou dit jaar de
gelegenheid daarvoor uitstekend zijn,
nu door eene motoi boot de v erbinding
met den vasten wal aanmerkelijk ver
beterd is en tweemaal per dag gele
genheid is over te varen. Het eiland
lijdt door het mindere bezoek der
badgasten: dat is Ie zien. Bijgebouwd
woidt er niet meer. timmerlieden,
ververs, smeden hebben weinig werk,
winkeliers klagen over klein debiet,
hótels hebben weinig logés: alles
hangt af van het het openen van het
zeebad.
De badgasten kunnen welvaart on
der de bevolking brengen, die circa
500 zielen bedraagt.
Het gevaarlijke strand van vroeger
een snelstroomende. diepe geul
bevond zich tegen het strand is
veel verbeterd, de Noordelijke zand
bank zet over en zal spoedig aan het
strand vastzitten.
Aan de Westzijde is dit reeds zoo,
zoodat er geen stroom meer gaat in
de geul, die nog maar enkele meters
breed is.
Sedert velleden jaar is de zandbank
ruim 38 meter overgezet, zoodat spoe
dig de geul geheel verdwenen zal zijn
en het strand dan hij laag water wel
eene breedte zal hebben van 400 M
De geul, door Waterstaat door het
Brakzand, ten Zuiden van het eiland,
gebaggerd, houdt zich goed. Alge
meen verwachtte men, dat ze spoedig
weer verzanden zou. Peilingen doen
zien, dat de diepte en breedte vrijwel
gelijk blijven, zoodat bijna de motor
boot bij den laagsten waterstand haar
nog flink passeeren kan.
Hoog water.
De veelvuldige regens der laatste
dagen hebben dit voorjaar voor de
vierde maal geheele gedeelten aan den
Westkant van Hengelo(Overijsel) onder
water gezet. Sommige inwoners zijn
door het water naar den zolder ge
dreven, anderen zagen hun tuin er
door vernielen. Het verkeer te voet
door do spoorwogtunnels is gestremd,
aangezien er meer dan een voet water
staat.
De Ti ansvaalsche oud-comman
dant Christiaan Botha, die eenige
dagen in Friesland doorgebracht en
daar o. a. eenige bof renplaatsen en
zuivelfabrieken bezocht heeft, is Maan
dag weder naar Haarlem teruggekeerd.
Hij heeft het voornemen orn wan
neer de volledige amnestie zal zijn
afgekondigd, naar Zuid-Afrika terug
te keeren. nadat hij in Friesland eenig
fokvee zal hebben aangekocht, hetwelk
hij van plan is naar zijn land mede
te nemen.
Het tehuis voor ontslagen gevan
genen op de Landkolonie van het
Leger des Heils te Barneveld is thans
geheel voltooid.
Het gebouw, dat, behalve een groote
eet- en slaapzaal, ook een badkamer
bevat, zal den 18en Mei a. s door com
mandant, den heer Th Estill, geopend
worden.
Een vorstelijktekort.
Er is iets uitgekomen, dat niet
vleiend is voor Nederland in dubbel
opzicht zelfs, omdat 't wijst op grove
ondankbaarheid voor een vorstelijke
vrijgevigheid, en omdat 't aantoont dat
tijk Nederland voor zijn arme zieken
niet voldoende zorgt.
Toen in 1898 Koningin Emma Haar
taak als Regentes neerlegde, boden
een groot aantal Nederlanders Haar
samen een geschenk aan een althans
redelijke som, waarover H. M. de
beschikking kreeg.
De Koningin-Moeder kocht daarvoor
geen juweelen, geen museum of iets
van dien aard. Zij schonk die som
weg voor hulpbehoevendenZij be
stemde de ongeveer l'/i ton vooreen
herstellingsoord voor longlijders.
Zij deed meer. Vorstelijk mild, schonk
Zij daarbij óók nog voor dat doel Haar
landgoed «Oranje-Nassau-Oord" te
Renkum.
En als ware dit nog niet genoeg,
waarborgde H. M. daarna ook nog
de rente eener 4 pCts. leening van
f 150.000 en gaf bovendien f 40.000
renteloos voor de kosten der inrichting.
Zoo kwain dat sanatorium tot stand,
dat aan bouw en inrichting f347.287
heeft gekost.
En Nederland, dat aan 11. M. immers
dat geschenk van ruim 1 ton had aan
geboden, liet H. M. rustig begaan in
Haar goedgeefsheid. Geen vermogen
den kwamen op 't idee, óók eens, op
Haar voorbeeld, een deel van die
f 190.000 bij te dragen.
Do Koningin-Moeder echter deed
nog meer. Zij stichtte ook door
een gift van nogmaals f 3000 het
fonds voor ondersteuning van min
vermogende lijders, dat Haar naam
kreeg en wekte daardoor een aantal
rneervermogenaen op, eveneens otj te
dragen, zoodat dit «Emntafonds" nu
althans in de eeiste veertien maan
den een kapitaaltje kreeg van i 28.663.
Uit de rente en contributies konden
nu althans 12 lijders geholpen wor
den, meerendeels met de helft hunner
verpleegkosten.
Maar nu de rekening van dat Ko
ninklijke sanatorium over 1902 werd
afgesloten, bleek er:
dat het bestuur slechts 70 a 80
lijders kon opnemen en vele aanvra
gen moest afwijzen, omdat de geld
middelen hun opname niet toelieten,
want dat er nu toch al een lekort
is van f 14.775.
Laat rijk Nederland zich deze be
schamende feiten aanleunen? II. Cl.
Volgens den Weener corres
pondent van de «Köln. Ztg. wordt
Z. K. H. Prins Hendrik, den 29en van
deze maand te Weenen verwacht om,
in naam van de Koningin, een "An
ti ittsbesueh" te brengen aan de keizer
lijke familie. De Prins zal vier dagen
blijven en logeeren in den Hofburg.
Oorspronkelijke Novelle
P. TESSELHOFF JK.
10
»Goed," sprak Lucie «ik zal u den dag en
lokaal waar het feest zal plaats vinden, nader
doen weten." De heer Kirsch vertrok,
"Wie zal er nu in de confituren-kiosk komen,"
vroeg du Tour.
"Weder Mevrouw Botes," antwoordde Lucie,
"dat lange mensch met dat vlashaar. Ze vin
den hier zoo'n lantaarnpaal eene mooie vruow
en ze verkoopt tot belachelijke hooge prijzen,
we hebben verleden aan haar aléén ruim
tweehonderd gulden verdiend."
"Tweehonderd gulden," herhaalde du Tour,
wees voorzichtig "Lucie.*'
«Nu ja" antwoordde zij «er zijn honderd
gulden bij van de kiosk, die ik tn rekening
breng, en daar betaal ik, zooals ge zooeven
hoordet, niet voor, enzoovoort enzoovoort," ver
volgde Lucie, we slaan er aardig wat uit.
maar het is dan ook een werk. Achtereenvolgens
werden er nu eenige leveranciers aangediend
die op de aanstaande fancy-fair hunne waar
of materialen moesten leveren.
Het geheele tamelijke groote feest, werd
door Mevrouw du Tour geregeld en handig
wist zij van ieder voordeel partij te trekken en
in haar eigen beurs te doen vloeien.
Zoó ging het grootste deel van den voor
middag voorbij, toen de laatste bezoeker werd
aangediend en wel de heer van der Linden.
"Maak dat ge weg komt, riep Lucie tot
du Tour, zoodra de dienstbode verdwenen
was om den bezoeker binnen te leiden. Du Tour
stond haastig op en liep zoo snel als zijne
muilen gedoogden naar een zijdeur, om langs
dien weg te verdwijnen.
Paul van der Linden trad binnen, hij zag er
opgewekt uit, ook had hij blijkbaar nog al
veel werk gemaakt van zijn toilet, zoo zelf, dat
de bijnaam van de Pauw" nu toch wel eenig-
zins op hem kon worden toegepast.
Lucie du Tour trad hem met beide handen
uitgestrekt, tegemoet terwijl zij op verraste
toon zeide:
Dat vind ik nu toch heel aardig van u, mij
arme kluizenaarster eens op te zoeken; waar
om uw vrouw niet meegebracht." «Die is een
weinig ongesteld" gaf Paul op ietwat verlegen
toon ten anwoord.
"Toch niet erg?" vroeg Lucie en haar toon
klonk zoo natuurlijk bezorgd dat Paul zich-
haaste om te antwoorden dat het zoo goed als
niets was
"En hoe is het met mijnheer du Tour, zoo
ging hij voort, waarop Lucie op hare beurt een
gerustellend antwoord gaf.
Zoo werd het beleefdheidsballetje nog
eenigen tijd over en weer gekaatst, toen me
vrouw du Tour naar haar schrijftafel trad en
eenige papieren opnemende, waarop een groot
aantal namen voorkwamen, zeide
Zie eens Mijnheer van der Linden, dit is de
lijst van degenen die zich verbonden hebben
op het feest behulpzaam te zijn en toen op
spijtigen toonMaar waarom willen u en Me
vrouw ook niet meewerken
Dat kan helaas nu eenmaal niet, antwoordde
Paul ontwijkend, "mijne vrouw gevoelt zich ge
heel niet voor dien taak geschikt en om u de
waarheid te zeggen, ik zelf ook niet.
Dat komt er immers minder op aan weer
legde Lucie. Het is hier niet de Capaciteit die
de koopers moeten lokken doch alleen de per
soon, en wie zou Mijnheer en Mevrouw van
der Linden kunnen passeeren.
"U komt niet waar liet zij er snel op vol
gen. Maar Paul schudde ontkennend het hoofd,
terwijl hij zeide: "Mijne vrouw zal niet gaan."
"Dan komt u alléén, hield Lucie aan.
Zie eens, het valt uitstekend. Ik heb een
kijkspelletje voor mijne rekening genomen en
u wordt mij compagnon, wat zegt u daarvan?
Paul dacht na. Hij zou dan alléén moeten
gaan, want Cato was er niet toe te bewegen,
dat wist hij zeker en hij had haar beloofd geen
invitatie aan te nemen.
"Gij komt zei dus Lucie trioinpheerend en wij
zullen zamen het kijkspel exploiteeren." Hij
wilde nog iets zeggen, maar een veelzeggende
blik, uit hare lieve oogen, deed hem de woor
den niet uitspreken.
Daarna plautste Mevrouw du Tonr Paul op
de lijst en hij gevoelde zich onmachtig, verder
daartegen te protesteeren.
Het feest had plaats gehad en was uitstekend
geslaagd, dank zij de niet genoeg te waardeeren,
belanglooze ijver en inspanning, van Mevrouw
du Tour "schreven de couranten.
Wie zou haar ook kunnen verdenken met
die "rommel "zoo als zij het noemde, een
goeden slag te hebben geslagen, niemand had
eenig flaauw vermoeden «dat de oogenschijn-
lijk rijke Mijnheer du Tour en zijne schoone
vrouw het leeuwendeel genoten, van de inder
daad ruime opbrengst.
Paul had inderdaad gefungeerd als spelle-
baas en nimmer had hij iu de laatste jaren
zóóveel genoten als dien avond.
(Wordt vervolgd).