NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
HL ITEM LAND.
SOESTDIJ K.
No. 64
Woensdag 12 Augustus 1903.
Twee-en-dertigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Eene crisis voor de
VAaamsche badplaatsen.
Amersfoortsche Courant
A B O N N E M E N T S P R IJ S
Per 3 maanden 1.Franco per post door het gelieele Kijk
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. S EOT HOUWER.
BureauLangestraat 77. Telcphooniio. 69.
ADVERT ENTlBN:
Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/j Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
In een zonderlinge vlaag van deugd
zaamheid heeft de Belgische wetgeving
de kansspelen afgeschaft, zij die voor
de zoo bekende Vlaamsehe badsteden,
Oostende en Blankenberghe, maar
vooral vuor Oostende als de draaispil
waren geworden van het weelde- en
luxusleven dat daar des zomers wordt
geleefd.
Waarom die volstrekte afschaffing?
Dat zien wa niet te wel in.
Belgen, inlanders bezochten de spe
len bijna niet. Slechts eenigu wind
builen zijn er rnet een platte beurs
van teruggekomen en wellicht zetelen
hun zuinige papa's in Kamer of Senaat
te Brussel. Inde ira.
De spelers waren meestendeels
vreemden die Oostende hadden uit
gekozen tot het botvieren hunner
onbeteugelbare drift. Onbeteugelbaar.
ja, want de speelzalen te Oostende
gesloten zullen zij elders doen openen
en we vernamen reeds dal er overal,
evenljes over de grenzen, heel ver
dachte casino's en kuisaal's zijn ont
staan.
Binnen 's lands zoekt men allerlei
kunstjes uit om het wettelijk verbod
te ontduiken. Het gevolg dier radikale
wet zal zijn: de openbare speelzalen
doen overgaan in echte irtripots" waai
de gewonnen gelden slechts de zakken
zullen vullen van de ondernemers dei-
spelers in slede var. tot verfraaiing
der stad te dienen.
Dit kwaad heeft zijn oorsprong in
de zeden en den strijd had men op zede
lijk gebied moeten voeren de vruchten
van het kwaad had men moeten ge
bruiken lot het stichten van een voor
spoed die weldra zoo grondvast zou
geworden zijn dat hij toelaten zou de
dolle speeldrift met open visier aan
te tasten, dat was het eenige wijze
middel.
Zoo dacht ook Leopold II die voor
Oostende waarlijk een vader is en voor
heel onze badkust een droom van
voorspoed koestert, waarin hij het
uiterlijke uithangbord ziel van Belgie's
rijkdom en weelde, door hem ontwik
keld uit het werk waai van Willem I
van Oranje, voor 1830 hier de eerste,
diepe grondslagen heeft gelegd.
Na een jaar te hebben geleuterd
heeft hij de spelenwut geleekend maar
thans neemt hij de taak op zich voor
Oostende en voor Blankenberghe, de
geslagen wonden te genezen, door het
villegiatuui leven een andere richting
te geven in die cosmopolitisch gewor
den badplaatsen.
Oostende verliest rechtstreeks meer
dan een millioen 's jaars van zijn inko
men. Onrechtstreeks veiliest het een
heele cliënteel, en om die met een
andere te vervangen zal het zich ook
een andere saam moeten maken Men
zegt dat het gevaar der spelen en dei-
vrouwen die er lond vlinderden de
stille aristocraten en de stemmige lijke
burgers verwijderde. Deze gingen dan
naar Schevenmgen dat de plaats van
Oostende reeds verreweg had inge
nomen.
De leniging van dit kwaad zoekt de
koning in 't verhoogen van Oostende's
uiterlijke pracht.
Hij wil Oostende zoo heerlijk ver
(raaien dat het weldra Schcveningen,
met Den Maag, het Hout en de Zee
straat zal overschitteren, en, zonder
Ie spelen, wel een onweerstaanbare
aantrekking zal uitoefenen als de eerste
badhoofdstad der wereld.
Dit plan heelt de koning reeds stuks
gewijze aangelegd en gelijk Willem I
bewerkt Leopold II die verbeteringen
met eigen fortuin.
't Ware te voorbarig daar nu reeds
van te spreken. Oostende laten we
dus voor dit jaar tegen zijn felle crisis
worstelen en zeggen enkel een woord
nog van Blanckenberghe dat, in elk
geval, meer naar den zin is van de
Noord-Neder landsche zoowel als van
de Belgische rijke burgerij.
Reeds lang moest onze tweede bad-
stad de eerste oilers brengen in den
strijd tegen de spelen. Jaren vroeger
werden daar »ioulette, rougeet noii"
en wat dies meer verboden. Jaarlijks
ontving de stad Blankenberghe een
ronde f50 0110 van de speleiibestuur-
ilers van Oostende als ontgelding;
met die som bekostigde de stad de
grootste aantrekkingen van haar had-
strand en badgetijde. Dat inkomen
moet ze nu ook derven.
Gelukkig is de overgangsperiode
leeds zonder geweld achter den rug.
Blankenberghe dat reeds op de hel I i n
getreden was van Oostende-spelenstad
stelt zich nu nog meer kenmerkend
aan als de familiale, lachende badplaats
die hare hypnotische aantrekking uit
oefent op alle Vlamingen en kunste
naars, maar in hoofdzaak op Duitschers
in de laatste jaren op Noord-Neder
landers in toenemend getal.
Hier zal, meer en meer, buiten alle
stampropagande, de verbroedering be
vorderd worden ten gunste van Groot-
Nederland. Naast de Duitsche en de
Fransche, heeft de Nederlandsche toon
kunst een waar terrein gevonden van
oefening en uitstraling onder de voor
spoedige leiding van het groote casino
door de uitmuntende Vaderlandsche,
of beter. Geimaansclre kunstenaars
Heniy Fontaine en Lunssens.
Ilier blijft de orngapg verleidelijk
gezellig, kunstig gemoedelijk, het leven
hartelijk eenvoudig, kleun ijk opgewekt,
zooals men het di oomt-voor een ideale
badplaats waar men zoeken gaat de
iuielleetueele rust, de geestige hygiëne,
de stalende gezondheid zoowel naai
de ziel als naar het lichaam. Blanken
berghe is een paradijsje voor de ville-
giatuur, voor mama's met groote en
kleine kinderen, voor kunstenaars die
de bron hunner inspiratie willen ver
jongen, voor werkers met het hoofd
die nieuw »zout" in de hersenen moe
ten opdoen, zooals Julius de Geyter
zoo grappig zeggen kan op een toon
en met gebaren die hem eigen zijn
«Dat weten de Duitschers die hier
letterlijk krielen."
Omdat alles zal Blankenberghe van
le crisis wel te lijden hebben. Maar-
liet pas begonnen seizoen is van nu
af zoo druk en zoo beloftevol dat alles
voorspelt dat hel <fie crisis met gemak
zal te boven komen.
Oostende moet zwoegen in zijne
voortdurende bezorgdheid. Blanken
berghe mag op het gelaat den aan-
minnigen lach der voldoening dragen,
bij 't aanschouwen van zijn toenemen
den voorspoed die een vaste belofte
van hoogererr bloei vooruitziet in de
haven van Zeebrugge, die daar opduikt
uit de golven als een gouden voor
spelling van nooit gedroornde toekomst.
Dat uitzicht van blijdschap, ver
trouwen en hoop trekt aan, en wie
beducht is voor zelfs een schijn van
kommer zal Blankenberghe, de aan
trekkelijkste badplaats van de Vlaam
sehe kust komen bezoeken.
Toekomende maal zeg ik u meer
van Oostende's zich verwezenlijkende
vooruitzichten en zijne heropleving.
De Kroning van den Paus.
De plechtigheid der kroning van
Z. H. den Paus begon Zondag te 8
uur 30 minuten in de basiliek van
Sint Pieler, waarvan alle poorten
gesloten waren, in tegenwoordigheid
van 50,000 aanwezigen. De troepen,
die bij den ingang der kerk stonden
opgesteld, handhaafden de orde onder
de menigte. In de kerk zorgde het
kc-rps der pauselijke vvachtlroepen
voor de rust.
Z. H. de Paus, gekleed in bis
schoppelijk gewaad, den mijter op
het hoofd, begaf zich met de waardig-
heidbekleeders en de edelvvachten te
voet tot aan den ingang 6n nam
plaats op den troon, die was opge
richt voor do Heilige Deur. De kar
dinalen namen aan beide zijden plaats,
kardinaal Rompolla in hel midden.
De aartspr iester der basiliek, omringd
van het kapiltel en van de geeste
lijkheid van het Vaticaan, sprak in
het latijn een korte rede ter huldiging
Ivan Z. H. den Pauk, die vervolgens
'liet kapittel en de geestelijkheid toe
liet tot den voetkus.
De zangers van de Sixtijnsche kapel
hieven het »Tu es Petrus" aan.
Z. H. de Paus nam daarop plaats
in de nsedia gestaloria" en ging,
voorafgegaan door de kardinalen en
andere waardigheidsbekleders, te 9
uur 30 min. de St. Pieterskerk bin
nen, luide toegejuicht door de talrijke
menigte. Terwijl van de loggia de
zegen werd gegeven, weerklonk het
geluid der zilveren trompetten.
De Paus zegende de menigte, gaf
een teeken dat de toejuichingen zou
den ophouden, en steeg van den
draagstoel af voor het altaar van
het Allerheiligste Sacrament, waar
hij eenige oogenblikken in gebed ver
zonken bleef voor het Allerheiligste,
dat plechtig was uitgesteld.
De kardinalen stonden allen ron
dom Z. M. Het was een verheven
schouwspel.
De Paus bjsteeg weder de «sedia
gestatoria" en de plechtige stoet be
gaf zich naar de kapel van den H.
Clemens, flier zette zich Z. H. op den
troon en de kardinalen, de patri
archen, aartsbisschoppen en bisschop
pen legden de veto van gehoorzaam
heid af' Vervolgens gaf de Paus den
zegen aan het volk met een krachtig,
heldere stem. die plechtig klonk.
Ten 10 uur 30 inmuten begon de
de Paus een plechtige Heilige Mis
aan hol altaar der Belijdenis.
Een zeer talrijke menigte vult het
plein van Sint Pieter.
Kolonel Scliiel, een der helden
en een der eerste slachtollers van den
Boerenoorlog, is te Reichenhal over
leden.
Hij was Duitscher van geboorto en
kwam op jeudigen leeftijd naar Trans
vaal en organiseerde daar een bestel
dienst in streken waar geen spoorweg
was.
Na den inval van Jameson werd
Schiel door de Regeering naar Duitsch-
7)
Ecu historische schets.
Slot.
En Prins Hendrik! Wat konden wij veel
van dezen alom beminden Vorst neerschrijven.
Welk Nederlander is niet ten volle over
tuigd van het vele, dat deze Prins in het
belang van handel en nijverheid voor ons volk
heeft verricht? Zijn naam is reeds eene lofrede.
Heeft Prins Hendrik niet den grond gelegd
tot den bloei der streek onzer beschouwing
door gronden in erfpacht af te staan op zeer
billijke voorwaarden en krachtdadig mede te
werken tot het in stand komen der Ooster
spoorweg, waardoor de bevolking der machtige
koopstad in korten tijd deze schoone streek
kon bereiken? De liefde en gehechtheid aan
den Prins openbaarde zich dan ook op spreken
de wijze toen hij in 1878 met zijne tweede
gemalin Marie van Pruisen zijn feestelijken
intocht deed op het landgoed Soestdijk.
Schitterend werd het vorstelijk echtpaar te
Baarn en Soest ontvangen door een dankbare
bevolking met innige liefde gehecht aan dezen
telg uit het oude huis van Oranje.
'tWas dan ook een droevige tijding, die
de telegraaf uit Luxemburg overbracht, de
Prins is niet meer, hij wiens levenstaak het
was de algemeene welvaart te steunen door
het bevorderen van grootsche ondernemingen.
Zijn naam in gedachtenis zal niet licht bij
de bevolking van Baarn en Soest in vergetel
heid raken, men spreekt zoo gaarne van hem
als van een beminde doode, die te vroeg is
heengegaan.
Nadat Prins Hendrik nog een tijd lang het
landgoed bewoond had, werd Koning Willem
III eigenaar van dit prachtig domein en hier
mede gaat Soestdijk weder een nieuwere peri
ode en schoonere toekomst in. Verschillende
veranderingen en verbeteringen werden aan
gebracht, kamers en zalen verbouwd en alles
naar de eischen des tijds vorstelijk gemeubileerd.
Onder beheer van Z. M.'s architect, den heer
Eberson, werden de onoogelijke stallen aan de
overzijde van den weg vervangen voor doel
matige nieuwe, de vroegere hertenkamp werd
herschapen in Koningin-Emmapark de tuinen
vorstelijk ingericht.
Den len Juli 1886 deden de Koning, de
Koningin en ons lieftallig Prinsesje hunnen
intocht op Soestdijk, waar aan ook voor Wil
lem III zulke liefelijke herinneringen uit een
lang vervlogen jeugd verbonden waivn. Wel'
mocht de bevolking van Baarn en Soest
juichen.
Wijlen Willem III stond met groote vrijgevig
heid de wandelingen in de bosschen van het
domein toe, de werken van weldadigheid voor
de vorstelijke voorzaten in het leven geroepen
werden door den Koning gehandhaafd. Soest
dijk deelde nu met het Loo het voorrecht de
zomerresidentie van de Koninklijke familie te
zijn.
Door Willem III werden de boerderijen op
het domein gelegen opgeknapt, boomkweeke-
rijen aangelegd en meer werken verricht, waar
door aan verscheidene lieden werk en brood
werd verschaft. Koning Willem III mocht
slechts drie zomers op Soestdijk vertoeven, toen
de laatste mannelijke telg uit het Huis van Oranje
na eene langdurige ziekte het tijdige met het
eeuwige verwisselde en Soestdijk het eigendom
werd van de Koningin-Moeder.
Koningin Emma heeft een bijzondere voor
liefde voor Soestdijk. Tot tweemaal toe is het
paleis geheel smaakvol gerestaureerd, de zalen
zijn veranderd de lógeerverstrekken voor vorste
lijke personen meer doelmatig ingericht, de
brandbluschmiddellen en het licht verbeterd,
badkamers bij gebouwd en het onoogelijke
houten hek voor het paleis vervangen door
een fraai ijzeren.
En hiermede willen wij deze schets eindigen,
de geschiedenis spreekt niet dan zeer spaar
zaam over de levenden. Van het eenvoudige
jachthuis van Stadhouder Willem III hebben
wij Soestdijk zien worden het prachtige paleis
en domein thans bewoond en eigendom van de
Konigin-Moeder. Het Slot kan in en uitwen
dig gerust wedijveren met de fraaiste vorste
lijke verblijven van Europa.
Moge Soestdijk dan nog lang tot zomer
verblijf strekken van onze vorstelijke familie.
Tot hiertoe is altijd tot zegen geweest voor de
omgeving, want even als de vroegere Hooge
Eigenaars is ook onze Koningin-Moeder de
eerste waar het de oefening geldt de werken
van liefde en weldadigheid.
Utrecht Juli 1903.
J. H. v. D.