TWEEDE KAMER. J0T COGNAC FINS BOIS constellatie van liet oogenblik ware zijn vertrek uit de Tweede Kamer een gevaarlijke gebeurtenis. Ik kan mij voorstellen dat een man van zijn onbaatzuchtigen aard en hoog besef zijner staatkundige verantwoordelijk- beid zelfs de hoogste positie zou op offeren voor liet belang zijner partij en van de bevriende Regeering. En evenzoo zou 't mij niet ver wonderen als bij de moeilijkheid om voor de leiding der Tweede Kamer onder de antirevoiutionaireKamerclub een geschikt opvolger voor baron Mackay te vinden, deze loyale vriend van de Regeering zijn aanspraken liet varen. In dat geval zou in mijn oog, met alle waardeering van de uitnemende verdiensten der beide andere genoem den, de heer Roëll zeker de meest hervorragende candidaat blijven Deze is echter, hoe gematigd ook, liberaal. En is 't de vraag of het Kabinet- Kuyper den moed zou durven hebben een politiek tegenstander, ook nu weder tot zoo hoog ambt te roepen, nadat het over de benoeming van mr. Cort van der linden, van den heer Lely en zoovele anderen, al zoo harde verwijten heeft moeten hoo- ren.liet is een lastig geval voor 't Ministerie. Klaas Kater. Even eenvoudig als zijn naam, hier boven staande, is deze man die heden zijn zevenligsten verjaardag viert, zelf. Toch hij is geen onbekende in de arbeid derswereld en, wat moer zegt, geacht ook voorzeker bij den politieken tegenstander. Als voorzitter van de in 1876 te Amsterdam opgerichte Christelijke Werklieden-Vereeniging «Patrimo nium", heeft hij de geheele arbeids- beweging in den stiijd, eerst tegen de internationale en later tegen de socialisten, van begin af medegemaakt. Al dien tijd is hij de ziel geweest van «Patrimonium" tot na 1899, toen hij zich uit het openbaar leven begon terug te trekker- Maar vóór dien tijd over de ar beidersbeweging, de politieke agitaties, over het steeds slagvaardig zijn, in woord en geschrift, tegen de socia listische tegenstanders, daarover weet Kater heel wat mede te deelen. Tot October 1886 had hij er zijn ambacht van metselaar nog bij uit geoefend, maar om de werkliedenzaak goed te kunnen dienen, ging dat niet langer. Na dien tijd wijdde hij er zich geheel aan, hij was voorzitter en redacteur van het orgaan van «Patrimonium", tevens ook agent en propagandist, terwijl hij bovendien in «De Werkmansvriend" schreef. Wat nu het optreden naar buiten aangaat, reeds in I860 woonde hij de vergaderingen van de «Internatio nalen" bijlater waren hot de socia listen, die hem steeds op hun verga deringen zagen. Zij op hun beurt, lieten hem ook niet met rust. Maar, aldus merkte hii op, toen we dëzei dagen een onderhoud met hem hadden, je vijanden, dat zijn juist je beste medewerkers; mijn beste agent voor rnijn zaak was Domela Nieuwenhuis. Waar hij optrad, was de weg ge brand alle tegenstanders vereenigden zich, zij riepen de hulp van Kater in en er kwam een afdeeling van «Patri monium" tot stand. Strijd met den mond en de pen was het natuurlijk niet alleen er werd in de eerste plaats om de belangen van den werkman gedacht. Zoo was het door Kater's bemoeiingen, dat in in 1872 de algemeene loonsverhooging er «doorgehaald" werd. De leden van het Nederlandsche Werklieden-Ver bond, in 1880 opgericht, gaven Kater uit erkentelijkheid hiervoor een gouden bril. Zijn vriend B. Poesiat, een der medeoprichters en daarna secretaris van «Patrimonium", stond hem trouw ter zijde. Na diens dood, toen ook hij zelf al op leeftijd begon te komen, trok Kater zich eenigszins terug en liet het terrein meer voor de jongeren over. Geheel en al verliet hij «Patri monium" niet; hij vervulde nog wel eens spreekbeurten en schreef nog artikelen, terwijl hij ook de vergade ringen van «Patrimonium" bleef bij wonen, in de laatste jaren als eere voorzitter. Hooit ge hem nuo ver «Patrimonium" spreken, dan blijkt, dat hij nog geheel medeleeft. Maar oud is Kater ook volstrekt niet. Zijn geest is nog helder, hij is nog frisch, iri en door zijn ge loof, zijn overtuiging, die hem steeds de noodigo kracht gaf. Toch zou hij in «Patrimonium" wel iets anders wenschen. De organisatie, het optreden naar buiten kon beter. Als Kater zoo iets zegt denkt hij aan den diamantbewerkersbond. Wat Henri Polak daar tot stand heeft gebracht, kan in sommige opzichten den Crhistelijken werkman nog wel tot voorbeeld strekken. Hij moet nog leeren contributie te betalen «iets over hebben" voor zijn vakvereeniging. De bewering, dat de werkman niet meer betalen kan, gaat volgens Kater niet altijd op. Gebrek aan oflicieren Aan het departement van Oorlog wordt ernstig overwogen op welke wijze het spoedigst in het gebrek aan officieren zal voorzien kunnen worden. Was het verloop in de laatste jaren reeds groot te noemen, nu de gevol gen van de nieuwe pensioenwet zich doen gevoelen is voorziening dringend noodig. Enkel voor pensioen zal in 1904 f270 000 meer noodig zijn dan voor 1903. Op 1 Juli was de stand als volgt' Er ontbraken bij de infanterie 69, bij de cavallerie 7, bij de ai tillerie 62, bij de genie 16 bij den groeten staf 2 en bij de militaire apothekers 5 luitenants. Het waren de vrijzinnig-democraten, die bij de debatten over de aanhan gige wetsontwerpen, geheel de leiding hadden. Donderdag en Vrijdag van de vorige week werden besteed aan de behan deling der verlenging van 't Bank- octrooi. Dit octrooi loopt 1 April 1904 af en voor dien tijd moest dus gezorgd worden, dat hetzij dezelfde, hetzij een andere circulatiebank de taak van de Nederlandsche Bank kon voortzetten. Zooals bekend is, zijn er een aan tal voorstanders van een Staatsbank onder de Kamerleden en daarbuiten en 't was de heer Bos, die als hun tolk optrad, om de voordeelen van een Staatsbank aan te toonen. Even wel hij voegde er onmiddelijk bij, dat dit debat nu geen practische ge volgen kan hebben, daar natuurlijk in den nu nog restenden tijd niet een zoo omvangrijke taak als de op richting van een Staatsbank kon vol bracht worden. Toch kwam hij en later ook de heer Schaper met kracht tegen 't denkbeeld van rechts op, om den ter mijn, die nu op 15 jaar gesteld is, te verlengen tot 25 jaar. De hoeren daar stelden 't voor, of de Bank slechts weldaden aan den Staat be wees, terwijl met alle waardeering voor haar diensten, door den heer Bos werd opgemerkt, dat de Bank toch bedoeld is als winstgevende on derneming. De Minister was zeer zwak op dit punt, men durfde van rechts echter blijkbaar niet een amendement tot ver lenging van den termijn voor te stellen. Alleen de sociaal-democraten stem den tegen 't wetsontwerp, hoewel zij geenszins een principieele bestrij ding gevoerd hadden. Opgemerkt moet nog worden, dat tevens de muntbiljetten (f 10 en f50) zijn ingetrokken; in 't vervolg zal echter de Bank biljetten van gelijke waaide uitgeven. Dinsdag kwam dr. Kuyper achter de groene tafel om zijn voorgestelde wijzigingen in de gemeentewet te verdedigen. Deze wet, die in 1851 door Thorbecke voorgesteld is, geldt als een meesterstuk van wetgeving, getuige dat er in al dien tijd slechts weinig in deze wet veranderd is. De bedoeling van den Minister was nu een wijziging te brengen in de regeling van den burgerlijken stand. Had hij zich nu daartoe bepaald, er was zeker geen driedaagsch debat gevoerd over alle andere artikelen, waarin de Minister we schromen 't niet te zeggen wat gepeuterd had. En laat ons 't er dadelijk bijvoegen dat gepeuter was voornamelijk in reactionairen zin. Algemeene beschouwingen werden er bijna niet gehouden, alleen bleek er uit, dat de volgende partieele wij zigingen der gemeentewet alleen de gemeentebedrijven zou betreffen,zoo dat de kwestie van de rechtspositie der gemeentewerklieden, enz. daarbij ook weer niet definitief zal kunnen geregeld «orden. Dinsdag werd verder geheel besteed aan de vrouwenkwestie. De vrijzinnig democraten Smidt, Drucker, Bos, Ketelaar en Pijnacker Hordijk hadden nl. een amendement voorgesteld, om in de artikels, waarin de benoeming van burgemeesters, secretarrissen en ontvangers geregeld wordt en waar door den Minisiot voorgesteld wordt alleen mannelijke Nederlanders te benoemen, dit woord „mannelijke" te doen vervallen. 't Eigenaardige van dit amendement was, dat hier de heeren 8midl c s., zooals de eerste voorsteller ook dui delijk uiteenzette, feitelijk niets ver anderden uit den bestaanden toestand, want liet was juist de Minister, die het woord „mannelijke" nu in de wet bracht. We zullen niet uitvoerig de de- balten nagaanalleen bleek ook hier weer, dat de rechterzijde, die als één man tegenstemde, feitelijk toch ver deeld was. De heer Heemskerk kwam met kracht op tegen 't geven van allerlei betrekkingen aan de vrouw. De heer Talma stond op een heel an der standpunt, maar stemde als ge woonlijk toch met de Regeering mee. Meer en meer gaan wij bij hem den ken zie naar mijn woorden, maar niet naar mijn daden. Merkwaardig was, dat de Minister bleef volhouden, dat hij die 't oor spronkelijk artikel gewijzigd had, juist 't bestaande handhaafde. Ook hij kon zich niet ontliou len tegen 't fe minisme te velde te trekken, en haalde er zelfs de vrije liefde en wat niet al bij. De heer Smidt hield zich nu even als den volgenden dag buiten al deze beschouwingen en verdedigde uit zakeiijk oogpunt 't voorgestelde amen dement. Bij de stemming over 't amende ment betreflende de burgemeesters bleken behalve de rechterzijde ook alle oud-liberalen en de jong-liberalen Ferf en De Klerk tegen te zijn. Bij do stemming over de secre tarissen en de ontvangers ging't zui ver linker- tegen rechterzijde, zoodat dit amendement eveneens werd ver worpen. Woensdag hield een andere, echter ook een oude, kwestie de Kamer bezig. De burgemeesters, secretarissen en onlvangeis moeten twee eeden (den ambtseed en den zuiveringseed) afleggen, eer zij hun bediening kunnen aanvaarden Nu is in de laatste jaren bij al dergelijke gelegenheden, vooral na 't aannemen van de z.g. wet Ger ritsen, gebleken dat de verschillende partijen in de Kamer kunnen mee gaan met den zoogenaamden facul- tieven eed, dat wil dus zeggen, dat de betrokken personen naar eigen verkiezing den eed of de belofte kun nen afleggen. Dezelfde hierboven genoemde vrij zinnig-democratische leden stelden nu voor, voor deze personen den faculta- tieven eed in te voeren. Hiervoor was te meer reden, nu de Minister zelf voor de ambtenaren van den burgerlijken stand niet den verplichten eed voorstelde. De heer Smidt herinnerde aan de geschiedenis van den facultatieven eed en wees er op, dat in de Grond wet sedert 1887 ditzelfde beginsel wordt gehuldigd en dat in de ge meentewet zelf voor de raadsleden de facultatieve eed is bepaald. Men zou zeggentegen deze rede neering is niets aan te merken, maai de Minister verklaarde zich beslist tegen 't amendement. Er moest spoedig een definitieve oplossing aan de eeds-kwestie komen en de Regeering had die in voorbe reiding. Daarom moesten de toestan den blijven, zooals zij waren; de re geling voor de ambtenaren van den burgelijken stand was een nieuwe, vandaar dat de Minister voor hen den facultatieven eed voorstelde. Van verschillende zijden kwam men tegen deze opvatting op en nu kwam er aan de rechterzijde toch een kleine scheur in 't »bloo", De heer Lohman met zijn bekende opvattingen omtrent den eed verklaarde zich voor 't amendement in een scherpe rede, waarin nog eens door hem uiteengezet werd, dat de Christus op Wien men zich steeds beriep, zooals o.a. door den heer Schokking gedaan was, het voorschrift gegeven had: «zweert ganschelijk niet." Een uitvoerig teologisch debat, waar aan behalve de genoemde heeren de heer Soessingh van links en verder den Minister deelnamen, toonde weer eens aan, dat de hooggeioemde «christelijke grondslag" voor de ver schillende leden der rechterzijde ook geheel verschillend schijnt te zijn, iets wat de heer Troelstra niet ver zuimde nog even op te merken. De Minister was dezen dag nog veel zwakker dan den vorigen. Hij verkondigde eigenaarde denkbeelden, o a. dat in de schriftelijke stukken de Minister niet al zijn argumenten behoeft te gevenhet voornaamste mag hij wel tot mondeling debat be waren, een stelling, die terecht dooi den heer Smidt ten strekste bestreden werd. Wat zouden de Katholieken doen? Met hun beginselen strookte 't zeker om met de voorstellers van 't amen dement mee te gaan, doch de heer Nolens verklaarde, dat hij er tegen zou stemmen, omdat .nuja, eigen lijk omdat de Minister zich er tegen verzette. 't Eind was, dal 't amendement met 41 tegen 47 stemmen verworpen werd. De goheele linkerzijde benevens de de heeren Staalman, Lohmam, van Limburg Stirum, De Visser, van Ry landt en de Voorzitter stemden voor de overige leden van rechts allen tegen. Donderdagmiddag jl. kwam bij de regeling van werkzaamheden nog even de grondwetsherziening ter sprake. De ingediende ontwerpen kwamen meer niet op 't lijstje der wetsvoor stellen voor, die de volgende week zouden behandeld worden. De heer Drucker sprak daarover zijn verwon dering uit; de voorzitter zeide, dat de Regeering, dan dat men aan de grondwetsvoorstellen zou kunnen be ginnen. De heer Drucker kondigde hierop dan, dat indien een volgende maal de ingediende wetsvoorstellen weer niet op de lijst vooikwamen, hij een voorstel zou doen ze er aan toe te voegen. t'Li 4T SEI.IJKE UKRKHTEN. De heeren O. G. H. Heldring, dr. II. J Reynders. A. M. Kollewijn Nz C. B. Kok,' J. Bolk, H. W. van Esveld, J. C. van Eybergen. mr. J. Heyligers, B. A. van Ruyven, W. R. Schwemmer, J. Sinnige, A. M. Tromp van Holst en Jhr. J. W. A. Barchman Wuytiers van Vliet, allen leden der voormalige Keicommissie hebben zich in eene Woensdagmiddag gehouden vergade ring opnieuw tot eene commissie, onder den naam van «Jolian van Oldenbarneveld" geconstitueerd, met het doel een standbeeld op te richten voor dien grooten in Amersfoort ge boren staatsman, aan wiens beleid Nederland voor een groot deel zijn onafhankelijkheid te danken heeft. De Koninklijke goedkeuring op de statuten der vereeniging zal worden aangevraagd. In eene ats. Dinsdagavond te houden feestelijke bijeenkomst der plaatselijke afdeeling van den «Kon. Nederl. Bor,d van Uud onderofficieren" zullen de in den loop van dit jaar door de afdeeling bij verschillende schietwedsti ijden behaalde medailles, door den beschermheer Mr. F. D graaf Schinimelpenninck aan het reeds zoo rijk daarmede vooiziene vaandel worden gehecht. De heer. Mr. J. C. H. Prikken heeft bedankt als bestuurslid der plaat selijke afdeeling van de «Vereeniging tot opvoeding in het huisgezin van halfverweesde, verwaai loosde of ver laten kinderen". In eene a.s, Donderdag te houden vergadering zal in de vacature worden voorzien. «Quick" speelt morgen op haar ter rein aan den Leusderweg tegen «II. F. C." uit Haarlem. Men is naast de Zwemschool druk aan 't werk voor de ijsbaan van de heeren Van Achterbergh Van 't Hof. De geheele baan beslaat een oppervlakte van 2.7 bunder. De lange zijden der baan zullen 180 M., de korte 150 M. lang zijn, zoodat een geheele rondte omstreeks 060 M. is. In het midden komt een met glas gesloten tent, waarin niet-rijders het ijsvermaak kunnen gadeslaan. Vlak daarbij komt een kinder- en een krukkenbaan. Als de Gemeente meewerkt, wordt de baan met gas verlicht. De Minister van Oorlog heeft de levering van het ligstroo voor het garnizoens nachtleger-magazijn te Amersfoort toegewezen aan den min sten inschrijver, den heer A. van den Hoek, voor f29.90 per 1000 Kilo. Bg de Donderdag gehouden aanbesteding van de bestrating der Puntenburgerlaan werd ingeschreven door Rens en Glazemaker te Hilversum voor f58 68; J. van Harpen, voor f5683; Th W. Bonte, voor 6133; J. van den Berg, voor f5981G. Wassink, voor f5317; D. J. Boks, voor f5890; C. Ruitenberg, voor f5728: allen alhier, Het werk is den minsten inschrijver G. Wassink, aannemer, alhier gegund. De heer C. C. Morien, adjudant onderofficier bij het le reg. veld artillerie alhier is uit 462 sollicitanten benoemd tot concierge van het stad huis te Enkhuizen. Vereeninging tot opvoeding van Half-verweesde verwaarloosde of verlaten kinderen in het Huisgezin gevestigd te Amsterdam. Dezer dagen wordt aan eenige inge zetenen aangeboden het jaarverslag over 1902 van bovengemelde vereeni ging met beleefd verzoek om hun steun door toetreding 't zij als begun stiger, 't zij als lid, 't zij als beschermer tegen eene contributie van iespectief f 1.00 f2,50 en f 10,00 per jaar. Voor lien die eventueel nog onbe kend zijn met het doel der Vereeni ging, moge dienen, dat zij beoogt mede te helpen om kinderen die ten gevolge der ellende, verwaarloozing en uitbuiting waaraan zij blootstaan tot ondergang zijn verwezen zoo geen ontfermende hand zich hunner aan trekt, hun die toe te reiken en hen alzoo te behoeden ten prooi te vallen aan de gevangenis, zoo al niet aan nóg ergerlijker toestanden. Kindervrienden die ons in deze hunne medewerking willen verleenen en onverhoopt voornoemd verslag niet ontvingen, wordt het op aanvrage aanstonds toegezonden door den secre taris der Afdeeling Amersfoort Pieter Bothstraat no 3, en worden tevens beleefd uitgenoodigd van hunne be langstelling te doen blijken, met het bijwonen eener Algemeene Verga dering van Leden op Donderdag e. k. 22 dezer des namiddags 2 uur in het gebouw «Ons Huis" op de Korte Gracht, alwaar dan hunne verklaring van toetreding als Lid of Begunstiger gaarne in ontvangst zal worden ge nomen. BCRGEKLIJHE STAXDE.V. Amersfoort. van 8 tot en met 14 October 1903 GeborenGerardus, z. van H. P. Goos- sen en W, Hobbeling. Nicolaas Willem, z. van M. Schreuder en K. van den Essen- burg. Gijsbert, z. van G. C. van Doorn en G. E. van Zanten. Sophia, d. van J. C. Veenendaal en C. Reijerse. Johannes Bernardus, z. van J. Feiten en C. Gamers. Timotheus, z. van M. van Ramselaar en H. Kok. Jan, z. van H. Masten broek en G. van Leijenhorst. Dirk, z. van J. Voortman en C. Goorhuis. Ondertrouwd: Geene. Gehuwd: G. J. van Lent en M. G.van Lent en M. G. van Mourik. P. T. J. Rutten en A. de Waal. Overleden: Matthijs Staal, lm.— Petrus Josephus Hamers, 67 j. echtg. van M. H. P. Botti. Een levenl. aangeg. kind vr. gesl. van G. P- Ittmann en L. van As. Johannes Hendrikus Krijnen, 7 m. Willem van de Hoef, 1 m. Arie de Wijs, lm. Alijda Hijmering. 28 d. Wilhelmina Amalia Theodora Meijer, 2 j. Hoogland. GeborenLambertus, zoon van C-Smink en H. van Hamersveld. Ondertrouwd: J. de Wit en M. Koot. Gehuwd: L. van Huyk en D. Morsing. J. Pasker en F. Morsing. Lcusden. Geboren16 Oct. Gerrit, zoon van Ger- rit Hoogland en Errisje Blom. Ondertrouwd: 15 Oct. Jan Albertus Renes en Aalbarta Schreuder. 16 Oct. Antonie van Beek en Gijsbertha van den Bongaard- Stoutenburg. Geboren: 9 Oct. Aaltje, dochter van Zeger van Dijkhuizen en Stijntje van de Kamp. Willemijntje, dochter van Nico laas van Egdom en Rijkje van der Scheur. Ondertrouwd: 15 Oct. Anthonius van Huik, wedr. van Geertje Hoefsloot met Lamberta Koller. Woudenberg. Ondertrouwd: 15 Oct. GerritAalbertsen, 40 j. en Antje van Ginkel, wed. van Wij nand van Ree, 34 j. OverledeD9 Oct. Aaltje van Dijk, wed. van Jacob van Ede, 81 j. Société Anonyme. /tCTL f 1.4:0^ de Liter in verzegelde* octnande tiesch Tap 5 Liter, ■Voorzien van hot attest van Qr P. F. van HAilEL pö5r ROOS. I'otfefflcsch k f 1.30. Ui»sluj£ttad verkrijgbaar bij: kmfl AMERSFOORT.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1903 | | pagina 2