Bijvoeesel betade bij de Mm Amersfoortscbe Courant van Zaterdas 17 October 1903. Ambachtsschool voor Amersfoort en Omstreken. Vergadering van Woensdag 14 Oe ^Voorzitter de heer F. J. Matthijsen. Aanwezig 132 leden. De vergadering wordt te 8.15 geopend. De voorzitter: M. H., ik verklaar deze vergadering geopend. Mag ik den secre taris uitnoodigen de notulen der vorige vergadering voor te lezen! De secretaris, mr. J. C. H. Prikken, leest de zeer uitvoerige notulen der ver gadering, welke den 27 September 1.1. is geDeUdvoorzitter: Heeft een der heeren ook op- of aanmerkingen op deze notulen De hr. G. J. Buys: Ja, M. d. V ik wenschte eene kleine wijziging in deze notulen voor te stellen. In deze notulen staat niet volkomen nauwkeurig aange geven de reden waarom de begrooting zóó is goedgekeurd, terwijl zij toch sluit met een vrij groot tekort, 't Is met alleen dat deze notulen wanneer zij later worden nageslagen, verwarring zouden kunnen geven, doch wat daar gezegd wordt is niet juist. Als ik 't wel heb staat daarin, dat door bezuiniging dat tekort wel kan worden gedekt. Nu, dat is niet juist. Ik heb de gedachte, dat mogelijk dat bedrag zou kunnen worden uitgezuinigd, nooit gehad, 't Mag niet den schijn aannemen, alsof de begrooting zoo ruim genomen was, dat zulk een post was weg te werken. De posten op de begrooting staan met de werkelijkheid in zeer nauwkeurig ver band. daar is geen limiet gesteld. Immers als inkomsten zijn die posten geraamd, welke ons met zekerheid zijn toegezegd, varieeren zou alleen kunnen de post con tributie. Daar is nu reeds door de ver mindering van het ledental een tekort te constateeren van een flOO.— Dat is iets wat gebeuren kan. Ook de uitgaven zyn zoo nauwkeurig mogelijk geraamd, over eenkomstig de waarheid, zoodat maar niet zoo een f500 kan worden uitge- zuiuigd. Zou royaal gaat het er op de Ambachtsschool niet toe. Dat liet zoo vaststellen en goedkeuren van de be grooting geen gevaren zal opleveren,schuilt hierin, dat dit boekjaar met een buiten gewoon kassalde van f 500 sluit, de som welke wij van de Duitsche Orde, „de Balye van Utrecht", hebben gekregen Nu weet ik wel dat die gift onder de buitengewone inkomsten moet worden gerekend en niet ieder jaar terugkomt, maar wij kunnen niet meer bij een of ander college geldelijken steun aanvragen. Het tekort is veroorzaakt, doordat Gel derland de gevraagde subsidie heeft ge- wijgerd. We hadden toen geen tijd meer, 't was al te laat om nog ergens aan te vragen en er was geen ander middel dan eenvoudig te berusten, dat er een tekort zou zijn. Ook om verhoogmg van Rijkssubsidie te vragen was 't al te laat, en zooals ik zoo juist al gezegd heb, het beste was, met de zaak maar ge noegen te nemen, te meer nu het tekort toch door het toevallige kassaldo gedekt wordt. Wij hebben er echter aanleiding in om bij de regeering aan te kloppen om verhooging der rijksbijdrage aan te vragen, wat echter eerst kan worden toegestaan voor het dienstjaar 1905. Zóó zijn wij dus aan die f500 gekomen. Ik zeg dit, opdat geen verwarring moge ontstaan en zich niet het denkkeeld ves tige, dat door bezuiniging zoo'n bedrag zou kunnen worden uitgewonnen. Hoe nu die verandering zijn moet, is minder, als er maar niet in de notulen staat, dat het tekort zal worden uitgezuinigd. De voorzitter: Ik stel voor in dien geest de notulen te wijzigen. Ik herinner mij ook niet, dat dit middel is te berde gebracht. Ik stel daarom voor de notulen zoo te wijzigen dat na de vermelding van het tekort worde gelezen: „hetgeen gedekt wordt door het kassaldo over 1903, verkregen tengevolgde de gift van f 500.— van de Ridderlijke Duitsche Orde, de Balye van Utrecht. Kan de heer Buys daarmee genoegen nemen en is de vergadering het daar mede eens 7 De hr. Buys: Zeker, M. de v. De voorzitter: Is er nog iemand van de heeren, die iets heeft te berde te brengen? De hr. HagedoornM. d. V. als ik t wel heb, heeft de secretaris niet zoo pre cies weergegeven hetgeen ik bedoeld heb in de vorige vergadering, toen ik gevraagd heb hoeveel leden er waren en hoeveel ei toen aanwezig waren. Toen ik het cijfer hoorde heb ik voorgesteld de ver gadering te verdagen om de niet aanwe zige leden in de gelegenheid te stellen ook hun votum uit te brengen en daar voor deze vergadering te beleggen. Dat heeft ook de heer Kennick bedoeld en nader omschreven. Doch dat is ook de bedoeling die bij mij van meet af heeft voorgezeten. De voorzitter leest voor wat de notulen omtrent dit punt vermelden, en vraagt den heer Hagedoorn of hij er genoegen mee neemt en het overeenkomstig zijn bedoeling acht als wordt toegevoefdop dat de niet aanwezige leden in de gelegenheid gesteld kunnen worden, ook hun stem uit te brengen. De hr. Hagedoorn Juist, M. d. V. De Voorzitter. Ik kan thans mededee- len, dat aan de notulen is toegevoegd betreffende het tekort van f500, «hetgeen gedekt wordt door een even groot kas saldo voor 1903 tengevolge van de gift van f500 van de Ridderlijke Duitsche orde de Balye van Utrecht." Heeft iemand nog iets ten opzichte der notulen in het midden te brengen zoo niet, dan beschouw ik de notulen als gearresteerd. Thans is aan de orde 't punt van behandeling dat is opgege ven op de convocatie, zoo als u allen bekend is: de verkiezing van een be stuurslid tengevolge van het bedanken van den heer Buys. Het zal u ook wel bekend zijn waarom deze vergadering nu werd bijeengeroe pen. Deze verkiezing was reeds de vorige vergadering aan de orde. Op voorstel van Prof. ICenninck werd de verkiezing uitgesteld tot een expresselijk daartoe bijeenteroepen vergadering. Daarbij weid den wensch te kennen gegeven, dat. in den boezem van het bestuur pogingen in het werk zouden worden gesteld om de redenen die de heer Buys aanleiding gaven, aftetreden of de bezwaren welke genoemde heer had uit den weg te ruimen. Het bestuur heeft die pogingen gedaan en naar het meent de pogingen, die gedaan kunnen worden, doch het vermocht met de aanleiding uit den weg te ruimen. Wij staan er dus voor als de vorige keer. Heeft iemand alvorens tot stemmen over te gaan, nog iets in het midden te Prof. Kenninck: M. d. V. Ik ben zoo vrij het eerst het woord te nemen, ik ben 't eigenlijk die de schuld draagt van deze vergadering, hoewel ik niet de aan leiding ertoe ben. Ik wensch te redres- seeren, wat ik en zeer velen met my de vorige maal vergeten hebben, dat wy als leden der vereeniging geen recht hebben een voorzitter, een secretaris of een thesaurier te kiezen. Wij komen hier eenvoudig om een lid van het bestuur te kiezen. Voila tout! Wij hebben verder niets te doen. In art. 10 der Statuten staat uitdrukkelijk dat het bestuur de verschillende functiën onderling verdeelt en het is dus hier niet de questie tusschen een secretaris of voorzitter. Daarmee hebben wij ons niet te bemoeien. Dat moet men in den boezem van het bestuur uitmaken. Ik wenschte wel het bestuur te vragen, heeft het zich reeds afgeviaagd, als wij voor het feit gesteld: „Als wij moeten kiezen tusschen voorzitter en secretaris, wat dan?" Ik wenschte zeer dat men tot een goede oplossing moge komen, in de eerste plaats voorzeker in het belang der verecnigmg, die is opge richt door eenige kloeke mannen en vooral in het belang der minderbedeelden.in onze maatschappij. Wanneer men ook maar een klein vlekje doet aankleven aan dat gebouw, dan zal er veel goeds, wat met zulke groote moeite en toe wijding is tot stand gebracht, worden bedorven. Dan gaat men de mindere man, die nu zijn kinderen met veel genoegen naar de school brengt, tot andere ge dachten brengen. Hij zal dan misschien aan bijbedoelingen gaan gelooven, en met meer zoo met volle vertrouwen naar de school opzien. Laten wij toch alle bij oogmerken terzijde zetten en uitsluitend handelen in het belang der school. In de statuten staat uitdrukkelijk, dat de function onderling door het bestuur wor den verdeelt. Dat moet elk jaar terug komen. Drie achtereenvolgende jaren vertrouwde men den voorzitter de leiding toe. De secretaris kwam bij het opma ken van den rooster het eerst aan de beurt van aftreden. Hij werd herkozen als bestuurslid, niet als secretaris Men achtte beiden geschikt en het bestuur herkoos hen telkens om hun hoedanig heid. Dat kan beslist elk jaar gebeuren. Ik hoop dan ook, dat het dezer vergade ring moge gelukken een bestuurslid te kiezenhet bestuur kan dan uitmaken welke functie dat lid zal hebben te ver vullen. Schande zou het zijn als een dei- eersten die het denkbeeld der school heb ben opgevat, ja die er heel zijn ziel aan gaf niet zou worden herkozen. En daarom geef ik ten sterkste in ovei we ging den aftredende directeur, of liever voorzitter niet zoo spoedig te laten vallen. (Applaus). De voorzitterDe vorigen spreker wil ik even beantwoorden. Zooals uit de notulen ook blijkt was de vorige verga dering aan de orde: de verkiezing van een bestuurslid, niet van een voorzitter Er is dan ook in de vorige vergadering alleen gesproken van een bestuurslid. Er is evenmin gesproken van een secretaris of penningmeester. Het bestuur is er evenzeer van door drongen dat volgens art. 10 de verdeeling der functiën onderling moet plaats heb ben. Dat zal dan ook plaats hebben als het bestuur voltallig is en dus zal voor of met Januari opnieuw verdeeld worden. De hr. Hagedoorn: M. d. V. Ik wensch een vraag te stellen. Ik ben er absoluut mede onbekend of er sinds de vorige vergadering nieuwe leden tot de vereeni ging zijn toegetreden. Zoo ja, dan zou ik willen vragen of overeenkomstig de bedoeling van mijn voorstel in deze bui tengewone vergadering aan die nieuwe leden zal worden toegestaan mede te stemmen. De VoorzitterEr hebben zich ver scheidene nieuwe leden aangemeld. Die nieuwe leden hebben direct volgens art. 9 der statuten - de rechten als lid, zoodat er geen reden bestaat, om die leden niet mee te laten stemmen. De hr. HagedoornIk heb mijn voor stel uitdrukkelijk gedaan om de in de vorige vergadering afwezige leden in staat te stellen bij de nieuwe verkiezing, die noodig zou zijn, ook hun stem uit te bren- gen. Spreekt het reglement echter dui delijk dan is er niets aan te doen. De voorzitter: Ik zal even mededeelen op welke wijze men lid wordt: art 5 ze»t: Lid en donateur wordt men door kennis te geven aan een der leden van het Bestuur. Dit is geschiedt, en nu hebben ook de nieuwe leden alle rechten. De heer J. M. Thiel: M. d. V. Hetgeen door Prof. Kenninck gezegd is, geeft mij aanleiding, ook iets in het midden te brengeu. Wij zijn van avond hier geko men om de belangen van de Ambachts school te behartigen en dat geschiedt het best wanneer die belangen worden gediend door personen, die uit belang stelling voor de Ambachtsschool zijn lid geworden, zonder bijoogmerken. En nu wilt het mij toch wel vreemd voorkomen, dat waar in de vorige alg. vergadering nog gewezen werd op een dalmg van het aantal leden, op een verflauwing van de belangstelling, nu zoo in eens de be langstelling is wedergekeerd en er nu zoo in eens nog al leden zijn toegetreden. Nu zou ik bepaald willen weten, hoeveel leden er dan wel sinds de vorige verga dering zijn bijgekomen. Wij mogen toch wel weten hoe de belangstelling klimt. En als nu het. reglement wel met aan die pas toegetreden leden verbiedt, hun stem uit te brengen, dan is er toch nog een hooger reglement, dat van fatsoen, dat hun verbiedt zich in te mengen als er in de vereeniging zekere questie aan de orde is- Daarom doe ik een beroep op het wel begrepen fatsoen dier nieuwe leden en wijs ik er op dat zij niet moeten toetre den om de een of andere questie in dezen of genen zin te helpen beslechten, doch hoop ik dat zij zich buiten een questie zullen houden, welke zij onmo gelijk ten volle kunnen kennen. Men zou de presentielijst kunnen voorlezen en dan de nieuwe leden uitnoodigen thans buiten stemming te blijven. (Teekenen van in stemming en gelach). De Voorzitter: Ik wensch uen heer Thiel te antwoorden, dat ik,zooals ik straks gezegd heb, geen termen ken om de nieuwe leden het hun toekomend recht te ontnemen. Ik kan mij heel goed voor stellen, dat velen van plan waren lid te worden van de vereeniging ..Ambachts school," doch er niet toe gekomen waren hetzij uit sleur, hetzij doordat zij de directe aanleiding er toe misten. Velen hebben nu misschien die aan leiding gevonden, en zijn werkelijK m het belang der „Ambachrsschool zelve t0Inealleegeval de statuten verbieden ons die nieuwe leden ook maar iets in hun •echten te verkorten en dientengevolge kan ik hen ook niet de verlangde viaag stellen. De lieer DeenikIk wil den heer Hage doorn maar vooral den heer Thiel vragen hadden de heeren van 31 Januari meer stemrecht dan die van 1 April? (Gelach en teekenen, die er op wijzen, dat spre kers bedoeling niet wordt begrepen De voorzitter: Ik begrijp met wat u daarmede bedoelt en bovendien ligt die zaak buiten de school- De heer M. v- Veen: Ik voel zeer veel voor de opinie van mijnheer Hagedoorn, die in de vorige vergadering een motie voorstelde om de toen aanwezige heeren de gelegenheid te stellen hun stem over deze zaak uit te brengen. Ook ik ben van meening, dat uit een oogpunt van fatsoen de nieuwe leden hun stem over deze quaestie niet moeten uitbrengen. En ik geloof ook dat dit in de bedoeling van het reglement ligt, al staat het er niet zoo duidelijk als ik wel zou wenschen. Maar toch geloof ik dat wij met het reglement in de hand wel iets verder zullen komen. In art- 6 staat men „wordt lid en niet men „is" lid- (Gelach.) In art. staat: Het vereenigingsjaar loopt van Januari tot 31 December. In art. 6 staat, dat hij die voor het einde van het jaar zijn contributie met heeft betaald, door het bestuur kan worden geroyeerd. Ik betaalde in Februari mijn contributie. Dat is wel het geval geweest met alle oude leden. Nu weet ik wel, dat wie later lid wordt, later betaald- Maar nu blijkbaar bij oogmerken in tspel zijn, zou ik wel willen vragen, hebben alle aanwezigen wel betaald? (rumoer en heftige teekenen van afkeuring) Het ligt toch die toen lid waren. Ik zou aan den penningmeester willen vragen, de namen der nieuwe leden op te lezen en bovendien eens hooren, heb ben wel al die leden betaald. En zoo niet, ze dan in geen geval aan de stem ming laten deelnemen. Als men het niet met mij eens is, zal ik een motie indienen. De penningmeester de hr. H. J. Croocke- wit: M. H. Ik kan u mededeelen, dat geen mensch hier aanwezig is, die niet zijn contributie heeft betaald. (Toejui chingen.) De voorzitter: Inderdaad staat in art. 5 dat men lid „wordt" door zich bij een der bestuursleden aan te melden, doch nergens wordt aangegeven, wanneer men lid „is", als men dan op die wijze niet tevens lid is, wanneer is men het dan wel? Daaruit is toch veilig te concludeeren, dat met dat „wordt" ook „is" wordt be doeld. Ik blijf dus bezwaar maken, dat de te nieuwe leden niet zouden meestem men. Ik blijf daarbij omdat zij het volle recht hebben, en slechts door het Reglement of de Statuten in hun rechten mogen worden verkort. Dat mag alleen geschieden op wettelijke gronden en zoolang die af wezig zijn zal het bestuur hen geen recht ontnemen De hr- ThielM. d. V- Ik zou even aan den penningmeester willen vragen, even te willen mededeelen hoeveel nieuwe leden er wel zijn- Ik acht die plotseling rijzende belangstelling gewichtig genoeg, om te weten hoeveel leden zijn bijgekomen; of vindt de voorzitter daar bezwaar tegen? De voorzitter: Er zijn 34 heeren toe getreden (levendige toejuichingen.) De hr- van Veen: De ledenlijst is bekend, die komt ook voor in het verslag van verleden jaar. Nu zou ik willen vragen de namen voor te lezen van hen die sedert zijn toegetreden- De voorzitter: Ik vind geen redenen hier thans de geheele ledenlijst voor te lezen, wenscht de vergadering dit echter, dan verzoek ik haar zich daarover uit te spreken, (geroep neen.) De hr. M- de Wilde: Ik zou willen vra gen aan mijnheer Thielu is immers mijnheer Thiel? Waarom al dat gevraag en gedoe? Ik zeg als werkman zijnde, is de heer Thiel er dan zoo op tegen dat wij zooveel nieuwe leden krijgen? Geef me daar nu eens een antwoord op(applaus.) De hr- Thiel: Wij zitten hier om het belang der Ambachtsschool, puur het be lang der Ambachtsschool. En nu geldt het hier de quaestie van het behoud van een voorzitter. Heb ik 't mis of niet? En dan voel ik veel meer voor iemand die de geheele wordingsgeschiedenis der school heeft medegemaakt en besef ik wat we den heer Buys verschuldigd zijn, wien de ambachtsschool alles heeft te danken, die meer dan eenig ander be stuurslid zoo menige klip wist te ont zeilen. Zijn energieke kracht heeft de school door zoo menige flnancieele moei lijkheid gebracht. Hij heeft geen moeite ontzien. Hij heeft veel meer gedaan dan de overige bestuursleden, al zijn zij ook nog zoo verdienstelijk. Hem stel ik zeer hoog. De groote meerderheid van die nieuwe leden kent die wordingsgeschie denis niet. Zoo zij er over zouden willen kunnen oordeelen, dan zou men hen eerst moeten trakteeren op de voorlezing van al do notulen der gehouden vergaderingen. Daarom moet ik er toch vooral op aan dringen, dat wij van de plicht moeten doordrongen zijn, den heer Buys in geen geval los te laten." De hr. JorissenIk ben Prof. Kenninck zeer dankbaar voor de schoone woorden, waarin hij zoo juist uiteenzette, dat wij hier alleen byeen zijn om de belangen der ambachtsschool te behartigen en dat persoonlijke questies tusschen bestuurs leden ons niet aangaan. Ik had gedacht dat wij hier zouden komen om eenvoudig candidaten te stellen en tusschen hen te kiezen. Doch de heer Thiel wil de leden raad geven en meent hen te moeten wijzen op een hooger reglement op dat van fatsoen. Nu vindt ik toch, men moet het mij niet kwalijk nemen, dat ik het zoo ronduit zeg, nu vindt ik 't toch wel wat erg brutaal dat juist mijnheer Thiel ons een hooger reglement wil ten voor beeld stellen, terwijl hij 't is geweest die voor de hand dat men eerst lid is, als in de vorige vergadering het fatsoen heeft men zijn contributie heeft betaald. Van I te grabbelen gegooid, en (applaus en een andere vereeniging weet ik wel, dat I teekenen van afkeuring.) men in de reclften trad als de contributieDe voorzitter: Ik verzoek den heer Jo- is betaald. Al staat het nu hier niet Ietter- rissen niet op die wijze door te gaan en lijk in het reglement, dan meen ik toch zich te matigen dat dit de natuurlijke weg is. Het zou toch allergekst zijn, die leden aan de stemming te doen deelnemen. Daar kon den er dan na de vergadering wel zeg gen, als men om het geld kwam: nu royeer mij maar. (Rumoer Ik meen dan, dat men hem die zijn contributie nog niet betaald heeft, aan de stembus moet weigeren. Volgens art. 11 moet in de maand Sep tember een a!g. verg. worden gehouden ter voorziening in vacature, die in het Bestunr zijn of wegens periodieke aftre ding zullen ontstaan De hr. JorissenM. d. V. Misschien heb ik mjj te sterk uitgedrukt. Ik wil wel zeggen dat ik niet de bedoeling heb gehad te beleedigen. Zoo de hr. Thiel daarin eene beleediging vind trek ik mijn woorden terug. Maar waar de hr. Thiel insinueert dat er thans bij de nieuwe leden bijbedoelingen in 'tspel waren, dan wil ik toch mijnheer Thiel er eens even aan herinneren dat de vorige vergadering aan een bepaalde groep eene extra con vocatie is gezonden; een extra biljet waarvan de hr. Thiel het bestaan niet ontkennen kan- W3S dat zonder bijbe doelingen of niet- Waarom werd het aan een bepaalden groep De vergadering van 27 September was overeenkomstig dit artikel belegd. Doortoen slechts den loop dier vergadering ontstond een1 gezonden? uitstel, waarvoor deze vergadering. I Waarom wil men thans de nieuwe Welnu, in den geest der statuten leden niet laten medestemmen! Geeft wel niet zoo duidelijk dat een wettelijkemen iemand, die lid wordt van een of rechtbank zou kunnen uitspreken, maar andere vereeniging, eerst alle notulen ter toch naar ik meen duidelijk genoeg inzage? Men mag de nieuwe leden in in den geest der statuten mogen de geen enkel opzicht in hun rechten ver- nieuwe leden niet medestemmen in dezekorten, rechten die zij door de statuten voor een zeker doel uitgestelde vergade-1hebben verkregen. (Applaus) ring. Nu moet de toen gerezen questie De hr. Van 't HoffHet verwonderd ook worden uitgemaakt door de leden, mij ten hoogste van iemand te moeten hooren dat hij zoo droefgeestig gestemd is over het feit dat zooveel nieuwe leden tot de Ambachtsschool toetreden- Men moest eer dankbaar zijn dat men nu 34 rijksdaalders meer ontving, die alweer kunnen helpen om het tekort van f500 te dekken. Vooral de oude leden moesten zich daar zeer over verheugen- (applaus). De voorzitter: ik geloof niet dat het noodig is de questie of de nieuwe leden al of niet stemrecht hebben verder te behandelen. Dit is nu van alle zijden genoegzaam bekeken. De statuten geven hen stemrecht en hen dat te onthouden daartoe geven zy geen machtiging. De hr. Pels Rycken: Mijnheer Matthijsen, ik wensch een enkele vraag te stellen aan het bestuur. Voelt het bestuur dat de heer Buys bij eventueele herbenoeming niet aanneemt, als het dan de erkende onderwijs-specialiteit mist, zicli krachtig genoeg om ook dan nog bij de huidige inrichting der school zijn functies te blij ven handhaven? De voorzitter: Het bestuur heeft die vraag moeten overwegen, omdat de heer Buys nu reeds heeft bedankt als voor zitter- Daar het bestuur echter nog niet compleet is, heeft men de verdeeling der functies nog uitgesteld. De hr. van Veen: M. d. V. Mag ik nog een oogenblik het woord? Ik wenschte nog eens te herhalen, dat wij alleen het belang der Ambachtsschool in het oog moeten houden, en daarbij mag men niet rekening houden met persoonlijk sympa thieën of antipathieën. In de eerste plaats moet gezorgd worden voor een goed onderwijs en daarvoor is een gunstige keuze der leeraren van het grootste gewicht. Wij mbeten verzekerd zijn van een richtig beheer der geldmid delen, en daarmee in verband is de heffing der schoolgelden. Ook moet de sympathie voor de school worden hoog gehouden en versterkt door het opwekken van sym pathie bij belangstellenden en belangheb benden. Dit alles in verband met de hooge subsidien van Rijk, Provincie en Gemeente, die toch de gezamelyke contributiën verre overtreffen. Wy moeten behouden een deskundig en krachtig bestuur samen gesteld uit alle rangen en klassen der samenleving. Voor dat°deskundig en krachtig bestuur is de heer Buys absoluut noodig Niemand die zoo ingewerkt is als hij. Hij is eigen lijk de eenige deskundige, de eenige on derwijsman. Als onderwijsspecialiteit is hij erkend door vriend en vijand. Zijn voortvarend talent en zijn bekwaamheid zijn ook zeer geroemd door den eere voorzitter, mr. F. D. Gaaaf Schimmel- penninck en de Min. v. Binn. Z. bij de opening der school, Wij willen hem niet zien heen gaan en dringen er op aan algemeen de stem op hem uit te brengen. In de vorige vergadering zijn er stem men op anderen uitgebracht. Waarom? Ik heb hooren mompelen, dat dit was, omdat men voor den aftredende heer Jan van den Brink weder een werklieden vertegenwoordiger hebben, in welke vacature echter is voorzien, door de ver kiezing van den heer Prins- Men wil nu daarom de heer Buys uit het bestuur liouded. Dat zou echter een slechte ruil zijn voor de school- Doch late men dan thans eenparig op den heer Buys stem men en bij de eerstvolgende openvallende vacature weer een vertegenwoordiger der werklieden stemmen. Dat kan al heel spoedig geschieden, daar de heer Mat thijsen mij heeft gezegd, dat hij in het begin van het volgend jaar Amersfoort gaat verlaten. Ik meen allen er hier op te moeten wijzen nu den heer Buys te stemmen, die met zooveel verdiensten de belangen der ambachtsschool behartigd en bij de eerstvolgende openvallende va cature een vertegenwoordiger der arbeiders te kiezen, (applaus.) De hr. H- KroesIk wensch hier namens het geheele bestuur te zeggen, dat het zich de beieediging door den beer van Veen geuit, niet laat aanleunen en dat het zich daartegen met alle kracht verzet, (toejuichingen). De hr. M. N- R. Oosterveen: M- de V., alvorens tot stemmen wordt overgegaan, zou ik gaarne willen weten of de heer Buys bereid is by eventueele herbenoe ming, als bestuurslid deze aan te nemen. De heer Buys- 't Is een vraag die mii gesteld wordt en het antwoord daarop wil ik niet ontwijken. Toch is het een vraag waarop ik op het oogenblik niet met volledige zekerheid kan antwoorden. M. de V. Ik ben zooeven in een onaan gename stemming gekomen, omdat ik er niet van houd om het maar platweg uit te drukken - te worden opgekamd, vooral als dat in het openbaar plaats heeft. Ik wil wel gelooven, dat het met een goede bedoeling geschiedt. Wy moeten wel begrijpen, dat wij hier uitsluitend hetbelangder Ambachtsschool op het oog moeten hebben (applaus). Ik zou niet graag willen, dat mijn houding, mijn handelwijs aanleiding zouden geven tot een verloop der zaak, in het nadeel der school, er zou geen grooter wroeging bij hem kunnen achter blijven, dan wan neer hij wat hij werkelijk met zooveel moeite heeft gebouwd, zou helpen afbre ken. Dat wil ik tegenhouden. En nu het antwoord op de vraag. Het heeft mij in de vorige vergadering al ge troffen, dat waar nog niets gezegd was, en alleen de aftreding van 5 leden aan de orde was, reeds onmiddelijk een 20- tal mij niet geschikt vonden om in het bestuur zitting te blijven houden. Ikheb veel verdiend, maar dat ik dat tot loon kreeg, dat reeds aanstonds een 20 tal de overtuiging had, dat ik er niet langer

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1903 | | pagina 5