NIEUWE
Ni euws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
iuiïtenia"niT""
BARON MONTEZ
No. 86
Woensdag 28 October 1903.
Twee-en-dertigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Baron Montez
BINNENLAND.
Amersfi
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Kijk
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
BureauLaugestraat 77. Tcleplioouno. 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/i Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
Het handschrift van »Uit mijn
Diensttijd" is in het ongereede geraakt.
Wij kunnen onze lezers daarom het
vervolg daarvan niet aanbieden en
vangen in dit nummer aan met den uit
het Amerikaansch vertaalden roman:
van
Archibald Clavering Gunter.
Generaal De la Rey verkeert met
zijn gezin in eenigszins behoeftige
omstandigheden. Zijn woning is door
de Engelschen vernield en schade
vergoeding hebben zij van de Engel-
sche regeering nog niet ontvangen.
Hij is toch in de eerste plaats iemand,
die recht heeft op een luimere tege
moetkoming, daar hij het was, die
lord Methuen de vrijheid en het leven
schonk, toen deze zijn gevangene was.
De omstandigheden van den gene
raal zijn een eigenaardig staaltje van
de ellende, die op het oogenblik in
Transvaal heerscht. Het is dan ook
niet te verwonderen, dal de alge-
meene stemming der Engelschen zoo
vijandig is, zoodat bijv. ook de Hol-
landsche kerk in de Kaapkolonie
tegen de Engelsche in opstand ge
komen is.
De Times bevat een brief van zijn
correspondent te Moskou, die er op
wijst dat in de optimistische opinie
der Russische bladen over den toe
stand in Oost-Azië, door de Russen
niet gedeeld wordt. Rusland ontwik
kelt in de laatste dagen een groote
activiteit. Naar het verre Oosten wor
den enorme versterkingen gezonden,
treinen met militairen vertrekken on
ophoudelijk, de bemanning der vloot
woidt steeds versterkt.
Den soldaten die naar het Oosten
vertrekken wordt onder groot en
thousiasme uitgeleide gedaan.
De Novi Krai, het orgaan van den
gouverneur-generaal Alexe'iefï te Port-
Arthur, slaat een oorlogzuchtigen toon
aan. Het verklaart dat Rusland riooit
meer voorbereid was op een oorlog
dan thans. En daar Japan vroeg of
iaat toch vernietigd moet worden, is
het verstandig hier zoo spoedig mo
gelijk mee te beginnen.
«Rusland behoeft niet bang te zijn
voor Japan. Alleen boezemt de houding
van Engeland en de Vereenigde Staten
ongerustheid in. Echter zullen beide
landen zich hoogst waarschijnlijk on
zijdig houden. Daar geen verwikkelin
gen meer te vreezen zijn op het Bal
kan-schiereiland, is het thans tijd om
Japan tot rede te dwingen."
In Rusland is al veel sneeuw ge
vallen. Bij Moskou zijn verscheidene
spoortreinen in de sneeuw blijven
steken, totdat de weg was vrijgemaakt.
In verscheidene plaatsen rijdt men
al met sleden. Men herinnert zich
niet. ooit een zóó vroegen winter tc
hebben gehad.
Arbitrageverdrag
NederlandFrankrijk.
Men schrijft aan 't Handelsblad
De minister van buitelandsche zaken
is op zijn terugkeer naar Nederland
te Parijs aangekomen. Met het oog
hierop zou men zich in welonderrichte
kringen niet verwonderen, als de
minister van zijn verblijf in de Fran-
sche hoofdstad gebruik maakte om
een onderhoud te hebben met zijn
Franschen ambtgenoot, minister Del-
cassé, met betrekking tot het sluiten
van een arbitrage-verdrag met Frank
rijk, waarover de onderhandelingen
nog altijd loopend zijn.
Ziekteverzekering.
De Minister van Binnenlandsche
Zaken heeft aan zijn departement ge
reed doen maken een ontwerp van
wet, houdende, «Wettelijke verplich
ting van vaste werklieden om zich
en tot hun gezin behoorende personen
te verzekeren tegen geldelijke gevol
gen van ziekte, kraam en overlijden."
Wie valt onder deze wet?
Elk persoon, die minstens 16 jaar
oud en vast werkman is.
Als vast werkman wordt beschouwd,
ieder, die legen loon werkzaam of in
eene dienstbetrekking is, voor zoover
de duur der arbeidsovereenkomst op
minstens zes dagen is bepaald.
Niet verzekeringsplichtig zijn o.m.
de bemanning van een zeeschip, be-
roeps-zeevisschers, zij die in de be
drijfsbelasting zijn aangeslagen voor
minstens f 1150, en zij die in de
vermogensbelasting zijn aangeslagen.
De verzekering van een verzeke
ringsplichtig persoon heeft ten gevolge,
dat mede tegen rle geldelijke gevolgen
van ziekte en overlijden verzekerd
zijn 1ste de echtgenoote, 2de inwo
nende personen beneden 16 jaar, 3e
inwonende bloedverwanten van min
stens 65 jaar.
liet rijk wordt verdeeld in verze
keringsdistricten in dezer voege dat
geen gemeente tot meer dan een
district behoort; geen district minder
dan 5000 inwoners telt en gemeen
ten met meer dan 5000 inwoners
zooveel doenlijk ieder een afzondei lijk
district vormen, enz. In elk verze
keringsdistrict is een Rijksinstelling,
waar men zich voor verzekering kan
aanmelden, welke den' naam draagt
districtsziektekas. Aan het hoofd
daarvan staat een directeur. Een
raad van toezicht houd conti óle.
De verzekering heeft recht op
genees- en heelkundige -behandeling,
geneesmiddelen, brillen, breukbanden
enz., verloskundige hulp, andere (ver
sterkende) middelen ingeval van
overlijden, op het uitkeeren aan
degene die voor de begrafenis heeft
gezorgd, van een begrafenisgeld van
dertigmaal het dagloon van den ver
zekerde, doch tenminste 30 gulden,
indien de verzekerde verzekeiings-
plichtige was; 15 maal het dagloon
van den verzekeringsplichtige, van
wiens verzekering die van den over- vereischte verband zal worden ge-
ledene een gevolg was. doch minstens bracht tusschen deze verzekering en
15 gulden indien de verzekerde niet
verzekeringsplichtig was en hij 7 jaar
was of ouder; tienmaal hel dagloon
of minstens f 10 voor een ouderdom
van 1 tot 7 jaar, en f5 of driemaal
bet dagloon voor dezulken beneden
een jaar. Het ziekengeld bedraagt
bij geheele ongeschiktheid tot werken
70 procent van bet dagloon, by ge
deeltelijke ongeschiktheid 35 procent
van liet dagloon van den verzekerde
en wordt uitgekeerd over den tijd
dat de verzekerde geheel of gedeel
telijk tot werken ongeschikt was, maar
over ten hoogste 180 dagen.
De premie, welke aan een ziekte-
kas is verschuldigd, wordt betaald
door den werkgever van den verze
kerde en wel wekelijks over den af-
geloopen week.
De paUoon is bevoegd deze premie
van het loon van den werkman te
korten onder zekere omstandigheden
en binnen zekere grens n.l. hoogstens
tweederden.
De tarieven worden vastgesteld door
de regeering.
Volgens het ontwerp worden over
het geheele Rijk plaatselijke openbare
ziektekassen, districtsziektekassen, in
gesteld, waar de verzekeringsplichti-
gen zich kunnen verzekeren.
Eene verplichting om zich bij de
openbare kas te verzekeren beslaat
in liet algemeen nietde verzekerings
plichtige is vrij om zich bij eene
particuliere kas te verzekeren of lid
te worden van eene onderlinge ziekte-
kas, mits de kas door de Overheid
is erkend.
Verder geeft de wet aan de rege
ling van geschillen. Bij het ontwerp-
is gevoegd eene memorie van toe
lichting. De minister wacht binnen
zes weken advies op dit belangrijk
ontwerp.
De bedoeling is, dat zoodra de
hoofdbeginselen van de regeling der
verplichte ziekteverzekering zullen zijn
vastgesteld, bij eene nadere wet het
de Ongevallenverzekering.
Bij den uitgever Jac. C. van der
Stal ligt een boek ter perse, dat een
der belangrijkste, zoo niet hét belang
rijkste werk zal zijn dat in de laatsle
tijd is verschenen.
Van de hand des heeren C. E. van
Koetsveld zal n.l. verschijnen: «Het
Ontstaan, de Beginselen en de Geschie
denis van onze Politieke Partijen".
De auteur zegt hiervan in bijbehoo-
rend prospectus onder meer het na
volgende
«In 't verleden ligt het heden, in
het nu wat worden zal." Alles heeft
een oorzaak, hoe diep die ook mis
schien verborgen moge liggen, en zal
eenmaal gevolgen hebben alis'tsoms
eerst na vele jaren, ja eeuwen.
Wat wordt door ons voldoende ge
kend en begrepen, zoolang wij nog
niet een antwoord kunnen geven op
de vragen: hoe is het ontstaan? waar
toe zal het leiden?
Elk heden moetdussteedsbeschouwd
en beoordeeld worden in verband met
zijn verleden en zijn vermoedelijke
toekomst. Maakt men het van die
beiden los, dan ziet men slechts een
zeer onvolledig beeld dat verkeerd
begrepen wordt, en dal aanleiding
geeft tot onjuiste voorstelling en onbil
lijke beoordeeling.
Dit vooral wenscli ik in het oog te
houden bij bespreking van de begin
selen en de geschiedenis onzer poli
tieke partijen. Want de geschiedenis
eener partij is slechts goed te begrijpen
en hare beginselen zijn slechts, juist
te beoordeelen, indien men ten eerste
nagaat in hoeverre die beginselen ge
grond zijn op en rekening houden
met de historische ontwikkeling
van rechten en toestanden, en ten
andere zich duidelijk voor oogen stelt
waartoe de consequente uitwerking
en toepassing dier beginselen zou moe
ten leiden.
i) De geschiedenis dier partijeneen
door
ARCHIBALD CLAVERING GUNTER,
schrtjver van
„AAN DEN HAND EENS AEGRONDS", etc.
Een treurspel op liet Schiereiland.
1
HOOFDSTUK I.
Terug uit Cacifornië.
Anita I"
"Fernando, licht van mijn hart! Terug van
de Pareleilanden?" roept het schoone Indiaan-
sche meisje, terwijl zij Fernando in de armen
vliegt en zijn olijfkleurig gelaat met vurige
kussen bedekt. Anita is -nauwelijks vijftien
jaar. Fernando zelfs is nauwelijks twintig,
doch hij schijnt niet zoo vurig. Hij antwoordde
onverschillig: "Ja, gisterenavond met de "Co
lumbus", naar de kleine, zeewaardige stoom
boot wijzend, die moedeloos op de blauwe wate
ren van de Baai van Panama ligt, ongeveer
drie mijlen van de stad en zeven van het liefe
lijk eiland Toboga, van waar dit tweetal
naar haar staart.
«Gisterenavond, en je kwam niet bij mij
na een afwezigheid van vijf dagenantwoordt
het meisje, terwijl tranen haar in de oogen
schieten, die als topazen door den nevel der
hartstocht schitteren.
"Gisterenavond had ik bezigheden in Pana
ma drukke bezigheden." Daarop vroeg de
jonge man gejaagd: «Is Americano gezond?"
"Ja."
"En hier?"
"Nog hier."
"Hij is nog niet heengegaan En zijn vrouw
de schoone Senora Alicia, de dame met de
blanke huid? Is zij hersteld van de Panama
koorts
-"Zij is genezen. Zij gaan van middag naar
het vasteland."
"He oh I"
«Morgenochtend nemen zij den spoortrein
naar Aspinwall, en dan gaan zij op het groote
schip met den stoom, naar het groote Amerika
aan gene zijde der zee."
"A-ach, zij is dus gezond genoeg om te
reizen?"
«Ja, zij is niet meer geel; haar wangen zijn
zoo rood als de bloesems der manzanille."
"Per DiosZij moet er uitzien als een meer
min van Las Islas de las Perles!" monpelt
Fernando half in zichzelf, maar toch niet zacht
genoeg om deze woorden te doen ontsnappen
aan het scherpe oor eener Indiaanschewant
hij die woorden schitterden Anita's donkere
oogen onheilspellend, haar volle, ronde boezem
hijgt onder het witte, half doorschijnend ka
toenen kleed en woest mompelt zij iets in
zichzelf.
«Wat brom je daar toch-Anita?" valt de
jonge man uit.
"Niets! Ikprevel alleen een gebed tot
de Maagd, voor het herstel der Amerikaan-
sche, in de taal van mijn stam," antwoordt
het meisje aarzelend.
"Diable! Niets meer van die taal van je
stam! Ik versta de taal van je stam niet!"
zegt senor Fernando verachtelijk, terwijl hij
het meisje een lichten slag op den welgevorm-
den blanken hals geeft, gepaard gaande met
een wellustigen blik uit zijn glinsterende oogen.
Zij antwoordt niet, wanneer zij den hoek van
de bamboehut omslaat, aangegrepen door een
ontroering, welke zij klaarblijkelijk den man,
die tot haar gesproken heeft, niet wil toonen.
»Bij alle heiligén. Ik geloof waarachtig,
dat die dwaze meid jaloersch is op mijne harts
tocht voor de schoone Americana I Anita
jaloersch! Zij moest eens weten, dat er een
Anita is te Gruces, een andere op het eiland
del Key en nog een halfdozijn tusschen As
pinwall, en de kleine Anita zou een mooie
reden hebben om jaloersch te zijn," grinnikt
de jonge man, terwijl hij zijn fraai bewerkt,
onberispelijk wit hemd glad strijkt en den
breeden rooden gordel om zijn heupen stijver
aantrekt op een wijze, zooals den Zuid-Ame-
rikaanschen dandies eigen is.
Een oogenblik later denkt hij: «Wat doet
het er ook toe, een Indiaanseh meisje meer of
minder? Bovendien heb ik vandaag aan iets
anders te denken zij gaan weg vandaag.
Hoe gelukkig, dat ik tijdig van de Parel
eilanden ben teruggekeerdMaar nu, Per Dios
alles is gereed gemaakt yoor het vertrek
van den Amerikaan, zijn schatten en zijn
schoone vrouw." Hij fluistert dit tusschen zijn
witte tanden en droomerig staart hij naar de
Baai van Panama.
Plotseling wordt hij opgeschrikt door een
opgewekte stem. "Eindelijk terug, Senor Mon
tez Ik hoop, dat gij de paarlen hebt meege
bracht. Ik was bang, dat wij niet op u zouden
kunnen wachten. Een schitterend halssnoer
zou een zeer aardig geschenk zijn voor mijn
kleine meid in de Vereenigde Staten."
Wordt vervolgd.)