NIEUWS
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEU I L LËTö.N.
BARON MONTEZ
No. 5.
Zaterdag 16 Januari 1904.
Drie-en-dertigste jaargang.
-fJ
f 1 M
V 'j
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Bjj flit immer behoort een Bijvoegsel.
VAN WEEK TOT WEEK.
BINNENLAND.
Amersfoort
ABORIiNEJIENTSPRIJS:
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Met gratis Zondagsblad voor binnen de stad (naar buiten tegen vergoeding van port
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestraat 77. Telephoomi». 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/j Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
De drankwet-actie en matigheid.
Woensdagavond weid door het Amers-
foortsch drankbestrijders comité een
openbare vergadering gehouden ter
bespreking van het drankwets ont
werp. Door de sprekers werd de
zaak van verschillende kanten beke
ken en de aanwezigen werden opge
wekt plaats te nemen in de gelederen
der snijders en instemming te be
tuigen bij het ontwerp, dat in elk
geval veel goeds bevat.
Dat het houden van dergelijke
vergaderingen veel invloed zal heb
ben op den vorm van en de stem
ming over de nieuwe drankwet, ge
loof ik niet. En als wij letten op
de wijze waarop dikwijls adressen
van een groot aantal handteekeinngen
wo.den vooizien, dan kunnen wij aan
geen enkel adres eer. groote waarde
toekennen. Maar dit is het goede van
de beweging door heel het land in
zake het drankwetsontwerp, dat weer
eens in breeden kring de aandacht
gevestigd is op een kwaad, dat nog
altijd een volkskanker moet genoemd
worden. En deze geheele beweging
kan niet zonder vrucht blijven. Wel
wordt er steeds gewerkt door afschaf
fing-, geheelonthouders vereenigtng
en Volksbond, maar met allen eer
bied voor den arbeid dezer veree-
nigingen is het feit niet te looche
nen, dat zij niet meer gelijk bij
haar optreden in staat zijn, de alge-
meene aandacht te wekken voor de
zaak waaraan zij zich wijden. Haar
schuld is dit niet. Het is een gewoon
verschijnsel; het nieuwe maakt in
druk, maar als een zaak ouder wordt,
gaat zij onopgemerkt in het gewoel
des levens voorbij. Het is daarom
van groote waarde, dat een nieuwe
beweging met frisschen geestdrift
weer eens komt wijzen op den diepen
ernst der zaak, te midden van het
drukke leven onzes tijds luide komt
roependaar schuilt nog altijd de
groote volkskwaal; zij moet worden
uitgeroeid, en dat kan als gij maar
tot nadenken komt en tot het leven
dig besef dat allen krachtig moeien
medewerken.
Er is meer goeds in de huidige
beweging. Vei eenigingen en personen
die van verschillende beginselen uit
gaande vaak elkaar bestrijden tot
vreugde van den gemeenschappelijken
vijand, zij staan nu naast elkaar met
gevoelens van waai deering en ver
draagzaamheid bij verschil van inzicht.
Men kan zeggen, dat dit samengaan
eri sameriweiken lot een door allen
begeerd doel eenvoudig getuigt van
goed beleid, en hel kan zijn dat na
bereiking van het doel, hier de aan
neming der nieuwe drankwet, de
waardeering weer ver te zoeken is,
maar toch kan het lijdelijk samen
gaan niet zonder vrucht blijven.
Behalve dat er in deze actie veel
goeds ligt, zien wij er in een belij
denis van onvermogen. Waar alle
vereenigingen gretig de hulp der
staatsmacht aangrijpen en wettelijke
verbodsbepalingen met ingenomenheid
begroeten, bekennen zij, dat het doel
langs anderen weg, langs haren weg,
niet kan worden bereikt, dat zij niet
meer aan de mogelijkheid gelooven
om de kwaal door zedelijke middelen
te genezen.
In die bekentenis ligt niets verne-
rends. De bestrijders hebben het
kwaad aangevallen van verschillende
zijden, zij hebben getracht oorzaken
en openbaringen van het kwaad weg
te nemen en dikwijls met goed ge
volg, maar zij zijn onmachtig geble
ken om het kwaad zelve meester te
worden. Omdat de drankgewoonte
slechts een der vele vormen is waarin
het kwaad in onze maatschappij op
treedt. Omdat een bestrijding, wil
zij radicaal zijn, door moet dringen
tot den wortel van het kwaad, welks
naam genotzucht is.
In het gewone spraakgebruik wordt
het woord onmatigheid gebezigd met
betrekking tot liet genot van spijs
en drank, vooral van sterken drank.
Het woord omvat echter meer. Er
is zooveel moer waarin men de maat
te buiten gaat. Er is onmatigheid
in liet najagen van vermaken, in
uitgaan in kleeding en levenswijze,
in eten en drinken, ja waarin niet?
Een onmatigheid die lichaam en geest
verzwakt, de zenuwen prikkelt en het
beste in den mensch verdooft, die
menig gezin doet ondergaan omdat
boven stand en inkomen geleefd
wordt.
Er is een beweging gaande om de
onmatigheid, deze ergste kwaal onzer
Maatschappij, te bestrijden door de
matigheid tegenover haar te stellen,
en du lijkt de eenig afdoende bestrij
ding. Zij wil het beginsel van ont
houding toepassen, niet enkel tegen
over de sterke dranken, maar tegen
over genotmiddelen van allerlei aard.
Niet eerie onthouding in volstrekten
zin, maai zelfheheersching, zelfbeper
king, soberheid in genietingen. Dit
is een streven in de juiste richting,
een dat het kwaad in den wortel
aantast.
Men meent wel eens, dat door het
opgeven van velerlei genot, donr ver
eenvoudiging van levenswijze het leven
saai en droog wordt. Toch is liet
niet waar, let maar op hen die in
eenvoud en matigheid het leven door
gaan, zij blijven friscli van geest en
zijn tot meerderen arbeid in staat en
gevoelen zich blijkbaar gelukkig bij
al wat zij zich ontzeggen. Dat dit
zoo is heelt men al lang geweten,
want een oude raad om vergenoegd
te zijn luidt:
«Wilt gij voor een dag vergenoegd
zijn, laat u scheren; wilt gij het voor
een week zijn, ga naar een bruilofts
maal. Wilt gij het voor een maand
zijn, koop een mooi rijpaard. Wilt
gij het voor een half jaar zijn, laat
u een mooi huis bouwenvoor een
heel jaar, neem een jonge schoone
vrouw; voor twee jaren, erf van een
rijken oommaar wilt gij het voor
uw leven zijn wees matig!"
Die raad wordt gegeven in een
boekje uit liet jaar 1044. Wilt gij
een ouder woord, een stelregel van
den wijsgeer socrates waswie het
minste noodig heeft, komt de goden,
die niets behoeven, het meest nabij
Voor liet Koiiingiii-Einnia-foiuls.
Bij de uitgevers Höveker wormser
te Amsterdam ligt ter perse, om in
den loop der volgende week ie ver
schijnen: Koningin Emma. Koningin
der weldadigheiddoor N. van Harpen.
Deze uitgave geschiedt geheel ten
voordeele van het Emma fonds ter
opname van arme longlijders in het
door Koningin Emma gestichte Sana
torium Oranje-Nassau's-Oord.
Aan de uitgave van dit bijzonder
gedrukt boekje werken met den schrij-
gelieel belaneloos medede lieer P.
Smidt van Gelder, firma van Gelder
Zonen, die het benoodigde papier van
het beroemde merk «geschept Hol-
landsch" verstrekte; de heeren J. H.
Hübner en M. J. P. van Santen,
directeuren der firma Roeloffzen,
Hübner van Santen, die voor een
mooi typografisch uiterlijk zorgen en
de cliché's van de talrijke, niet in
den handel zijnde foto's van de Konin
gin-Moeder op hun ateliers lieten ver
vaardigen terwijl de sierkunstenaar
Theod. Neuhuys zijn talenten aan den
stempel-band en versierde beginletters
wijdde en de heer J. A. Wormser,
firma Höveker en Wormser, de werk
zaamheden aan de uitgifte verbonden
voor zijn rekening nam.
Door deze belanglooze samenwerking
van verschillende krachten, die als
hun hulde aan Koningin Emma hun
arheid ten beste geren, hoopt men
voor het Emma-fonds een belangrijke
bijdrage te vormen.
Men kan reeds thans bij eiken
boekhandelaar in -Nederland op het
artistiek uitgevoerd boekje inteekenen.
Miildon-Eiiropcesche
economische vei-eenigiiig.
De Duitsche bladen melden, dat er
plannen bestaan tot oprichting van
een Midden-Europeesche economische
Vereeniging. Zij zal niet tot doel
hebben een tolverbond tusschen de
Staten van het Europeesche vasteland
te stichten, maar wel trachten, de
bepalingen die verschillende Staten
tot bewaking van hun grenzen nemen,
met elkander in overeenstemming ie
brengen, teneinde zoodoende tegen
over Engeland, Amerika en Rusland
een groot Midden Europeesch •econo
misch gebied te vormen. Tot het op
richtingscomité belmoren mannen uit
de praktijk en geleerden van naam.
O.a. hebben de eerste industrieelen
van het westen, de parlementaire
leiders van de conservatieven, de
nationaal-liberalen en het centrum
hun medewerking beloofd.
Eindelijk is liet '/Hertogdom"
Limburg opgedoekt!
In het Pioviuciaal Blad van Lim
burg komt een aanschrijving voor
van burgemeesters, waarin de Com
missaris der Koningin gebroken heeft
met de oude gewoonte Limburg
«hertogdom" te noemen. Het «adres"
der aanschrijving luidt ni.: «Aan
Heeren Burgemeesters der gemeente
in de provincie Limburg." En de on-
derteekening daarmee in overeen
stemming «De Commissaris der
Koningin in do provincie Limburg,
Ruijs de Beerenbrouck."
PLAATSELIJKE BERICHTEN.
De onlangs opgerichte Doops
gezinde kring houdt Zondagochtend
half elf in de Luthersche kerk haar
eerste godsdienstoefening, waarin zal
voorgaan Ds. E. M. ten Cate, Doops
gezind predikant te Monnikendam.
De plaatselijke afdeeling van den
«Kon. Ned. Bond van Oud-Onder
officieren" geeft Donderdag 21 Januari
eene Soirée ter herdenking van liet
ARCHIBALD CLAVERING GUNTER.
24
Drie maanden nadat baron Montez zijn
magasin de gants, in de rue Rivoli, had bezocht
om een paar handschoenen te koopen, had de
philantroop uit Panama zoo iets voor hem
gevonden.
Onder degenen, die in de Panama-avonturen
zijn betrokken, behoort ook Francois Leroy
Larchmont. In de jaren van 1880 tot 1887
heeft Fernando langzamerhand het vermogen
ingepalmd van den Amerikaan, die zijn boezem
vriend is geworden; en daarmee nog niet te
vreden, is hij er ook in geslaagd het vermogen
der wees te betrekken in den financiëelen
maalstroom, die thans over Parijs gaat, het
vermogen, dat haar zwakke voogd moest be-
heeren en dat hij op zekere wijze had moeten
beleggen.
Op zekeren dag, het loopt tegen het einde
van het jaar 1887, acht Montez den tijd ge-
komeD, om te spreken, want al dezen tijd
heeft de lieftalligheid van het meisje, dat nog
op de schoolbanken zit, doch zich bijna reeds
tot vrouw ontwikkeld heeft, hem meer en
meer getroffen. Hij heeft haar gadegeslagen
en gezegd, dat zij de zijne zal zijn. Hij heeft
zichzelf ingefluisterdDit volk gaat achter
uit! Ik ben rijk als een New-Yorker Nabob!
Ik zal dat mooie schepseltj e trouwenDe
lieftalligheid van barones Montez zal haar tot
koningin maken in de deftige kringen van
deze vroolijke stad en ik zal een der prinsen
zijn Ik, Fernando Gomez Montez, eens
ezeldrijver."
Met dit denkbeeld bezield, begeeft hij zich
op zekeren dag naaar Francois Leroy Larch
mont, die juist een pas gekocht schilderij be
wondert, want hij is een dilettant in alles wat
kunst betreft, handelt in schilderijen, in parti
turen van nog niet opgevoerde opera's en
manuscripten van verzen en novellen, met de
verkwisting van een kenner en het gebrek
aan kennis van een amateur.
//Ik wensch u te spreken, Larchmont, mi
amigo, over een belangrijke zaak."
«Goed, maar bewonder eerst de schoonheid
van dit schilderstuk. Het is het hoofd van
een pas ontdekte Madonna!"
«Maar niet zoo mooi als dat van made
moiselle Jessie, uw pupil."
«Kom, Montez, dat is nog maar een kind.
«Niettemin is het tijd, dat zij trouwt. Ik
wensch u over haar te spreken."
Francois Leroy Larchmont went zich van
zijn schilderij af en luistert op zijn achtelooze
manier naar de woorden, die hem allengs vrees
beginnen aan te jagen.
Hij maakt tegenwerpingen.
Dan verandert de vriendelijke toon van zijn
vriend in den bevelenden toon van den meester,
en vóór nog het onderhoud is afgeloopen, heeft
dit zwakke en geen vertrouwen verdiende
schepsel zijn onderdrukker beloften gedaan,
die hem van schaamte doen blozen, wanneer
hij in het gelaat ziet van zijn lieve pupil
want hij voelt, dat hij een lafhartige daad
heeft gedaan.
Gedurende de jaren van 1880 tot 1887 heeft
Francois Leroy Larchmont dikwijls bezoek
ontvangen van zijn jongeren broeder Harry
Sturgis Larchmont die, na afloop van zijn
studies, uit de Yereenigde Staten is overge
komen en zich op zijn openhartige manier
de rechten bloedverwant en van goed vriend
heeft aangematigd tegenover het lieve pupilletje
van zijn broeder.
Dit is geschied op de gemakkelijke wijze,
welke aan de jeugd eigen is.
Eens, kort na de dagen, toen hij nog het
college ten Yale bezocht, had hij haar partij
opgenomen tegenover haar voogd en haar
gouvernante, en dat wel op een wijze, die
hem zeer in de achting van miss Rebel had
doen stijgen.
Het was op den vierden Juli. Harry was
tegen schemeravond gekomen om zich te kleeden
voor den feestmaaltijd, die bij den Amerikaan-
schen gezant zou worden gegeven.
Hij spreekt met zijn broeder in het salon,
dat weelderig met bloemen is versierd en waarin
zich een kiosk bevindt, waar de heeren som
tijds hun ontbijt gebruiken.
Harry heeft juist de opmerking gemaakt:
«Het spijt mij Frank, dat je de uitnoodiging
van mr. VVashburne hebt afgeslagen. Het
lijkt wel, alsof je George Washington en het
vuurwerk geheel hebt vergeten."
«Mijn beste Henri," lispelt de oudste broeder,
«ik heb beloofd het manuscript van een nieuw
tooneelspel te hooren lezen. Farandol le jeune,
de schrijver, meent, dat ik invloedt heb bij
het bestuur van het Palais Royal en hij zag
het gaarne daar opgevoerd. En wat het vuur
werk betreft en zulkPlotseling springt
hij op en schreeuwt«Mon Dieu Wat is dat?
Dynamiet
Want een luide slag wordt in de richting
van den tuin gehoord en in dankbare herin
nering aaD de Commune vreezen de Parijze-
naars steeds dynamiet en anarcisten.
(Wordt vervo'gd)