Nieewe Amersfuorlsche Courant
BIJVOEGSEL
ZATERDAG 30 JANUARI 1901
Advertentie n.
behooreiide bij de
van
Industrie- en Huishoudschool.
Onder presidium van den lieer J.
van der Horst Bruyn werd Zaterdag
middag in «Ons Huis" de 8e alge-
meene vergadering gehonden van de
vereeniging nAmersf. Industrie- en
Huishoudschool."
Behalve 10 bestuursleden waren 16
leden aanwezig.
Onder dankbetuiging voor de ac
curate redactie, werden de notulen
na voorlezing door den secietaris, den
heer Wesseling gearresteerd.
Vervolgens Jeed zich een voor ons
verslaggevers allerminst verwacht in
cident zoo willen wij het maar
noemen voor.
De heer Thiel vroeg n.l. of het
wel wenschelijk was de Pers toe te
laten en de heer Gerritsen kwam
met de mededeeling aandragen, dat
er wel eens dingen konden gezegd
worden, die niet voor publiciteit be
stemd zijn.
Nu moet ons toch iets van het
hart, 6f de heer Thiel heeft tot ons
leedwezen ontdekt, dat de verslagge
vers voorzoover ter vergadering aan
wezig (wij hebben voor anderen niet
in te staan en allerminst voor jour-
nalistiekerende beunhazen, zooals er
den laatsten tijd maar al to veel
worden aangetroffen) de fout hebben
begaan nopens vertrouwelijke zaken
uit de vergadering te hebben geklapt;
óf de heer Thiel is bevreesd voor
publiciteit en maakt van nvertrouwe-
lijk" een vlag die elke lading, met
wier inhoud de heer Thiel liever niel
voor het licht komt, dekken moet.
'tEerste achten wij vrijwel onmo
gelijk en zoo de heer Thiel niet zoon
vreemdeling in Jeruzalem was, had
hij kunnen weten, dat bij de heusche
journalisten usance is, nimmer ver
trouwelijke zaken te publicedren, doch
ook te zwijgen, als hun, dat ter ver
gadering verzocht wordt.
Is onze tweede veronderstelling
juist, dan zeggen wij den heer Thiel.
dat wij het algemeen belang hebben
te dienen en niet dat van don heer
Thiel. Oogendienaars zijn wij geluk
kig niet.
Van den kant dier ultraliberalen,
die zoo gaarne hun tegenstanders
werken in 't duister verwijten, had
den wij die bejegening allerminst
verwacht.
Ons deed de houding van (jen voor
zitter genoegen, die eenvoudig de
vergadering vroeg, of deze tegen de
tegenwoordigheid der Pers bezwaren
had en op het ontkennend antwoord
het verzoek liet volgen, dat de ver
tegenwoordigers der Pers in doze de
usance wilden volgen, hetgeen hen
natuurlijk volkomen juist voorkomt.
De voorzitter legde in de eerste
plaats de stand van zaken bloot zoo
als die is geworden sedert de Juli
vergadering.
Bij schrijven van 2 Sept 1903
werd medegedeeld, dat de Min. v.
Binn. Z in plaats van f5000 zooals
gevraagd was, f3300 als subsidie zou
voorstellen.
De inspecteur adviseerde indiening
van een nieuw request en steun zoe
ken bij Kamerleden. Het Bestuur
ging naar den Minister en het werd
welwillend ontvangen Men bleef de
Memorie van Antwoord en de Nota
van wijziging afwachten.
Toen teleurstelling volgde, gaf de
Inspecteur den raad in tegenstel
ling met een hier verschijnend blad
niet te gaan modderen en niet
los te laten wat eenmaal was be
gonnen. Het bestuur volgt dien raad
en stelt daarom voor een nieuw adres
aan den Minister aan te bieden, hou
dende verzoek om op de Staalsbe-
grooting voor 1905 f5000 uit te
trekken en aan Gemeenteraad en
Provinciale Stalen te berichten, dat
men nog in onderhandeling is
De heer Buys resumeerde het be-
stuurs voorstel, dat z. i. beoogt, de
zaak aan te houden tot de begrooting
voor 1905 en dus hoop te bouwen,
dat de Minister een volgend jaar zal
doen, wat hij dit jaar niet wilde.
Maar wat is de zaak:
In de Memorie van Antwoord schieef
de Minister: »De ondergeteekende
sluit zich aan bij de meening van de
leden, die opmerken, dat een Industrie
school niet op te groote voet moet
worden gezet. Daarom kan hij geen
vrijheid vinden, het voor Amersfoort
aangevraagde bedrag te verhoogen.
Nu is de vraag of het bestuur in
1904- kan toekomen met de doorliet
Rijk verleende f3500 en spr. is bang
dat zulks niet mogelijk is en heeft
liet idee, dat de Minister dat óok wel
denkt.
Den 15den Decemberschieefde Minis
ter een brief aan het bestuur. Is spr.,
die geen Bestuurslid is van deze ver
eeniging, doch als Bestuurslid van
liet »Nnt" mededeeling kreeg van
dat schrijven, wel ingelicht, dan schreef
Z Ex. ongeveer: nblijkt hetniet
mogelijk om de uitgaven ten volle te
dekken, dan behoort het Bestuur
maatregelen te treffen waai door de
inkomsten van elders worden verhoogd,
inzonderheid door de Gemeente, als
eerste belanghebbende".
Ook de minister vond reeds genoeg
tegenvallers iu de ontvverp-begrooting
der school, o.a. dat daarop geen fond
sen voor inrichtingskosten voorkomen,
behalve de bekende f 1000, door pen
particulier daarvoor geschonken.
De Provincie kan in 1904 geen
cent bijdragen; dat is vastgelegd in
de voorwaarden waar onder zij sub
sidie verleende en waarin uitdrukke
lijk staat «met ingang van h< t jaar
waarin de school zal zijn tot stand
gekomen". De Provincie geeft eerst
haar bijdrage nadat de Rekening en
verantwoording is ingekomen en goed
gekeurd, dus telkens een jaar later,
en als daarbij tevens blijkt, dat hel
Rijk f5000 en de Gemeente f2500
heeft betaald.
Om de plannen, zooals die daar
liggen, te kunnen uitvoeren, is er
dus f4000 aan inrichtingskosten
1500 van het Rijk, samen dus
15500 te koit, een waarlijk hopelooze
toestand.
De Gemeente stelde voorwaarden
aan het verleenen van haar subsidie,
doch welke eischen zou het Rijk stel
len eer dit de gelden uitbetaalt, bijv.
goedkeuring van het leerplan. Bij
de Ambachtsschool hebben we veel
over al deze zaken geleerd.
Het Bestuur w il nu voorstellen, den
Minister over te halen, te doen het
geen hij in 1904 weigerde en het
gaat dus niet in op hetgeen Z. Exc.
noemde als motief voor zijn weigering
om alsnog 1 1500 meer subsidie voor
te stellen
Wat verstaat Z. Exc. onder »fe
grooten voet?" Wat wenscht Z. Exc.
dan
Het Bestuur moet niet dreinen als
een kind, dat men iets geweigerd
heeft en dat er maar steeds om blijlt
vragen.
Als het Bestuur in zijn nieuw request
komt met het zelfde plan, is de mis
lukkingskans even groot als nu.
Het Kaïnerlid mr. Smeenge zeide
bij de behandeling der Staal-begrooting
aan den Minister:
«Indien u, als de school wordt ge
sticht, uit een onderzoek blijkt, dat
zij voldoet aan een groote behoefte,
goed wei kt en niet te weelderig is
ingericht, zijt gij dan bereid, bij de
volgende Begrooting en later de f 5000
toe te staan Geeft de Minister hierop
een bevredigend antwoord, wie weet
waartoe men dan nog in staat is."
De Minister van Binnenlandsche
Zaken antwoordde: «Het antwoord,
dat de heer Smeenge vraagt, kan ik
hem natuurlijk niet geven. Ik kan
geen zekerheid bieden, dat op de
volgende Begrooting het door hem
gewenschte zal worden voorgesteld.
Maar wanneer hij vraagt, oi, wan
neer de zaak weder aan de orde komt,
ik nog een nader onderzoek wil in
stellen en de behoefte beoordeelen en
ook wat het Rijk meer zou kunnen
doen, dan geef ik hem daarvan gaarne
de verzekering."
En inderdaad Z Exc kan ook in
1903 geen beloften geven voor de
Begrooting voor 1905, doch hij gaf
een vrij vage toozegging, waai op
echter noch Pi ovincie noch Gemeente
staat kunnen maken en hierin juist
ligt voor spr. een groot gevaar.
Z. Exc. was in de aan het Bestuur
verleende audiëntie stellig zeer wel
willend tegenover de afgevaardigden,
doch naar spr meening, niet zoo
welwillend tegenover de Gemeente.
Spr. heeft hooien verluiden, dat Z.
Exc. gezegd zou hebben, zich niet
door Amersfoort de wet te willen
laten stellen
Spr. moet herhalen dat hij de kans
van slagen door uitstel volstrekt niet
verbeterd acht, doch daardoor in
tegendeel vreest, dat in de eerste tien
jaar hier geen Industrie- en huis
houdschool komt.
Spr. overwoog een kansje om haar
stichting tóch mogelijk te doen zijn.
«Een ons feiten is meer waard dan een
karrevracht beschouwingen." Welnu,
er zijn feiten. De Minister gaf voor
1904 een bedrag van f3500; welnu,
de Raad verminderde het Gemeente
subsidie naar rato. De Provincie, die
over 1904 toch niets doet, geeft wel
licht f500. Welnu, begin in 1904
op kleinen voet, doch maak een be
gin, al is het in een hulpgebouw en
al is het in de oude school aan de
Koestraat en als dat begin er is, ga
dan eens praten over 1903. Hoe dan
ook, begin, maak een aanvang. Wel
is waar wotdt de zaak dan duurder,
evenals de bouw der Ambachtsschool
f4000 meer heeft gekost, doordat het
gebouw in tweeën is opgetrokken, dan
indien het in eens ware neei gezet,
doch men heeft alvast een begin.
Het bestuurslid de heer Gerritsen,
verklaarde zich voor het bestuurs
voorstel.
Zoo ook de heer van Esveld, die
meende, dat de f3500 was toegestaan
op de grondslag van het ingediende
plan.
Zal men nu in 't klein beginnen,
dan achtte hij het geenszins onmo
gelijk dat het subsidie nog meer weer
verminderd.
De heer Buys meende, dat de Ka
mer geen voorwaarden stelde in ver
band met de teekeningen, enz. doch
de Minister de f3500 voorstelde om
de oprichting der school mogelijk te
maken en die nog in 1904 te openen.
Als nu tot Z Exc. wordt gezegd, dat
in 1904 wordt begonnen in een lijde
lijk gehouw, dan is naar spr. meening
wel degelijk overleg mogelijk. De
Gemeenteraad zelf erkende, blijkens
de gewisselde stukken, het nut der
school.
Denk eens, dat de school tijdelijk
in het gebouw aan de Koestraat komt
en laat de Fiöhehchool nog eens een
jaar op de Langegrachthet «Nul"
geeft dan wel geen subsidie aan de
Industrieschool, doch deze heeft dat
dan ook nog niet noodig.
De meeste Industrie-scholen zijn
begonnen in zoo'n hulpgebouw. Men
begint tóch met een eerste klasse en
heeft nog niet dadelijk verschillende
cuisussen.
Dit is een begaanbare weg, terwijl
die. thans door het Bestuur voorge
steld, een soort dobbelen is om het
geen de Minister in 1905 misschien
zal doen en spr. persisteert bij zijn
meening, dat nu dient begonnen te
worden.
De heer Gerritsen merkt op, dat
de Inspecteur heeft verklaard, zijn
medewerking niette willen veileenen,
als in een kleine school wordt be
gonnen en o. a. heeft gewezen op
Zwolle, waar zóó is gesukkeld, omdat
men daar ten slotte drie gebouwen
heeft moeten oprichten. Wordt het
Bestuursvoorstel aangenomen, dan
heeft men nog maar een jaar ver
speeld.
De voorzitter stelt voor, de discus-
siën te sluiten.
De heer Buys vraagt het woord.
De voorzitter moet bezwaar maken,
dit voor de derde maal aan den heer
Buys te verleenen.
De vergadering heeft er echter
geen bezwaar tegen.
De heer Buys zegt tot zijn diep
leedwezen te moeten ondervinden,
dat de voorzitter de man zal wozen,
die voorstelt aan hem het woord te
ontnemen. Dat grieft hem zeer. Nu
de vergadering hem het woord ver
leend, heeft hij nog iets te zeggen.
Wie geeft last het subsidie uit te
keeren de Minister of den Inspecteur.
Als wij ernstig beginnen met alle be
schikbare krachten, dan hebben wij
tenminste onzen plicht gedaan.
De heer Van Scliaik vraagt of iu
hel adres ook wordt aangegeven waar
om de f3500 niet voldoende zijn.
De heer Thiel wil een tegenvoor
stel doen, dat z. i. verdere strekking
heeft en daarom prioriteit zal dienen
te hebben. Dit voorstel luid: «Het
Bestuur overwege stappen om de tot
standkoming der school reeds in 1904
te verzekeren, op grond van het
Rijks-subsidie en een evenredig Ge
meente-subsidie".
Spr. voegt hieraan toe, dat het zijn
bedoeling is, over de hypotheek te
zwijgen en binnenkort daarover een
nadere bijeenkomst te beleggen.
Prof. Kenninck zou. om een wel
licht onaangename stemming te voor
komen, willen vragen of er kans be
slaat, dat zoowel het Gemeente-sub
sidie als de bypoiheek verloren zullen
gaan.
De voorzitter antwoordt, «lat hel
Bestuur op die vraag geen zekerheid
kan geven, doeti zijn voorstel juist
doet om te voorkomen, dat de Raad
een nader verzoek weigert.
Het voorstel van den heer Thiel
wordt nu verworpen met 18 tegen
10 stemmen en 3 onthoudingen,
waarna het Bestuursvoorstel wordt
aangenomen met 13 tegen 8 stemmen
en 5 onthoudingen.
Hierna werd, op voorstel van het
bestuur, de vacante bestuursplaats nog
niet aangevuld. Statutair is het aan
tal Bestuursleden tóch voldoende.
Tot leden der Commissie tot nazien
van de Rekening en verantwoording
over 1903 werden benoemd de lieeren
J. G. Busch Keiser en L. Ruitenberg
Hierna sloot de Voorzitter de ver
gadering, daarbij den wensch uit
sprekend, dat door het genomen be
sluit de zaak der Industrieschool in
het goede spoor mocht zijn geleid.
Opvoeding van verwaarloosde
en verlaten kinderen.
Ter Donderdagnamiddag van drie
uur tot kwart over vier onder voor
zitterschap van den heer Van Veen
gehouden vergadering van de «Ver
eeniging tot opvoeding van verwaar
loosde en verlaten kinderen in het
huisgezin" waren een achttal bestuurs
leden benevens nog eenige leden en
belangstellenden aanwezig.
De secretaris de heer C. L D.
Mounier las de notulen der vergade
ring 22 October jl. gehouden en
bracht een uitvoerig jaarverslag uit.
met welks inhoud wij onze lezers
reeds gedeeltelijk hebben in kennis
gesteld, en waaruit wij thans nog het
volgende mededeelen.
Herdacht wordt de oprichting der
vereeniging, dank zij het initiatief der
heeren Pels-Rijcken en Gerritsen.
De oproep - eene ten getale van
500 exempl. verspreide circulaire
had ten gevolge, dat 12 Maart j.l. een
22 tal dames en heeren bijeenkwa
men, om de rede van den heer Vin-
kemeyer te Amsterdam, hoofdbe
stuurslid der vereeniging, te aanhooren
Deze schetste het doel en het wer
ken der vereeniging, die poogt de
reddende hand te bieden aan een
belangrijk deel der 5000 kinderen
beneden de 16 jaar, die jaarlijks, als
gevolg hunner verwaarloosde opvoe
ding met den strafrechter kennis
maken
21 aanwezigen gaven zich reeds
aanstonds voor het lidmaatschap aan.
Thans bedraagt het ledental 6 be
schermers, 95 gewone leden en 31
begunstigers. Dank zij den ijver van
het Baarnsch bestuurslid de heer van
Rossum zijn er onder de zooeven ge
noemden 4 beschermers, 41 gewone
leden en 18 begunstigers, die inwo
ners der gemeente Baarn zijn.
Onder liet toezicht der afdeeling
staan 22 jongens, één van 20, één
van 16, drie van 12, één van 11, één
van 10, één van 9, één van 8, twee
van 7 en één van 6 jaar en 12
meisjes, waarvan één van 12, één
van 10, twee van 9, één van 7, drie
van 5 en één van 3 jaar.
Huisbezoek bracht de goede ver
standhouding tusschen pleegouders
en -kinderen aan hel licht, met één
enkele uitzondering. Dat geval deed
zich voor bij een jongen met gesloten,
terughoudend karakter, die met zijn
pleegouders weinig intiem raakte.
Van de hier te Amersfoort ver
pleegden is een 20-jarige jongeman
schoenmaker, voor wien de patroon
zeer veel lof heeft.
Een twaalfjarige knaap bezoekt de
lagere school en maakt een goed
figuur, zoowel wat vorderingen als
gedrag betreft.
Van een broertje en een zusje,
resp 9 en 5 jaren oud, kan niets
worden gezegd, dan dat zij blaken
van gezondheid.
Van een 16-jarige jongen, die thans te
Voorst onder Zutfen wordt verpleegd,
koestert men goede vei wachtingen,
niettegenstaande hij groote moei
ten gaf.
Een drietal kinderen uit één gezin
waar de grootste verwaarloozing
heerschte, werden onder de verpleeg
den opgenomen
Uit kommervolle omstandigheden,
ontstane vertwijfeling, rnéér dan boos
opzet, waren daar oorzaak van mis
handeling.
Het jaarverslag werd in dank ge
accepteerd.
De vooizitter deelde mede dat ten
gevolge van den opgemaakten rooster
van aftreding, de heer Mounier aan
de beurt van aftreden was. Met op
één na algemeene stemmen weid hij
bei kozen.
De Rekening over 1903 werd goed
gekeurd. zi] sluit met een kas-saldo
van f 150 75.
De begrooting over 1904 word op
gemaakt met een eindcijfer van f839
in ontvangst en uitgaaf met een
batig saldo van f34.
Als afgevaardigden naar de in Mei
te Amsterdam te houden algemeene
vergadering werden gekozen de heeren
de Jong Schouwenburg en Mounier
en tot hunne plaatsvervangers de
heeren Prof. Kenninck en van Ros
sum (Baarn)
De afdeeling is toegetreden als lid
van het van 510 April a. s inden
Haag te houden congres voor kinder
bescherming. Mevr. Gerritsen en
Mevr. Reijuders werden uitgenoodigd
dat congres als afgevaardigden te be
zoeken, welke uitnoodiging werd in
beraad gehouden.
Nog werd in deze vergadering een
zaak van paedagogischen aard be
sproken. De voorzitter bracht nl. de
vraag ter sprake: «Moeten kinderen,
die vóór hunne verpleging eene koste-
looze school bezochten, wanneer zij
aan hun milieu onttrokken wor
den, eene school van anderen rang
bezoeken, of ten opzichten der school
medeleerlingen blijven van kinderen
uit hunne vroegere omgeving."
De heer Van Veen bracht deze
vraag ter sprake, omdat hem was
gebleken, dat het brengen van ver
pleegden naar een middelsoort-school
aanleiding kan geven lot een minder
populair worden der school, zoo bij
onderwijzers als anderen.
Opwerper dezer questie komt het
voor, dat men én in 't belang der
pupillen én in het belang der ver
eeniging goed doet met de kinderen
zoo zij in de plaats hunner inwoning
blijven, op de oude inrichting te doen
blijven.
Natuurlijk behoudens uilzonderingen.
't Is een vaak waargenomen ver
schijnsel, dat mon ontevredenen en,
met nijd vervulden kweekt indien men
pupillen in een omgeving brengt,
waar zij met makkers omgaan, die
boven hun kracht leven, indien men
hen zelf niet de middelen geeft om
op gelijken voet te leven.
Hoe prettig een jongen ook in den
beginne zijn opname in een onder
wijsinrichting voor kinderen van meer
welgestelden vinden zal, als hij op
den duur niet kan blijven «concur-
reeren" zal hij ontevreden worden.
Hij ziet dat zijn makkers genoegen
hebben, die hij zich moet ontzeggen.
De fiets etc. zijn hem een doorn in
't oog.
Van den anderen kant is het
natuurlijk een voortreffelijke bedoeling
de pupillen zoo goed mogelijk te
doen onderwijzen.
De heer Mounier is vóór plaatsing op
niet-kostelooze scholen uit hygiënisch
niet zoozeer uit paedagogisch oogpunt.
Ten gelegenertijd zal de aandacht
van het hoofdbestuur op deze quaestie
worden gevestigd.
Nadat nog eenige zaken van huis-
houdelijken aard waren behandeld,
werd de vergadering gesloten.
Mogen wij allen, die er belang in
stellen, dat aan zoovele jongens en
meisjes, die in een poel van ellende
verzonken, droigen verloren te gaan,
een reddende hand wordt toegestoken,
welke hen zal terug voeren in de maat
schappij als merischen die eerlijk hun
brood verdienen, opwekken om lid
dezer vereeniging te worden. De heer
C. L. D. Mounier zal van hen gaarne
hunnen aanmelding als lid ontvangen.
MARKTBERICHT.
AMERSFOORT, 29 Jan. 1904.
Tarwe f 0.Rogge f 0.Boekweit f 00
\ppelen f 5.a f8. Peren f 0.a f 00. Nieuwe
aardapp. f0. a f0 Zandaardapp. f2.80 a f i 25
Hoendereieren f4 50 a f 5.per 100 st. Eenden
f U.a f Boter J" 1.30 a f 1.45 per kilo. Mar
garine f04 f0.Zoetein. kaas f
Kippen f090 a f 1.30 Kuikens f 1.00a f 1.30 Piep
kuikens f 000 a f 0.00 Ganzen f0.f0.Eenden
f 0.90 a f 1.20 p. st. Jonge fO.OO afOOO. Hazen
l 0.a f 0 Wilde konijnen f 0.00 a f 0.00.
Tamme f0.80 a f150 Duiven f 0.60 a f 0.80 paar.
Magere tarkens f00 a f 00. Varkens voor export
f 0.a fZeugen f40.— f 60.Biggen
f5.a f8.Schrammen f 00.a f00Vette
koeien 000.a f 000.Guste koeien f 00.
a f000.— Kalf koeien f 0.00 a fO.OO Kaif-
vaarzen f00.a fUO.Os f000.a f000.
Pinkstieren f 000.- a f000,
Aangevoerd waren ongeveer heet. Tarwe,
heet Roggeheet. Boekweit: 10 heet.
Appelen00 heet. Peren; heet. Kleiaardappe-
Jen: 150 heet. Zandaardappelen20000 stuks Hoen-
dereieren; stuks Eendene eren1400 kilo Hnoibo-
ter; kilo Margarine; kilo Kaas; stuks Vee
magere varkens, varkens voor expoi tslagerijen
200 biggen en 10 zeugen.
^^v^egeldo beman do» 11 e