NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
Gemeenteraad.
BARON MONTEZ
No. 18.
Woensdag 2 Maart 1904.
Drie-en-dertigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk
ll.t gratis Zondagsblad voor binnen de stad (naar buiten tegen vergoeding van port
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
BureauLangestraat 71. Telephoomio. 69.
AD VERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/i Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
Vergadering van den Raad der
gemeente Amersfoort gehouden op
Dinsdag, den 1 Maart 1904, des na
middag van 1.452.50.
Voorzitter: Jhr. J. W. A. Baichman
Wuytiers.
Afwezig de heeren Van Beek, Hey-
ligers en Vels-Ileyn. De beide laatste
met kennisgeving.
De secretaris jhr. mr. B. VV. Th.
Sandberg las de notulen welke on
gewijzigd werden vastgesteld.
Ingekomen zijn:
Van Ged. Staten van Utrecht: a.
Beschikking op bezwaarschriften in
hooger beroep betreflende aanslagen
in de Inkomstenbelasting (ter secre
tarie gedeponeerd); b. Goedkeuring
der le suppletoire geraeentebegrooting
dienst 1903, (voor kenn. aang.); c
Goedkeuring van het 3e aanvullings
kohier der Inkomstenbelasting dienst
1903 (id.) d. Goedkeuring van het
Raadsbesluit tot aankoop van grond
(id.) e. Uittreksel van het Kod. Besluit
van 15 Febr. bevattende de goed
keuring van de verordening op het
heffen van rechten ter Algemeene
Begraafplaats (id.).
Van B. en W. aanvulling der ver
ordening tot wering van het in con-
sumtie brengen van ondeugdelijk
vleesch (wordt rondgezonden aan de
leden en verzonden naar de afdee-
lingen).
Van de Kamer van Koophandel en
Fabrieken: Rekening en verantwoor
ding over 1903 (zal worden behandeld
bij de gemeenterekening van 1903).
Verder zijn ingekomen
Verzoek van H. G. Boer om ont
heffing van schoolgeld (naar B. en \V.
om advies).
Verzoekschrift van H. van Binnen
dijk en 22 anderen om verbetering
der eiermarkt (als voren).
Een ongeteekend adres inzake de
kermis, (terzijde gelegd).
Een request van 31 en een van 2351
personen tot steun van het voorstel
Veis Heyn-Oosterveen inzake de ker
mis alschalling. (naar de afdeelingen)
Verzoek van J. Boshuizen tot uit
betaling van gelden door de gemeente,
waarop hij meent aanspraak te moe
ten maken. (Voor kenn. aang.)
De heer Plomp vraagt waarom ten
opzichte van dit request van den ge
wonen weg wordt afgeweken en dit
niet ter secretarie ter inzage wordt
gelegd.
De voorzitter merkt op, dat dit
verzoek niet voor inwilliging vatbaar
is. Reeds vroeger heeft een request
van gelijke strekking ter inzage ge
legen, doch ook toen werd er niet
op ingegaan.
Adres (tweede) van de slagersver-
eeniging inzake de vee- en vleesch-
keur. (naar de afdeelingen).
Schrijven van A. J. van Zalingen,
waarin wordt medegedeeld dat hij
genoegen neemt met de voorwaarden
hem gesteld ten opzichte der ver
bouwing van zijn perceel aan de
Langestraat (voor kenn. aang.).
Adres met toelichting van E. C. J.
Kuyper inzake de levering der Raads-
verslagen (naar B. en W. om advies)
Daarna werd aan de orde gesteld de
Agenda.
1. Ontwerp reglement van Orde
voor de Commissie var. Toezicht op
bet Lager onderwijs met advies.
Dit reglement ontmoet bij het col
lege van B. en W. geen bedenkingen,
weshalve zij den Raad in overweging
geven, hieraan zijn goedkeuring te
hechten. Dienovereenkomstig besloten
2. Verzoek van de Commissie voor
Kindervoeding om subsidie met advies
Aan dit request tot het verkrijgen
van een subsidie van f 400.uit de
Gemeentekas is toegevoegd het advies
van B. en W., benevens de rekening
der Commissie van Kindervoeding met
toelichting over het dienstjaar 1902—
1903.
Deze stukken zijn door B. en W.
aangehouden in afwachting van de
goedkeuring der Gemeentebegrooting|
voor 1904 waarop onder volgnummer
148. een post van f300.is uitge
trokken voor subsidiën aan vereenigin-
gen oi cornmissiën, die zich het ver
strekken van voeding en kleeding ter
bevordering van schoolbezoek ten doel
stellen.
Nu deze Begrooting is goedgekeurd,
kan deze zaak in behandeling komen
en vinden B. en W. vrijheid, den Raad
voor te stellen, aan gemelde Commissie
over het jaar 1904 een subsidie tot
het geheele uitgetrokken bedrag van
f300.toe te kennen, op de voor
waarden, vervat in beneden volgend
ontwerp-besluit.
Van andere cornmissiën ol veree-
nigingen is geen dergelijk verzoek
ingekomen, zoodat hot geheele bedrag
beschikbaar is.
B. en W. herinneren, dat bij Raads
besluit van 21 Januari 1902 aan ge
melde Commissie een subsidie van
f75.voor liet jaar 1902 en bij
besluit van 13 Januari 1903 (Bijl.
ti°. 823') een van f150 voor 1903
is veileend.
In het request zegt de commissie
dat zij dit jaar tweemaal een buiten
gewone gift als ontvangst mocht boe
ken, nl. de bijdrage van mevrouw M.,
die een kunstwerk verlootte, en de
opbrengst van eene muziekuitvoering,
gegeven door de vereeniging »Jubal".
Zonder deze extra-ontvangsten zou
de commissie voor een belangrijk te
kort hebben gestaan.
Tengevolge der Wet op den Leer
plicht is het aantal kinderen, dat
gespijzigd moet worden, van jaar tot
jaar toegenomenimmers waar de
commissie in het seizoen 1901-02 aan
9265 kinderen een warm maal ver
schafte, bedroeg dit aantal in 1902-03
10.002 en zal dit getal in het volgende
seizoen weor grooter zijn.
Aan een groot aantal van de meest
behoeftige kinderen word een flink
kleedingstuk uitgereikt en bovendien
aan de hoofden van de R. K. Jon
gensschool, de R. K School voor
meisjes en de beide openbare Lagere
sch len elk f20.ter hand gesteld
voor klompen, een gift. die zij deed
na bespieking met de Commissie tot
wering van schoolverzuim en waar
mede zij gaarne wenscht voort te
gaan.
Z. d. en z. h. st. staat de Raad
overeenkomstig het advies van B. en W.
de op de begrooting uitgetrokken
f300.aan de commissie voor kin
dervoeding toe.
3 Voorstel tot nadeie regeling
van de bezoldiging van helpsters in
hand wei ken, rnet ingang van 1 April
1904. enz.
Volgens de bestaande regeling der
bezoldiging van helpsters in hand
werken, wordt aan lien, die geen acte
hebben f50 per jaar toegekend en
aan hen, die de act# bezitten 175,
terwijl, indien zij tevens de geschikt
heid hebben voor de klassikale met
hode van handwerkonderwijs, de be
zoldiging voor eerstgenoemde catego
rie bedraagt f75 en voor laatstge
noemde f 150.
In de practijk levert deze regeling
bezwaren op.
Vooreerst achten B. en VV. eene
bezoldiging van f50 te laag en voorts
doen zich gevallen voor, dat helpsters
met acte, zonder geheel op de hoogte
te zijn van genoemde methode, toch
zooveel vorderingen hierin hebben
gemaakt, dat eenige verhooging van
bezoldiging billijk moet worden geacht.
In verband met een door mej. A.
Teunisse gegeven wenk, stellen B en
W. na gehouden overleg met de
Commissie van Toezicht op het Lager
onderwijs en den Districts schoolop
ziener, den Raad voor, met ingang
van 1 April 1904 de volgende regeling
vast te stellen.
I. aan helpsters zonder acte wordt
toegekend f75;
II. aan helpsters met acte wordt
toegekend f 100.welke som, bij
redelijke geschiktheid voor de klassi
kale methode, wordt verhoogd tot
f 125. en bij geheele geschiktheid
tot f 150.
B. en W. hebben bij deze gelegen
heid tevens aan de Commissie van
Toezicht gevraagd of naar haar oor
deel in het vervolgd de voorlichting
van mej. A. Teunisse kan worden
gemist, nu vrouwelijke leden in hare
Commissie zitting hebben. Zij be
richtte ons, dat voorloopig gedurende
het eerste jaar deze voorlichting zeer
dienstig zoude kunnen zijn.
In verband hiermede geven B. en
W. den Raad in overweging hen te
machtigen alsnog gedurende een jaar
van de voorlichting van mej. Teunisse
gebruik te maken.
B. en W. stellen er prijs op te
verklaren, dat tengevolge van deze
voorlichting het onderwijs in hand
werken in de laatste jaren aanmerke
lijk is verbeterd.
Z. d. en z. h. st. wordt dienover
eenkomstig besloten.
4. Verzoek van den leeraar der
H. B. School I. de Vries, om een
privaatles te mogen geven, met ad
viezen.
Goedgekeurd z. d. en z. h. st.
5. Verzoek van den leeraar der
II. B. School A. M. Kerkkamp, om
verlof wegens gezondheidsredenen
met adviezen en voorstel betredende
tijdelijke vervanging.
Als voren.
6. Beschikking op bezwaarschriften
tegen aanslagen in de Inkomsten
belasting dienst 1903.
Als voren.
7. Beschikking op het aangehouden
bezwaarschrift n'. 211 tegen een aan
slag in de Inkomstenbelasting, dienst
1903, mat advies derreclamecommissie.
Het geldt hier een aanslag naar
eigen aangifte van een gemeente amb
tenaar, die primo September niet werd
gecontinueerd en tot December hier
woonachtig bleef. Hij verzocht resti
tutie van een bedrag van f20, aan
gezien zijn werkelijke inkomen
slechts 'A bedroeg van het aange-
gevene.
De heer Kleber wijst er op, dat op
deze reclame acht is geslagen, niet-
DOOR
ARCHIBALD CLAVERING GUNTER.
86
Terwijl ik dat mij zelf sta te vertellen, leg
ik vuur aan, want de man, die het gebouw
bewaakt, schijnt, er van morgen nog niet te
zijn geweest. Er is gelukkig brandstof genoeg
en spoedig zit ik bij een warm vuurtje.
Ik neem mijn typewriter en ga aan mijn
werk.
De tijd vliegt voorbij. Er komt niemand. Ik
heb geen eten bij mij, en over mijn Remming-
ton gebogen zit ik er over te peinzen, waarmee
ik zal lunchendoch ik zal mijn werk spoedig
af hebben en vroeg naar huis gaan. De brieven
zijn evenwel lang, het zijn acten, die nauw
keurig toezicht vereischen. Wanneer ze einde
lijk gereed zijn, zie ik op.
Het is bijna donker. Mijn horloge zegt mij,
dat het pas drie uur is, doch de storm, die
nog heviger is dan van morgen, maakt het
vroeg duister. Ik ben niets op mijn gemak.
Voor zoover ik kan zien bij het onzekere licht
- nog onzekerder door de dwarelende sneeuw
vlokken is er niemand op de straat, die
anders zoo druk bezocht wordt. Wat moet ik
doen Ik heb honger I Ik ben alleen. In dit
groote huis ben ik geheel alleen, want geen
enkel geluid bereikt mij uit de kantoren be
neden mij, die anders vol drukte en beweging
zijn.
Sally zal ongerust worden. En toch geloof
ik, wanneer de honger mij niet zoo plaagde,
dat ik in het gebouw zou zijn gebleven. Ik
zon wel bang zijn, maar ik zou mij goed
barricadeeren. Ik zou waarschijnlijk geesten
zien van advocaten en rechtspersonen, die nu
reeds lang hun oude kantoren hebben verlaten,
om hun eigen zaak te bepleiten voor het
Opperste Gerechtshof. Maar honger! Ik ben
banger voor honger dan voor geesten. En
bovendien is het hier zoo eenzaam.
Ik besluit mij een weg te banen naar den
Broadway. Op dien drukken verkeersweg zal
wel iemand zijn Ik sluit de deur, ga de trap
af, stap de straat op en ril. Het is intusschen
nog veel kouder geworden, wat ik door de warmte
van mijn kamer niet heb bemerkt.
Ik stap onmiddelijk in een groote hoop
sneeuw. Ik worstel echter verder en zoodra
ik den hoek van de straat heb bereikt, word
ik letterlijk weggewaaid, gelukkig iu de rich
ting van den Broadway. Goddank! Nog een
kort eind, ofschoon het mij een bijna einde
loos eind lijkt, voor ik de breede straat heb
bereikt, waar gister nog geheel New-Vork
door elkaar krioelde, doch die thans, nu ik
alle moeite doe om een menschelijk gelaat te
ontdekken, zoo verlaten is als een Siberische
steppe.
Üe winkels zijn alle gesloten, zelfs de win
kels der apothekers. Geen rijtuig gaat voor
bij geen voetganger laat zich zien. Het ver-
verkeer van de groote stad schijnt lam gesla
gen door dezen vreeselijken storm. Telegraaf
draden, die gisteren nog in de lucht hingen,
liggen nu op straat. Er schiet mij niets anders
over dan maar verder te worstelen,
Ik wend mijn gelaat, naar het Noorden
waar drie mijlen van mij af Sally op mij wacht
met een warm vuur en, hoop ik, een lekker j
maal. Ik span weer al mijn krachten in
gedurende enkele minuten.
Ik struikel over een gebroken telegraafdraad,
die in de sneeuw ligt. Ik richt mij met veel
inspanning op en sta een oogenblik verbijsterd.
Wanneer ik eens den verkeerden weg was in
geslagen? Gerechte Hemel!
De sneeuwstorm verblindt mij, brengt mij
in de war, maakt mij gevoelloos en wezenloos.
De kracht van den wind dwingt mij, mijn
hoofd omlaag te houden; ik tracht aan mijn
voetstappen in de sneeuw te zien, welke rich
ting ik genomen heb doch ik zie ze niet!
I De vlagen zijn zoo sterk, dat ze reeds uitge-
wischt zijn, voor ze eigenlijk nog goed zijn
gemaakt.
Wanhopig zie ik om mij heen en door de
dichte sneeuw zie ik het licht op den grooten
toorn van "Western Union" telegraafkantoor.
Het schijnt vreeselijk ver weg, doch het geeft
mij toch den weg aanen weer strompel ik
verder naar het Noordenik bagger der hoopen
sneeuw soms val ik; geen stem bereikt mijn
bereikt mijn oor alleen in de groote stad,
die nu dood is gedood door de sneeuw.
Duisternis omhult mij en de gansche straat.
Nog worstel ik verder. Verder op zijn hotels
wanneer ik er daar maar een van kon
bereiken wanneer ik mij maar ergens kon
verwarmen
Ik ben het telegraafkantoor reeds voorbij
dat denk ik, maar ik weet het niet zeker,
want mijn denkvermogen is verdoofd. Alles
wat ik weet, is, dat ik koud ben dat ik
verstijf dat ik honher heb dat ik zwak ben
dat de sneenwhoopen grooter worden
dat de sneeuw nog dichter valt dat de
wind nog meer snijdt bovenal dat ik zulk
een ergen slaap heb.
Wordt vtrtoljd.)