NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
BARON MONTEZ
No. 25.
Zaterdag 26 Maart 1904.
Drie-en-dertigste jaargang.
VERSCHIJNT WftEiNSflAG EN ZATERDAG.
Bij flit nummer behoort een Bijvoegsel.
1H1TENUNB
BINNENLAND.
Amersfoortsciie Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk
Met gratis Zondagsblad voor binnen de stad (naar buiten tegen vergoeding van port
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever O. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestraat 77. Telcphoonno. 69.
ADVERTENT1ËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/i Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
Een levendig verslag.
Uit het verslag, dat een Russisch
artillerie-officier, die den 9en Februari
op den zoogenaamden Electrischen
Berg te Port-Aithur aan de beschie
ting deelnam, in het lazaret van dien
eersten, veelbeschreven slag gaf;
deelt het Handelsbl. liet navolgende
mede: «Het was een heldere, zonnige
dag, de zee was vrij kalm. Plotseling
dook aan den horizon, door den dunnen
mist heen, een punt op, spoedig een
tweede, een derde, totdat wij 15
schepen zagen. Nog waren zij 15
KM. verwijderd, toen 12, toen 10,
9Een wit wolkje! Boem! Wij
wachten in spanning af, waar de
garnaat zal neet vallen. Onze battery
hangt boven een afgrond, hoog boven
de zee. Beneden ons ligt met de
admiraalsvlag liet paniseischip «Pe-
resviet" voor anker. Daar valt een
granaat vlak voor het schip in zee.
Blinkend in het zonlicht stijgt een
waterzuil op en stroomt over het
dek. Een tweede .wolkjeHet
suist over onze hoofden. Achter ons,
op den berg, weei klinkt een zvvaie
ontploffing. Een derde wolkje stijyl
op. Op dat oogenblik doorleefde ik
veel. De vraag drong zich in mij op:
Indien zij goed mikken, moet dan
het schot niet onmiddelijk deze bat
terij treffen Eerst bereikt ons tiet
vijandelijk schot niet, dan vliegt het
over onze batterij heen, het derde
valt juist op onze rots. Dat is ook
voor ons het teeken om vuur te ge
ven. Tien kuslbatterijen en 12 sche
pen antwoordden op den vijandelijken
groet. Wat toen gebeurde is moeilijk
te beschrijven. De zee zag geheel
wit door de neerploffende projectielen.
De commando's zijn niet hoorbaar.
Meer dan 150 reusachtige kanonnen
braken dood en verderf uit. Rook,
damp, stof, een woest gehuil, een
onguur gesuis en gefluit, een wilde
caeafonie. De kruitdamp en liet stof
verblindden ons. Van opwinding merkte
ik niets mijn tanden begonnen mij
pijn te doen en ik had een bijzonder
gevoel van vreugde te midden van
deze tooneelen des doods, die geen
verschikking meer voor mij waren, zoo
dra de eerste gai naai ingeslagen was
Plotseling een vertvv ijfeld gesteun
een splinter had een soldaat den neus
weggerukt. Het eerste bloed vloeit in
de batterij, de ziekenverplegers snellen
met de draagbaren naar voren. Iemand
legt de hand op mijn schouder. Ik
keer mij om voor mij staat een
sidderende soldaat, zijn lippen beven,
hij wil blijkbaar iets zeggen, maar
kan geen woord uitbiengen. Met den
vinger wijst hij naar beneden. Ik
begrijp nu, dat daar iets voorgevallen
was. Onder aan den berg staat een
kleine batterij voor snelvuur kanonnen,
die wel is waar klein en sierlijk zijn,
doch in een ininuut 00 schoten kun
nen lossen, d. w. z. 60 X 200
12000 kogels. Zij moeien een landing
vei hinderen.
Ik snel naar beneden het rumoer
heeft nu zijn hoogtepunt bereikt.
granaten springen als vuurpijlen op
een feestsplinters snorren ffuitend
in het rond, rook, damp. bonken
aarde Ik snel naar mijn batterij
en aanschouw een treung tooneel.
Tusschen kanonnen en manschappen
is een granaat gevallen. Daar ligt een
soldaat met open ingewanden, een
ander met een verpletterd hoofd, een
derde heeft drie granaatsplinters in
den schedel gekregen. Een stalen
kanon is doorgebroken alsof het een
rietje was. Overal bloed Ik liet de
dooden wegdragen en snelde naar
boven, waar het nog spookte als in
de hel. Eindelijk is de strijd ten einde
De Japanners trekken terug. De rook
verdeelt zich, de zon komt weer te
voorschijn, doch welk een tooneel
beschijnt zij IDe commandant,
generaal Stössel, komt en wenscht
ons geluk met den vuurdoop. Hij
hecht mij het kruis van St Geoigeop
de boist. Ach, indien ge onze onge
lukkig pantserschepen «Retivsan",
nTsarewitsj" en »Pallada" gezien had,
toen ze, door torpedo's doorboord, in
de haven gesleept werden! Allen
weenden vrouwen, matrozen, sol
daten en officieren."
De Luiksche politie ts er in ge
slaagd, de daders Van de beide dy-
namietaanslagen te Luik, te aires
teeren.
Het zijn beiden Franschen; Lambin,
uit Sainl-Gilles afkomstig die te Luik
vei toefde onder den valscheu naam
Bouelié, en Gudelin, die beween jour
nalist te zijn.
Verder is een Duitsche mijnwerker
in hechtenis gei.omen. Hij woont te
Jemeppe en wordl beschuldigd, de
beide anai chisten gehuisvest te hebben
In den loop van het onderzoek
deelde hij na eenige aarzeling mee
dat Lambin en Gudefin hij verschil
lende diogisten scheikundige sloffen
gekocht en ze daarna bij hem in huis
gebracht hadden. De heide bom
men werden buitenshuis vervaaidigd,
daarna werden zij naar de kelder van
den mijnwerker gebracht, waar zij
veider gereed gemaakt weiden met
behulp van de aangekochte sloffen.
Lambin en Gudefin verlieten op de
beide avonden, dat de aanslagen plaats
hadden, tegen 10 uur Jemeppe en
keerden den volgenden morgen om
3 uur terug.
Na eerst eenigen tijd ontkend te
hebben, eindigde Gudefin met even
eens de bijzonderheden van de aan
slagen mede te deelen. Hij vertelde,
dat hij met Lambin op den avond
van de uitbaisnng in de rue Sainte-
Waiburge de bom naar de woning
van den heer Laurent gebracht had
den. Lambin plaatste de bom op de
drempel van het huis. Intusschen
bleet Gudefin op wacht staan.
Zoodia de bom geplaatst was, gin
gen de beide mannen op de vlucht
en ontmoetten nog veel late wande
laars.
Inderdaad hebben zich bij den heer
Laurent een aantal personen vervoegd
met de mededeeling, dat zij in dien
nacht twee vluchtelingen gezien heb
ben.
De beide anarchisten begaven zich
daarop naar de Bont des Arches, waar
zij wachtten op de ontploffing. Zij
hadden uitgeiekend, dat die na on
geveer 15 minuten moest volgen.
Maar zij moeslen 7 kwartier wachten.
Toen had de ontploffing plaats.
Lambin en Gudefin keerden daarop
naar Jemeppe terug.
Den volgenden dag kwam Lambin
in de rue Saiute-Walbourge om de
aangerichte schade in oogenschouw
te nemendaar hij zich niet meer
veilig waande in Luik, vertrok hij
naar zijn vriend te Jemeppe.
Den zelfden dag maakten zij de
twee bom gereed, die zij samen voor
het huis van den commissaris vati
politie te Saint-Nicolas plaatsten.
Lambin ging den daaropvolgenden
dag opnieuw naai Saint-Nicolas, en
daarop naar Luik, waar hij zijn vriend
zou ontmoeten. Op dat oogenblik
werden zij gearresteerd.
Lambin heeft eveneens bekendhij
zeide o.a. de schrijver te zijn van den
brief in »La Meuse." Hij was even
eens medeplichtig aan den dynamiet-
aanslag in de keik van Belleville te
Parijs en werd hei haalde malen we
gens diefstal veroordeeld. Naar Luik
zou hij gekomen zijn om te kunnen
werken in een middelpunt van nij
verheid.
Over den tweeden aanslag nog het
volgende: Toen de bom ontdekt was,
werd hij onderzocht door den com
missaris Binet, den griffier van het
kantongerecht en een agent. Et
stak een glazen buisje uit. Binel
bond daaraan een sterken draad vast,
ging daarna op een afstand staan en
schoot op de bom. Het buisje brak
en er stoomde zwavelzuur uit Aan
het eind van het buisje zat een prop
watten, waar het vocht nog niet
doorgetrokken was.
Die bom kon daar evenwel niet
blijven liggen. Het parket heeft last
gegeven het helsche werktuig op de
plaats te laten springen De schut
ter op eerbiedigen afstand van zijn
doel opgesteld, heeft tot driemaal toe
geschoten. Bij hbt derde schot ont
plofte de bom. Men had er natuurlijk
op gerekend. Alle ramen stonden
wagewijd open, nieuwsgierigen kwa
men er niet bij te pas. Toch was
hel een geweldige knal, en er spron
gen nog ruiten genoeg uit de open
vensters. De menschen die in de
buurt waren, zijn voor een deel op
de vlucht geslagen van angst.
Hooger-Ondcrwijs.
Gelijk te verwachten was, heeft de
Tweede Kamer het ontwerp tot wijzi
ging der wet op het Hooger Onderwijs
aangenomen met 56 tegen 41 stem
men. De geheele linkerzijde stemde
tegen en met haar alleen nog de heer
De Visser, als het eeutge Kamerlid
van de rechterzijde, die zich met deze
schromelijke bevoorrechting van de
bijzondere Universiteit niet kan ver
eenigen.
Het ontwerp wordt nu naar de
Eerste Kamer verzonden, van welker
beslissing afhangt of deze zoo hoogst
bedenkelijke regeling in hot Staatsblad
zal worden opgenomen. De beslissing
zal zich nog wel eenige maanden
laten wachten, omdat de Eerste Kamer
stellig een nauwkeurig onderzoek zal
noodig achten.
De Tariefwetten.
Enkele bladen, die gewoonlijk aan
de zijde der Regeering staan, verhellen
hun stem tegen de ontwerpen van
minister Harte
Zoo vei klaart zich het «Katholiek
Huisgezin" tegen het invoerrecht op
de petroleum en de «Limburger Aan
kondiger" verwijt den heer Harte,
dat hij den accijns op liet geslacht
DOOR
ARCHIBALD CLAVERING GUNTER.
43)
Dit gesprek voert hij met die aardige ge
makkelijkheid, welke den man teekent, die
gewoon is met dames om te gaan. Tompkins
heeft zich intusschen gehaast in mijn nabijheid
te komen, in afwachting of hij mij van dienst kan
zijn. Verbaasd staart hij den onbekenden dandy
aan, die zich op dat oogenblik gedraagt alsof
hij mijn cavalier was.
"Ik ben zeer gelukkig, dat ik u nog eens
heb gezien voor ik heenga,» fluistert de heer
Larchmont.
«O, ik ga ook weg,» antwoord ik.
«Werkeliik? Waarheen?»
»Met de Colon, naar
Met een zachten uitroep van verbazing valt
hij mij in de rede. «Met de Colon? Dan zal
ik maar zeggen: au revoir.» Hij buigt, voegt
zich bjj zijn vriend en beiden gaan de trap op,
die naar de zaal leidt, waar de muziek den
dans aankondigt. Ik staar hem verbaasd na,
niet wetende wat hij bedoelt.
Sally ziet mij met groote oogeu aanbij het
verlaten van het gebouw vraagt zij nieuwsgierig
Wie is dat?»
»Mr. Harry Sturgis Larchmont,» antwoord ik
nonchalant.
Deze woorden worden met een ongeloovig
lachje ontvangen én door mr. Jenkins én door
mr. Tompkins, die in de familiekolommen van
hun ochtendbladen herhaaldelijk den naam van
mr. Larchmont hebben gelezen.
»Wat?» roept Sally, «de leider der cotillons
Was hij dat?»
»lk denk, dat hij van avond den cotillon wel
zeer zal leiden.»
«Goede Hemel! Had mij eens aan hem voor
gesteld!»
Jenkins knarst op zijn tanden en Tompkins
wordt bleek, want hij vreest, dat ik de waar
heid heb gezegd.
Wij gaaD naar huis. »Hoe kent gij hem?»
is de herhaalde vraag.
Sally antwoordt voor mij. Het is een kennis
van vroeger. Gij weet, Louise is een Minturn
een van de echte Minturns. lederen dag
kan je in de familiekolommen der couranten
lezen over haar neefs en tantes en ooms. Mis
schien dansen zij nu met mijnheer Harry
Sturgis Larchmont.»
Bij de gedachte, dat hij nu misschien met
mejuffrouw Jessie Severn daust, maakt zich
het vroegere gevoel weer van mij meester.
Wanneer de ouders van mijn moeder op het
schiereiland geen ongeluk had getroffen, zou
ik misschien met hem dansen. Daardoor word
ik boos boos op Tompkins, van wien ik
mij met afkeer afwend.
Wij hebben intusschen onze woning bereikt.
Mr. Jenkins verlaat ons bij de deur; hij is
nog boos. Een oogenblik later neemt ook mr.
Tompkins afscheid.
Ik sta op het punt om hem niet alleen
goeden nacht, maar ook vaarwel te zeggen.
Sally fluistert jnij echter toe: «Je kunt het hem
morgen wel vertellen! Ja,» voegt zij er aan
toe, wanneer de jonge man verdwenen is, hij
zal morgen wel terugkeeren. Hij komt iederen
dag. Misschien slaapt hij van nacht beter,
wanneer hij het nieuws niet eerder dan morgen
hoort.»
«Praat toch geen onzin!» voeg ik haar toe.
In de voorkamer verandert Sally, die den
ganschen avond uiterst vroolijk is geweest,
geheel en al. Bezorgd ziet zij mij aan. «Nog
maar een nacht na deze, Louise!» zegt zij.
Wij, beiden verlaten in de wereld, zien elkaar
aan en onze oogen worden vochtigen als wij
te bed zijn gegaan, hoor ik de lieve kleine
j Sally snikken, tot zij in slaapt valt.
Den volgenden morgen heeft zij blijkbaar
haar opgeruimdheid terug gekregen. «Je zult
l mij dikwijls schrijven en wanneer het je niet
bevalt, kom je terug.»
»lk heb een contract.»
«Kom terug, contract of geen contract. Zij
kunnen je daar niet opsluiten. Met zestig dollar
per week kan je genoeg hesparen om je eigen
reis te betalen.»
»En jij?» vraag ik bezorgd. Wat ga jij
doen
«O, ik ben al klaar!» juicht zij. «Laura
Dutton komt hier in jouw plaats. Zij zal wel
niet zulk een gezellige vriendin zijn, maar zij
heeft iets moederlijks over zich en zal wel op
mij passen, geloof ik.»
Het ontbijt is afgeloopen en ik moet naar
het kantoor van Flandreau en Co., om het
contract te teekenen en de noodige beschik
kingen voor mijn vertrek te maken. Daar ont
moet ik weer den kleinen beleefden bediende
het contract is in duplo gereed en wacht op
de onderteekeningen. In dat contract verbind ik
mij, om voor den tijd van één jaar mijn diensten
als stenograaf ter beschikking te stellen van
de firma Montez, Aguilla en Co. te Panama,
tegen een salaris van zestig dollar per week
en de verschillende emolumenten.
De documenten zijn in het Spaansch gedrukt,
zooals blijkbaar de gewoonte is bij de firma.
Hoe het komt, weet ik Diet, doch de naam
Montez, Aguilla en Co. komt mij bekend voor.
Wordt vervolgd.)