NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
Gemeenteraad.
BARON MONTEZ
tfo. 34.
Woensdag 27 April 1904.
Drie-en-dertigsté jaargang
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk
Met gratis Zondagsblad voor binnen de stad (naar buiten tegen vergoeding van port
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Laugestraat 77. Telephoonno. 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/j Cent.
Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
De Raad dezer gemeente hield
gisterenmiddag van kwart voor twee
tot drie uur eene openbare zitting,
onder voorzitterschap van den Burge
meester Jhr. J. W. A. Barchman
Wuy tiers.
De heer C. Th. van Beek was met
kennisgeving afwezig.
De notulen der vergadering van 29
Maart j 1. werden na lezing door den
secretaris vastgesteld, zooals ze door
dezen waren opgemaakt.
Alvorens over te gaan tot de mede-
deeling van ingekomen stukken nam
de voorzitter het woord om den heer
Celosse, die den 18den April j I. als
wothouder zijn zilveren ainbtsfeest
vierde, te feliciteeren.
In zeer intieme kring isd-;ze 25 jarige
ambtsvervulling herdacht, doch de
voorzitter vvenschte deze openbare
vergadering niet te doen aanvangen
alvorens nogmaals den geachten wet
houder Celosse van haite te hebben
gelukgewenscht, met het onafgebroken
vertrouwen door de ingezetenen en
den Raad in hem gesteld, en hem,
namens de ingezetenen dank te hebben
gebracht voor al datgene wat hij voor
de gemeente in zijn qualiteit als wet
houder en als lid van verschillende
commissiën heeft verricht.
De voorzitter wenschte den jubilaris
toe, dat hij nog vele jaren de lust,
de kracht en de gezondheid zal mogen
vinden om de belangen der gemeente
te behartigen. (Applaus).
De heer Celosse zeide met genoegen
terug te denken aan de dagen der
vorige week en aan de vele blijken
van belangstelling en sympathie bij
de viering van zijn zilveren feest als
wethouder ondervonden, in 't bijzonder
van den Raad, van den Burgemeester,
den Secretaris en de ambtenaren.
In deze openbare vergadering wenscht
hij allen nogmaals te danken, ook de
ingezetenen van wie hij zoovele be
wijzen van belangstelling en «aar-
deering had ontvangen.
»'t Doet zegt de heer Celosse
mij genoegen, dat dezen dag niet
onopgerneikt is voorbijgegaan; ik
wensch hierop niet verder in te gaan,
daar, zooals de geachte voorzitter
terecht heeft opgemerkt, dit feit in
meer intieme kring is herdachtmaar
ik wensch de hoop uit te spreken,
dat liet den leden van den Raad, u
mijnheer de voorzitter, den secretaris
en de verdere ambtenaren moge ge
geven zijn, de betrekkingen die zij
thans bckleeden, nog lange jaren to
vervullen, en dat zij steeds mogen
werken aan den bloei en het heil
onzer gemeente."
Hierop werd medegedeeld dat zijn
ingekomen
Missiven van Ged. Staten houdende
goedkeuiing der raadsbesluiten van
29 Maart, betreffende: o bezwaar
schriften tegen de af- en overschrij
ving van posten der inkomsten-be
lasting; b. af- en overschrijving van
posten der schutterij begrooting
c. bestemming van terrein voor de
uitbouwing der school 2e soort L. O.
d. id. school ie soort voor meisjes;
e. af- en overschrijving van posten op
de gemeente-begrooting dienst 1903.
a, 6 en e «'orden ter secretarie
gedeponeerd, c en d voor kennis
geving aangenomen.
Van Burgemeester eu Wethouders:
a het Gemeenteverslag over 1903,
hetwelk den leden in druk wordt
toegezondenb. een ontwerp bouw
verordening, welke naar de aldeelin-
gen wordt verzonden; c. bericht van
de benoeming van Mej. Buitenhuis
tot onderwijzeres in handwerken aan
de herhalingsschool d. idem van de
periodieke salarisverhooging van den
commies ter secretarie den heer Boe-
schoten met f 50.e. proces-ver
baal der boeken en kasopname bij
den gemeenteontvanger; f. rapport
der raadscommissie benoemd in de
zitting van 29 Maart en belast met
het uitbrengen van een rapport inzake
de rekening van de «Ambachtsschool"
over 1903.
De voorzitter stelt voor dit stuk
ter secretarie ter inzage te leggen
voor de leden.
De heer Prikken vraagt voorlezing
van het rapport.
De secretaris leest het rapport voor,
waaruit blijkt, dat de commissie tot
de conclusie komt dat zij niet in staat
is uit de ontvangen bescheiden over
den firiancieelen toestand der Am
bachtsschool een afdoend oordeel uit
te sproken.
Naar aanleiding van dit rapport
ontstaat discussie, waarbij de heer
Kleber zegt tevreden doch niet vol
daan te zijn eti nog eens releveert
waarom hij deze quaestie in de vorige
vergadering op liet tapijt bracht. Ook
deed de heer Kleber de vraag of de
Rekening die aan de commissie is
overgelegd dezelfde is als in het ver
slag der Ambachtsschool is afgedrukt.
De voorzitter merkte hiertegen op
dat de Rekening aan de commissie
verstrekt van die, welke in het verslag
is geplaatst nog al verschiltspr. stelt
nogmaals voor de Rekening ter secre
tarie te leggen dan kunnen alle leden
haar inzien.
De heer Kleber komt het wensche-
lijk voor de zaak uit te stellen tot
de volgende vergadering, opdat alle
leden zich eerst op de hoogte kunnen
stellen.
De lieer Heyligers kan zich niet
voorstellen hoe eenig wantrouwen kan
bestaan tegen een Rekening waarop
andere autoriteiten subsidie hebben
uitgekeerd.
De heer Visser wil ook de Rekening
ter secretarie gedeponeerd zien, is er
dan iemand die bezwaren heeft, dan
kan hij ze in een volgende zitting te
berde brengen.
Deo heer Jorissen komt betook nog
niet erg duidelijk voor, dat eene com
missie, die door de Raad benoemd is
om eene Rekening na te zien, na haar
onderzoek tot de conclusie moet komen
dat ze niet over voldoende gegevens
kan beschikken. Spr. wil vragen«zijn
die er niet" of «zijn niet alle stukken
overgelegd?"
De voorzitter merkt op dat er ook
overdezequaestieeene correspondentie
is gevoerd, doch dat was tusschen
B. en W. en het Bestuur, deze maakt
geen deel uit van de Rekening, dat
lag ook niet in de opdracht. De com
missie heeft ook niet gevraagd of er
nog andere bescheiden waren.
De heer Plomp had liever gez«egen,
doch nu de commissie in de discussie
wordt getrokken mag hij zulks niet.
De commissie heeft een Rekening en
eene kleine toelichting ontvangen.
De commissie mocht dus veronder
stellen dat B. en W. niets anders
hadden, en dan is liet verwijt, dat do
commissie niets anders gepoogd had
wel wat al te sterk.
De voorzitter meerit dat B. en W.
alles hadden gegeven wat zij konden
geven, en gelooft niet dat meer had
verstrekt kunnen worden.
De heer Veis Heyn vraagt of die
correspondentie dan geen nadere toe
lichting zou kunnen geven. Die is niet
overgelegd.
De voorzitter merkt op dat de corres
pondentie n et behoort tot de Rekening
maar meer betrekking heeft op het
algeheels financieele beheer.
De heer Jorissen zegt de zaak beter
te gaan vatten als straks.
B. en W. hebben inlichtingen ge
vraagd en nu hebben zij, volgens spr.
hun plicht niet gedaan, door aan de
commissie niet alle gegevens te ver
strekken waarover zij beschikten.
Hiermede is dus de zaak niet af
gedaan de commissie zal dus ander
maal, beschikkend over alle gegevens,
die zaak moeten onderzoeken.
De voorzitter licht nogmaals toe dat
de correspondentie geen deel uitmaakt
van de Rekening.
B. en W. hebben echter geen be
zwaar de correspondentie aan de
commissie over te leggen.
Daar de commissie diligent blijft
woidt dus een nieuw onderzoek in
gesteld.
Aan den gemeente-secretaris wordt
op voorstel van B. en W. van 2 tot
30 Juli verlof verleend.
Een aanvrage van J. van Keulen
tot het mogen leggen van een brug
over de Singelgracht wordt naar B.
en W. gerenvoyeerd.
Verzoek van Mej. Kley onderwijze
res aan de openb. lag. school 3e soort
in de Koningstraat om ten haren aan
zien zulke maatregelen te nemen als
noodig zijn, daar zij om gezondheids
redenen niet langer geschikt is onder
wijs te geven
Verzoek van de commissie voor
het te houden Nationaal Kegelconcours
om eene medaille.
B. en VV. hebben 25 gld. beschikbaar
gesteld voor dat doel.
1°. Stemming over het voors'el van
Burgemeester en Wethouders tot be-
petking van de kermis tot 5 dagen,
door sluiting des Vrijdags te midder
nacht, waarover in (ie vorige ver
gadering de stemmen hebben gestaakt.
Wederom staakten de steminen zoo
dat het voorstel verworpen is.
Een voorstel van den heer Kleber
om de kermis Zaterdagsavonds te 11
uur te sluiten werd aangenomen.
2°. Ontwerp-besluil tot vaststelling
der jaarwedde van personeel der O L.
School 3e soort (Puntenburgnrlaan)
benoemd 29 Maart II Z. h. st. en z.d.
goedgekeurd.
3°. Missive van J. Klink, bouw
kundige, betredende den bou«' van 76
woningen bij de Pieler Pijperstraat
niet advies. Overeenkomstig het
advies afgewezen.
4. Request van P. van der Sluijs,
fnstituteur, om terrein voor spelen
in de open lucht, met advies.
De heer Van der Sluijs heeft zich
tot den Raad gewendt met het vol
gende request:
«Geeft met vei schuldigden eerbied
te kennen P. van der Sluys, Institu-
teur, Hendrik van Viandenstraat 15,
17 en 19, dat hij, naar aanleiding
ARCHIBALD CLAVERING GUNTER.
52.
Zijn passagebiljet geeft hem het recht, elk
deel der boot te bezoeken en van dat recht
maakt hij gebruik, om een lange wandeling
te maken op dat gedeelte van het schip, waar
zij zich bevinden, die door financieele omstan
digheden gedwongen zijn, minder op hun ge
mak te letten.
Het meest van allen is Lonise verbaasd
over zijn afwezigheid. Op een schommelstoel
gezeten onder een groot zeil, dat over een
gedeelte van het schip is uitgespannen, brengt
zij den tropischen morgen peinzend door,
slechts weinige aandacht schenkende aan de
gesprekken, die moeten dienen om een dag
op zee te dooden een dag, die zich ken
merkt door drie groote gebeurtenissen
ontbijt, lunch en diner. De gesprekken van
eenige jonge heeren, die haar allen met groote
voorkomendheid bejegenen, vervelen haar;
zij mijmert enzij doet zichzelve verwij
ten. Den vorigen avond heeft zij zich in
haar hut opgesloten en niet genoten van het
heerlijke maanlicht, gelijk Larehmont het
haar had verzocht. Misschien zou hij niet
hebben gespeeld, wanneer zij hem gezelschap
had gehoudenDaarover peinst zij en
peinst zij, tot zij plotseling Larehmont ziet,
sprekende met eenige tweede-klasse-passagiers,
met wie hij op goeden voet schijnt te staan.
Hij schijnt echter toch niet eigen genoeg
met hen te zijn om bij hen te blijven eten,
want tegen den tijd van het onbijt keert hij
terug.
De gedachte aan deze zonderlinge handel
wijze houdt miss Minturn bezig, wanneer mr.
Larehmont bij het lunchen aan tafel komt
en naast haar plaats neemt. Spottend vraagt
zij»Mr. Larehmont schijnt niet zooveel te
houden van de tafel als van het gezelschap
der tweede klasse."
»0," antwoordt hij glimlachend, «daar zijn
werkelijk eenige buitengewone karakters
onder." Na een korte aarzeling vervolgt hij
«Bovendien oefen ik mij in den omgang met
personen, die ten slotte toch het gezelschap
zullen uitmaken van een arme drommel."
Hij lacht, doch deze lach schijnt niet na
tuurlijk voor iemand, die maatschappelijk zoo
gedaald is.
De lunch is gedaan; de jonge man begeeft
zich weer onder zijn vrienden der tweede klasse.
Hij schijnt nog al zeer ingenomen te zijn met
een klein, verdroogd mannetje, wiens kleeding
en houding den Franschen winkelier doen
kennen.
Des middags lokt een verfrisschende koelte
menig passagier tot een wandeling op het dek
miss Munturn volgt dat voorbeeld. Eenige
heeren voegen zich onmiddelijk bij haar;
daaronder Herr Wernig. Afgaande op eenige
klanken, die door den wind worden overge
bracht, schijnt mr. Larehmont het gesprek
met zijn nieuwe vrienden in het Fransch te
voeren.
De jonge dame heeft haar opmerkzaamheid
grootendeels bij hetgeen op het voorste ge
deelte van het schip geschiedt; zij schenkt
daarom weinig aandacht aan hetgeen de
heeren tot haar zeggen, die dan ook een voor
een verdwijnen, tot zij zich eindelijk alleen
bevindt met den Duitschen financier.
Herhaaldelijk heeft, sedert zij den vorigen
dag op het dek is verschenen, de blik van
dezen man op haar gerust; hij is zeer ge
voelig voor vrouwelijke "schoonheid, en haar
bekoorlijke gestalte, haar bevallige bewegingen
hebben indruk gemaakt op Herr Wernig en
wel in die mate, dat hij zulks zeer vleiend
vindt voor de jonge dame, ofschoon deze
zich daar zelf uiterst weinig om bekommert.
Hij stelt zich dau ook tevreden met het
smachtend aanzien van het. lieve gezichtje,
dat er dezen namiddag eenigszins droomerig
uitziet.
Nu is hij alleen met haarhij doet haar
opschrikken uit haar gepeins, door met een
vreemd accent tot haar te zeggen: «Uw vriend,
mr. Larehmont, schijnt zijn Fransch te willen
probeeren, miss Minturn. Wanneer hij het
gaat leeren van Bastien Lefort, zal hij wel
met het bourgeois bekend worden, doch niet
met het aristocratisch."
«Kent u den man, met wien mr. Larehmont
in gesprek is?" vraagt Louise plotseling zeer
belangstellend.
«Zeker. Op de Parijsehe Beurs kent iedereen
hem. Hij is een groot aandeelhouder van het
Kanaal."
«En toch reist hij tweede klasse?"
«Ja, hij wil de werken zelf gaan zien," ant
woordt Wernig met een sarcastisehen glimlach.
«Hij is een man, die zijn sous bewaart. Ik
verbaas mij alleen, dat hij zich deze uitgaaf
heeft getroost." Hij haalt de schouders op en
zijn groote oogen rollen heen en weer op een
wijze, die een groote mate van bewondering
voor haar moet uitdrukken. «Doch waarom
over hem gesproken, miss Minturn, wanneer
veel bekoorlijker personen aan boord zijn
veel bekoorlijker veel mooier zoo ver
rukkelijk?"
(Wordt vervolgd).