NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
Officieele Publicatiën.
BU1TÊNLAND.
BINNENLAND.
BARON MONTEZ
So. 38.
Woensdag li Mei 1904.
Drie-en-dertigste jaargang
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk
Met gratis Zondagsblad voor binnen de stad (naar buiten tegen vergoeding van port.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTH OU WEB.
Bureau Longest raat 77. Tclephoomio. 09.
ADVERTENTIÊN:
Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer Tl, Cent.
Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
Burgemeester en Wethouders van
Amersfoort brengen ter algemeene,
kennis, dat zij voornemens zijn aan
den gemeenteraad voor te stellen,
ter gelegenheid van de jaarmarkt,
tijdelijk aan den openbaren dienst te
onttrekken, voor het tijdperk van 19
October tot 2 November 1904
a een oppcrvl. v. hoogstens 550 MJ op den Hof
b 9 150 op ue Groen
markt
c d 100 9 Appelm.
d 9 250 9 9 den Hof
e 70 9 Hof
f 9 50 op de Varkens
markt
g 9 30 9 9 9 Groen
markt
h 9 30 9 9 9 Groen'
markt
i 9 180 9 op den Hof
j 9 180 9 9 Hof
k 9 60 9 op denVar-
kcnsmarkt
f 9 120 9 op den Hof
m 9 150 9 9 9 Hol
Nadere inlichtingen zijn ter Secreta
rie verkrijgbaar.
Zij die tegen zoodanige onttrekking
bezwaren wenschen in te brengen,
worden uitgenoodigd die vóór 13 Mei
a. s. schriftelijk ter Secretarie in to
dienen.
Amersfoort, 7 Mei 1904
Burgemeester en Wethouders
voornoemd.
De Burgemeester,
WUYTIERS.
De Secretaris,
B. W. Th. SANDBERG.
toe bestemde localiteit van het voor
malig schoolgebouw wijle A, Koestraat
no. 9.
Gedaan te Amersfoort, den 9 Mei
1904.
Burgemeester en Wethouders
van Amersfoort,
De Burgemeester,
WUYTIERS.
De Secretaris,
B. VV. Th. SANDBERG.
Kostelooze-Inenting.
Burgemeester en Wethouders van
Amersfoort,
Gelet op artikel 18 der wet van 4
December 1872 (Staatsblad No. 134);
brengen ter kennis van belangheb
benden, dat voor een ieder de gelegen
heid tot kostelooze inenting wordt
gegeven op den eersten en tweeden
Maandag van de maanden Januari,
April, Juli en October, telkens des
namiddags te drie ure, in de daar
De correspondent van de Daily
Mail Mackenzie heeft een bericht
van een vreemden ooggetuige over
den slag aan de Yaloe op 1 Mei
gegeven. Dit verhaal luidt: Na ern
stige achterhoede-gevechten ging de
Russische hoofdmacht Zaterdagnacht
met haar geschut verder landinwaarts.
Een kleine irifanterie-afdeeling bleef
terug om de hoogvlakte van Kioe-
lien-tsjeng te behouden en den af
tocht te dekken. Gedurende den nacht
trokken de Japanners over den rivier
arm, bezetten zij de tegenover Kioe-
lien-tsjeng gelegen eilandjes en zon
den zij een divisie noordelijk tegen
de Russische flank. De nacht was
helder. Een heerlijke zonsopgang
belichtte de Japanners, die op een
afstand van 5 kilometer van Kioe-
lieg-tsjeng als in parade stonden op
gesteld. Eerst kwam een lange linie
scherpschutters en daarachter de
troepen en de reserves en vervolgens
het geschut. De bergbatterijen waren
achter den Tijgerheuvel opgesteld.
Tusschen beide legers lag een dal
met scherp afhellende hoogten aan
beide zeiden. Nauwelijks bood een
eenzaam huis of een boom eenige
dekking, slechts hier en daar kon
een geringe golving van den bodem
hiertoe dienen. Bij het aanbreken
van den dag openden de Japanners
van verschillende punten het vuur.
De Russen lieten het vuur onbeant
woord, zij bleven zwijgend en on
zichtbaar. Te half zeven begon na
een korte pauze het vuur met ver
nieuwde hevigheid De infanterie ging
thans in een linie van drie kilometer
voorwaarts. De Japanners ijlden van
punt tot punt, met vlugge plotse
linge aanloopen. Ademloos namen
wij hun voortrukken waar en elk
oogenblik verwachtten wij hen de
zone des doods te zien bereiken.
Do hoogvlakte was slechts éen
massa van vuur en rook.
De Japatische tirailleurs bereikten
het smalle kanaal, dat de eilanden van
het vaste land scheidt, zonder tegen
stand op de flanken, llun tirailleur-
Jinie omvatte reeds de zijden van de
stelling Kioe-lien-tsjeng, toen het in
de Russische loopgraven plotseling
levendig begon te worden en een
ware kogelregen op de Japanners
neerdaalde.
Een oogenblik zagen wij de voor
hoede wankelen en terugwijken, maar
zij herstelde zich en weer ging de linie
vooruit, de rivier over, waar eindelijk
eenige dekking aan den voet van den
berg werd gevonden.
De Japansche artillerie vuurde onop
houdelijk voort op de Russen, die
geen artillerie bezaten en dus niet
konden antwoorden.
De weg der Japanners was met
lijken bezaaid. Intusschen vernielde
het artillerievuur de Russische loop
graven. En de Japanners drongen
steeds meer voorwaarts om de Rus
sische stelling heen. De frontaanval
maskeerde slechts de omtrekking. Het
artillerie vuur werd zwakker en zwak
ker hoe meer de Japanners de vijan
delijke loopgraven naderden. Toen
kwam het beslissende oogenblik. Twee
uren nadat de vijandelijke opmarsch
was begonnen, verscheen plotseling
een officier op do hoogte van de hel
ling. Zijn silhouet teekende zich scherp
tegen den horizon af.
Hij zwaaide een groote Japansche
vlag. Een geweldige geestdrift maakte
zich van Japansche troepen meester
en onder gejuich stormden zij voor
waarts. De Russen trokken terug.
Volgens een bericht uit Tokio aan
de «Daily Chronicle" hebben de Ja
panners tusschen Kioe-lien-tsjeng en
Tang-wang-tsjen 1363 Russen begra
ven. Aan de gesneuvelden werd mili
taire eer bewezen.
Vermogensbelasting.
Bij de beschrij vi rigsbiljetten voor
de vermogensbelasting, dezer dagen
rondgezonden, is de volgende «bekend
making" gevoegd.
»De wet op de Vermogensbelasting is aange
vuld met eenige bepalingen omtrent navordering
van belasting.
«Dientengevolge zal voortaan, w-anneernade
vaststelling van een aanslag blijkt van een
grooter vermogen dan werd aangegeven, nog
een aanslag worden opgelegd, en wel voor
vijfmaal het te weinig betaalde bedrag.
«Hetzelfde geldt voor aangiften waarin ten
onrechte werd verklaard, dat het vermogen
geen f13,000 bedraagt.
«Mitsdien heelt niet het minst de belasting
schuldige zelf, geldelijk belang bij het doen
van een juiste vermogensaangifte."
's-Gravenhage, den lsten Mei 1901
De Minister van Financiën,
Harte van Tecklenburg.
Bescherming van meisjes.
De minister van binnenlandsche
zaken heeft aan de commissarissen
der Koningin de volgonde aanschrijving
gericht:
Ten einde zooveel mogelijk te voor
komen dat jonge vrouwen, die zich
naar elders, bepaaldelijk naar een der
groote steden in ons land in dienst
betrekking wenschen te begeven, wor
den misleid door met slechte bedoe
lingen in de dagbladen geplaatste
advertenties of door agenten van
onbetrouwbare inrichtingen, is het
mij noodzakelijk voorgekomen dat van
overheidswege eenige maatregelen wor
den getroflen.
Na deswege gepleegd overleg heb
ik overtuigd dat samengaan van
da overheidsbemoeiing met het par
ticulier initiatief de zaak slechts ten
goede komen kan mij ervan ver
zekerd dat de vereenigingen hier te
lande, die bescherming van meisjes op
het oog hebben, nl. de Nederlandsche
vereeniging ter behartiging van de
belangen der jonge meisjes (waarvan
het hoofdbestuur is gevestigd te
Utrecht), de Nederlandsche Vrouwen
bond ter verhooging van hot zedelijk
bewustzijn (waarvan het hoofdbestuur
is gevestigd te 's Gravenltage), en de
Roomsch- Katholieke vereeniging terbe-
scherming van meisjes (waarvan het
hoofdbestuur is gevestigd te Amster
dam), bereid zijn in dezen hare mede
werking te verleenen.
Ter bereiking van het beoogde doel
acht ik liet in de eerste plaats wensche-
lijk dat door de zorg van burge
meesters op zoo ruim mogelijke wijze
eene waarschuwing worde aangeplakt
dat jonge meisjes niet ingaan op on
bekende dienstaanbiedingen zonder
vooraf inlichting in te winnen en dat
zij bij den burgemeester kunnen ver
nemen hoe zij die inlichtingen kunnen
verkrijgen.
De burgemeesters zullen die inlich
tingen of zelf kunnen verstrekken
na correspondentie met de politie
ter bedoelde plaatse, of haar die in
lichting verlangt kunnen verwijzen
naar de ter bedoelde plaatse geves
tigde afdeeling of correspondent van
een der bovengenoemde vereenigin
gen. Deze hebben zich bereid ver
klaard te zorgen dat de burgemees
ters bekend zijn met de adressen
harer afdeelingsbesturen en corres-
pontleerende leden en hare werk
zaamheid uit te breiden over een
groot aantal gemeenten.
In de tweede plaats zou door de
burgemeesters het wei k der genoemde
vereenigingen kunnen worden ver
gemakkelijkt en bevorderd door
aan de besturen van de in hunne
gemeente gevestigde afdeelingen of
aan correspondenten als bovenbe
doeld den grootst mogelijken steun
der politie, ook van die aan de sta
tions te verschaffen en door te be
vorderen dat de ambtenaren, belast
door
ARCHIBALD CLAVERING GUNTER.
55)
Hij steekt een sigaar aan, verlaat zijn hut
en zou miss Mintura zeer ongelukkig hebben
gemaakt, wanneer zij bem gezien bad want
bij gaat naar de speelzaal en speelt bijna
den ganseben nacbt om zijn gedachten te
verdrijven; ditmaal speelt bij echter met
meer succes dan den vorigen nacbt.
De Fortuin lacht bem toe en bij wint veel
geld, bet meerendeel van Herr Wernig, die
blijkbaar de onbeschoftheid van den jongen
man beeft vergeten, ofschoon er een paar
malen een onheilspellende blik in zijn oog
glinstert, wanneer bij zijn gelukkigen mede
speler aanziet.
HOOFDSTUK XIII.
De bbievbn.
Den volgenden dag is Herr Wernig weer
zeer beleefd geworden jegens mr. Larcbmont
en tracht dezen zijn gezelschap weer op te
dringen, ofschoon de jonge man bem daartoe
weinig gelegenheid geeft, daar hij zich hoofd
zakelijk bemoeit met de tweede-klasse passa
giers.
Hij beeft nu bet gezelschap van Bastien
Lefort verwisseld voor dat van een der dames.
Deze dame heeft een kind van ongeveer vijf
jaar. Met vaderlijke zorg neemt Harry dit
kind op zijn arm, zoodra hij met de moeder
in gesprek isdaardoor beeft bij bet hart der
dame veroverd, en een voornaam deel van
den dag brengt bij dan ook door aan baar
zijde.
Tegen den tijd van lunchen keert hij terug
naar de eerste klasse, waar zijn uitstapjes,"
zooals bij bet noemt, zeer druk door de
beeren en de dames worden besproken, wat na
tuurlijk niet onopgemerkt blijft voor miss
Hinturn.
Op zekereD namiddag na baar siesta
want de boot is wel degelijk in de tropen en
ieder is min of meer door de tropische loom
heid overvallen -gaat Louise naar bet
dek om van een koelte te genieten; bet toe
val wil, dat zij bet voorwerp barer gedachten
ontmoet en onmiddellijk bet besluit neemt,
bem over de verschillende in omloop zijnde
praatjes te onderhouden.
Het onderwerp is gemakkelijk ter sprake
te brengen, want mr. Larcbmont beeft juist
bet kind op den arm.
»Miss Louise," roept hij, «dat is een mijner
nieuwe vriendinnen, de kleine miss Minnie
Winterburn, de dochter van een machinist
van een der baggermolens op de Chagres.
Haar vader is daar reeds sinds de opening
van den spoorweg geweest. Nu lijdt bij aan
de gele koorts."
e En haar moeder?" vraagt miss Minturn,
op den man af, na Harrij's woorden, die ball
en- half verlegen zijn uitgesproken.
a O, de moeder," antwoordt mr. Larchmont
«die zit daar in de tweede klasse. Zij is
veel jonger dan baar man derde of vierde
vrouw zoo iets, begrijpt u, Ik heb de
kleine meid meegenomen om een paar sinaas
appelen van den hofmeester te halen." Dit
schijnt de waarheid, want de kleine speelt
juist met een paar gele vruchten. »U excu
seert mij zeker een oogenblik? Ik zal mijn
kleine vriendin even terug breDgen in de
armen barer moeder en ben in een minuut
terug. Ik zal eerst even dien stoel voor u
klaar zetten."
Hij plaatst den stoel zoo gemakkelijk moge
lijk en verdwijnt dan met de kleine. Aanvan-
lijk volgt bet meisje bem met onverschilligen
blik; plotseling nemen baar oogen een ge
heel andere uitdrukking aan. Zij bemerkt,
boe zorgvuldig hij het kind vasthoudt, en
onwillekeurig moet zij er aan denken, boe
hij baar eens gedragen heeft in dien storm.
Die uitdrukking is nog niet uit baar oogen
verdwenen bij bet terugkeeren van Larcbmont,
die haar smeekend vraagt
«Hedenavond krijgen wij weer muziek, niet
waar
"Zeker niet; van avond zing ik niet voor
u," schertst zij.
«Waarom niet?"
a O overdag bet gezelschap der tweede
klasse's avonds het romantische der eerste
klasse."
«Was er dan gisterenavond iets romantisch
bij de eerste klasse? vraagt de jonge man,
baar scherp aanziende.
"Neen e natuurlijk niet zoo iets
bedoelde ik niet!" stamelt bet meisje.
Zoo? Wat bedoelde u dan?"
"Ik bedoelde," antwoordt het meisje, moed
vattende, «dat gij des daags de voorkeur schijnt
te geven aan bet gezelschap der tweede
klasse-passagiers. Waarom zoudt gij dit ook
niet des avonds doen? Hij springt op. «In
welk een valscbe positie kan men toch ge
plaatst worden door een valsch vermoeden I"
klinkt bet ernstig van zijn lippen.
Wordt vervolgd).