NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. Bjj flit nummer Moort een Bijvoegsel. VAN WEEK TOT WEEK. BUITENLAND. BARON MONTEZ No. 45. Zaterdag 4 Juni 1904 Drie-en-dertigste jaargang VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk M«t gratis Zondagsblad voor binnen de stad (naar buiten tegen vergoeding van port Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrij dag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Laugestraat 77. Telephooniio. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/> Cent. Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte De Raadsvergadering van j.l. Dinsdag. Met genoegen hebben wij gezien dat de heer Plomp in de raadsvergadering van j.l. Dinsdag weer eens heeft aan gedrongen op meer publiciteit. Met hem zijn wij van meening, dat bet wenschelijk en nuttig is de voorstellen te publiceeren. De burgerij dient te weteu wat in haren Raad zal behandeld worden, moet in de gelegenheid zijn een oordeel uit te spreken. Wie op het kussen gebracht wordt door het vertrouwen en den wil zijner mede burgers ontvangt niet tevens de gave der alwetendheid, maar blijft dezelfde mensch, d. w. z. heeft van veel dingen verstand, misschien van enkele zaken heel veel verstand, maar. er blijven toch dingen over waaromtrent hij eerlijk zijn onkunde moet erkennen De wijsheid komt niet met de jaren, en ook niet met het ambt. Het pleit voor een raadslid als hij voorlichting uit de gemeente niet versmaadt en met den heer Plomp van oordeel is, «dat in zoovele zaken, waar de raads leden geheel buiten staan het publiek inlichting kan verschaffen, die een beter oordeel tot gevolg kunnen heb- .ben." Op die wijze worden de ge meentebelangen het best bevorderd, en daarom is het ten slotte toch maar te doen. De tijd is lang voorbij waarin men placht te zeggen »de fleeren moeten het weten." Dat was in de 18de eeuw, in het heerlijke tijdperk van familieregeering en regenten-aris tocratie. De burgerij bezat geen in vloed op de besturen der gemeenten gelijk zij van alle deelneming in staatszaken was uitgesloten. Slechts in enkele gevallen kon een publieke opinie zich doen gelden, maar overigens had men te bukken voor de macht der regenten. Die tijd komt nooit weerom. Nu heeft de burgerij hare vrij gekozen vertegenwoordigers. Zij kiest de mannen door wie zij ver trouwt dal hare belangen goed be hartigd zullen worden. Een imperatief mandaat zou niet waardig en niet altijd mogelijk zijn, doch dit neemt niet weg dat de burgerij er prijs op stelt dat bij besluiten met hare vven- schen rekening gehouden wordt, en dat derhalve de grootst mogelijke openbaarheid worde gegeven omtrent alles wat door de vroede vaderen besproken en gedaan zal worden. De gemeentehuishouding omvat zoo veel, dal onmogelijk elk raadslid van alles verstand kan hebben. Maar als wij hebben specialiteiten hierin en daarin en zoo noodig nog een speciali teit buiten den Raad zien raadplegen, dan kunnen wij gerust zijn. Kunstkennis is geen algemeen eigendom, en specialiteiten op dit gebied zijn witte raven. Gelukkig daarom dat een Raad er een of meer rijk is. Wat zeer gewenscht is het dat bij verfraaiing en uitbreiding van een stad goede smaak en waar kunst gevoel een woordje meespreken in het belangeener aesthetischeopvoeding der burgers. Göthe noemt de archi tectuur een versteende toonkunst en stolt zich Orpheus voor, zooals hij op een uitgezochte plek door de tonen zijner lier de steenen lokte en dwong zich in maat en vorm tot een wonder stad saam te voegen. De burgers van zulk een stad hebben veel voor bij die eener slecht gebouwde stad, waar het schoone en de kunst ongekende, onbegrepen zaken zijn. Als er van schoonheid of kunst sprake komt is aanstonds de heer Heijligers er bij; het was te ver wachten dat hij zich tegen het leg gen van weer een brugje over de singelgracht zou verzetten, want onze singels worden er door al die platte brugjes niet mooier op. De smaken kunnen verschillen, dat merkten we weer toen een ander lid al die brugjes wel eigenaardig vond. Al wat eigen aardig is is nog niet mooi of fraai en dit eigenaardige is zeker niet mooi, en in elk geval een ontsiering van de singels. Hoewel B. on W. en an dere leden dit toestemden werd nielte- n besloten de ontsiering toe te staan omdat de brug van groot be lang is voor den aanvrager. Niemand zal er iets tegen hebben dat 's mans verzoek werd ingewilligd, omdat het brugje voor zijn bedrijf noodig is, maar niet zonder bedenking is liet argument, dat het gemeentebelang niet geschaad wordt door een derge lijke ontsiering. O neen, de gemeente kas heeft er geen scha bij, steekt er nog f 10 bij op, en de scheepvaart zal er geen hinder van hebben en verder ligt dat brugje niemand in den weg. De meer of mindere fraai heid en mooiheid van Amersfoort hangt ook niet aan dat eene brugje. Maar het uitgesproken beginsel deugt niet, want het is wel degelijk voor de gemeente van belang of er ont siering komt of met, en dan gaat het algemeen belang boven dat van een particulier. Anders kan niet gezegd worden, dat onze Raad geen oog of gevoel voor schoon heeft. Nog onlangs werd langdurig consult gehouden over eenige kwijnende hoornen aan onze singels, en wij weten dat geen boom met goedvinden van den Raad valt of het moet hoog tijd zijn. Temeer verwondert ons daarom de beslissing over het brugje. Wat ons niet verwondert en wat velen zullen toejuichen is, dat er een verordering wordt vastgesteld op de banken van leening. Die inrichtingen zijn helaas onmisbaar voor den kleinen man die er zijn toevlucht toe neemt is controle van gemeentewege van groot belang. Gaf de bestaande bank tot geen klachten aanleiding, goed dan is de verordering mede in haar be lang daar zij eventueele misbruiken van concurrenten zal keeren. En wat velen mede zullen toejuichen is, dat er aan de ambachtsschool kwestie nu toch een einde komt. De school moge bloeien, onverkwikkelijke kwesties als van den laatsten tiid, als ze te lang duurden, zouden op den duur toch die inrichting zeker geen goed doen. En dat zou jammer zijn. Gedurende de raadszitting trokken donkere wolken voorbij, spellende onweer en regen. Nu het was soms warm genoeg en het zal dezen en genen een welkome verfrissching ge weest zijn toen de eerste bestrijder van het brugje het gesprek bracht op het koele leidingwater, waarvan volgens den voorzitter genoeg in voorraad is om den heetsten brand te blusschen. Het voorstel, om in Engeland de conscriptie in te voeren is daar te lande lang niet gunstig ontvangen. De bladen veroordeelen het bijna éénstemmig, met uitzondering natuur lijk van de militaire organen. De overige scharen zich grootendeels om het minderheidsverslag van Sir Ralph Knox, die verklaart, dat de eenige ware verdediging van eene eiland- Mogendheid is haar vloot, die steeds op overwegende sterkte moet gehand haafd worden. De grenzen van Groot-Brittannië en die van andere landen heet het zijn niet te vergelijken, het eenige geval waaronder vergelijking mogelijk zou zijn, zou ontstaan, wan- waDneer de vloot vernield was cn de oppermacht ter zee in andere han den was overgegaan. Daarom was het vetkeerd om te trachten het voor beeld van andere landen te volgen. Zij verdedigen hunne grenzen door middel van een sterk leger. Engeland doet het door middel van eene sterke vloot. De meerderheid van de com missie doet een voorstel, dat slechts waarde heeft, wanneer de vloot ge- geheel vernield is, de vijand gelegen heid heeft gehad om een groot leger te landon en het geregelde leger elders bezig wordt gehouden. De «boeman" van den «vreemden invaller" is reeds vroeger onderzocht en ook onschadelijk gemaakt door kapitein ter zee Wilfred Henderson, die aan toonde, dat voor het landen van circa '29,000 man op de Britsche kusten noodig zijngoed weder, geen verzet aan de kust, geen verzet bij het lan den en 68 groote transportschepen. De commissie werd benoemd om een onderzoek te doen naar de or ganisatie, het getal en den diensttijd der vrijwilligers en militia", en om na te gaan, welke veranderingen noodig geacht kunnen worden om beide op voldoende sterkte en tevens in voldoende geoefendheid te houden. Zij is derhalve veel verder gegaan dan haar opdracht ging, en heeft voorstellen gedaan, die niet van haar gevraagd werden en geïnspireerd zijn door een soort van paniek. Daarom willen enkele organen die voorstellen niet ernstig opvatten. Het rapport komt twee jaren te laat, want er is thans eene verdedigings-commissie, die de militaire vraagstukken, ook in verband met de Marine, geregeld nagaat en niet zulke dwaze voor stellen zal doen als deze commissie, die de Marine geheel huiten spol liet en de groote quaestie bekeek, alsof het een zuiver militair vraag stuk was. Wanneer men haar dus uitlacht voor haar sensationeel rapport, dan heeft zij niet meer dan zij ver diende. Geen enkel orgaan, dat de voorstellen der commissie geheel en al verdedigt. De gematigste critici noemen ze on tijdig en beschouwen het feit dat dwang in beginsel aangenomen is, als een belangrijke stap in het vormen eener openbare meening over een belangt ijk nationaal vraagpunt. Daarentegen wordt er wel geijverd voor meer zorg voor physiek van de jonge Britten. Zelfs bij de vrijwilligers is die treurig. Indien zij voor actieven dienst opgeroepen werden zou een DOOR ARCHIBALD CLAVERING GUNTER. 62) Kunt u tem niet verstaan, zegt u? Sta mij dan toe, als tolk dienst te doen.» Kalm plaatst hij een stoel tusschen den j ongen man uit Costa Rica en diens inamorata en bijna vinnig voegt hij den eerste toe: «veron derstellende natuurlijk, dat u voor mij wilt herhalen wat uw tot haar hebt gezegd." «Tot n, Americano, zeggen, wat ik heb gezegd tot het licht mijner ziel, tot Senorita Madeline?» roept Alvarez verbaasd. «Ba,« voegt hij er minachtend aan toe, «u boezemt mij niet het minste belang in.» «Werkelijk niet antwoordt Harry. «Dan zal miss Maddy misschien vriendelijker voor mij zijn. Zoudt u niet denken, dat een wande lingetje thans zeer aangenaam zal zijn?» Hij biedt de behaagzieke mejuffrouw Stockwell den arm en gaat heen, den j ongen man tanden knarsend achterlatende, want mr. Larchinont weet zoo gezellig met mooie meisjes om te gaan. Alvarez bemerkt spoedig hoe druk hij zich in het maanlicht met de jonge dame bezig houdt, en plechtig neemt hij ook den medeminnaar op in de vendetta als nummer twee. Ook voor Louise blijft de opmerkzaamheid, welke Harry miss Stockwell betoont, niet on opgemerkt. «Hij is niet in zijn plan geslaagd, daarom boezem ik hem geen belangstelling meer in. Zie nu, hoe hij de waarheid bewijst van waarvan ik hem heb beschuldigd. Door deze vrouwelijke logica wordt Louise nog verstoorder op Harry Larchmont, die, onder ijdel gebabbel, met miss Madeline Stockwell het dek op en neer wandelt. Want deze jonge dame meent nu eenmaal, dat ieder haar moet beminnen, en dwepend slaat zij daarom haar oogen op tot den man, die volgens haar ook bezweken is voor haar bekoorlijkheid. Dat ziet Louise en wanhopig prevelt zij «Wanneer hij zooveel onverschilligheid toont, waarom zou ik het dau niet doen?» Toevallig nadert Herr Alsatius Wenrig, dien zij met veel meer oplettendheid ontvangt dan ooit te voren zij plaatst hem in den zevenden hemel, hoe nijdig mr. Larchmont in het voorbijgaan hem ook moge aanzien. Natuurlijk gaan miss Louise Minturn en mr. Harry Larchmont, die elkaar des morgens zoo hartelijk hadden begroet, des avonds ter ruste met bittere gefoelens jegens elkaar in het hart. Niet de bitterheid van den haat, doch de bitterheid der liefde, die dikwijls even gevaarlijk, even moeielijk te dragen is. Miss Stockwell daarentegen is buitensporig gelukkig. Zij maakt zich diets, dat zij het eene liefdesavontuurtje, dat haar lastig begon te worden, heeft doen eindigen en weer een ander is begonnen. Later ia den avond schrijft mr. Larchmont, nadat hij zijn bagage gepakt en alles voor de landing in gereedheid heeft gebracht, een brief, bij welke bezigheid hij een paar malen zucht en zich een paar malen vergist. Bij het naar bed gaan maakt hij de opmerking: «Tot zoover is mijn uitstapje naar Panama niet buitengewoon gelukkig geweest I want op het lijstje zijner vijanden kan hij hedenavond nog iemand meer schrijven dan Diego Alvarez. Den volgenden morgen is reeds vroeg alles op het dek, want er is land in het zicht. Van af het dek kan men de Andes van Zuid-Amerika zien. Uit den mist komen de Tierras Calientes als een groote vlakte opdiepen; geur van myriaden bloemen en planten wordt hun toegezwaaid door een zachte koelte, die strijkt over de dartele golven. Het is zomer onder den Evenaar Het schip doet de blauwe wateren splijten en stoomt Navy-Baai binnen en voor hen ligt het Manzinillo-eiland, waarop de stad Colon is gebouwd een massa lage, roode steenen gebouwen, hier en daar afgebroken door eenige palmboomenaan de zee-zijde een aantal evenwijdig loopende kaden. Aan hun linkerzijde zijn de aardige wonin gen gelegen van de hoofdambtenaren van het kanaal, op het Christophorus Columbus eiland. De stoomboot vaart de haven binnen, glijdt langs de steigers en ligt stil. Dit alles en nog meer zou miss Minturn hebben kunnen opgemerkt, wanneer niet zooveel persoonlijke aangelegenheden haar aan dacht in beslag namen. Gedurende de laatste oogenblikken van de reis, kort voor de landing, wordt op de etiquette aan boord dikwijls niet zoo nauw lettend acht geslagen; van deze nalatigheid gebruik makende, heeft een vroolijk uitziend vrouwtje, zeer zindelijk gekleed en aan de hand een lief kind leidende, de tweede-klasse kajuit verlaten, is naar miss Minturn gegaan en heeft deze een brief overhandigd met de woorden: «mr. Larchmont heeft mij gevraagd u dezen brief te geven. Het meisje ziet hem vluchtig door en tegen wil en dank voelt zij zich getroffen bij het lezen van het volgende: l Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1904 | | pagina 1