NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
BINNENLAND.
BARON MONTEZ
No. 59.
Zaterdag 23 Juli 1904
Drie-en-dertigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
VAN WEEK TOT WEEK.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk
l(«t gratis Zondagsblad voor binnen de stad (naar buiten tegen vergoeding van port.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestraat 77. Telephoouns. 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer Tl, Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
Twee groote karakters.
«Groote mannen, zegt een ervaren
schrijver, zijn de bruidsschat van een
land. Geen verwoesting, ontvolking
of zelfs slavernij kunnen dezen te
gronde doen gaan. Wanneer het
nationale leven weder wordt opge
wekt, dan rijzen de helden van 't
verledene weder op in de herinnering
der menschen en schijnen de levenden
bij te staan, voor te lichten en aan
te vuren. Geen land kan vetloren
gaan, dat zich door zulke roemrijke
getuigen voelt gadegeslagen. Zij zijn
het zout der aarde, na hun dood
zoowel als bij hun leven."
Is dit niet een waar en troostrijk
woord geheel en al van toepassing
op den edelen grijsaard wiens over
lijden in de vorige week ons werd
bericht?
Dat dit een man was van karakter,
een dier menschen die het geweten
der maatschappij zijn genoemd en
zonder wie de wereld niet waard zou
zijn, dat men er in leeft, het is
onbetwist erkend door vriend en
tegenstanderen dat door alle bladen
zonder onderscheid eerbiedig hulde
werd gebracht bij het heengaan van
dien man, het is een bewijs dat
karakteradel alom nog eerbied af
dwingt, bewonderd en geacht wordt,
en dit te mogen constateeren is ver
blijdend.
Gevraagd wat het geheim was van
Krugers kracht moet het antwoord
luiden: zijn karakteradel, want dat
is en blijft een der meest vermogende
krachten in de wereld, almee het
edelste en schoonste dat de menschen-
wereld ons te zien geeft.
De man van karakter staat zooveel
hooger dan het genie als het hart
gaat boven het verstand. De invloed
van den eersten is grooter en van
langer duur.
Die adel van karakter is niet af
hankelijk van geleerdheid. Iemand
kan uitmunten in kunst of welen
schap, een korenzolder van geleerd
heid zijn, en toch in karakter, in
plichtsbesef, oprechtheid en eerlijk
heid achter staan bij een arm en
ongeletterd mensch. De ongeletterde
Paul Kruger stond hooger dan wie
opgevoed waren in de beste hooge-
scholen der beschaving.
Karakteradel is ook niet afhanke
lijk van hooge geboorte en rijkdom.
Groot vermogen is dikwijls juist aan
leiding tot ontaarding en verdorven
heid. Nu was de President niet on
vermogend, maar de rijkdom bracht
hem niet in verzoeking, karakteradel
bleef zijn edelste bezitting, zonder
zijn beginselen zou hij zich even arm
gevoeld hebben, ja armer nog dan
wie niets van goud of zilver bezitten.
De eenvoudige, ongeletterde man
bezat een verborgen kracht waardoor
hij een buitengewoon grooten invloed
uitoefende, en die macht was niets
anders dan zijn karakter. Van de
zuiverheid der bedoelingen van zoo'n
man is de wereld overtuigd, en daarom
volgen zij hem. Zij gevoelen dat hij
een beroep doet op het beste in den
mensch en daarvoor de hoogste achting
heeft. Anders deed een man als
Napoleon, die eens gezegd heeft: »de
menschen zijn varkens, die met goud
gevoed willen wordenwelnu ik werp
hun goud toe en breng hen waarheen
ik wil." Dit moge van meer menschon-
kennis getuigen, van achting voor de
menschen zeker niet.
Kruger, omdat hij een man was
van groot karakter, blijft leven onder
zijn volk en zal daar niet enkel zijn
in het graf. Zijn leven is overgostort
in het leven van zijn volk, dat hij
zal blijven voorlichten en aanvuren
tot in een betere toekomst.
Sprekende over mannen van karak
ter valt vanzelf onze aandacht op
den generaal die gehuldigd wordt en
gevierd als de held en pacificator van
Atjeh. Hulde wordt hem gebracht,
omdat door zijn krachtig optreden
aan de langdurige Atjeh-i-liende een
einde gaat komen, meer nog omdat
door zijn beleid als staatsman het
ongelukkige Atjeh gaat worden een
welvarend land met een tevreden be
volking. Mogen diegenen die bij het
rekken van den strijd voordeel had
den niet van harte instemmen met
het vreugdbetoon, de groote meerder
heid ziet dankbaar op tot den man
die den oorlog nagenoeg wist te be
ëindigen en bewondert zijn vastbe
radenheid, doortastendheid en voort
varendheid.
Die bewondering zou nog klimmen
wanneer men kende de bezwaren
waarmee Van Heutsz heeft te kampen
gehad, welke bezwaren het hoofd te
bieden moeilijker taak was dan het
overwinnen van den Atjeher, bezwaren
die meestal het groote publiek onbe
kend blijven.
Die weerstrevende machten, meer
te duchten dan de taaie tegenstand
der Atjehers, waren in'de eerste plaats
nijd en naijver. Een kranig karakter
als Van Heutsz bezit vindt altijd per
sonen die liet willen neerhalen omdat
zij er niet bij kunnen. Het heeft dan ook
niet aan pogingen ontbroken om dien
man in zijn loopbaan te stuiten, maar
ze leden schipbreuk. Er zat een man
van karakter op den troon te Batavia,
die Van Heutsz wist te waardeeren
en hem handhaafde, daarom bracht
de generaal de hem gebrachte eer
over aan dien machtigen beschermer.
Eenmaal scheen de kans al heel
gunstig om den dappere te verwijde
ren. Iemand die een schot in de borst
had gekregen kon toch voor den dienst
niet altijd valiede blijven. Maar een
keurende geneesheer die man van
karakter is blijft dool voor alle wen
ken, hij keurt goed wat hij goed be
vindt, en zoo bleef Van Heutsz.
In Van Heutsz zien wij een buiten
gewone wilskracht, en wij bewonderen
zijn doortastend en voortvarend be
leid. Wij hebben hier een karakter
waar een oprecht, wars van alle
vleierij en kruiperij. »Het is geen
kunst om minderen af te takelen,"
moet hij eens gezegd hebben, «maar
wel om dat je meerderen te doen."
Of daar moed en oprechtheid toe
noodig is
Hij zag ook niet knielend op naar
de hoogen, maar met alle respect voor
ware verdienste en echte kennis was
zijn weinig vleiend oordeel, dat velen
omhoog gaan door gebrek aan ge
wicht. Dat is misschien waar voor
Indië, maar hier te lande toch zeker
niet; hier wordt bij benoeming en
bevordering meer en uitsluitend gelet
op kennis, ijver, toewijding en ver
dienste; hier wordt wel degelijk ge
wogen en wat te licht bevonden wordt,
maar ik ga niet verder, want ik
zie u al ongeloovig glimlachen. Enfin,
vraag het dan maar eens den generaal,
wiens scherpziend oog ook hier de
rijen der hoogen en grooten wel zal
gemonsterd hebben.
Een spreekwoord zegt: de sterke
man en de waterval banen zich hun
eigen weg. Zoo deed van Heutsz. Zijne
daden kenineiken zich door kracht,
onafhankelijkheid en zelfvertrouwen
zij boezemen eerbied en bewonde
ring in.
Evenals de magneet het ijzer aan
trekt zoo weken mannen van karakter
gelijkgezinden aan zich te verbinden.
Het is bekend hoe van Heutsz voor
een moeilijbe taak den juisten en
flinksten man weet te vinden. En
wat er in die mannen mocht ontbreken
wordt aangevuld door de bezieling
die daar uitgaat van den generaal.
De vastberadenheid die uit al zijn
handelingen sprak werd door zijn in
vloed ook het deel van hen, die hem
omringden en zijn bevelen moesten
ten uitvoer brengen.
Van zoo'n karakter gaat een kracht
uit die veel goeds kan werken. De
benoeming van dezen man tot gouver
neur-generaal is dus al een zeer ge
lukkige keuze, wel door iedereen ge-
wenscht, verwacht, en toegejuigd.
De ballon-mannetjes in vreeze dat
ze omlaag moeten, maar al wat
energie en karakter heeft blij den
nieuwen kranigen landvoogd begroe
tend.
Aan het Nederlandsche Volk!
Na de warme huldebetuigingen, welke omen
grooten Generaal Van HeuUz in verschillende
doelen des Rijks reeds cijn gebracht, wenschen
wij er Uwe aandacht op te vestigen, dat U de
gelegenheid wordt aangeboden om aan Uwe
vereering voor den pacificator van Atjeh en
xijn dappere troepen,een tastbaren tn blij eenden
vorm te geven.
Reeds uit het nummer van 16 Juli zal het
U bekend syn, dat onxe Comitó's neb gevormd
hebben met het doel:
1°. eebll4er| vte de ketterslag vat
Baté-llli (Sasalaagt) aan te bieden aan het
Instructin-Bataljon te Kampen, de instelling
alwaar de Generaal Van Heutsz als 16-jarig
jongeling in militairen dienst trad, en waar
hij dus sijn eerste schrede zette op sgna-
schitterende en voor Nederland en zyne Kolo
niën zoo zegenrijke militaire loopbaan.
2°. een .Centraal vaa Hstitez Fends" op te
richtenbestemd tot tegemoetkoming in de
kosten van opvoeding en onderwijs van kinderen
van militairen beneden den rang van officier
die in Neder hndsch-India zijn gesneuveld of
aan voor den vijand bekomen verwondingen
zijn overleden.
Bij monde nu van onzen Eere-Voorzitter,
Generaal Snyders, is aan den Generaal Van
Heutsz dit tweeledig huldeblijk aangeboden,
en Z. E. heeft vorklaard dit gaarne te willen
aanvaarden, zoowel uit belangstelling voor het
Instructie-Bataljon, als met het oog op de
schoone bestemming van hot Fonds, 't welk
ten goede zal komen aan de nagelaten kin
deren van onder-officieren en manschappen,
die hun leven lieten op het veld van eer in
den dienst van Koningin en Vaderland.
Do Generaal heeft voorts de toezegging ge-'
daan om op een nader te bepalen dag in
Augustus a.s. te Kampen het huldeblyk te
sullen in ontvangst nemen voor zooveel
betreft een fotografie, welke in afwachting dat
de sehildery gereed komt, deze zal vervangen,
en aan het Instructie-Bataljon, als aandenken
te zullen schenken.
Het Uitvoerend- ea Eere-Goraité houden sich
overtuigd, dat de geheele natie met geestdrift
door geldelijke bijdragen de verwezenlijking
van hunne plannen zal steunen, dat er alsoo
in waarheid een nationaal huldeblijk, den
Generaal Van Heutsz en het dappere Indische
leger waardig, zal tot stand komen, een hulde
blijk, waarin Nederland toont, dat het sjjn
groote mannen weet te eeren, tevens dat het
den plicht, de eereschuld der dankbaarheid
erkent jegens de onschuldige kinderen van hen.
vier levensdraad door 's vyands lood of staal
in Indië ontydig werd aigesneden.
ARCHIBALD CLAVERING GUNTER.
76)
Zoo herhaaldelijk had zij het gesprek op deze
paarlen gebracht, dat Harry hoopte, dat hij,
door haar die te geven, van haar de inlichtingen
kon verkrijgen, welke hij vereischte, en dat,
wanneer eens de schoone Panama-paarlen om
den fraaien hals hingen van mademoiselle Bébé,
zij in een aanval van vervoering de lippen zou
openen en hem vertellen wat zij wist wanneer
hij zich slechts heel slim wist te houden.
Dientengevolge heeft hij dezen eigensten Zon
dag het paarlsnoer ia den zak; hij had het
den vorigen avond gekocht en was van plan het
haar te geven. Doch juist terwijl hii nadachtover
een kleinen coup de thé&tre, die de tong
der sirene zou losmaken, had zij er op gestaan,
met hem een wandeling op het bolwerk te
maken, want gaarne stelde deze jonge dame
het publiek in kennis met haar veroveringen
en Larchmont was zoo knap! Een gevoel van
schaamte had Harry de uitnoodiging doen
afslaan. Bébé was even wel niet gewoon, dat
men haar een verzoek weigerde, zelfs niet een
kleinigheid. «Mon ami," aldus wendde zij
zich tot hem, «schaamt gij u om te worden gezien
aan de zijde van haar, aan wie gij uw ge
negenheid hebt geschonkeu? Als ik dat kon
vermoeden, mijn schoone puritein, zou ik u
haten gij hebt nog nooit Bébé's haat
gezien."
Onder deze bedreiging had hij toegegeven
en was, hij, bijna ongeveer als Bichon, de
poedel, in triumf naar het bolwerk geleid, om
daar te ondervinden wat het noodlot voor
hem had weggelegd. Nu ontstaat er echter
ook een ommekeer in zijn gedachten. «De
prijs is te hoog," mompelt hij. «Ik wil mijn
overwinning niet koopen met mijn eer, ofschoon
ik vrees, dat ik den zwaarsten prijs reeds heb
betaald."
Yan nu af bezoekt bij mademoiselle Bébé
des Champs Elysées niet meer.
Doch zijn verdwijnen maakt de algemeene
nieuwsgierigheid gaande en brengt de sirene
tot razernij.
Onder de heeren, die dezen middag hun
hulde komen leggen aan de voeten van made
moiselle Bébé, onmiddellijk na Harry's vertrek,
behoort ook de jonge don Diego Alvarez, die
in Panama rondslentert, tot de stoomboot hem
naar Costa Rica zal voeren. Deze trotsche
jonge man haat met zijn gansche Spaansche
hart den jongen Amerikaan. Zijn afkeer is
niet verdwenen door het schijnbare succes,
dat hij bij deze theater-beroemdheid heeft be
haald. Hij is te weten komen, dat Larchmont
klerk is bij de Pacific Mail, veracht hem daarom
en lacht in zichzelf: «Welken indruk zal dat
nieuws maken op de diva?" Van deze ge
dachte vervuld, schrjjdt hij op haar toe, knoopt
een gesprek met haar aan en merkt ter loops
op«het verheugt mij eindelijk een vrouw te
zien, die een knappen man bemint, die geen
andere aantrekkelijkheden bezit."
«Meent u mij?" lacht de jonge dame onge
loovig.
«Zeker, u!"
«En wie is die heer? Natuurlijk heb ik
hem nog nooit gezien."
I «Wel de Amerikaan, senor Larchmont."
j «O, Henri," antwoordt de jonge dame ge-
meenzaam. «Henri heeft nog vrij wat andere
aantrekkelijkheden. Hij ziet er niet alleen
goed uit, maar hij heeft ook geld.
«Geld?" spot de jonge man.
«Ja, geld."
«Maar niet veel geld."
«Genoeg om mij een prachtig snoer paarlen
te beloven, die juist van de eilanden zijn ge-
gekomen.»
«Hij, die klerk van de Pacific Mail Maat
schappij, met het salaris van een bedelaar, hij
een groot parelsnoer koopen?»
«Die klerk van de Pacific Mail Maatschappij!
Wien bedoelt gjj vraagt Bébé, verblekend.
«Senor Harry Larchmont.»
«Onmogelijk
»U kunt u zelf overtuigen van de waarheid
van hetgeen ik zeg morgen, of wanneer u
wat haast maakt, van avond nog,u lacht don
Diego.
«En hij beloofde mij dat parelsnoer, die
ellendeling! Hij speelde met mijn hartzucht
de dame, terwijl zij haar hand legt op de
hoogte, waar dit orgaan moet te vinden sijn,
doch waar het niet i9. «Een klerk van de
Pacific Mail een pennelikker! Maar ik zal
het onderzoeken! Eu wee hem, wanneer het
waar is.«
Een vrouw van haar woord zijnde niet alleen
in hartsquaesties, maar ook in zaken, gaat zij
een onderzoek instellen en ontdekt zij dat
wat zij vreesde, waar is; was mr. Larchmont
bij haar verschenen, zij zon haar woede op
hem hebben gekoeld. Doch daar Harry weg
blijft, wijzigt zij allengs haar oordeel over
den jongen man, onstandvastig als zij is en
steeds verlangende naar hetgeen zij niet kan
krijgen. «Arme jongen!» mompelt zij. «Ik
ben bang, dat ik te ver ben gegaan. Ik zou
het hem wel hebben vergeven, dat hij een
klerk is; want hij is zoo mooi!«
Wordt vtroolgij.