nieuwe
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
Bij flit nnmmer Moort m Bijvoegsel.
DE HERFST.
BARON MONTEZ
No. 81.
Zaterdag 8 October 1904.
Urie-en-dertigste jaargang
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Plaatselijk Nieuws.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk
Met gratis Zondagsblad voor binnen de stad (naar buiten tegen vergoeding van port.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
BureauLaugestraat 77. Telephoomi». 09.
ADVERTENTIBN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/i Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
De heifst stemt tot weemoed. Wij
leven met de natuur, zij werkt op
ons, dat is niet meer dan natuurlijk.
Wanneer die natuur gaat gelijken op
een groot sterfhuis, dan worden wij
gestemd tot weemoed, want in een
sterfhuis heerscht de vreugde niet,
maar wel droefheid en smart,
Het licht gaat ons steeds vroeger
verlaten, weiden en wouden worden
vaal en bruin van kleur, ritselend
vallen de verdorde bladeren, de trek
vogels zijn al weg, bloemen verwelken,
overal lijken, overal stervenden.
Het zien van dit alles maakt wee
moedig.
Wij bedenken wij zijn aan dezelfde
wetten onderworpen, aan dezelfde orde
van vergankelijkheid, gelijk die blado
ren verwelken wij en vallen wij af,
als voor ons de heifst is aangebroken
en wellicht nog eer, wie weet?
Een schoorie lente, een prachtige
zomer ligt achter ons. Een tijd van
bloesems en beloften, van vrucht en
weelde, van arbeid en vreugde isjvoorbij.
Alles bloeide en jubelde om ons en
in ons. Zooveel schoone uren en dagen,
zooveel onvergetelijke kostelijke beel
den staan ons nog voor den geest:
bet is nu alles voorbij, het komt
nooit weder. Dit afscheid stemt, zoo
als gewoonlijk een afscheid doet,
weemoedig.
Maar de herfst spreekt niet slechts
van verwelken, lijden en sterven en
behoeft u niet alleen of bovenmate
treurig en weemoedig te stemmen.
In elk geval is van het goede en
schoone dat er was de herinnering
gebleven. De herinnering aan zonnige
dagen, groenende akkers, bloeiende
velden, ruischende wouden en frissche
wateren. Bij die herinnering voegt
zich de dankbaarheid voor wat er
goeds genoten is.
De herfst spreekt van iets beters
dan vernietiging en vergankelijkheid.
De herfst is het leven zelf; is lente
en zomer het opbloeiende leven, de
heifst is liet rijpe welvolbraciile leven.
En zoo mot zijn rijke kleurenpracht
en heerlijke vruchten is de herfst
schooner en heerlijker dan lente en
zomer. Boven den rouwzang der vei-
gankelijkheid klinkt het lied der weder
geboorte, want op het afsterven dat
wij aanschouwen volgt een blij her
leven. Het is onjuist om in den herfst
louter symbolen van vergankelijkheid
en beelden van vernietiging te vinden.
Want zelfs al wat wij zien vergaan
en verworden zal dienstbaar zijn aan
de herleving in de nieuwe lente.
De herfst is liet beeld van de wei-
volbrachte taak. De natuur heeft
gegeven overvloedig en aan allen,
bloemen en vruchten, al haar koste
lijke gaven bood zij een iegelijk aan,
niemand moest ledig heengaan.
Zöh is de herfst van den menseh
die op een welbesteed leven mag
terugblikken. Hij heeft zich, het beste
van hem, gegeven voor anderenalle
gaven en krachten gebruikt om wijzer,
gelukkiger, en beter te maken. Komt
de tijd waarin zijn kracht verlamt en
het hart vergaat, met meer dan wee
moed alleen wordt hij nagestaard,
want hij blijft in zegenrijke herinne
ring leven, zijn werk blijft en zal nog
vruchten dragen lang na deze.
Voor ons allen komt de herfst
waarin jeugd en schoonheid verwelken,
dan moet geteerd worden op hetgeen
in den middagtijd is vergaderd. Als
dan maar de voorraadschuur niet ledig
is. Doet dan de winter onzes levens
allen arbeid staken, wel ons zoo wij
zaden gekweekt hebben voor reiner
en heiliger leven.
Een verschil met de natuur is dit:
is een herfst voorbij, de loop der
jaargetijden gaat voort, er komt tel
kens ,een andere heifst. Maar wan
neer onze herfst voorbij is, dan is
het uit, het einde komt slechts een
maal.
Een overeenstemming is dezeeven
als de bladeren vallen wij af, maar om
plaats te maken voor andeien.
Aan de groeve van een mensch
van beteekenis, ook wel bij een zon
der beteekenis, kunnen svij dikwijls
de gemeenplaats hooren, dat liet ver
lies niet vergoed kan worden, dat de
plaats ledig moet blijven enz. En er
zijn levenden die zich kwellen met
de vraag, hoe het in de" wereld gaan
moet als zij er niet meer zijn, zij
kunnen de wereld zonder ziclizelven
niet voorstellen. Ileusch, de aarde zal
ongestooid haar baan vervolgen, nie
mand is onmisbaar, ledige plaatsen
worden terstond ingenomen door ande
ren. Waarom zouden wij op hen ge
ringschattend nepizien en zoo bekrom
pen jaloersch zijn als anderen het
tooneel betieden waarvan wij op liet
punt zijn af te dalen? Als wij onzen
goeden tijd gehad hebben moeten wij
blijmoedig ruimte maken voor de
jongere krachten en ze niet benijden.
Huishoud- en Industrieschool.
Donderdagavond vergaderde in »Ons
Huis" van 8.10—9.10 een O-tal be-
stuurs- en een 22-tal gewone leden
der «Vereeniging Amersfoortsche In
dustrie- en Huishoudschool."
Nadat de notulen der vergadering
van 8 Maart 1.1. door den secretaris
den heer F. Wesseling waren gelezen
en door de vergadering ongewijzigd
goedgekeurd, deelde de voorzitter, de
heer van der Horst Bruyn, mede, wat
het doel dezer vergadering was. Spr.
begon met in het kort de geschiedenis
der quaestie na 8 Maart 1.1. mede te
deelen. Zooals men zich zal herin
neren werd in die vergadering be
sloten, zich alsnog tot den minister
te wenden, om te trachtten de be-
noodigde f 5000 rijkssubsidie alsnog
te bekomen voor een volgend jaar.
Nadat op het verzoek om een par
ticuliere audiëntie afwijzend was be
schikt, togen do heeren Gerritsen en
Wesseling ter audiëntie. De heeren
kwamen met een zeer gunstigen in
druk terug en dachten het pleit ge
wonnen te hebben, toen 3 Sept. 1904
de bekende mededeeling kwarn, waar
bij bleek dat de minister met het oog
op 's Rijks middelen geen vrijheid
vond een grooter subsidie dan op de
begrooting van 1904 voorkomt, voor
1905 uit te trekken. Aan Provincie
en Gemeente moet nu worden mede
gedeeld dat de loegekende subsidie
niet kan aanvaard worden.
Op voorstel van den voorzitter werd
liet groote plan opgegeven, en ver
vallen verklaard.
Ten einde nu te voorkomen dat de
oprichting eener Industrie- en Huis
houdschool voor langen tijd van de
baan wordt geschoven, heeft de
meerderheid van het bestuur liet
plan geopperd, een school op kleinen
schaal in 't leven te roepen.
Daar de veieeniging, die koninklijk
goedgekeurd is, natuurlijk niet aan
een bepaald plan van oprichting is ge
bonden, kan de vereeniging tot de
beraming van nieuwe plannen over
gaan zonder de koninklijke goedkeu
ring te verliezen.
Door het bestuurslid, de heer Rost,
wordt er met nadruk op gewezen,
dat in het kleine plan natuurlijk de
Fröbelschool moet worden losgelaten,
waardoor aan de vereeniging het
jaarlijksch subsidie van liet Nut ad
f700 komt te vervallen en de f 15000
die liet Nut wil afstaan voor oprich
tingskosten, dan zal moeten worden
aangewend voor de oprichting eerier
Fröbelschool.
Door den lieer Wesseling werd in
vage trekken een schets gegeven hoe
ongeveer de school volgens liet kleine
plan moet worden ingericht.
Van eigen gebouw rnoet men af/.ien.
Men moet trachten onderdak te
komen in een lokaliteit der gemeente
of op voordeelige voorwaarden eene
lokaliteit huren. Voorts van de ge
meente de kosteninrichting overnemen.
Er kan echter op het oogenblik
nog niet in details worden getreden.
Na eenige discussie wordt met 23
tegen 2 stemmen en 1 onthouding
besloten het kleine plan in behande
ling te nemen.
Daar het wenschelijk is om voor
de uitwerking der plannen een vol
ledig bestuur te hebben moet nu
aanvulling plaats hebben, daar de
heeren Van Esveld, Gerritsen en Van
der Horst Bruin voor het bestuurs
lidmaatschap hebben bedankt. Met
nagenoeg algemeene stemmen werden
gekozen de heeren Bolk, Kenninck en
Busch Keizer.
Aan het slot der vergadering deelde
de heer Wesseling eene kleine raming
mede die een totaal cijfer van f6000
geeft, ontstaan uit f3500 Rijkssub
sidie, f1750 gemeentelijke subsidie,
f300 schoolgeld en f450 contributie
der leden.
De uitgaven werden begroot op
1'1000, salaris directeur, 3 XfGOOen
f700 voor leeraressen, f 1000 voor
leermiddelen en f200 a (300 voor
schoonhouden en verlichting en f600
voor onvoorziene uitgaven.
Nadat door den heer Wesseling
dank is gebracht aan de afgetreden
bestuursleden in het bijzonder aan
den voorzitter voor al wat zij voor de
veieeniging hebben verricht, wordt
de vergadering gesloten.
Naar wij uit goede bron verne
men, zal de «Vereeniging tot het hou
den van Kunstbeschouwingen" dezen
winter weder eenige tentoonstellingen
van aquarellen of voorwerpen, tol liet
gebied der Kunstnijverheid belioorende,
organisceren. Zij wensclit aldus voort
te gaan op den weg, dien zij sinds
eenige jaren met goed gevolg bewan
delt en waardoor zij langzamerhand
de sympathie en vriendschap van velen
onzer stadgenooten heeft weten te
verwerven Zéér dikwijls mocht liet
haar gelukken op hare exposities aan
hare bezoekers van het beste te aan
schouwen te geven, wat ons land op
het gebied der aquarellenkunst bezit.
DOOR
ARCHIBALD CLAVERING GUNTER.
98.
"Uitstekend! Geef mij de sleutels.» Hij stapt
de gang in en roept Robert toe: "Kenjehier
een notaris in de buurt?»
«Jawel, mijnheer.»
»Laat hem hier komen.»
Bij het het heengaan fluistert Robert»Pas
op zijn pistool!»
»Zijn pistool? waar is dat?»
»Hij heeft het altijd bij zich. Daarom gehoor
zaam ik hem steeds zoo.»
»Zooantwoordt Harry, en naar de biblio
theek teruggaande, zegt hij tot zijn broeder:
»Frank ik moet van avond uit, nadat onze
zaken geregeld zijn. Ik heb mijn revolver te
Panama laten liggen en ik ben zoo gewoon
er een bij mij te hebben, dat ik mij zonder een
niet veilig gevoel."
»Neem dan maar de mijne," roept zijn broe
der uit, bijna teergevoelig en, hij overhandigt
Harry het gevaarlijke wapen. Ik heb dit wapen
aanvankelijk gebruikt om de gouvernante schrik
aan te jagen, doch in den laatsten tijd alleen
om in den kelder op muizen te schieten. Ik
moet een muis op een afstand van vier meter
kunnen raken!» Eensklaps verandert weer de
toon zijner stem, zoodat Harry uiterst verheugd
is, dat hij in het bezit der revolver is. "Bovendien,
op den huwelijksdag had ik gedachten
"Gedachten! Waaraan?»
«Gedachten! Gedachten! Goede gedachten.»
»Zou je niet liever gaan dineeren?" vraagt
Harry, om het gepeins van zijn broeder af te
breken.
»Neen, ik dineer nu nooit. Misschien, wan
neer alles voorbij is, en ik alles heb geproefd
misschien danHet is heel goed, wanneer
men leert vasten.» Zijn stem klinkt weer angstig.
"Wanneer ik niet doe wat hij mij zegt," mom
pelt hij, »zal hij mij van hier jagen, zoodat
ik sterf op straat, ik, een Larchmont, sterven
van honger," ik, die nog nooit heb honger ge
had Ik oefen mij er nu in
«Daarvoor behoefje niet hang te zijn,» merkt
Harry vertrouwelijk op. »Hier is de notaris!»
De notaris wordt spoedig op de hoogte ge
bracht van hetgeen van hem wordt verlangd,
en Franjois onderteekent het stuk, waarin hij
zijn voogdijschap overdraagt op Harry en
deze verklaart het vermogen van miss Jessie
Severn te hebben ontvangen. Voor de eerste
overdracht is de toestemming noodig van Jessie
welke zij gaarne geeft. De notaris gaat naar
boven en laat haar het stuk teekenen.
Zoodra dit alles afgeloopen is, beveelt Harry
Robert een bediende om een dokter te zenden,
bij de deur te blijven staan, om te beletten,
dat zijn broeder de kamer verlaat en gaat
dan dineeren, ofschoon metweinig eetlust.
Hij heeft intusschen schikkingen gemaakt
voor de garderobe van miss Jessie Severn, die
hem tegemoet komt huppelen in een net avond
kleed, ofschoon zij telkens nog aan haar schortje
trekt, als om het laDger te maken, en een paar
malen angstig naar beneden ziet, of het wel
zoo is. Onder het dineeren vertelt zij hem nog
meer bijzonderheden omtrent de laatste drie
dagen waarvan enkele hem zouden doen lachen,
wanneer hij daardoor niet tot de overtuiging
was gekomen, dat zijn broeder het verstand
heeft verloren door zijn vrees voor Montez.
Een uur later verschijnt een bekend Fransch
geneesheer en nu een nauwkeurig onderzoek
verklaart hij de verschijnselen van geestversto
ringen zoo onduidelijk, dat hij niet kan zeggen
of de ziekte tijdelijk zal zijn of niet. Hij moet
dit geval eenige dagen bestudeeren.
»Het kunnen alleen de zenuwen zijn maar
ook de hersenen. Iu het laatste geval bestaat
er weinig hoop. In alle geval moet hij oppas
sers hebben, bewaakt worden en mag niet
alleen het huis verlaten. Wanneer mr. Larch
mont zulks wil, zal ik hem twee vertrouw
bare personen zenden.»
Zeer goed!» is het antwoord van Harryik
ben u zeer verplicht, dokter. Doe, zooals u goed
dunkt.»
Een uur later komen er twee personen, met
vastberaden gelaatstrekken.
«Wie zijn dat?» vraagt Franijois.
»Twee geheime agenten, die je tegen Montez
moeten beschermen,» fluistert zijn broeder.
»Aha dan hebben wij Fernando,» grinnikt
Fernando, terwijl de beide mannen hem naar
boven volgen.
Tevreden, dat voor zijn broeder thans gezorgd
is, wil Harry een sigaar rooken in de open lucht.
De avond is schoon. Hij is gewoon geraakt
aan de open kamers van de landengte en de
zeewind op de stoomboot en gelooft, dat hij
iu de open lucht beter kan nadenken over zijn
moeielijken toestand. Tevens weet hij, dat zijns
broeders handteekening op het document wei
nig waarde heeft, eigenlijk Diets; ook veron
dersteld hij, dat, met Jessie's toestemming, de
Fransche wet ongetwijfeld de overdracht zal
goedkeuren.
Dan denkt hij plotseling aan het stuk, be
krachtigd met zijn handteekening omtrent de
overdracht van Jessie's vermogen een mil-
lioen dollars, vijf millioen francs Hij is geen
krankzinnigeNu is hij aansprakelijk voor alle3.
(Wordt vervolgd).