NIEUWS
Nieuws- en Advertentieblad
voor do Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
BARON MONTEZ
No. 95.
Zaterdag 26 November 1904.
l)rie-en-dertigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Bij dit MMerMoort een Bijvoegsel.
Amersfoortsc
Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk
Met gratis Zondagsblad voor binnen de stad (naar buiten tegen vergoeding van port
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Laugestraat 77. Telephoonno. 69.
ADVERTENT1ËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer Th Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
Bouw van een gashouder.
Wij laten hier volgen de discussie
over het voorstel in zake den bouw
van een gashouder.
De heer Gerritsen, herinnerend aan
de in de vorige zitting tusschen den
wethouder van publieke werken, den
heer Visser en hem gehouden polemiek,
moest tot zijn spijt verklaren, dat, niet
tegenstaande de andere leden van het
Dag. bestuur op z'n zachtst genomen
den heer Visser er toe hadden uitge-
noodigd, geen gevolg had gegeven om
de wijze van bestrijding, om in de
kwestie der publieke of ondeihand-
sche aanbesteding er personen bij te
halen, terug te nemen. Daarvoor is
gelegenheid te over geweest.
De discussiën werden nu erg on
aangenaam en spr. durft gerust ver
klaren, op die manier komt het niet
tot zaken doen.
Spr. wenscht vervolgens aan te
toonen, dat de wijze van onder hand-
sche aanbesteding, zooals die ook nu
weer bij de aanbesteding van dezen
gashouder heelt plaats gehad, niet is
geweest in het belang der gemeente,
d. w. z. er is geen zekerheid dat wij
niet beter hadden kunnen uitkomen.
Voor zoover spr. na kan gaan, is
de geschiedenis van den aankoop van
dezen gashouder, zóó B. en W. heb
ben prijsopgave gekregen van een
firma, maar omdat die prijs te hpog
was, of B. en W. eene aanbesteding
wenschten of wat dan ook spr. hoopt
daaromtrent straks door den voor
zitter te worden ingelicht er werd
een onderhandsche aanbesteding ge
houden, waartoe gegadigden in de
couranten werden uitgenoodigd.
Wat bleek daarbij De eerste inschi ij
ver deelde mede toen het er dus
op aankwam dat aanbesteding zou
plaats hebben zich f3000.te
hebben vergist.
De heer Gerritsen wil hiermede
alleen aantoonen. dal de wijze van
onderhandsche aanbesteding hier nu
heelt plaats gehad op de meest primi
tieve wijze; immers wanneer dergelijke
inschrijvingen worden gehouden dan
mag toch iedereen, ieder gegadigde
aannemen dat de biljetten gelijktijdig
worden geopend op een uur na afloop
der inschrijving.
Dat is hier niet het geval geweest.
Spr. wil geen personaliteiten, hij
beschouwt alles als geschied volkomen
ter goede trouw en noemt het dan ook
toeval dat juist dezelfde inschrijver
die zich vergist had f 30 beneden den
minste der overigen besomde.
Spr. wil op deze primitieve wijze
van aanbesteden nadrukkelijk wijzen.
Dergelijke inschrijvingen brengen
het concurreeren in discrediet. Spr.
kwalificeere deze manier van doen als
een parlevinksche wijze van aanbe
steden.
Ten slotte spreekt de heer Gerritsen
den wensch uil dat dezen weg ver
laten worde en men overga tot publieke
aanbestedingen.
De heer Visser antwoordde voor
zoover voor ons verstaanbaar wie
is begonnen met onvoorzichtige uit
drukkingen, wie heelt gesproken van
kwade trouw. Spr. ziet de noodzakelijk
heid om zijn woorden in te trekken
niet in. Gij hebt het zwaard getrokken,
niet ik. »Gij hebt bezwaren opgewor
pen, gij hebt hier uitdrukkingen ge
bezigd die ik nooit in deze zaal eerder
gehoord had, gesproken van oneerlijke
handelingen en willekeur, ik weet niet
precies uw woorden
De heer Kleberoneerlijke ambte
naren
De heer Visser: wanneer die woor
den door mijnheer Gerritsen niet zoo
bedoeld zijn, dan wil ik met plezier
mijn woorden intrekken.
Wat de zaak zelf betreft, hadden wij
een openbare aanbesteding gehouden
dan hadden wij een ingenieur noodig
gehad, die een ontwerp had moeten
maken, verder bij den houw toezicht
had moeten uitoefenen en die man zou
na een paar jaar werkzaam te zijn
geweest, veel geld gebeurd hebben en
daarna zijn biezen pakken.
De heer Gerritsen heeft laten door
schemeren, als of bij de aanbesteding
heel wat gebeurd is Ik kan hen
verzekeren dat ik voor den eersten
October geen der inschrijvingen heb
gezien. Twee of drie October zijn
die stukken geopend, voor dien tijd
wist men van prijs of leekening.
Elke fabriek heeft een andere manier
van wei ken, vandaar dat ook teeke
riingen overgelegd moesten worden.
Openbare aanbesteding is in dit
geval onmogelijk en gebeurd nergens.
De heer Gerritsen dankend voor
deze inlichtingen, herinnert er aan
dat bij de vorige maal herhaaldelijk
heeft verzekerd dat er geen moment
is geweest dat het in hem opkwam
een ambtenaar te beschuldigen. Spr.
heeft alleen beweerd, dat deze wijze
van handelen oneerlijke ambtenaren
kan kweeken.
«Indien spr. werkelijk over zulke
feiten als de heer Visser bedoeld, had
moeten spreken, zou hij geheel wat
anders gezegd hebben. Als de heer
Visser de discussie nagaat zal hij zien
dat twee driemaal toe door mij her
haald dat ik niet de minste kwade
trouw bij eenig ambtenaar veronder
stellen kon".
Wat is de kwestie. Eerst heeft men
iemand een prijsopgare gevraagd.
Toen is men den weg ingeslagen der
onderhandsche aanbesteding, waarom
weet spr. niet, of men den prijs mis
schien te hoog vond. Toen er con
currentie kwam had echter die meneer
zich vergist en wilde hij den gas
houder f 3000 lager leveren. Daar wou
spr. op wijzen. En nu kan wethouder
Visser een heelen boom opzetten over
kolen, die nu niet aan de orde zijn.
De heer Plomp heeft gebruik ge
maakt van de gelegenheid den Direc
teur om inlichtingen te vragen. Deze
heeft hem voorgelicht en er opgewezen
dat gashouders een artikel zijn, dat
iedere fabriek in eigen model levert.
Wil men nu een gashouder publiek
doen aanbesteden dan moet eerst de
nieuw project ontwoipen worden.
Met was daarom in het belang der
gemeente, dat de fabrieken een plan
konden indienen. De plannen konden
dan ook in vei band met den prijs
vergeleken worden en door B. en W.
of de gas-commissie worden beoor
deeld. Daarom kan de heer Plomp
zich er hij neerleggen.
Doch door de lieer Gerritsen is
een geheel andere zaak besproken.
Volgens den heer Gerritsen zou oor
spronkelijk aan een ander een ver
zoek tot prijsopgave gericht zijn.
Wanneer eerst aan een particulier
persoon, later bij onderhandsche in
schrijving prijsopgave is verzocht, dan
is er toch iets wat niet volkomen
correct is, en wil 'ik daarom aan
den voorzitter eenige opheldering
verzoeken.
De heer Visser zegt dat die prijs
opgave gevraagd is wel een halfjaar
voor dien tijd, darar waren ook geen
teekeningen bij.
De heer Plomp, maar waarom deed
u dat, uw plan was dus geen publieke
aanbesteding te houden.
De heer Visser wijst er nogmaals
op dat zulks een half jaar te voren
geschiedde. Herbesteding heeft toch
zoo dikwijls plaats.
De heer Gerritsen kan begrijpen
dat ook de directeur den heer Plomp
■overtuigd heeft zoo den besten weg
te hebben ingeslagen. Maar spr.
houdt vol dat al wat men nu ver
kregen heeft, ook was te bekomen
door openbare inschrijving, ook zon
der ingenieur, doch wat nu gebeurd
is zou dan ook niet kunnen voor
komen.
De heer Kleber: «Hot is niet aan
mij, doch aan liet D. B. om nu te
antwoorden, maar spr. wil er tocli
wel wat meer van weten. De wijze
waarop hier over de zaak wordt ge
sproken, het is wel niet zoo gezegd,
moet op buitenstaanders een indruk
maken alsof er knoeierij heeft plaats
gehad. Vandaar dat do heer Kleber
wenscht nu door B. en W. volkomen
licht worde verschaft.
De heer Jorissen kan uit de zaak
niet wijs worden, wat is er dan toch
gebeurd. Moe zit het nu? Zijn er bij
de inschrijving van één firma twee
biljetten ingekomen.
De heer Visser. Ja.
De heer Jorissen. »Ja ziet u, dat
is toch niet in den haak."
De heer Gerritsen wenscht, nu hij
dit heeft vernomen ovei legging dor
datums en zal een voorstel indienen
om de zaak aan te houden tot een
volgende vergadering.
De heer Kleber wijst er op dat
ook bij publieke aanbesteding zoo iels
kan gebeuren.
De heer Gerritsen: »dat is de zaak
niet."
De heer Visser meent dat hij op
een Maandagavond de brieven heeft
ontvangen. Dinsdagmorgen kwam de
firma Klönne een nieuwe opgave
doen. Mij kon met de inhoud der
brieven onmogelijk op de hoogte zijn.
Ware er publiek aanbesteed dan
tiad men de kans dat de fabiikanlen
overleg gepleegd hadden.
De voorzitter brengt nog in tiet
midden, dat juist omdat B. en W.
van oud al waren, dat de firma
absoluut niet op de hoogte kon zijn
met de andere prijzen, zij iret bilj 't
hebben goedgekeurd.
De heer Jorissen: «Wanneer zijn
die stukken geopend
De voorzitter weet zich dat niet te
herinneren.
De heer Gerritsen. «Toen ze
kwamen."
De heer Visser verzoekt dat de
raad zich uitspreke voor publieke
aanbesteding. (Verschillende heeren,
dat is de bedoeling nier)
De heer Gerritsen. «Ik wil tocli
wel een voorstel doen, laten wij de
zaak aanhouden."
De heer Visser. «Voor I December
ARCHIBALD CLAVERING GUNTER.
111)
Jessie huppelt weg; Louise denkt na over Jes
sie's woorden, dat zij haar beste beentje vóór
zal zetten. Waarom zou zij dat ook niet doen?
«Mijn voet is toch mooi genoeg, geloof ik
Zij lacht, want de handelwijze van mr. Larch-
mont en van Jessie doen plotseling een gevoel
van twijfel in haar opkomen aan een denkbeeld,
dat haar in de heete dagen op de landengte,
toen Harry ijlde in de koorts, zoo in het hart
heeft gebrand. Moeder Eva treedt weer op
in dit schoone schepseltje en met behulp van
de modiste is Louise tegen deu tijd van het
diner in zulk een fraai kleed gestoken, dat zij
met zichzelve is ingenomen. Zij ziet er dan ook
uit als een fee.
Miss Minturn begeeft zich naar beneden, naar
den salon van Eranjois Larchmont, met zijn
bric-h-brac, statuettes en schilderijen.
Jessie komt haar tegemoet en fluisert: Komen
wij nu niet mooi tegen elkaar uit? Doch gij
overvleugelt mij, gij hebt meer esprit."
Jessie heeft een goed, edelmoedig hart en uit
Louise's oogen spreekt een groote, edele ziel.
Terwijl zij samen staan te praten, komen
er twee heeren, in avond-toilet gekleed, binnen
en staren haar bewonderend aan.
«Mijn Hemel, Larchmont,fluistert de advo
caat Harry toe, «waarom hebt gij mij niet
gezegd, dat ik zulk een bekoorlijke cliënte
heb? Ik zou nog veel harder gewerkt hebben.»
«Ik ik stottert Harry, die slechts
oog heeft voor een van de beide meisjes, «ik
wist. niet dat zij zoo mooi zou zijn
Em oogen blik later is men aan elkaar voor-
geste.d en Barlow en Jessie, Louise en Larch
mont nemen plaats aan een van die gezellige
diners, die des te aangenamer zijn, omdat zij
niets op feestmaaltijden gelijken.
Onder het dineeren vliegen Louise's gedachten
terug naar den tijd, toen zij voor het eerst
den jongen man in avond-toilet naast zich zag,
des avonds op het diner bij Larchmont-Dela-
field, toen zij nog geen gast was, doch steno
graaf. Die herinneringen jagen haar een blos
op de wangen. Nu bewondert hij haar schou
ders en niet die van miss Severn.
Jessie stoort haar in haar overpeinzingen.
Voogd Harry, hebt ge mij nu geheel en al in
uw macht? Zijt ge nu werkelijk mijn voogd?»
«Ja," antwoordt Larchmont; belangstellend
naar Louise ziende, vervolgt hijIk ben ook
de voogd van nog een andere jonge dame.
«Een andere pupil? Voogd in het groott
Wie is zij?» lacht Jessie.
«Miss Minturn!»
«Ik vraagt Louise met verbaasden en
tevens verschrikten blik.
«Zeker!» merkt Barlow op, «U is immers
nog maar negentien jaar?«
«Ja
«Dat is niet oud genoeg voor Parijs, ofschoon
het voor Amerika misschien wél zoo zou zijn.
In uw eigen belang was het noodzakelijk, dat
er een voogd werd benoemd, want op erfge
namen moet men goed passen.»
«Erfgenamen Ik erfgename stamelt Louise.
«Natuurlijk,» valt Harry in: «wanneer ik u
echter niet beval, kunt gij morgen iemand
anders aanwijzen, mr. Barlow bijvoorbeeld, maar
voor van avond,» hij staat op en maakt een
diepe buiging, «geloof ik, dat ik de eer mag
hebben uw voogd en uw administrateur te
zijn.»
«Beiden de pupil van Harry,» schatert Jessie.
«Heerlijk, Louise, nu kunnen wij samen les
nemen en hebben wij dezelfde gouvernante
De helft vau de tegenwoordige zal genoeg voor
mij zijn!»
«Jessieroept Larchmont ernstig, want bij
het hooren van de woorden «lessen" en «gou
vernante," zien de oogen van miss Louise er
zeer oorlogszuchtig uit: «Miss Minturn is een
beetje ouder dan jij, deze benoeming geschiedt
meer voor den vorm.
«O, mij goed ik trek het mij niet erg aan,
dat Harry mijn voogd is," lacht miss Severn.
«Hij is een goed, toegevend voogdje en laat
mij doen wat ik wil. Maar FrankBrr
Louise, hij zou ook bevelen, dat gij morgen
ochtend nog maar elf of twaalf jaar waart!»
«En wanneer je ondeugend was, liet ik je
fotografeeren," merkt Harry norsch op.
Jessie geeft een gil. «O, goedheid heeft
hij een portret van mij?»
«Ja, en nog wel een heel aardig. Het is
genaamd: 1'Enfant gütée. Je staat pre
cies daar op, alsof je op de camara wil los
stormen.
«Dat wilde ik ook mokt de arme Jessie.
«Ik dacht, dat hij niet vlug genoeg was geweest.
Dus hij heeft werkelijk een portret?» Tra
nen springen haar in de oogen en smeekend
zegt zij «Toe, laat het niet zien doe het niet!»
«Ik zal het niet doen, wanneer je een lief,
gehoorzaam meisje bentin antwoordt Harry
plechtig.
Louise heeft al dien tijd gezwegen. Het woord
«erfgename" heeft haar in een soort van ver-
dooving gebracht; het woord «voogd" heeft
haar doen opschrikken, en er ligt iets angstigs
in haar blik, wanneer zij Harry aanziet.
(Wordt vervolgdJ.