NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. NA TWINTIG JAREN, No. 102. Woensdag 21 December 1904. Drie-en-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Amersfoortsche Cour ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk Met gratis Zondagsblad voor binnen de stad (naar buiten tegen vergoeding van port. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. BureauLangestraat 77. Telepliooimo. 09. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7-'/j Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte RAPPORT van de Commissie, benoemd door het Bestuur van den Ned. Bond van Ver- eenigingen van den Handeldrijvenden Middenstand, om in nadere onder handeling te treden met de Directie der H. IJ. S. M. in zake de verhouding van genoemde Directie tot de coöpe ratieve Verbruiksinstelling van het personeel der Maatschappij en de daaraan verleende steun. In de Bestuursvergadering van den Bond, gehouden Dinsdag 28 Sept 1904 in «Americain" te Amsterdam, werd met algemeene stemmen be sloten, de leden van den Raad van Advies n.I. de Heeren Mr. Aalberse, Prof. Mr. Josephus Jitta en Dr. J. Th. de Visser, uit te noodigen met het dagelijkse!) Bestuur van den Bond te weten: J. S. Meeuvvsen, VV. Nieuwen- huizen en J. Das Dzn. een Commissie te vormen, ten einde te trachten een bevredigende oplossing te voikrijgen in den strijd tusschen verschillende middenstands-organisaties en de II IJ S. M naar aanleiding van de op richting eener coöperatieve Verbruiks instelling voor liet personeel der Maatschappij en de door deze Mij aan deze instelling geschonken voor rechten en geldelijken steun. De heeren Adviseurs hiertoe monde ling uitgenoodigd door de leden van het Dag. Bestuur van den Bond. namen de benoeming aan (Prof. Jitta was toen nog in Amerika, doch werd na zijn thuiskomst direct door den Voorzitter met een en ander in kennis gesteld en hij verklaarde zich ook bereid hierin mede te werken). De eerste Vergadering der Commis sie waar alle Commissieleden bij tegen woordig waren (Prof. Jitta, zie boven) werd gehouden te Amsterdam,in »Ame- ricain« op Zaterdag 8 October 1904. De Voorzitter deelde in korte woor den mede hoe de kwestie ontstaan was en welke de grootste grieven waren. Hij deelde als meening van het Bonds- bestuur mede, dat men hier buiten beschouwing moest laten het feit der coöperatie zelf, en alleen te behande len den steun, voorrechten enz. door de Mpij. aan die coöperatieve Verbruiks instelling volgens sommigen verleend. Alle Heeren waren het met deze zienswijze eens, ofschoon eenparig werd veroordeeld de nauwe betrekking tus schen Directie en Instelling, indien deze zoo was, als geschetst werd door som mige vereenigingen. De strijd door de Almelosche Ver- eeniging tegen de H IJ S. M. aan gevangen met de daarna gevolgde z.g. boycot werd besproken en dit laatste middel van verweer in dit geval af gekeurd, daar ook deze Commissie van oordeel was dat allereerst met de H. IJ. S. M. moest onderhandeld wor den. Door een der leden werd gevraagd, wat de voornaamste grieven der Mid denstanders tegen de 11. IJ. S. M. warenwaarop de Voorzitter meedeelde dat voornaamelijk de agitatie begonnen is door: a. het storten van een stamkapitaal. b. gratis vervoer voor de benoodig- lieden van ieder lid. c. het optreden der 11. IJ. S. M. als Commanditair Vennoot in de coöpera tieve Verbruiksvereeniging. (Zie Circulaire Almelosche vereeniging Na deze bespreking wei d besloten op voorstel van Dr. De Visser, een schrij ven te richten aan de H. IJ. S. M. om te verzoeken den steun (vrij vervoer der waren van de coöperatieve Ver bruiksvereeniging) in te trekken tot de uitslag bekend zal zijn der bemoei ingen van de Staatscommissie voor den Middenstand. De Redactie werd staan de de Vergadering vastgesteld en door alle leden goedgekeurd. Dit schrijven luidde als volgt: Amsterdam, 10 October 1904. Aan De Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij, Alhier. Weledele Heeren. Het Hoofdbestuur van den Neder- lanschen Bond van Vereenigingen van den Handeldrijvenden Middenstand, bestaande uitde heeren J. S. Meeuwsen, voorzitter, M van Hout, Thijs Plet, J. Das Dzn., J. H. Akkermans, A A. Collenteur, H. Hermens,, E G. Sghürmann en W. Nieuwen- huizen, secretaris, in overleg met den Raad van Advies, bestaande uit de heeren: Mr, P J. M. Aalberse. Lid der tweede Kamer, te Leiden. Prof. Mr. D. Josephes Jitta Hoogleeraar, te Amsterdam, en Dr. J. Th. de Visser, lid der Tweede Kamer, te Amsterdam, heeft de eer het navolgende onder Uw welwillende aandacht te bren gen: Toen wij bij ons schrijven d. d. 8 Augustus 1903 aan Uwen Raad onze bedenkingen inbrachten tegen de toen voorgenomen oprichting eener Verbruikscoöperatie onder het perso neel Uwer Maatschappij mochten wij van U, bij schrijven d. d. 27. Augus tus 1903 ten antwoord ontvangen, dat deze vereeniging van het personeel door Uwe Maatschappij alleen ge steund werd wegens haar breeden economischen grondslag, in het be strijden barer administratiekosten en de kosten van haar orgaan. Thans meenen wij, in het belang van den Handeldrijvenden Middenstand op deze zaak eenigszins nader te mogen terug komen, nu deze coöpe ratie eenigen tijd in werking is. Practisch toch blijkt meer en meer, dat de steun, welke Uwe Mpij. slechts bedoelde te geven aan die Vereeniging in het algemeen, speciaal ter tege moetkoming in de kosten van het orgaan en de administratie, in 't bij zonder ten goede komt aan de coöpe ratie. Hetgeen te meer klemt, nu ook voor goederen, va-n deze coöperatie betrokken,vrij-vervoer woidt verleend, ambtenaren gratis reizen ter opne ming van bestellingen, en betaling van het, voor de betrokken waren verschuldigde, door Uw Maatschappij bij de uitbetaling der salarissen wor den verrekend. liet behoeft geen beloog, dat op die wijze voor de leden van den Han deldrijvenden Middenstand de concur rentie niet slechts wordt verzwaard maar goeddeels onmogelijk gemaakt. Hoewel wij gelijk Uwen Raad bekend kan zijn uit de, in de dag bladen opgenomen Verslagen, niet geaarzeld tiebben openlijk af te keuren de wijze waarop enkele handelsver- eenigingen, die trouwens ook niet bij onzen Bond zijn aangesloten, gemeend hebben in deze tegen Uwe Maat schappij te moeten en te mogen op treden, kunnen wij het toch niet verhelen, dat ook bij onze leden deze ernstige grief algemeen wordt ge hoord: dat Uwe Maatschappij, aan wie wij voor de door ons betrokken goederen de volle verschuldigde vracht moeten betalen, aan anderen, die door zich te veieenigen tot een zuivere, zij hot dan slechts onderlinge handels- vereeniging, vrij vervoer toestaat. Wij ontveinzen ons niet, dat het voor Uwe Maatschappij niet gemak kelijk is om op het eens genomen besluit terug te komen of daarin aan merkelijke verandering te brengen Daarom zouden wij U het navolgende in ernstige overweging willen geven: Gelijk U bekend zal zijn, heeft de Regeering een Staatscommissie be noemd, aan welke is opgedragen te onderzoeken do positie van den han deldrijvenden Middenstand en de mid delen welke in die positie verbetering kunnen brengen. Vooraf zal dus gaan een onderzoek naar de bestaande toe standen. Nu zouden wij U wel willen ver zoeken: Zou het niet mogelijk zijn, dat Uwe Maatschappij, hangende dat onderzoek, hetwelk naar ons bekend is met bekwamen spoed wordt voort gezet, zou kunnen goedvinden den steun aart genoemde coöperatie, spe ciaal het vrij-vervoer, te schorsen. Is het bedoelde onderzoek afgeloopen en bekend, dan zal het ook voor Uwe Maatschappij gemakkelijker zijn oin zelfstandig te beoordeelon, in hoeverre inderdaad de bedoelde coöperatie op de wijze, waarop zij thans wordt uit geoefend een zeer ernstige benadee- ling van den Handeldrijvenden Mid denstand is. Zeer aangenaam zou het ons zijn, indien Uwe Raad eenige leden van ons Bestuur en Raad van Advies op een door U te bepalen dag en uur, zou willen ontvangen, ten einde het in dit schrijven kortelijk gereleveerde, nader mondeling toe te lichten. Namens het Bestuur en Raad van Advies De Voorzitter: w.g. J. S. Meeuvvsen. De Secret.: w.g. W. Nieuwenhuizen. De Penningm w.g. J. Das Dzn. w.g. Dr. J. Th. de Visser, Oudste lid van den Raad van Advies. Op dit schrijven werd door de 11. IJ. S. M. het volgende antwoord gezonden: Amsterdam, 15 October 1904. Aan het Bestuur van den Ned. Bond van Vereenigingen van den Han deldrijvenden Middenstand, per adres den Heer J. S. Meeuwsen, Voorzitter, Amsterdam, Naar aanleiding van Uw schrijven, d.d. 10 dezer hebben wij de eer U mede te deelen, dat wij Uwe Com missie gaarne zullen ontvangen op Donderdag clen 27 dezer, des voor middags om elf uur, in ons Admini stratie gebouw, Droogbak, Alhier. De Raad van Administratie: Het Gedelegeerd Lid. w.g. R. VAN HASSELT. Bij deze Conferentie op 27 October 1004 waren tegenwoordig van de 11. IJ. S M. de Heeren: R. van Hasselt, Jhr. Mr. van dor Wijck, en enkele hoofdambtenaren tot het geven van inlichtingen, terwijl van de Bonds- Commissie tegenwoordig waren de Heeren J. S. Meuwsen en J. Das Dzn de anderen commissieleden hadden be richt van verhindering gezonden. De besprekingen werden geopend door den heer Meuwsen, die in enkele woorden nader toelichtte het schrijven van de Bonds-commissie in verband met de Staats-commissie. door AUGUSTE CRONER. 4) In een tevreden stemming, omdat hij over tuigd was van de geheele vergiffenis van zijne moeder en van zijn weldoener, keerde Muller destijds naar de plaats, alwaar hij zich ver bonden had, terug. Dit alles trok nu zoo bliksemsnel aan juffrouw Mullers geestesoogen voorbij, terwijl zij haar zoon aanzag, die als een toonbeeld van onrust in de kamer op en neer liep. nEene vrouw heeft je dus zoo ontevreden gemaakt?" had zij Hans gevraagd en er daarna aan toegevoegd«En wat voor een soort vrouw is dat?" De jonge man bleef staan en keek haar aan. "Moeder," begon hij toen op zachten toon, «Helena heeft mij wel ontevreden gemaakt, maar tevens ook oneinding gelukkig. Ontevreden, ontzettend ontevreden met mijn armoedig be staan met de onmogelijkheid om de geliefde ook slechts een klein gedeelte te kunnen aan bieden van datgene waaraan zij, van hare jeugd af, gewoon was. O ja ik ben ontevreden, maar toch ook weder gelukkig want moeder zult u mij wederom deze nieuwe geheimzinnigheid vergeven? want Helena is al sinds bijna een jaar mijne vrouw." »Ben je getrouwd?" stamelde juffrouw Muller terwijl zij opvloog. Hans drukte haar in den hoek van de sofa terug. Hij knikte; blijkbaar gevoelde hij zich nu luchthartiger en er speelde een guitachtig glimlachje om zijne lippen terwijl hij zeide: »Ja ik ben echtgenoot en vader. Uw kleinzoon hij heet Gottfried, evenals mijn overleden vader, is al zeven weken oud." «Zeven weken", herhaalde de oude vrouw verbaasd. Hans was nu naast haar gaan zitten. Zijn plotselinge opgewektheid was wederom ver dwenen, en de treurigheid, die hem vroeger uit de oogen keek, kwam nu wederom voor den dag en daar naast kon men nog iets anders bespeurenschaamte en bittere verlegenheid. «Kunt ge u wellicht voorstellen, waarom ik hier zoo in eens aankwam?" begon hij aarzelend. Zij knikte. "Het gaat je, het gaat jelui, slecht, je hebt zeker hulp noodig?" vroeg juffrouw Muller, terwijl hare baud omwillekeurig die van haar zoon zocht, die door dit teeken van onverstoor bare hartelijkheid zoo getroffen was, dat hem de tranen in de oogen opwelden. »U bent dus niet boos op mij riep hij uit. Zij schudde het hoofd. »Je bent immers altijd zóó geweest, je hebt altijd in alles je eigen zin gevolgd, waarom had je mij dan raad willen vragen bij de keuze van eene vrouw? Ik veronderstel althans dat je wettig getrouwd bent." "Het is een wettig huwelijk dat mijne lieve Helena haar beide ouders en het onbe zorgde leven, waaraan zij gewoon was, kostte, want natuurlijk was hare familie het er niet mede eens dat zij, de vrouw zou worden van een weinig bekend acteur." "Dat begrijp ik", bracht juffrouw Muller in het midden, «en 't is ook een feit dat jij en zij en je kind van armoe lijden. Is het niet zoo Hans En ware dit niet het geval geweest dan zou je zeker niet hierheen gekomen zijn." "U kent mij goed, moeder. Ja, indien ik wij alleen had kunnen redden, zou ik u niets ge vraagd hebben. Tot nu toe konden wij nog zeer schraaltjes rondkomen. Helena is een engel, die nooit klaagt maar nu is ons kind ziek en heeft hulp noodig moeder ik weet het, u zult hem helpen "Natuurlijk, wie zou het anders doen? Mijn opgespaarde penningen zullen je, goddank, een geruime poos van alle armoede bewaren." "Juffrouw Muller stond op en ging naar kast toe, waaruit zij eenige effecten nam, die zij Hans overreikte met de woorden "Daar kind dit kan ik je nu al dadelijk geven. De loten kunt ge van daag nog verkoopen, ik heb nu nog genoeg voor mij zelf over." "Nu ontvreem ik u nog uwe zuur verdiend geld moeder, terwijl ik gehoopt had dat ik voor uw ouden dag zou kunnen zorgen Juffrouw Muller legde de hand op zijn mond. "Stil, stil", zei ze bijna heftig, «wat jij nu denkt is hoogmoed, waarvan alle droeve er varingen je blijkbaar nog niet genezen hebben. Ik dank God dat ik arme weduwe zulk een goede betrekking heb, want, hoe had ik ooit kunnen hopen zulk een meester te vinden? Heeft hij niet over jou gezorgd alsof je familie van hem waart en behandelt hij mij ook niet altijd even goed?" "Maar dat verdient u ook meer dan iemand anders. O, moeder, ik erken ook wel dat mijn heer Winkelmann voor u en mij beiden altijd even goed is geweest, maar ik had u toch dolgraag bij mij in huis gehad. »Om samen te verhongeren," zei de arme vrouw op Bitteren toon. "O Hans, als je nu althans nog maar naar goeden raad wildet luisterenGa van het tooneel af! Indien je werkelijk talent had, was je nu al veel verder geweest." (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1904 | | pagina 1