NIEUWS j Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. BUITENLAND. BINNENLAND. Woensdag 4 Januari 1905. Vier-en-dertigste jaargang. j. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. NA TWINTIG JAREN, 8) No. 1. Amersfoort Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad f 0.75; Franco per post door bet gebeele Rijk f 1. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langestraat 77. Telephooniio. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/a Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte In den nacht van 2 op 3 Januari is de overeenkomst, waarbij Port-Arthur door de Russen aan de Japanners wordt overgegeven, door de bevelhebbers geteekend. Na een verwoeden strijd van ruim 7 maanden, waarin beide partijen zich gelijkelijk roemvol hebben onderschei den en waarin de onversaagdheid van den Japanschen aanval slechts door de hardnekkigheid en doodsverachting der Russische verdediging werd geëven aard, bevindt zich de sterke Mantchou- rijsche vesting, een tiental jaren ge leden door de Japanners met onver gelijkelijk minder moeite dan thans op de Chineezen veroverd, rnaar hun toen op de bekende arglistige wijze door de Russische diplomatie afhandig gemaakt, andermaal in handen van het volk, voor wie het bezit dier vesting, naar de Russische commandant Von Stoessel zelf getuigd hoeft, «eene zaak van nationale eerwas geworden. Te verklaren is dan ook de uitbun dige vreugde, waarvan in de straten van Tokio wordt blijk gegeven. En elders zal die vreugde gedeeld worden. Niet zoozeer over bet feit der verovering echter, als in den vorm van verlichting, dat het thans eindelijk uit zal zijn met het eindeloos vernielen over en weder en het voortaan doelloos geworden bloedvergieten. Den Japanners alleen heeft het beleg 60.000 man gekost Tot het laatst heeft Von Stoessel den moed en den geest er in ge houden. Nog op 's Keizers jongsten reuzenvorderiugen door de Japanners gemaakt, was het wel wat anders geworden. Vooral toen de hospitalen geen veilige toevlucbts-oorden meer bleken De te Chee-Fu aangekomen Russische officieren verhalen daaromtrent vreese- lijke geschiedenissen. Toen de zieken daar de bommen en granaten tusschen hunne bedden zagen nedervallen, sprongen zij er uit en liepen, zoo goed als hunne beenen hen dragen konden, de straat op of naar de wallen vanwaar zij de belegeraars uittarten en hen met sleenen wierpen, tot zij er bij neêrvielen of een schot aan hun lijden een einde maakte. Vijf dagen en vijf lange nachten heeft dat zoo geduurd, wat als de doodstrijd van het dappere garnizoen kan genoemd worden, en het begon ten slotte aan alles gebrek te krijgen, tot ten lange leste Von Stoossel be dacht, dat het voor den dappere geen oneer mag heeten, als de nood der zijnen tot het hoogst is gestegen, terug te komen op klinkende ver klaringen uit dagen vari voorspoed. Als het eenmaal uitgemaakt, is dat het «sterven" zal worden in plaats van «overwinnen," en als het nog betrekkelijk vele, den veldheer toe vertrouwde menschenlevens geldt, is het voor dezen geen schande, veeleer het tegendeel, wanneer hij ten slo':e dan nog maar den derden uitweg kiest. En zoo schreef Stoessel aan Nogi den brief, waarin hij verderen tegenstand nutteloos noemde en zich bereid verklaarde te onderhandelen over de overgave. Te voren was door de Russen wat er nog te vernielen en verbranden naamdag, 19 December, seinde hij in eene, door een wreed toeval eerst I was aan forten en schepen vernield nu bekend geworden dépêche aan en verbrand. Wat kans zag met de zijn Meester, dat hij het, met God's bulp en dank zij 's Keizers gebeden, nu zoolang gehouden had, maar dat, ondanks dat de stad nu half in puin lag, de stemming onder de troepen vlugge torpedobooten naar Chee-Fu te ontkomen, deed het. Met het oog op de groote diensten, welke deze vrijblijvenden b.v. nog aan het zijn ongeluk tegemoet varend Oostzee- nog zoo goed was als in het begin, eskader zullen kunnen bewijzen, is Maar in de laatste dagen, na de dit geen vlucht maar wijs beleid te noemen. In de gegeven omstandigheden liet ook de tegenpartij heel wat vallen van vroegere eischen en dreigemen ten. Had het vroeger altijd geheeten dat de Japanners wanneer hun alles niet ongeschonden werd uitgeleverd, van geen genade zouden willen hoo- ren, thans is men edelmoedig ge noeg geweest de laatste woede van den vijand te laten uitrazen. En de vlugheid, waarmede men het is eens geworden bewijst, dat de Japanners, die trouwens altijd ruime en ridderlijke voorwaarden hadden gesteld, hunne eischen tot een minimum hebben be perkt. Het eerste trouwens wat de Mikado deed, toen hij van de bereid willigheid der Russen om in onder handeling te treden hoorde, was het bedingen van krijgmanseer. Of daar vrije aftocht of wat daar verder onder begrepen is moet nog blijken. Denkelijk zal wel eene belofte worden verlangd van niet weer in dezen oorlog te dienen. De Japansche pers is al verstoord, dat de Russen zoo veel hebben ver nield. Er heerscht een toestand van vol slagen wetteloosheid in het district Tatiger en in geheel Marokko. De Britsehe Consul heeft alle Britsche onderdanen in den omtrek van Tatiger aangespoord zich in die stad te bege ven, omdat de Regeering niet meer kan instaan voor de veiligheid van hun leven en eigendom. Men verwacht, dat Frankrijk genoopt zal zijn tot gewapende tusschenkomst, nu de Sultan van Marokko den toe stand niet meester is, ofschoon volgens de laatste berichten de voornaamste geschilpunten zijn bijgelegd. Het Engelsche huis bij Tanger, het welk onlangs door den Marokkaanschen roover Eraissouli en zijne mannen werd aangevallen, blijkt de villa van Lady Drummond-Hay, op een uur alstands van Tanger in het gebergte gelegen, te zijn geweest. De roovers hoopten genoemde dame gevangen te nemen, teneinde een Imo gen losprijs voor haar te bedingen; maar Lady Drummond was gelukkig in Engeland. De huisbewaarders wer den nu aan handen en voeten gebon den door de roovers, die het gebeele huis plunderden. Op twee mijlen afstand van Tanger zijn eenige Spaansche steenkolenhan delaars door roovers uitgeplunderd en gevangen genomen. De betrokken Mogendheden zullen waarschijnlijk wel tegen den overlast, hunnen onderdanen, opkomen. De Engelsche bladen spreken twijlel er aan uit, of de laatstelijk openbaargemaakte brief van President Kruger wel echt is. Zij meenen niet slechts, dat President Kruger op 20 Juni, de dagteekening van den brief, niet meer helder van geest zou zijn geweest, maar steunen hun twijfel ook op het veronderstelde foit, dat de brief eene aanhaling in het Latijn bevat. Gelijk men weet, was de Staats president tot omtrent vierdagen voor zijn overlijden volkomen klaar van hoofd. Hij heeft inderdaad dien brief lang overdacht voor hij hem liet schrijven, en meer dan eens heeft hij een woord of zin na eerste opstelling veranderd. Wat de Latijnsche uitdrukking betreft, zoo koint deze in liet origineel niet voor. Er wordt gesproken over «verdeel en heersch", niet over «divide et impera". Vermoedelijk geschreven door Prof. Robertson is de volgende opmerking in de te Londen verschijnende «New Age" «Wanneer de toekomstige geschied- schrijvei den waaidigen ernst van deze laatste boodschap van Krugei aan zijn volk legt naast welke pro clamatie ook, die de Engelsche Re geering of de Engelsche bevelhebbers te velde in de vijf jaren (sedert het begin van den oorlog) uitgevaardigd hebben, dan zal hij wel zonder aar zeling zeggen, dat voor het minst uit letterkundig oogpunt de ongeletterde Boer het geheel wintWij zijn niet gewoon om Kruger als een kunstenaar voor te stellen, zelfs niet in proclamaties; maar hij heeft hier een proclamatie voortgebracht, die geen kunst kon verbeteren «Met een heid van zin en eenheid van krachten kan worden opgericht, wat thans daarr neder ligt. Laat het overwonnen volk slechts eendrachtig blijven, dan zullen onze nationaliteit en onze taal blijven en bloeien". Tegenover die sobere woorden is het gansche vertoon van het Engelsche imperialisme volslagen machteloos." (»Z.-Afr. Post".) Receptie ten Hove. De Niewjaarsreceptie ten Hove had gisteren haar gewoon verloop. H. M. en Z. K. II. ontvingen de gelukwen- schen van de autoriteiten en de leden der Hofhouding. Met de Ministers onderhield H. M. zich geruimon tijd. De Drankwet. Ter bevordering van de richtige naleving van de herziene Drankwet is het wenschelijk, dat de onher roepelijk geworden veroordeelingen (of de daarmede gelijkgestelde betalingen van opgelegde boeten), waaraan die wet met betrekking tot weigering of intrekking van eerie vergunning of van een verlof gevolgen vastknoopt, ter kennis worden gebracht van het bestuur der woonplaats van den ver oordeelde. Daartoe heeft de minister van justitie ie procureurs-generaal bij de gerechts hoven en de onderhen ressoiteerende ambtenaren van hel Openbaar Ministe rie uitgenoodigd,ieder voor zooveel hem betreft, van bedoelde veroor deelingen, c. q. betalingen van boeten, mededeeling te doen aan het bestuur van de woonplaats van den betrokken persoon. door AUGUSTE CRONER. Aan mijnheer Winkelmanns onzinnige menschenschuwheid moest zij hare gezondheid ten offer brengen want zij kon zich zelve volstrekt niet ontzien, omdat hij haar niet toestond eene werkvrouw te nemen, en zijn onzinnige vrees voor den dood, maakte de toestand van haar en de haren zeer onzeker, want de oude heer kon maar niet besluiten om een testament te maken. Juffrouw Muller was derhalve zeer mismoe dig gestemd, terwijl zij bezig was het middag maal te bereiden en toen zij het tot verwon dering en niet geringe vreugde van haar meester, binnen bracht was zij degene die er het minst van gebruikte. Zij was gewoon, omdat hij zulks, ter wille van de bediening de laatste jaren verkozen had, met hem aan een tafel te eten. Dit was natuurlijk heden ook het geval en daar zij in een misnoegde stemming was, hinderde het haar nu nog meer dan anders, dat hij haar voortdurend aanzette om te eten. «Als een huisdier, wier krachten hij voor zich zelf noodig heeft, voedert hij mij goed en rijkelijk," dacht zij terwijl zij met lange tanden iets gebruikte. Om de blikken van den ouden heer, die vol angst op haar waren gericht, te ontgaan, en om de aandacht on gemerkt van zich af te leiden, en misschien •ook wel om den man op wien zij heden zoo verbeten was, nijdig te maken, begon zij van de groote veranderingen te spreken, die weldra in de buurt van hunne woning zouden plaats grijpen. Indien zij hem inderdaad nijdig had willen maken dan had zij haar doel be reikt, want hij begon nu te denken over de groote drukte die weldra de rust van hun stille omgeving zou verstoren. Een aannemer had namelijk het voor hem uitstekende, maar voor den heer Winkelmann buitengewoon- ongunstige idee gehad om het vorige voorjaar alle grond ter weerszijden van het eigendom van den heer Winkelmann aan te koopen om daar een geheel nieuwe wijk te doen verrijzen. Nu, daar de herfst aangebroken en de tuinen bijna ledig waren, begonnen de tegen woordige bewoners, die reeds in 't voorjaar hunne woningen hadden moeten verlaten, lang zamerhand te verhuizen. Diezelfde aannemer had ook den heer Winkelmann gevraagd om hem voor geld en goede woorden zijne eigen dommen af te staan, maar deze had hem kortaf ten antwoord gegeven dat hij zijn huis niet wilde verkoopen en dat was zeer natuur lijk ook, want wat maalde de oude man om een paar duizend gulden winst. Het was hem maar te doen om een stil, gezellig huisje te hebben waarin hij niets van de wereld kon vernemen en geen ander gezicht rond zich behoefde te zien dan dat van zijne trouwe en betrouwbare huishoudster. Toen hij zijn glaasje rooden wijn, tot be sluit gedronken had, rolde zij, evenals iederen dag, zijn stoel naar de kachel, gaf hem een kussen onder het hoofd, en onder de voeten, reikte hem een zorgvuldig gestopte pijp en een brandende fidibus toe en vroeg hem daarop, zooals zij ieden dag, precies om vier uur deed, of hij nog iets wilde hebben vóór zij de vaten ging wasschen. «Neen niets, Josefa," antwoordde hij vrien delijk. «Heb je den brief bij de dokter in de bus gedaan?" Dit was niet gebeurd, maar juffrouw Muller knikte toch van ja, opdat de oude heer niet boos zou worden. Hij knikte haar dan ook bevredigd toe en zei, nadat hij een trek aan zijn pijp had gedaan: «Doe dan ook je best om weer beter te worden. Wat zon ik zonder u beginnen Hij zag den bitteren glimlach niet die over haar gelaat vloog en die nog toenam terwijl zij de tafel opruimde en de kamer uitging. Hij is en blijft een egoist. Hij denkt bij alles, zelfs bij zijne weldaden, alleen aan zich zelf. Zoo mompelde de vrouw in zichzelve ter wijl zij naar de keuken terugkeerde. Zij begon echter niet dadelijk aan het wasschen der vaten maar begaf zich naar haar eigen kamertje om den brief aan den dokter te schrijven. Het bleef echter niet bij dezen brief; zij schreef ook aan haar zoon, en dezen brief droeg ook, even als al haar doen en laten heden, den stempel van prikkelbaarheid. Hij luidde: Lieve Hans. «Kom hier heen; je moet het mijnheer Winkelmann begrijpelijk maken, dat ik niet meer alleen al het werk kan doen. Dit zal jou misschien beter gelukken dan mij die sedert ik ook voor jou en jou gezin moet zorgen en bovendien lichamelijk niet in orde ben zenuwachtig en prikkelbaar ben ge worden, en misschien een verkeerd woord zou zeggen. Wordt veroolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1905 | | pagina 1