NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. BUITENLAND. BINNENLAND. DE SCHIMMELRIJDER. (Mo. 41. Woensdag 24 Mei 1905. Vier-en-dertigsten jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad f 0.75; Franco per post door bet geheele Rijk f 1. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langestraat 77. Telcphoonns. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/a Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte Een kloek ruiterstukje van de Japanners, kort vóór den slag bij Mukden ondernomen, wordt door den Times-correspondent te Tokio aldus verhaald Den 9en Januari trok een afdeeling van 150 ruiters bestaande uit vrij willigers van vier regimenten, onder bevel van Majoor Naganuma, van Sumapao bij Haikatai op dien tocht uit. Het doel was den Mantchourischen spoorweg in den rug der Russen op een punt zoo ver mogelijk ten Noor den van Mukden te vernielen. Juist om dien tijd deed Generaal Mescbtschenko aan den rechteroever van de Liao, met een sterk cavalerie- korps den bekenden uitval naarYinkau en Oud-Niuchwang, welke veel opzien wekte, maar niet veel uitweiking bad. Drie dagen nadat de Russische kozakkendrommen naar het zuiden waren gestormd, trok Majoor Naga numa Noordwaarts. Zijn troepje was zoo min mogelijk belast. Ieder ruiter had een schraal weekrantsoen van ge perste rijst bij zich. Daarmee begaf zich het korps op vijandelijk gebied en zocht bij de strenge winterkoude zoo goed mogelijk schuilplaats en onderkomen. Het einddoel was de spoorwegbrug over de Hsingkai-rivier, een eind- weegs ten Zuiden van Changchun, dus 240 kilometer ten Noorden van Mukden. Er waren genoeg mannen, die de streek kenden en den weg wisten maar men moest allerlei verborgen kronkelwegen kiezen en zoo had Naganuma van Sumapao uit naar die brug een weg van wel 450 kilometer af te leggen. Men was genoodzaakt bij voorkeur 's nachts te rijden en na verloop van 43 dagen bereikten de ruiters zonder ongelukken en zonder de aandacht der Russen te hebben ge trokken, den oever van den Hsingkai, den 1 lden Februari, toen Oyama zijn laatste toebereidselen voor den slag bij Mukden maakte. Daar liet men de spoorwegbrug in de lucht springen, en nu was alle kans om zich schuil te houden voorbij Men aanvaardde nu in vollen ren den terugtocht en de Russen begonnen jacht to maken op het stoutmoedige troepje ruiters. Den 14den Februari w-erden. de Japansche ruiters door 300 kozakken met twee stukken veldgeschut aange vallen. Maar zij dreven de Russen terug en maakten een kanon en een bagagewagen buit. Den 13en Maai t kwam Majoor Naga numa met zijn ruiters weder bij de Japansche voorposten aan, waar hij rapport uitbracht en van Maarschalk Oyama welverdienden lol ontving. De stoute tocht had behalve de rechtstreeksche gevolgen ook nog in direct een gunstige uitwerking voor de Japanners. Men meende in het Russische hoofd kwartier dat daar een groote Japansche krijgsmacht was en men zond sterke cavaleriekorpsen naar Changchum, waardoor toen weder de weg, waar langs weldra Nogi's troepen voor waarts drongen van bezetting werd ontbloot. De buitenwereld hoorde weinig van Naganuma's welgeslaagde onderne ming. Den 26sten Februari kwam over Kiu tschau het bericht, dat ergens voorbij Tieling de spoorwegverbinding was afgesneden. Voorts liep het gerucht, dat ver in den rug van het Russische leger Japansche troepen waren opge daagd. De gewone courantenlezers schonken echter weinig aandacht aan die berichten en de militaire critici verklaarden die geruchten voor on mogelijk en voor onzinnige praatjes. Ook in Japan hoorde men niets van Naganuma's tocht en eerst onlangs werd die meer bekend, door brieven door Naganuma en zijne officieren aan bloedverwanten en vrienden geschre ven. Volgens een correspondent van de Westminster Gazette te Waiscbau heeft een onderofficier in een brief met veel lof geschreven over de krachtige maatregelen door generaal Linjewitsj genomen om de tucht te herstellen. «Alles is veranderd" schrijft hij, »de officieren mogen niet meer slempen, als vroeger, wij moeten ons tevreden stellen met gewoon voedsel. Alle koks zijn wanhopend, maar Linjewitsj zelf eet ook weinig beter dan zijn oppasser. Zelfs zijn generaals moeten zich her inneren, dat zij in den oorlog zijn; hun salonrijtuigen zijn in hospitalen veranderd en zij zijn verplicht ingewone rijtuigen te reizen en in hutten te wonen. Het was hier welbekend, dat elk officier, die dokters een weinig geld in handen wist te stoppen, een certi ficaat wegens ongeschiktheid kon be komen om naar huis te worden ge zonden. Koeropatkin deed daar niet tegen, maar Linjewitsj snapte een poroetsjik (luitenant) juist toen hij naar Karbin trok, op weg naar Moskau en zond hem naar een anderen dokter om gekeurd te worden. De dokter zei dat hij zoo gezond was als een visch «Zend het hondenkind naar zijn regi ment terug," beval de generaal en hang de dokters, die het certificaat schreven op, zoodat het heele leger wete, wat hun wacht, die hun plicht niet doen." Een ander maal trof de generaal een armen soldaat aan, die zijn kanon verloren had en zelfs ver geten had waar zijn regiment was en hoe het heette, daar hij er sinds den slag van Moekden niets van gezien had. «Zulk een doerak (gek) als jij," voegde Linjewitsj hem toe, «is alleen geschikt voor aas," en hij deed hem meteen ophangen. En de onderofficier schrijft ten slotte: «Wat ons betreft, wij morren en vinden het werk hard. Maar de oude man heeft gelijk. Niemand noemt hem batoesjka (vader) als Koeropatkin, maar ze doen al wat hij wil en het leger verandert heel en al van uiterlijk Hij en vier man van zijn staf wonen op elkaar gepakt in een gewoon rijtuig en werken als paarden van den ochtend tot den avond. «Ze zeggen, dat de doeh (geest) van de Japanners in Linjewitsj is gevaren." Volgens de Russische couranten zou er tegen 28 Mei a.s. een oekase te wachten zijn, die de vertegenwoor digende vergadeiing tegen den 14en November bijeenroept. Een eigenaardig landelijk feest, een «Boomenfeest", is Zondag in het aan vele Nederlanders welbekende Bel gische plaatsje Esneux, (2 uur ten Zuiden van Luik) gevierd. Eenige maanden geleden opperde een jong lettei kundig tijdschrift, «Samedi", het plan van «Boomenfeesten" te vieren, om het volk eerbied te leeren voor zijn bosschen en de herinnering aan de vroegere natuurvereering te verlevendigen. Het Gemeentebestuur van Esneux nam het initiatief tot zulk een feest en de eerste proef is welgeslaagd, on danks het ongunstige regenachtige weder Voor een groote schare schoolkin deren en volwassenen werden rondom een pas geplanten jongen dennebóom verscheidene toespraken gehouden, waarin werd opgewekt tot kweeken en ontzien van boomen, die een sieraad en een weldaad zijn voor het land. Het feest werd met een vroegmaal besloten. In October wordt een tweede Boo menfeest gevierd, en wel te Lummen. (Belg. Limburg./ H. M. de Koningin begeeft zich na het bezoek aan Amsterdam naar Soestdijk. Gedurende de maand Augustus a.s. zal het Hof vermoedelijk niet op Het Loo verblijven. Men meldt uit Amsterdam Naar wij vernemen is bij het be stuur van den Ned. Bond van Ver- eenigingen voor den llandeldrijvenden en Induslrieilen Middenstand een protestbeweging in voorbereiding tegen de stichting hier (e lande van warenhuizen in 't algemeen, en in 't bijzonder tegen dat, hetwelk onder den naam van GrandBazar de la Paix te 's-Gravenhage zal worden opgericht door een Belgisch consortium, waarbij het katholieke Kamerlid jiir. I. B. D. van den Berch van Heemstede als eenige Nederlander is geïnteresseerd. Antirev. Partijdag. Op Hemelvaartsdag zal te Utrecht een antirev. partijdag woiden gehou den, met een middag- en avondver gadering. De avondvergadering is ook toegankelijk voor katholieken, en daarin zal o. a. als spreker optreden de heer mr. A. I. M. J. baron van Wijnbergen, r.-kath. Tweede Kamerlid voor het district Eist. Het doel dezer bijeenkomst is, de christelijke kiezers met het oog op den komenden stembusstrijd op te wekken tot krachtige actie Tegenstanders zullen noch al toe hoorders, noch als debaters worden toegelaten. Groot Nederland. In het tijdschrift «Groot Nederland", onder redactie van Cyriel Buysse, Louis Couperus en W. G. van Nou- huys, zal een nieuwe roman van Cyriel Buysse opgenomen worden. Deze roman «Het Leven van Rozeke van Daalen" zal de Juli-afievering openen. Verder zullen in de volgende afle veringen van «Groot Nederland" op genomen worden het thans veel be sproken tooneelstuk van I N. A. «Een Moeder", dan een novelle van C. P. Brandt van Doorne «Uit de Oorspronkelijke novelle vau TH. STORM. 15) Op de ruime vlakte, die zich aan den land- kant ten Oosten van den dijk uitstrekte, zag men den daaropvolgenden middag een donkere menschenmassa nu eens onbeweeglijk stil, dan weer, nadat uit haar midden tweemaal een houten bal langs den grond gevlogen was, die nu door de zonnewarmte van rijp was ont daan, langzamerhand zich al verder en verder van de achter hen liggende lange en lage huizen verwijderendit waren de werpers, omringd door ond en jong, door allen, die hetzij hier in deze huizen of in die daarginds op de heide woonden of tijdelijk vertoefden de oudere mannen in lange jassen, bedaard uit korte pijpjes rookende, de vrouwen in doeken of mantels, de meeste met kinderen aan de hand of op den arm. Op de bevroren slooten, die men achtereenvolgens moest overtrekken, fonkelde door de scherpe punten van het riet heen het bleeke schijnsel der namiddagzon. Het vroor hard, maar het spel werd on afgebroken voortgezet, en aller harten en blikken volgden hoe langer zoo opgewondener den vliegenden bal, want daaraan hing heden voor het geheele dorp de eer van den dag. De scheidsman der eene partij droeg een witten, die der andere partij een zwarten stok met ijzeren punt; waar de bal liggen bleef, werd die stok hetzij onder stilzwijgende goedkeuring of onder het spottend gelach der tegenpartij in den hard bevroren grond geslagen, en wiens bal het eerst het doel bereikte, die had voor zijn partij het spel gewonnen. Er werd door al die menschen slechts weinig gesprokenalleen wanneer een uitstekende worp gedaan werd, hoorde men door enkele jonge lieden of vrouwen een paar woorden uiten of nam een der ouden zijn pijp uit zijn mond en klopte daarmede den werper met een paar vriendelijke woorden op den schouder. Dat wa9 een worp, zeide Zacharias, en hij wierp zijn vrouw het raam uit'' of: «Zoo wierp je vader ook; God zij hem inde eeuwig heid genadig!" of wat zij anders alzoo zeiden. Bij zijn eersten worp was het geluk Hauke niet gunstig geweest; juist toen hij den bal wilde wegslingeren, was de zon van achter de wolken, die haar tot nu toe bedekt hadden, te voorschijn gekomen en had hem vlak in de oogen geschenen; de worp werd te kort, de bal viel op een sloot en bleef in het bomijs zitten. «Dat geldt niet! Dat geldt niet I Hauke, nog eenslu riepen zijn partners. Maar de scheidsman der heidebewoners kwam daartegen op. «Het moet wel geldengeworpen is geworpen!» Ole, Ole Peters!" schreeuwde de polderjeugd, «Waar is Ole? Wel duivels, waar is hij dan toch?" Maar hij was al ter plaats«Schreeuwt toch maar niet zoo! Moet er voor Hauke wat in orde gemaakt worden? Dat dacht ik al.» «Och wat! Hauke moet nog eens gooien laat nu eens zien, dat je mond op de goede plaats zit.» «Dat doet hijriep Ole en hij ging naar dén scheidsrechter van de tegenpartij en bracht een vloed van woorden uit. Maar het puntige en scherpe, anders aan zijn woorden eigen, ontbrak ditmaal. Naast hem stond het meisje met de saamgegroeide wenkbrauwen en keek hem scherp en met toornige oogen aanmaar spreken mocht zij niet, want de vrouwen hadden in het spel geen stem. «Je praat maar onverstandig," riep de andere scheidsrechter, «omdat je er met ver standig praten niet komen kunt. Zon, maan en sterren zijn voor ons allen gelijk en staan altijd aan den hemel; de worp was onhandig, en alle onhandige worpen gelden!" Zoo redetwistten zij nog een poosje met elkaar; maar ten slotte besliste de leider van het spel dat Hauke zijn worp niet mocht overdoen. «Vooruit!» riepen de heibewoners, en hun scheidsman trok den zwarten stok uit den grond, en hij, die werpen moest, trad, toen zijn nummer was afgeroepen, aan en slingerde den bal weg. Toen 's dijkgraven oudste knecht naar den worp wilde gaan zien, moest hij voorbij Elke Volkerts gaan: «Ter wille van wien liet gij vandaag uw verstand t'huis fluisterde zij hem toe. Hij keek haar toornig aan en elk spoor van grappigheid was van zijn breed gezicht verdwenen: «Ter wille van u,« zeide hij, «want gij hebt het uwe ook vergeten I" «Ga maar; ik ken je, Ole Peters I" antwoordde het meisje, hem van uit de hoogte aanziende; maar hij keerde het hoofd om en deed alsof hij het niet gehoord had. Eu het spel en de zwarte en de witte stok gingen al verder en verder. Toen Hauke weer aan dé beurt kwam, vloog zijn bal al zoo ver, dat het doel, een groote, gewitte ton, van daar duidelijk zichtbaar was. Hij was nu een stevig jongmensch en in zijn jongensjaren had hij zich dagelijks met de wiskunde en de werpkunst bezig gehouden. «Oho, Hauke!" riep er een uit den hoop, «dat had er waar- achtig wel wat van, alsof de aartsengel Michaël in eigen persoon geworpen had!" Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1905 | | pagina 1