NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
DE SCHIMMELRIJDER.
No. 52.
Zaterdag 1 Juli 1905.
Vier-cn-dertigsten jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Eene Nationale RemMt-Hnl.
Rembrandt aan het Volk.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad f 0.75;
Franco per post door het geheele Rijk f 1.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
BureauLangestraat 77. Tclephoouno. 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/i Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekond.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
Aan onze Landgenooten!
De 15e Juli 1906 zal voor Neder
land een feestdag zijn. Dan is het 300
jaar geleden, dat te Leiden de man
is geboren, die voorbestemd was Neèr-
lands naam voor alle tijden en bij
alle volken der beschaafde wereld
beroemd te maken.
Onder de vele groote kunstenaars
der 17e eeuw, die den roem van onze
vaderlandsche kunst wijd en zijd heb
ben verbreid, schittert als de groot
steRembrandt.
Trotsch mogen wij er op zijn, dat
de kunstenaar, wiens naam ir. geheel
de wereld met eerbied en bewonde
ring genoemd wordt, wiens arbeid
honderdduizenden het hoogste kunst
genot heeft geschonken, een der on
zen is.
Dat legt ons echter een zeer duren
plicht op.
En wel dezen het geheele Neder-
landsche volk werkelijk zijn Rem
brandt te doen bezitten.
In onze Musea zijn de beste werken
zijner kunst voor Nederland bewaard
gebleven. Jaarlijks trekken duizenden
uit binnen- en buitenland daarhenen,
om zich aan die kunst te laven.
Daarnaast zijn er echter duizenden,
ja tienduizenden onzer landgenooten,
die nimmer in de gelegenheid komen,
onze Musea te bezoeken.
Eene kleine vergoeding voor hen
zou het zijn, indien zij tenminste
eenige mooie reproducties van Rem-
brandts meesterweikon konden be
zitten.
Maar ook zij, die wel, zij 't ook
éénmaal, met eigen oogen »de Nacht
wacht", »de Staalmeesters", de Ana
tomische les" of een zijner heerlijke
portretten hebben aanschouwd, ook
zij zullen gaarne een mooie repro
ductieals wandversiering hunner huis
kamer, of geborgen in portefeuille,
om nu en dan voor don dag gehaald
te worden, bezitten.
Wel zijn er uitmuntende reproduc
ties van Rembrandts werk in ver
schillende grootte en onderscheidene
technische uitvoering te verkrijgen
maar duur, zeor duur, en derhalve
onbereikbaar voor het overgroote deel
van ons volk.
En toch, Rembrandt behoort aan
het geheele volk; zijne kunst onder
het volk te brengen, moet voor de
Nederlandsche natie eene eerezaak
zijn.
Daarmede een aanvang te maken
wanneer was de tijd daartoe geschikter
dan thans, nu weldra de 300ste te
rugkeer van zijn geboortedag zal ge
vierd worden?
De waardigste hulde, welke Rem
brandt in 1906 gebracht kan worden,
is ongetwijfeld de meesterwerken zij
ner kunst in voortreffelijke reproduc
ties in het bezit van zeer velen onzer
minder bedeelde medeburgers te bren
gen.
Dit te verwezenlijken is het doel,
waartoe ondergeteekcnde zich gevormd
hebben tot een Comité voor de uit
reiking eener nationale Rembrandt-
gave aan het Nederlandsche volk.
De Rembrandt-gave zal bestaan uit
zes reproductie's in kleur, (ter grootte
van 18 bij 25 c.M.) opgezet op zwart
karton (p. m. 28'/i bij 35 c.M.) met
vergulde omlijning; daarbij komt een
korte tekst en beknopte levensbe
schrijving van den meesterhet ge
heel verzameld in een eenvoudigen
omslag, versierd met eene reproductie
naar het bekende geëtste zelfportret.
De prijs van het geheele Album
zal slechts één gulden bedragen doch
uitsluitend voor onze Plaatselijke
Comité's.
De reproducties worden in de ateliers
van de van ouds vermaarde Neder
landsche firma Johannes Enschedé
Zonen te Haarlem vervaardigd en
geven de kleurenschoonheid der schil
derijen voortreffelijk weder, terwijl
de kunstenaars in ons Comité voort
durend de goede uitvoering zullen
controleeren.
De onderwerpen der platen uit
onze Rembrandt-gave zullen zijn
1. De Staalmeester (Rijksmuseum).
De Joodsche Bruid (Rijksmuseum).
Portret van Elisabeth Bas (Rijks
museum).
Simeon in den tempel (Maurits-
huis).
Landschap (Rijksmuseum).
Portret van Rembrandt als officier
(Mauritshuis).
Bij onze keuze hebben wij rekening
gehouden met de mogelijkheid, dat
de" platen ingelijst zouden worden, om
als wandversiering te dienen. In dat
geval zouden zij tenvolle beantwoor
den aan het doel, dat wij ons voor
stellen Rembrandt dagelijks bij en
om ons
Zijne kunst, het leven des volks
veredelend en hot aansporend tot
hooger genieten
Dat kan door onze Rembrandt-repro-
ducties uitstekend geschieden. Zoo
zal Rembrandt dus inderdaad een der
opvoeders van ons volk kunnen wor
den. Zes reproducties komen ons vol
doende voor. Do bezitter ervan kan
b.v. twee laten inlijsten (eene een
voudige en toch smaakvolle lijst be
hoeft heusch zooveel niet te kosten)
en kan dan nog twee maal, na ver
loop van een zekeren tijd, in dezelfde
lijsten andere platen zetten. Zco blijft
Rembrandt immer nieuw, en zal lang
zaam maar zeker al 't smakelooze en
gevoel verstompende, dat onder den
naam van vemenng doorgaat, ver
dringen. J^fLfcale "W^ind in de huis
kamer ^rkC neerdrukkend. De be
woner
te bedek
ken. Wijl hij in de allermeeste ge
vallen geen middelen bezit, dat te
doen met werkelijk mooie platen, om
dat deze veel geld kosten, grijpt hij
naar de bekende leelijke gravures,
oleographieën e.d., die hem voor een
bagatel voor 't werk nog veel te
veel worden aangeboden.
Ter eere van Rembrandt's nage
dachtenis willen wij trachten de wonin
gen onzer minder bedeelde medebur
gers te verlevendigen en te versieren
met zijno kunst.
Wie dus ons Rembrandt-Album
moeten ontvangen
Natuurlijk in de eerste plaats zij
wier middelen hun niet veroorloven
één of meer guldens voor enkele
platen te besteden en voor wie toch
wel degelijk een weinig kunst zoo
goed zou zijn, en wien zij zoo goed
zal doen.
Hen moeten wij trachten te helpen,
hun moeten wij de Rembrandt-gave
als een nationaal huldeblijk op Rem
brandt's 300sle" geboortedag aan bieden
Nationaal, wijl wij ons tot de geheele
natie wenden, om steun voor de ver
wezenlijking van dit doel.
Nationaal ook, wijl onze Rembrandt-
Albums moeten komen in alle deelen
des lands. Daarvoor is -echter veler
medewerking noodig. Zooveel mogelijk
moet in elke gemeente een Plaatselijk
Comité voor de Nationale Rembrandt-
Hulde gevormd worden, waartoe wij
bij dezeu allen opwekken, die met ons
plan sympathiseeren, en het willen
helpen uitvoeren.
Daar het hier eene volkszaak geldt
en ons doel niets te maken heeft met
eenige politieke richting of geloofs
belijdenis, (daarvan is de samenstelling
van ons Comité reeds het beste bewijs)
meenen wij, dat in deze plaatselijke
Comité's zitting kunnen en moeten
nemen gemeentenaren van verschil
lende politieke overtuiging en van ver
schillend geloof.
Nergens behoeft men te denken
in onze gemeente kunnen we met zoo
iets niet beginnen. Dat achten wij
volkomen onjuist. Al kunnen er maar
10 Albums door een Comité besteld
worden en 't hiervoor noodige
bedrag van f 10.is toch zeker heel
gering ook dan heeft 't Comité zijn
taak vervuld. Wij roepen dus nog
maals allen, die met ons willen mee
werken toeSteunt het Plaatselijk
Comité in Uwe Gemeente, en zoo er
nog geen bestaatricht er gezamenlijk
met gelijkgezinden één op on meldt
dit aan onzen Secretaris!
Deze zendt op aanvrage gaarne een
exemplaar van dezen oproep aan hen,
die in hunne gemeente het initiatief
willen nemen tot 't vormen van een
Plaatselijk Comilé. Tevens ontvangen
zij daarbij een andere circulaire be
treffende twee prachtige reproducties
van N. Maes en P. de Hoogh (Rijks
museum) geheel op dezelfde wijze
uitgevoerd als de Rembrandt-repro-
ducties zullen worden, welke door
de firma Enschedé uitsluitend voor de
leden van Plaatselijke Comité's ver
krijgbaar worden gesteld.
Elk plaatselijk Comité heeft tot taak
in zijne gemeente zooveel mogelijk
geld bijeen te brengon, en het daarvoor
aan te schaffen aantal Rembrandt-
Albums op de best mogelijke wijze te
verdeelen, zoë dat ze aan liet doel,
hierboven omschreven, beantwoorden.
Hoe die verdeeling zal plaats hebben,
daarover kunnen wij hier moeielijk
uitweiden. Elk Comité zal rekening
moeten houden met het beschikbare
geld en plaatselijke toestanden. Zelf
hebben wij er lang en breed over
gesproken, of het Album geheel gratis
zal worden weggegeven, of dat het
beter zou zijn, van den ontvanger een
kleinigheid al was 't maar een
kwartje te verlangen, als waarborg,
dat hij werkelijk prijs stelt op het bezit
van wezenlijke kunst. Wij meenden
DE. nEDERLGtlDSCHE HflUDELSBfltlK
Koninklijk goedgekeurd
Amsterdam.
2^£or\sMluy£ensshr;6^TeIe£Ki572^
Oorspronkelijke novelle van Tn. STORM.
26)
Nu was het ebbe en de gouden September-
zon schitterde op de ongeveer honderd pas
hreede slibstrook en op de diepe geul in 't
midden, waar de zee ook nu haar wateren
doorspoelde. »Dat kan gedempt wordenzeide
Hauke bij zich zelf, nadat hij daar een poos
naar gekeken- hadvervolgens keek hij op, en
van den dijk, waarop hij stond, over de kil
heen, trok hij in gedachteD een lijn langs den
rand van het afgesloten land, het Zuiden om
en langs het Oosten terug over de voortzet
ting van de kil en weer naar den dijk. De lijn
nu, die hij in zijn verbeelding had getrokken,
was een nieuwe dijk, nieuw ook in de con
structie van het profil, dat tot dusver enkel
in zijn brein had bestaan.
"Dat zou een polder van ongeveer duizend
pondemaat worden," zeide hij glimlachend tot
zich zelf; «wel niet groot, maar
En nu verdiepte hij zich in een andere be
rekening; het voorland behoorde aan de ge
meente, aan elk der leden een aantal aandeelen,
al naar gelang van de uitgestrektheid hunner
bezittingen binnen de gemeenti of volgens
andere wijze verkregen rechtmatme aan
hij begon op te tellen, hoeveel aarrdeelen hij
van zijn eigen, hoeveel hij er van Elke's vader
had gekregen, en hoeveel hij er tijdens zijn
huwelijk reeds zelf had gekocht, deels in het
onbepaald voorgevoel van toekomstig voordeel,
deels omdat hij voor het weiden zijner schapen
meer grond noodig had.
Dat was een aanzienlijk getal, want ook die,
welke aan Ole Peters hadden toebehoord, had
hij aangekocht, daar deze er van af wilde zijn,
toen bij een overstrooming zijn beste ram ver
dronken was. Maar dat was een zelden voor
komend ongeluk geweest, want zoover Hauke's
geheugen reikte, was er zelfs bij hooge vloeden
alleen de uiterste rand van overstroomd.
Wat voortreffelijke wei- en bouwland zou
dat worden, welk een waarde zou het wel
vertegenwoordigen, wanneer dat alles door
zijn dijk omringd was! Als een roes steeg het
hem naar het hoofd, maar hij drukte de na
gels in de palmen zijner handen en dwong zijn
zijn oogen, helder en onbevoordeeld te zien,
wat daar voor hem lag; een groote oningedijkte
vlakte, die, wie zou zeggen, misschien reeds in
de eerstvolgende jaren aan allerlei stormen en
vloeiden zou worden prijs gegeven eu aau
welker uitersten rand nu een troep vuile schapen
mgzaam grazende op' %qj»pÉ?*liep voor hem
zou het een bron worden van veel werk,
strijd en verdrietMaar onlangs alles, was het
hem, toen hij den dijk verliet en over het
voetpad door de weide naar zijn terp terug
keerde, alsof hij een grooten schat met zich
mee naar huis nam.
In het voorhuis kwam Elke hem tegemoet.
«Hoe was het met de sluis vroeg zij.
Met een geheimzinnig glimlachje zag hij op
haar neer: "Wij zullen spoedig een andere sluis
noodig hebben." zeide hij, «en duikers eu een
nieuwen dijk."
«Ik begrijp je niet," antwoordde Elke, ter
wijl zij de kamer binnengingen, «wat bedoel
je, Hauke?"
»Ik wil," zeide hij langzaam en zweeg toen een
oogenblik, "ik wil dat de groote uiterwaard, die
tegenover onze hofstede begint en vandaar oost-
waarts zich uitstrekt, tot een polder ingedijkt
wordt; de hooge vloeden hebben ons bijna sedert
een menschenleeftijd met rust gelatenmaar
wanneer er eens een terug komt en den aanwas
vernielt, dan kan. het opeens met al die heer
lijkheid gedaan zijn slechts door de oude sleur
is daar tot nu toe niets aan gedaan
Zij zag hem vol verbazing aan. "Zoodoende
berisp je immers je zelf!'' zeide zij.
"Dat doe ik ook Elke maar er was tot
nu toe zooveel anders in orde te brmgpii 1"
>Ja, Hauke zeker, je hebt genoeg gedaan
Hij had in den leunstoel van den ouden dijk
graaf plaats genomen en zijn handen omklemden
vast de zijleuningen.
»Durf je dat wel aan vroeg zijn vrouw
hem.
"Dat durf ik, Elke!" antwoordde hij haastig.
«Overhaast je niet, Hauke het is een werk
op leven en dood, en bijna allen zullen je tegen
zijnmen zal je voor al je moeite en zorgen
geen dank weten 1"
Hij knikte; "dat weet ik!" zeide hij.
En wanneer het nu eens niet gelukte riep
zij weer; »van kindsbeen aan heb ik gehoord,
dat de kil onmogelijk gedempt kan worden, en
dat men er geen pogingen toe behoeft te doen."
Dat was een uitvlucht voor de luienzeide
Hauke, "waarom zou men de kil niet kunnen
dempen
»Dat vernam ik nooit; misschien wel omdat
het water er recht door spoeltde stroom is er
te sterk." Plotseling kwam er een herinne
ring bij haar op en een bijna schalks lachje
straalde uit haar ernstige oogen.
Wordt vervolgd.)