NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. BINNENLAND. I Kil I I.E ION. Aio. 94. Zaterdag 25 November 1905. Vier-eii-dertigsteu jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Officieele Publicatie. BUITENLA~ DE TOESTAND IN RUSLAND. Plaatselijk Nieuws. HET KIND DER PRAIRIE. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75; Franco per post door het geheele Kijk f 1. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Laugestraat 77. Telephoonn». 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/. Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte VLEESCIIKEURING. Examen hulpkeurineestcr. De Burgemeester van Amersfoort brengt ter kennis van belanghebben den dat de van Rijkswege te houden examens ter verkrijging van een diploma van hulpkeui meester van vee en vleesch in do openbare slachthuizen te Roermond en te Amsterdam zullen aanvangen respectievelijk op Dinsdag 28 November a.s. des namiddags te 2 uren en op Maandag 4 December a.s. des voormiddags te 10 uren. Amersfoort, den 23 November 1905. De Burgemeester van Amers/oort, WUYT1ERS. Afgezien van de agrarische quaestie is de toestand in Rusland thans veel verbeterd. Overal heerscht weer rust. De arbeid is allérwege hervat, en boven dien heeft de centrale arbeiders-raad besloten den eisch voor den acbturigen werkdag tijdelijk te laten vallen, wat de kans opent op een tijd van rustig werken, zonder staking. Dat de Boeren nog in vollen opstand zijn, blijkt daaruit dat de kleine staat van beleg afgekondigd is in enkele der voornaamste landbouw-districten. Van belang is wat de boeren thans bespreken op bun bijeenkomst te Mos kou. De Roesslcia Slovo zegt dat op den eersten zittingsdag 300 vertegen woordigers aanwezig waren uit alle deelen van Rusland. Alle sprekers waren het er over eens dat de boeren- beweging een vreedzame behoorde te zijn. De opstootjes en bet vernielen van eigendommen moet op rekening geschreven worden van woestelingen. In vele plaatsen zijn de doipelingen echter voldoende beschaafd om te begrijpen dat zulk optreden niets uit werkt. De voorzitter Koernin, een boer, zei in zijn openingswoord li Wij treden thans een nieuw leven in. De macht is aan onze zijde. De boeren maken van deze wetenschap gebruik en be reiden zich voor op de overwinning. Niets kan beletten dat zij het land en de heerschappij in hun handen ki ijgen" De aanwezigen zongen een lied »ter eere van de martelaren, die gevallen zijn voor de zaak der vrijheid", waarna de ondervoorzitter, Mazoerenko, een geestdriftvol woord sprak over de agrarische beweging. De onwetendheid van velen, zei hij, heeft geleid tot betreurenswaardige buitensporigheden. Dit dient voortaan verhinderd te wor den. De boeren moeten het voorbeeld der aibeiders volgen en hun leger van honderd millioen organiseeten. Dan is de overwinning over het hydra monster, dat hen zoolang onderdrukte, verzekerd. De autoriteiten haten de boeren, namen hen gevangen, vervolg den ben, zenden soldaten op hen af, doch in de Don-provincie hadden kozak ken de partij der boeren gekozen. De afgevaardigde Medvedef van Tsjernigof zei dat de boeren daar het land annexeerden, dat de landadel zich had toegeëigend. Troepen waren gezonden, doch deze hadden op som mige plaatsen geweigerd tegen de boe ren op te treden. Een andere afge vaardigde, Cectanowicz uit Minsk, gaf een somber beeld van de onderdruk kingen waaraan de boeren in het Witte Rusland blootstonden van de zijde der politie, docb, voegde hij er aan toe. Wit Rusland is gewapend en wacht alleen op het teeken om nu op te staan met de andere Russische bloe ders. Een hoer gaf de schuld van het vernielen en plunderen aan de sociaal democratische propagandisten. Ten slotte nam de vergadering een motie aan, waarin afkeuring werd uit gesproken over de tiiannie en wette loosheid in het leger, over liet slechte voedsel aan soldaten verstrekt, over don oorlog en het lange houden van de reservisten in Maudsjoerije, terwijl gevraagd werd om de vrijlating van de gevangenen te Kroonstad, wier opstand een gerechtvaardigd piotest genoemd werd Met een «Lang leve de bond van Russische boeren, werklieden en mili tairen, liet geheele Russische volk" werd de vergadering gesloten. De nieuwsbladen van de Wolga-pro- vincies zijn gevuld met bijzonderheden over den agrarischen opstand, die be schreven wordt als een onweerstaan bare stroom, die alle goederen en eigendommen weg vaagt in zijn vaart. Het reizen in deze districten is zeer gevaarlijk, soms zelfs onmogelijk. Behalve de landgoederen, plunderen en verbranden de boeren winkels, hui zen vande geestelijkheid, wodka-depóts, hospitalen. Zelfs worden landeigenaars, officieele personen en politie-dienaren opgesloten in geïmproviseerde gevan genissen. Benden boeren trekken het land door, roode vlaggen dragende, revotu- tionnaire liederen zingende. Zij dwin gen de doipelingen zich bij hen aan te sluiten. Weigeren deze dan worden hun huizen verbrand. De hoeren slachten al het vee en eten het rauwe vleesch. Voor belastingbetalers. In de Memorie van Antwoord op het afdeelingsverslag in de Tweede Kamer inzake de Staaisbegrooting van 1906 lezen we: Ook de Minister van Financiën acht den toestand van de financiën geens zins gunstig ter zake van het feitelijk tekort, veroorzaakt door de noodza kelijkheid orn voor belangrijke uit gaven wegens genomen maatregelen aanzienlijke sommen te besteden, ter wijl geld noodig is voor toekomstige maatregelen. Uit hoofde de gewone inkomsten zelfs de gewone uitgaven niet meer dekken, is spoedig ingrijpen noodig De intrekking van de tariefsher ziening beteekent, dat de minister geen protectionistische maatregelen denkt voor te stellen. Duurzaam zullen de belastingen in liet tekort moeten voorzien. Ver scheidene middelen, tot belastingver- sterking aanbevolen, acht de minister voor het doel geschikt. Van betere invordering van de personeele en de bedrijfsbelasting verwacht hij geen belangrijke bate. Behoudens geheel onverwachte omstandigheden voorspelt de minister, dat de begrooting voor 1907, waarop 2'/j millioen voor de uitvoering der schoolwet, er nog veel minder opge wekt zal uilzien dan die voor 1906. Belangrijke versterking der middelen is derhalve vermijdelijk. Het voorstel tot het tijdelijk heffen van opcenten moet de minister dus handhaven in afwachting van blijvende versterking der middelen, waaraan met alle krach ten wordt gearbeid, zoodat de tijde lijke versterking reeds naar één jaar uiterlijk twee jaien achterwege kan blijven. Helling van opcenten van indirecte belastingen, achtte hij uitgesloten. De opcenten op vermogens- en be drijfsbelasting zijn zijns inziens niet drukkend. Zonder schade voor 's lands belang zal de regeering nog verdere verla gingen van uitgaven aanbrengen. In vei meerdering van ambtenaren en verhooging van hun traktementen zal matiging worden betracht, maar niet lotsvei betering van ambtenaren en beambten zal in bijzondere gevallen moeten worden voortgegaan. Nederlnmlsehe Heidemaatschappij. Woensdag 22 November is te Al ptien aan den Rijn opgericht de Af- deeling «Alphen en omstreken" van de Hoofdaldeeling «Zootwatervissche- rij" der Nederlandsche Heidemaat schappij. Staande de vergadering tradtn reeds 25 leden toe. Tot leden van het Bestuur werden gekozen de Hee- ren D. van Dam, G. C. Schouten en J. de Jong. Vermindert de trek naar de groote steden? Op liet einde van 1904 bedroeg de bevolking van ons land 3509 259 zielen, waarvan 49 1 pCt. mannen en 504 pCt. vrouwen. Nog altijd wordt het platteland ontvolkt om de bevolking der groote gemeenten te veasterken Intusscben wordt dit verschijnsel minderen blijkt uit de cijfers voor 1904, dat naast enkele snel zich uitbreidende groote gemeenten (Apeldoorn, Enschedé, s' Gravenhage en Rotterdam) er an dere zijn waar de toeneming zeer ge ring is, zoodat zij in toenommgsper- centage ver beneden dat van het Rijk blijven (Arnhem, Deventer, Gouda en Leeuwarden). Ook Amsterdams bevolking nam in geringere mate toe dan die van het Rijk. Vergadering van den Raad der gemeente Amersfoort op Dinsdag, den 28 November 1905, des namiddags ten half 2 ure. Punten van behandeling 1 Benoeming van een tijdelijk bui tengewoon leeraar in de geschiedenis aan het gymnasium (met adviezen). Aanbevolen worden: No. 1. A. K. Hovens Giéve. No. 2. M Zeldenrust. 2. Voorstel van Burgemeester en Wethoudeis tot het geven van eervol ontslag aan den heer J. A Bruins als leeraar in de Nederlandsche taal, ge schiedenis en aardrijkskunde en tijdelijk buitengewoon leeraar in het Engelsch aan de H B. S. met ingang van 15 Januari 1906. (met adviezen). FRANZ TRELLER. 15) «Prachtig gedaan Puck,*' riep de eerste reeds van verre Paul had wel van het gebruik van de lasso gehoord en gelezen maar hier zag hij voor het eerst een voorbeeld daarvan, dat hem de hoogste bewondering afdwong. Welke verbazende bekwaamheden, welken moed, welke kracht bezat die mismaakte mensch dien hij eerst voor half gek had gehouden. De afzichtelijke kabouter die hem eerst verschrikt en met zooveel tegenzin vervuld had, kwam hem nu, heel anders voor. «Prachtig gedaan, mijn jongen," herhaalde de trapper, toen hij nabij was gekomen. «Alle duivels, dat is een kerel'' voegde hij, dat groote dier beschouwend, erbij, »'t is goed dat die uit onze buurt verwijderd is. Wat zeg je nu Paul, Puck is een Steppenjager, niet?" «Ja," sprak de knaap met het enthousiasme der jonkheid, «ja Puck is een geweldig jager, ik bewonder hem." De dwerg geroerd door onverholen lof, trok zijn mond op bedenkelijk wijde manier tot een lach open en sprak: «niet veel met lasso overwinnen, vecht met panther ook wel alleen met mes, ja met de bloote hand!" Daarbij strekte hij zijn buitengewoon langen, gespierden arm uit. «Het is hem toevertrouwd Paul," sprak de oude man, «hij is in de woestijn opgegroeid en heeft die aan zich onder worpen. Ge zult nog vreemde dingen van hem zien. Maar nu zullen we eerst een beetje eten, stijg af Paul en jij Puck, pin de paarden vast. Mijn Donder zal het wel be vallen als ik hem een poosje van mijn gewicht bevrijd." Zij stegen af en terwijl de dwerg de paarden aan de lassoriemen vastpinde, beschouwde Paul aandachtig het groote roofdier. «Een niet gering te achten vijand nietwaar. Ik was toch wat bezorgd over Puck, want hij berijdt den Schimmel nog maar kort en als het paard op 't oogenblik dat de strik valt, niet bliksemsnel den ruiter gehoorzaamt, dan is hij tegenover een panther verloren." Puck keerde terug na de paarden vastgezet en zijn bliksem geprezen en geliefkoosd te hebben. Toen werd de spijszak geopend en dat jagersmaal in de heerlijke prairie- lucht smaakte goed. Na den maaltijd stak de oude jager zijn pijp aan eD blies blauwe rookwolken naar boven, terwijl Puck ziju mes kreeg om den panther zijn prachtige vel af te stroopeu. Paul, wiens gedachten, als die niet door een of ander in beslag werden genomen, gedurig terug keerden tot de gebeurtenissen zijner wegvoering in den woestijn sprak zijn bezorgdheid uit over het lot van zijn Oom. Maar de trapper, wiens blikken dikwijls met niet bij zondere teederheid op de gelaatstrekken des jongelings rustten, als die dit niet kon opmerken, antwoordde een weinig ruw en hard, «bekommer u daarover niet joDgen, die zal wel voor zichzelf gezorgd hebben." Als er nu weer gesproken werd over de gevangen neming van den knaap en de mogelijke beweegredenen daartoe, sprak de trapper met een donker gelaat, «dat zal je wel hooren als je thuis komt. Ik zou me zeer moeten vergissen of ik ken die beide kerels die je mee sleepten en de tijd zal komen, waarop we een woordje met hen zullen kunnen spreken." Daarna zweeg hij weer en dampte hard, doch Paul vroeg: «hebt u dikwijls met Indianeu te doen, mijnheer?" «Dat kun je denken, kind. Men leeft niet twintig jaar in de prairie, zonder met de roodhuiden in vriendschap en vijandschap samen te komen." «Het ziju gevaarlijke buren, niet waar oom, voor de een zaam wonende blanken?" «Dat is niet zoo erg; er leven trappers genoeg in de step pen, van de Missoeri af tot het rotsgebergte toe en van de Platte tot aan de Colorado, die geen last van hen hebben. De lui hier aan den Kansas en den Arkansas zijn tamelijk vreedzaam gezind, daarentegen zijn de Sioux in het uoorden en de Apachen in het zuiden echte bloedhonden." «Hebt u met hen gevochten, oom?« «Met beide. Men kent Grizzly in 't noorden en in 't zui den. Eindelijk heb ik mij hier neergezet, in de eerste plaats wegens dien jongen dien ik niet verder door de steppe kon sleepen en dan ook beviel het nog hier, ook woon ik hier tussehen het jachtgebied der verschillende stammen als op neutraal terrein." «Maar u sprak van een aanval der Kiowa's." (Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1905 | | pagina 1