NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. BUITENLAND. BINNENLAND. rto. IS. Woensdag 14 Februari 1906. Vijf-en-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG BN ZATERDA6. Plaatselijk Nieuws. HET KIND DER PRAIRIE. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 0.76; Franco per post door het geheele Rijt f 1. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langestra,at 77. Telephoonno. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/i Cent. Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte De ceremonie van de overgave der waardigheid van President der Fran- sche Republiek aan Fallières is thans vastgesteld. De heer Fallières gaat aanstaanden Zondagmorgen met een eskorte kurassiers naar het Elysée, waar Loubet hem met een korte toe spraak zal begroeten Daarna wordt Loubet eveneens dooreen eskorte van kurassiers naar zijn woning in de rue Dante geleid. Keizer Wilhelm vertrekt Donder dag uit Kiel naar Kopenhagen om Koning Christians begrafenis bij te wonen. Z. M. reist op een kruiser, door nog een anderen kruiser en twee torpedo-booten begeleid. Zondag is te Olten eene buitenge wone partijdag van de Zwitsersche sociaal-democratische partij gehou den, waar met groote meerderheid de stelling is aangenomen, dat een volksleger noodzakelijk is, maar dat de partijgenooten de gehoorzaamheid moeten weigeren, wanneer bun wordt gelast met de wapenen tegen stakers op te treden. Men besloot tot oprich ting van eene weersiandskas tot steun van wie door optreden in dien geest door den rechter zullen worden gestraft. Prof. Dr. Robert Kroon zal den J6en April a.s weder naar Oost- Afrika vertrekken, aan het hoofd der nieuwe wetenschappelijke ex peditie tot het doen van onderzoekin gen betreffende de slaapziekte en de middelen ter bestrijding daarvan. Hij zal waarschijnlijk VU jaar uit blijven. Zijne getrouwe medewerkers, Pr. Dr. Beck en Dr. Kleine, gaan met hem mede. Ook zijn vrouw zal hem vergezellen. Gedurende de maand Januari van onderstaande jaren zijn aan de kan toren der posterijen ingelegd en terug betaald de navolgende bedragen: Ingelegd in 1906 f 7.065 585.21, in 1905 f 6 061.118.48. Terugbetaald: in 1906 f5.238.534.527i in 1905: f 4.625.786.25'/,. Saldo: in 1906 f 1.827 050.657, en en 1905 1 1.435.332.22'/,; aantoonende voor 1906 in de maand Januari, bij vergelijking met de uitkomsten in diezelfde maand van bet vorig jaar, eene exeptioneele vermeerdering van den inleg ad luim 1 milhoen, en van bet saldo ad ruim 391.000 gulden. Vermoedelijk is aan dezen buiten gewoon grooten vooruitgang niét vreemd de propaganda in de eerste dagen van dit jaar gemaakt, en mei groote welwillendheid door onder scheidene persorganen belangeloos ge steund. Wij doelen bier op de pogingen aangewend om de fooien, welke in dien tijd doorgaans mildelijk vloeien, den weg naar de postspaarbank te doen opgaan. Op 31 Januari 1905 was aan de 1.122.619 inleggers verschuldigd 121.839.545 36'/,. Op 31 Januari 1906 bedroeg dat saldo (met inbegrip van, naar schatting, ruim 2 milhoen bijgeschreven rente) verschuldigd aan ongeveer 1.196 000 inleggers, ruim f 131.810.000. Alzoo in het tusschenliggend tijd vak van een jaar bijna f 10.000.000 meer. Op 1 April 1906 zal het 25 jaar geleden zijn, dat de Rijkspostspaar bank in werking trad. Hoe die instel ling zich sinds heeft ontwikkeld, blijkt voldoende uit de hier volgende gegevens Tegoed, aan het einde van 1881 f 858.622.85'/,aantal boekjes 22.831. Tegoed aan het einde van ly05 pl. m. f 130 millioen aantal boekjes 1.184.316. In hoever arbeid, spaarzaamheid en overleg deze kapitalen hebben ge vormd is uitteraard niet met wis kundige zekerheid te zeggen. Vermoedelijk hebben ze, naast an dere omstandigheden, in groote mate tot die kapitaalvorming bijgedragen. We denken hier niet zoozeer aan de terzijdegelegde groote geldsommen, die uitzonderingen zijn, dan wel aan de kleine, die waarborgen tegen de nooden van den kwaden en de gebreken van den onden dag. Dr. Kuyper. Aan het anti-rev. Zwolsche blad uOnze Courant" wordt medegedeeld »Dr. A. Kuyper is van Egyple overgestoken naar Griekenland. Reeds sedert eenige dagen boudtZ. H. E G verblijf in de hoofdstad Athene. Hij is voornemens na Athene Corinthe te bezoeken. Van Griekenland gaat de reis naar Sicilië en van Sicilië naar Tunis." Daarentegen meldt De Standaard," dat het onlangs vermelde bericht om trent Dr. Kuypers terugkomst eiken goeden grond mist. De oud-Minister is uit Jeruzalem uaar Khartoem ge weest en zet thans zijne reis door de Levant voort. Generaal Booth. Generaal Booth, de bekende stichter en leider van het Leger des Ileils, zal van 10 tot en met 18 Maart de volgende plaatsen in ons land bezoeken: Amsterdam, Rotterdam, Nijmegen, Apeldoorn, Enschedé, Deventer, Gro ningen, Meppel en Zwolle. Tramweg UtrechtZeist. De paarden tram weg van Utrecht naar de Bilt en Zeist zal vermoede lijk spoedig tot het verleden gaan behooren. Eenigen tijd geleden is door de Nederlandsche Centraal Spoorweg maatschappij een stoommotorwagen vervaai digd, waarmede proefritten zijn gedaan op het baanvak van ge noemden tramweg. Die proefritten hebben met gunstig resultaat plaats gehad waarbij gebleken is, dat dit middel van vervoer aan de gestelde eischen voldeed, ook met het oog op de veiligheid van het zeer drukke verkeer over den Rijksstraatweg. Te Utrecht is men met het nieuwe vervoermiddel zeer ingenomen en wordt het tijdstip der definitieve op lossing van het vraagstuk om tus- schen genoemde plaatsen een betere communicatie te verkrijgen reikhal zend tegemoet gezien. Thans heeft de minister van water staat aan de directie van bovenge noemde maatschappij medegedeeld, dat geen bezwaar bestaat om de paardentrekkrachten van den paar- dentramweg Utrecht—Zeist te ver vangen mechanische beweegkracht Een dienstbodenquacstie. Een dienstbode te Rotterdam had haar gewezen patroon gedagvaard tot betaling van 6 weken extra loon. Gedaagde bracht tot zijne bevrijding in, dat de dienstbode den dag had vrij gehad, maar des avonds te 10 uur moest thuis zijn, terwijl ze eerst den anderen morgen is gekomen, en hij haar toen niet meer binnen heeft gelaten. Eischeres gaf toe dat ze er niet om 10 uur was, maar wel te half elf, dus maar een half uur later wat dus niet zoo erg is, en in geen geval een reden om haar te laten bellen. Ged. erkent dat er gebeld is, en hij niet meer heeft opengemaakt De kantonrechter besliste, dat een dienstbode gehouden is op het bepaal de uur thuis te zijn, en dat, wanneer zij te laat komt, de meester het recht heeft haar niet meer toe te laten. Het ontslag uit den dienst is dus rechtmatig gegeven, en werd daarom eischeres hare vordering ontzegd. Omtrent de ter aarde bestelling van bet stoflelijk overschot van prof. J. J. P. Valeton op Maandag j.l. meldt het Ulr. Dagblad het navolgende: Aan belangstelling heeft het, zooals wel te verwachten was, niet ontbroken. Tegenwoordig waren eenige hoog leeraren uit Groningen, waaronder de Rector-magnificus, voorts drie leden van den Senaat van het Groningsche Studentencorps met het ordelint om de schouders, eenige hoogleeraren van de Utrechtsche Hoogeschool, mot name prof jhr dr. B. IL C. K. van der Wyck, prof dr. J. M. S. Baljon en prol. dr. S. D. van Veen, enkele predikanten als ds. Adriani en ds. G. J. A. Jonker en vele andere belangstellenden, mits gaders verschillende vertegenwoordi gers van drankbestiijdersvereenigingen van hier en elders. Prof. dr. G. Wildeboer uit Groningen wijdde een warm en waardeerend woord aan de nagedachtenis van den overledene, namens de Rijksuniversi teit te Groningen in 't algemeen en mede namens de faculteit der god geleerdheid aldaar. Hoewel het reeds 21 jaar geleden is, dat aan prof Valeton het emeritaat is verleend, is liet den Groningscben hoogleeraar een behoefte te spreken aan het graf van dezen man van ka rakter. üok de studenten hebben de behoefte gehad een blijk van sympathie te geven. Spreker brengt in herinne ring, dat de overledene 40 jaar aan de universiteit heeft mede-gearbeid en 40 jaar met haar heeft medegeleefd. Zijn fier en onafhankelijk gemoed kwam bovenal bijzonder in hem aan het licht. Bijna gedurende zijn gansche leven beeft hij tegen den stroom op geroeid, omdat hij inzag, dat die stroom iu een verkeerde richting liep. De smaad hiervan wist hij kloekmoedig te dragen. Als man van karakter aar zelde hij evenmin in te stemmen met den wensch naar een historisch onder zoek van het Oude Testament. Dapper heeft hij partij gekozen en rekenschap gegeven van zijn veranderde inzichten in een reeks van artikelen, die tot in het buitenland de aandacht getrokken DOOR 37) FRANZ TRELLER. Kent het j'onge bleekgezicht den grijzen beer?" Maar snel besloten antwoordde hij: ik heb er nog nooit een gezien, Indiaan, en voegde, Stone zich tot voor beeld nemend, er lachend bij: «ik wil er ook liefst geen zien, als hij met achter ijzeren tralies zit." Het bleef de vraag of de Indiaan hem geheel begrepen had. Na een oogenblik vroeg de man weder«Kan mijn jonge vriend de zieke bnksen genezen?" "Ja een beetje, maar ik ben nog leerling en kan no" met alles repareeren." "Chamulpa heeft een geweer dat niet meer spreekt, het jonge bleek gezicht zal het in orde brengen." Zoo zal het zijn, Indiaan, ik zal uw geweer repareeren." ue zon was onder gegaan en het scheen Bill tijd toe t!™ g6r opm te zoeken, vooral wijl de muildieren Kinw*ei,v WQren.* üen Lij dat te kennen gaf sprak de Vee lj owa3 heette op lakonieken toon«kom verder Z6 ^an 'n ^eeds toenemende duisternis Meer dan een uur mocht zijn voorbij gegaan, terwijl zij I Daar de Kiowas," sprak de Indiaan. De afgematte muildieren werden aangezet en weldra zagen de beide blanken terwijl het licht schijnsel steeds helderder werd eene donkeren hoog oprijzende massa. Nader komend zagen zij dat het rotsen waren die uit de vlakte oprezen. Door een nauwen pas reden zij een rotsen labyrinth binnen, welks, in de donkerheid zeer verward schijnende gangen hier en daar verlicht waren door vuren waarom heen Indianen lagen. Stone en Paul werden door hun roode begeleiders naar een dier vuren geleid dat brandde aan den voet van een stijl oprijzenden rotswand. Zij stegen af ontlastten de dieren van hunne zadels, toornen en pakkerij. Men maakte plaatst voor hen bij het vuur en gaf hun van het daarop gebraden vleesch. Dit alles geschiedde bijna zwijgend en niemand scheen verrast te zijn door hun plotseling ver schijnen, ja men sloeg nauwelijks een blik op hen. «Als onze blanke vrienden vermoeid zijn, zal ik hun een nachtleger wijzen," zeide Sankowas nadat zij gegeten hadden. Bill en Paul volgde hem bereidwillig naar een nabijzijnd rotshol, waar zij gedroogd prairigras, dat met eenige huiden bedekt was voor rustbed vonden. Zadel, tuigen, pakkerij hadden ze meegenomen. De In diaan nam afscheid van hen en beide legde zich, hun za dels als kussens gebruikend, tot slapen neder. Stone sliep spoedig in, maar Paul vond, in weerwil van de vermoeïjenissen des daags pas later de rust. Hij dacht aan den man die naar alle waarschijnlijkheid in hunne nabijheid gevangen werd gehouden en ook de plaats waar hij zich bevond, te midden van een troep afgrijselijke wilden, omringd door gevaren van allerlei aard veront rustte zijn gemoed. Maar eindelijk daalde de slaap ook op hem neder. HOOFDSTUK IV. Tusschen de steden Athene en Monmouth lagen aan den linker Arkansasoever de uitgestrekte bezittingen van den voor eenige maanden gestorvenen John Osborne. Het lege doch ruime woonhuis, gebouwd in een stijl die aan het oude Griekenland herinnerde, lag vriendelijk door platanen beschaduwd, dicht aan den oever der rivier en van de door Jonische zuilen gedragen Veranda had men een schoon gezicht der stroom wiens gele water langzaam voorbij stroomde. Ralph Osborne die uit Virginië hier gekomen was, had die uitgestrekte landerijen voor meer dan vijftig jaar ver kregen en zich hier gevestigd. De goede ligging aan de rivier, de snelle opkomst van den staat maakte zijn vlijt vruchtbaar, zoodat hij als een rijk man stierf. Ralph liet drie zonen na, John, Edward en James die zijn bezittingen erfden. John, de oudste, die reeds zelfstandig was toen zijn vader stierf, een even vlijtig als beleidvol en energiek man van zaken, verkreeg, nadat hij zijn jongere broeders hun aandeel in geld uitbetaalde, de geheele bezitting en ver hoogde haar waarde en opbrengst zeer door het oprichten van steen en pannefabrieken. (wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1906 | | pagina 1