NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
flo. 29.
VVoensdag il April 1906.
Vijf-en-dertigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Officieele Publicatiën.
Plaatselijk Nieuws.
HET KIND DER PRAIRIE.
Amersfoortsc
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad f 0.75;
Franco per post door het geheele Rijk f 1.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestraat 77. Telephoonn». 69.
ADVERTENTIE:
Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/j Cent.
Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
De Burgemeester van Amersfoort
brengt ter kennis van de belangheb
benden, dat de blanco verzoekschriften
tot het bekomen van jachtacten, visch-
acten en kostelooze vergunningen om
te visschen, benevens voor de regi
stratie van eendenkooien en duiven
tillen, alle werkdagen van 's voor
middags 10 tot 12 uur des namiddags,
ter secretarie verkrijgbaar zijn, en
maakt ben opmerkzaam op het be
lang dat er voor hen in gelegen is
de bedoelde verzoekschriften, behour-
lijk ingevuld, vóór den 1 Mei aan
staande ter voormelde plaatse intele-
veren, opdat men tijdig voorzien zij
van een achte of vergunning vóór het
seizoen 1906/1907.
Amersfoort, den 7 April 1906.
De Burgemeester voornoemd
E. L. VISSER, l.-B.
Nederlanderschap.
De Burgemeester van Amersfoort
Gelet op art. 7 50 der wet van den
12 December 1892 Staatsblad no. 268
brengt ter kennis van belanghebben
den, dat het wenschelijk zal zijn, dat
zij ter voorkoming van het verlies
van Nederlanderschap voor Neder
landers, die zich reeds van vóór 1 Juli
1896 buiten het Rijk en zijne koloniën
of bezittingen in andere werelddeelen
bevinden en sedert dien tijd nog geen
verklaring als bij het aangehaald ar
tikel bedoeld, hebben ingediend
hunne bloed- of aanverwanten, die in
dezo omstandigheid verkeeren, aan
sporen eene verklaring als bovenge
noemd, betreffende hun wensch om
het Nederlanderschap te behouden,
vóór den 1 Juli 1906 in te zenden.
Amersfoort den 7 April 1906.
De Burgemeester voornoemd,
E. L. VISSER, l.-B.
Afgifte van attestatiën de vita aan
gegagcerden.
De Burgemeester van Amersfoort,
Gelet op bet Koninklijk Besluit van
3 November 1902 (Staatsblad no. 192)
herinnert belanghebbenden er aan. dat
aan gegageerden geen attestatie de
vila wordt algegevendan na vertoon
der gagementsakle, of der door het
Departement van Koloniën in de plaats
van eene dusdanige akte afgegeren
verklaring.
Amersfoort, den 10 April 1906.
E. L. Visser,
L. B.
Burgemeester en Wethouders van
Ameistóort, brengen ter kennis van
belanghebbenden
1*. dat de secretarie der gemeente
zal gesloten zijn op den Goeden Vrijdag
en de beide PaascbdageD
2°. dat het bureau van den Burger
lijken Stand voor het publiek geopend
zal zijn op Goeden Vrijdag van 's mid
dags 12 tot 's namiddags 1 uur, en op
de beide Paaschdagen, indien daartoe
door belanghebbenden aanvrage wordt
gedaan, des voormiddags van 8'/j tot
9 uur, uitsluitend tot het doen van
aangiften van geboorte of overlijden.
De aanvrage geschiedt aan het ge
meentehuis, mondeling of schriftelijk,
uiterlijk tusscben 8 en 8'/i uur des
voormiddags van den dag waarop men
aangifte wil doen.
Amersfoort, den 10 April 1906.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
De Burgemeester,
E. L. VISSER,
Tl'eth. L. Burg.
De Secretaris,
J. G. STENFERT KROESE.
De Vesuvius.
De telegrammen uit Napels blijven
onrustwekkend. Te Torre Aniiunziala
heeft men de spoorwegbrug laten
springen, in de hoop daardoor de lava
naar de zee te leiden. Het verkeer
wordt alleen door automobielen en
rijtuigen onderhouden. In Napels is
een massa verdacht gepeupel opgedo
ken, vermoedelijk met de bedoeling
de verlaten woningen te plunderen.
Een sterke lavastroom vloeit naar
Pompeji, zoodat de dooden stad ten
tweede malen bedorven zal worden,
lang niet ongegrond schijnt. Ook in
Torre del Greco is de lava binnenge
drongen en de verschrikte bevolking
op de vlucht geslagen. Te Portici zijn
alle huizen verlaten, de bewoners
hebben in Napels een schuilplaats
gezocht. Tot in het ver verwijderde
Apulie toe valt een aschregen.
Het zonnige, vroolijke Napels is
bijna niet meer te herkennen.
De anders zoo vluchtige bevolking
is geheel en ai ter neer geslagen, voort
durend trekken processies met heiligen
beelden en vaandels door de straten,
de mannen prevelen gebeden, de
vrouwen barstien nu en dan in gesnik
en gehuil uit.
De particuliere correspondent van
den Bert Lok. Anz. te Napels seint
het volgend verhaal over de verwoes
ting van Boscotrecase. Zondagavond
stond de lava ongeveer 100 M. voor
het plaatsje plotseling stil en de be
angstigde bevolking, die reeds gereed
stond om te vluchten, zag nu van
dat voornemen af. Maar omstreeks
middernacht hoorde men een hevige
ontploffing en een vuurkolom steeg
op uit den krater. Toen was weder
alles stil. Dit ééne oogenblik had echter
over het lot van het stadje beslist.
De beide lavastroomen hadden nieuw
voedsel gekregen en knetterend en
krakend met onweerstaanbare kracht
bewogen de massa's zich voort. De
bewoners gingen op de vlucht. »Het
uur van onze vlucht", zoo zeide een
ooggetuige, »leek ons een eeuw. De
hemel was rood als bloed, onze kelen
waren uitgedroogd door de ontzettende
hitte".
De lava kwam aanrollen, de achter
aankomenden schreeuwden als krank
zinnigen, het leek wel een hel. De
stedelijke secretaris Guarius eneenigen
zijner vrienden hadden de leiding,
zoover van leiding sprake kon zijn
Plotseling kwam een jongen op hen
toeloopen en op eenige hutten wijzend,
zeide deze »Daar liggen nog eenige
oude en zieke menschen." De secre
taris en zijn vrienden bedachten zich
geen oogenblik, snelden naar de hutten
toe en haalden de zieken uit hunne
bedden Of er toch nog niet enkelen
zijn achtergebleven, dat weet God
alleen. Op de straat naar Torre-An-
nunziatia wemelde het van karren
en wagens, die zwaar beladen met
vluchtelingen, zich slechts langzaam
voortbewogen. Daar klonk op eens
de kreet»De lava snijdt ons den
weg af," en in panischen schrik be
gonnen de menschen weder te vluchten.
Overal weerklonk geschreeuw, gehuil,
weeklagen en bidden. De lava bedreigde
de massa's karren en vluchtelingen
op den weg. Het leek of er een groote
ramp zou plaats hebben. Maar de
vluchtelingen slaagden er in een schuil
plaats te vinden. Nauwelijks echter
waren ze veilig, of deheete golven over
stroomden de stralen en Boscotrecase
bestond niet meer.
Een sterk detachement militairen,
onder bevel van den hertog van Aosta
is naar de geteisterde plaatsen ge
zonden tot hot verleenen van hulp.
De eind-examen-commissie voor
de Hoogere Burgerscholen met 5-jari-
gen cursus in deze Provincie zal dit
jaar zijn samengesteld als volgt:
a. Tot lid en voorzitter dr. J. W.
Doyer Jzn. Directeur der gemeentelijke
Hoogere Burgerschool met 5-jarigen
cursus te Utrecht,
b. tot leden de heeren
A. G. van Os, J. M.Tbiel, F. Wes-
seling B. D. Best, dr. YV. van Schot
horst, I. M. J. Hoog, W. N. Coenen,
E. J. Beumer, dr. P. K. Lulofs, allen
leeraar aan de Hoogere Burgerschool
te Amersfoort,
dr. H. F. Jonkman, Directeur van
de Rijks Hoogere Burgerschool met
5-jarigen cursus te Utrecht.
dr P. van Mourik, dr. G. van der
Waals, dr. Aitton, dr. J. L. Hoorweg,
li. Koldewijn, dr. J. E Enklaar, W.
Pik, J. Stibble, allen leeraar aan de
Rijks Hoogere Burgerschool metó-jari-
gen cursus te Utrecht,
dr. A. J. Swart, dr. A Kijlstra,
M ten Bouwhuis, dr. J. A. Vreeswijk,
dr. A J. van der Meulen, F. P. Visser,
J. de Jong allen leeraar aan de go-
meeentelijke Hoogere Burgerschool
met 5-jarigen cursus te Utrecht,
mr. J. Nanninga Uitterdijk, dr. M.
Woudstra, beiden leeraar aan de Hoo
gere Burgerschool te Kampen,
dr. G. Postma, leeraar aan de Hoo
gere Burgerschool te Deventer,
B. C. Brenman, leeraar aan de
Hoogere Burgerschool te Zwolle.
Het mondeling examen zal te Utrecht
worden gehouden.
Aanmelding van extranei vóór Don-
dei dag 12 April bij den Voorzitter.
Ds W. J. Meiners, predikant bij
de Ned. Hervormde Gemeente alhier
zal op Goeden Vi ijdag de godsdienst
oefening leiden in de slotkapel van
het paleis »Het Loo".
Ds. J L. F. de Meijero komt
voor op het zestal voor predikant
hij de Evang. Lulh. gem. te 's Gra-
venhage.
Den I6en April a.s. hoopt den
brieven- en telegrambesteller J. Vlaan
deren alhier zijn 25-jarigambtsjubileum
te vieren. Het zal den wakkeren be
ambte op dien dag zeker niet aan
bewijzen van belangstelling ontbreken.
De soiree, door de ordonnansen-
vereeniging «Wilhelmina" den 31
Maart gegeven bij gelegenheid van
hef 25-jarig bestaan van liet eskadron,
heeft een bate opgeleverd van f30.92
welk bedrag is afgestaan aan nKin-
dervoeding."
Het lijk van den j I. Zaterdag
op zoo noodlottige wijze om het leven
FRANZ TRELLER.
53)
De Indiaan lag daar nog altijd geboeid. Men had hem
om zijn beproefde sluwheid en ervaring de bewaking van
den gevaarlijken gevangene toevertrouwd. De Kiowas had
den, om niet te dikwijls de Oshonta te moeten oversteken,
een voorraad van levensmiddelen en drinkwater in het hol
gebracht en dit kwam hun nu goed te pas. De rots was
moeielijk te beklimmen en dit kon onder het schot van
drie zekere buksen slechts met opoffering van menschen-
levens geschieden. Daar de ingang van het hol van onder
af en zeker ook van de tegenover liggende rotsen, als die
ten minste te beklimmen waren, kon bestreken worden,
wentelde de trapper eenige rotsblokken die daar verspreid
lagen voor het hol om hen te dekken. Toen zetten zij
zich neer om de dingen die komen zouden, af te wachten.
De Grijze Beer was als gewoonlijk zeer kalm en Paul
schepte hieruit, als uit de blijde hoop die der jeugd eigen
is, moed, om den gevaarlijken toestand waarin zij zich
bevonden koelbloedig op te nemen. Slechts Stone zag er
verdrietig uit.
"Nu, mijn beste Kentuckiër," zei de trapper, wat ben je
bekommerd, wees niet zoo neerslachtig, ik was wel in grooter
gevaar dan nu en God heeft mij er nog altijd uitgeholpen."
"Ach, dat is het niet," antwoordde Stone, «maar 'tviel
mij in dat Paul Osborne nog minderjarig is en geen rechts
geldige verplichtingen kan aangaan, zoodat het gesloten
contract waardeloos is."
De oude man zag hem een oogenblik verbluft in zijn
frisch, nu verstoord uitziend gelaat, en brak toen uit in
een gelach dat de rotsen deed daveren.
"God zegen mij, wat ben jij voor een vent, Stone, hahaha,
hij tobt nu over zijn zaken, hahahaNu jongen, ik heb
vijf van de beste paarden die ooit in de prairie rondge-
loopen hebben, ik heb een voorraad katoen, glas, paarlen,
kruid, kogels, thee, rhum, koffie, wollen dekens, waarmede
ik drie Indianenstammen uitkoopen kan, buitendien nog
vier en dertig prachtige buffelhuiden, twee luipaardvellen
en nog veel andere dingen, welnu ik sta met mijn geheele
vermogen borg voor Paul Osborne."
Het gezicht van den geweermaker vroolijkte op.
«Is dat meenens, sir?"
"Dat is het, Paul betaalt of ik, ziehier, de hand er op."
"Dan is het goed en ben ik tevreden; gij zijt een man
van eer. Laat de roodhuiden nu maar komen. Ik ben een
vreedzame kerel, maar mijn skalp is mij nog al wat waard
en ik zou die graag nog in Louisville vertoonen, dat is een feit."
Paul moest evenals de trapper lachen om de bezorgd
heid van den geweermaker over de vergoeding van zijn verlies,
die in zoo'n scherp contrast was met de gevaren waarin zij
verkeerden. De gevangene Kiowa kon zijn verbazing over
die uitbarstingen van vroolijkheid in zoo'n toestand niet
geheel verbergen.
«Ik zeg je kinderen," sprak de trapper, »'t is een gulden
regel: «neem de dingen kalm op." Dat heeft mij door veel
gevaren geholpen en heeft mij onder de vriendschappelijke
bewaking van dien ouden bandiet daar," hij wees op den
Kiowa, »voor wanhoop bewaard. Blijf kalm wat er ook
gebeurt."
Eenig leven buiten trok hun aandacht en uitkijkend zagen
zij hoe de Kiowas door de rotsengte groote steenen voort-
wentelden om zich te dekken voor mogelijke schoten van
den tegenovergestelden oever.
"Haha," riep de trapper, dat ziende uit, "daar zijn ze,
nu zal de dans zoo aanstonds beginnen."
Eenige schoten van beneden toonden dat de Kiowas tot
den aanval naderden, maar de kogels sprongen doelloos
van de rotsen terug.
"Verknoeit je kruid maar," bromde Grissly. Om beter
te kunnen zien boog hij zijn hoofd wat vooruit, maar ter
stond daarop doorboorde een kogel beneden afgeschoten
zijne bontmuts.
"Duivelsch, Kraaienveer heeft zijn beste schutters opge-
steln, 't is meenens bij hem."
Het donderend geluid van de buks des Kentuckiërs ver-
eenigde zich met het geknal van drie, vier geweren die tot
niet geringe verbazing der belegerden vaD de tegenover
gestelde rotsen werden afgeschoten.
De kogels der op de hoogte geposteerde schutters sloegen
dicht naast den ingang in. Maar snel als de bliksem schou
derde de trapper zijn tweeloopbuks, schoot tweemaal af en
tweemalen klonk een smartkreet van de overzijde.
(Wordt vervolgd).