NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. Gemeenteraad. No. 43. Woensdag 30 Mei 1906. Viji-en-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. HET KIND DER PRAIRIE. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad f 0.75; Franco per post door het gebeele Rijk f 1. Afzonderlijke Nummers 8 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Laogestraat 77. Telephoon n». #9. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/t Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte Gisterenmiddag vergaderde de Gemeenteraad onder praesidium van den Burgemeester Jhr. Barchman Wuytiers van Vliet ter behandeling der in ons vorig nummer vermeldde agenda. De heer M. van Beek had bericht gezonden verhinderd te zijn de zitting bij te wonen. Na voorlezing der notulen van de vergadering van 1 Mei j.l. door den secretaris, die onveranderd worden goedgekeurd, ver klaart de heer Gerritsen zich niet te kunnen vereenigen met het officieele verslag dier vergadering, door de firma L. E. Bosch Zoon geleverd. Daarin toch komt niet voor de door een der leden aan zijn adres gerichtte insinu atie bij de behandeling der weesbuis- quaestie en het door hem daarbij aangevoerde. Spr. kan moeilijk geloo- ven dat de snelschrijver, die anders altijd even correct is, dit xou hebben vergeten en vermoed dat er andere oorzaken moeten zijn waarom een en ander is weggelaten. Na een kort ant woord van den voorzitter, voor ons helaas niet verstaanbaar, doet deze mededeeling der ingekomen stukken, als belangrijkste waarvan wij ver melden een verzoek van de afdeeling Utrecht van den »Ned. Bond van Ge meente-ambtenaren" houdende ver zoek om adhaesie te verleenen aan het verzoek van B. en W. van Steen- wijk om den Gemeente-ambtenaren Rijks-pensioen te verleenen om prae-advies aan B. «n W.; en een adres van den heer G. Wessels q q. om voor de hier volgende week te houden pluimvee-tentoonstelling eere- prijzen af te staan wordt urgent verklaard en z. h. st. een crediet van f15 toegestaan voor het aankoopen van medailles. Aan de orde komt daarop punt 1 der agenda: Benoeming van een hoofd der open bare jongensschool. Als zoodanig wordt benoemd no. 3 der voordracht, de heer J. C. C. Rupp te Eibergen met 11 tegen 5 stemmen, die op den beer A. H. de Roos te Enschedé werden uitgebracht. Bij de daarop volgende benoeming van eene Regentes voor het Burger weeshuis worden 10 stemmen uitge bracht op Mevrouw W. van der Noordaa—v. Wisselingh en 4 stemmen op Mevrouw J. GerritsenVoorthuij- zen. De heeren van Esveld en Ger ritsen onthielden zich van 'stemming. Aan de orde komt een voorstel van B. en W. tot het stichten van een fonds tot onderhoud der straten en wegen, die door de Gemeente zijn overgenomen. Tot toelichting hiervan voeren B. en W. het volgende aan: Volgens de in 1899 vastgestelde Verordening, houdende bepalingen, in acht te nemen bij het overdragen aan de Gemeente van straten of wegen, of gronden tot het aanleggen van straten of wegen besterad, werd bij het overdragen aan de Gemeente van strooken grond, bestemd tot den aanleg van een reeds aangelegde straat of weg, 5 pCt. van de kosten van hardmaking gestort, ter voorziening in het eerste onderhoud. De gelden, welke ingevolge die be paling voor onderhoud gestort werden, waren niet van een dergelijk bedrag, dat zij de stichting van een afzonder lijk fonds rechtvaardigen konden. De Begrooting der Gemeente werd der halve bezwaard met bet onderhoud dier wegen en straten, terwijl even eens de bijdragen voor onderhoud in de Gemeentekas vloeiden. Bij besluit van uwe vergadering van 2 Mei 1905 weid het bedrag van 5 pCt. verhoogd tot 20 pCt. Nu ten gevolge hiervan de bijdragen voor onderhoud aanzienlijk hooger zullen zijn, komt het ons niet regelmatig voor, de bedoelde gelden op de tot dusver gevolgde wijze te verantwoor den. Het gevolg van een dergelijke handelwijze immers is, dat het dienst jaar, waarin de bijdrage gestort wordt, verlicht wordt door dit bedrag, ter wijl de kosten van onderhoud zullen drukken in latere jaren, wanneer het voor het onderhoud ontvangen geld reeds lang voor andere doeleinden is gebruikt. De meest juiste wijze waarop dit voorkomen kan worden en waardoor men steeds een duidelijk en weinig ingewikkeld overzicht van de voor onderhoud gestorte gelden en gedane uitgaven kan verkrijgen, is de oprich ting en in stand houding van een fonds, waarin de ontvangen bijdragen voor onderhoud gestort worden en waaruit het onderhoud zelve bekos tigd wordt. De gelden die de gemeente ont vangt voor onderhoud komen als zoo danig onder de Ontvangsten van de begrooting der Gemeente; onder de Uitgave komt dan hetzelfde bedrag als storting in het fonds voor het onderhoud van overgenomen straten of wegen. Bij een dergelijk besluit tot wijzi ging der begrooting kan dan tevens machtiging gevraagd worden voor belegging van de geldon, die in bet fonds gestort zullen worden. Het beheer van bet fonds zal inge volge art. 179e der Gemeentewet aan ons college opgedragen zijn. Bij iedere Gemeente-begrooting zal moeten blijken hoeveel uit het fonds noodig is voor onderhoud van straten of wegen, waarvoor gelden gestort zijn; bij het indienen der Gemeente rekening kan dan tevens de rekening van het fonds overgelegd worden. De gelden die gestort worden voor den aanleg zelve van straten of wegen behooren niet in het fonds opgenomen te worden. Deze gelden toch worden doorgaans verwerkt in bel jaar, waarin gestort is; mocht dit niet het geval zijn, dan toch in bet volgende jaar. Door overbrenging van die gelden van de eene Begrooting naar de andere (zooals o.a. bij Uw besluit van 24 October 1905 ten opzichte van den aanleg van de Stations-dwarsstraat is geschied) kan verkregen worden, dat over het zelfde dienstjaar ontvangst! en uitgaven verantwoord worden. Een in verband met het vorige door B. en W. gedaan voorstel tot wijziging der begrooting voor 1906 wordt mede z. h. st. goedgekeurd. Tot tijdelijk leeraar in de geschie denis aan het gymnasium voor den cursus 1906—1907 werd met alge- meene stemmen daarop benoemd de heer A. K. HovensGréve, thans tijdelijk buitengewoon leeraar aan die inrich ting, en zijn tractement vastgesteld op f 1240. Tot tijdelijk leeraar in de aard rijkskunde aan het gymnasium werd mede met algem. stemmen benoemd de heer S. de Vries, leeraar aan de H. B. S. op eene jaarwedde van f 700. Aan de orde komt punt 6 der agenda Voorstel van B. en \V. betreffende de adressen van J. C. van der Meer en O. Gorter tot toelating van hunne dochters tot de lessen aan het gym nasium. Het voorstel van B. en W. strek kende toelating te verleenen wanneer aan het toelatingsexamen wordt vol daan wordt door den Raad zwijgend goedgekeurd. Het daaropvolgend voorstel van B. en W. tot vaststelling van een minimum-aantal lesuren voor leeraren aan de H. B. S. geeft de heer Hage- doorn aanleiding een compliment te maken aan het Dag. Best. voor de wijze waarop deze zaak door hen is geregeld. Het door den Raad z. h. st. goed gekeurd voorstel luidt als volgt: I. Voor de vastaangestelde gewone leeraren aan de Hoogere-Burgerschool, les gevende in de hieronder vermelde vakken wordt een rainimm aantal les uren, overeenkomende met het achter ieder vak vermelde aantal, vastgesteld, waarvoor ongeacht het werkelijk aan tal te geven les-uren, betaling zal geschieden, berekend overeenkomstig de thans vastgestelde of later vast te stellen regeling der jaarwedden, met dien verstande, dat den leeraar die in verschillende vakken les geeft of tevens leeraar aan het Gymnasium is, slechts gewaarborgd wordt betaling van het minimum aan tal les-uren die hij geeft, terwijl bij de berekening of dat minimum door hem gegeven wordt, meetellen de les-uren gegeven in andere vakken of als leeraar aan het Gymnasium. Wis- en Werktuigkunde 18, Natuur- kundo 20, Natuurlijke Historie 17 of 20 al naarmate de leeraar niet les geeft aan bet Gymnasium. Scheikunde 16 of 20 al naarmate de leeraar al dan niet les geeft aan het Gymnasium. Geschiedenis en Aardrijksk. 18,Nederl. Taal- en Letterk. 18, Hoogd. Taal- en Letterk. 18, Fransche Taal- en Letterk. 18, Engelscbe Taal- en Letterk. 18, Handteekenen 18, Gymnastiek 16. II. Indien een leeraar aan de Hoo- gere Burgerschool zich niet bereid verklaart, hetzij een opdracht van lés sen in een ander vak dan waarin hij aangesteld is, doch waarin hij bevoegd is les te geven, aan te nemen, hetzij eene eventueele benoeming tot leeraar aan het Gymnasium te aanvaarden, geldt ten opzichte van hem het onder I bepaalde niet. Een voorstel van B. en W. tot uitbreiding der Meisjesschool met 2 lokalen, die aangebracht kunnen wor den boven het voor eenige jaren ge bouwd gymnastieklokaal, van welke verbouwing de werken geraamd worden op f 4300.wordt mede z. h. st. goedgekeurd, évenals een voorstel van de commissie van wetgeving tot wijziging der verordenining der straat- politie in verband met de motorwet. Een niet nader omschreven voorstel van B. en W. tot overname van wegen en terreinen van de Maat schappij: Amersfoort tot Explotatie van onroerende goederen te Amers foort, wordt z. h. st. aangenomen. Op dezelfde zwijgende wijze wordt besloten tot aankoop van een stuk grond aan de Bloemendaalsche poort voor een bedrag van f 510.en in DOOB FRANZ TRELLER. 67) Urenlang zat hij zoo onbewegelijk, onvermoeid in zijn waakzaamheid. Daar dook iets op in het Zuiden, wat al zijn opmerkzaamheid in beslag nam. Terstond riep hij den trapper door uilengekras, waarop Bill, Paul en Walker terstond volgden. •Wat is er mijn jongen I" vroeg Grizzly zacht. Daar komt een roodhuid uit het zuiden aan." Slechts een?" •Ik zie er maar een." Grizzly en de anderen klommen in boomen om beter te kunnen zien en toen ontdekten zij iemand die in lichten draf naderde. Is het een Kiowa of een Cheyenne, Puck?" vroeg de trapper. •Ik kan het nog niet onderscheiden. Wat zullen wij doen Puck? Hij zal ons spoor zien." •Ik zal hem in 't oog houden, oom, en hem vangen als het een Kiowa is." Snel gleed hij uit den boom. Hoe wil je dat doen, kind?" •Ik sluip naar hem toe, hij weet van geen gevaar en als het een Kiowa is, trek ik hem van zijn paard." •Dat is gevaarlijk." •Gevaarlijk voor mij riep Puck lachend. Ga, jongen, ja; je bent tegen hem opgewassen, dat weet ik wel, ga, het is van belang te hooren of wij vriend of vijand voor ons hebben. Ga, voor hij wegrent." Puck nam zijn lasso, boog en pijl, maar liet zijn buks achter. Tegen Paul zei hij«zadel Bliksem en breng hem hier. Als gij ziet dat de Indiaan wegrent, rijd dan zoo hard gij kunt op mij af, wij moeten hem vangen of wij worden verraden." Paul deed dit terstond en Puck wierp zich in het gras en kroop voort liep toen met groote snelheid, door eene bodem verhooging gedekt voor het oog van den naderenden Indiaan, op de plaats toe waar de vreemdeling hun spoor moest opmerken en verdween toen voor het oog der hem nastarenden. Intusschen was Paul op den gezadelden Bliksem bij hen gekomen. Nu werd de Indiaan voor de scherp uit- kijkenden zichtbaar. Naar het scheen, geheel zonder zorg draafde hij voort en Tan Puck was niet te zien. Hoe meer de Indiaan de plaats naderde waar Puck moest liggen des te grooter werd de opwinding der toeschouwers. De wilde hield zijn paard in en keek aandachtig op den grond, hij was gekomen op de plaats waar zijn weg het spoor de vluchtelingen kruiste. Ofschoon de afstand te ver was voor een schot hief de trapper toch onwillekeurig zijn buks op. Aller oog ruste in koortsachtige spanning op den rooden krijger. Plotseling verdween de man van zijn paard in het gras en slechts het paard was nog zichtbaar. •Hij heeft hem," jubelde de trapper die goud jongen I Vooruit Paul, help hem, maar houd je buks gereed." De jongeling joeg voort op Bliksem. Bij Jupiter," riep Walker uit, »die knaap is een prairie krijger." Die kleine heer is een man" zei Bil Stone lachend, »ik herken in hem een echte medicynman." In enkele minuten had Paul, de buks gestrekt in de hand, de plaats bereikt waar de Indiaan verdwenen was. •Puck," riep hij uit. •Hier, jongen", klonk het terug en de dwerg verhief zich uit het gras. •Kom." Paul reed voort en zag voor zich op den grond, den, met de lasso vastomatrikten Indiaan. •Hem gevangen," lachte de dwerg, "hij dom; jonge krijger, dacht er niet aan dat de medicynman in de Steppe is." Met bewonderenswaardige vaardigheid had Puck zich in het gras verborgen, juist daar, waar zij naar het boschje waren afgeweken. Toen nu de Indiaan, zooals hij berekend had, op dat afwijkend spoor acht gaf, en dat volgend, hem den rog toekeerde, slingerde hij zijne nooit missende lasso en trok den man ter aarde. Voor de zoo plotseling overvallene een lid kon verroeren lag Puck al op hem en bond hem armen en beenen met de lasso vast. Stom en woedend lag daar de nog jonge wilde voor Paul en met een onmiskenbare uitdrukking van angst rustten zijne donkere oogen op Puck. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1906 | | pagina 1