NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. BUITENLAND. BINNENLAND. No. 71. Woensdag 5 September 1906. Vijt-en-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Op den Oedenrode. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad f 0.75; Franco per post door bet geheele Rijk f 1. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag ea Vrijdag. Uitgever O. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langestrnat 77. Telephoon n«. 69. ADVERTENT1ËN: Van 1—6 regels 0.50; iedere regel meer 7'I, Cent. Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte Zware brand te Antwerpen. Wij lezen in het «Handelsblad van Antwerpen Vandaag (Maandag) acht dagen was het juist twee jaren geleden dat de petroleumtanks op het Zuid in vlam vlogen, welke ramp, behalve de over- groote schade, die zij aanrichtte, ook het leven aan talrijke menschen kostte. Heden is eene dergelijke ramp, doch gelukkig minder erg, gebeurd op eenige stappen diclfler bij de stad, namelijk op de Ledeganckkaai, de vroegere aanlegplaats der Harwichbooten. Een jaar is het geleden dat de kaaimuur verschoof. Ware de wind Zuidwest geweest, gelijk voor 2 jaar. dan zou de stad opnieuw den aanblik hebben gehad alsof een "zware onweerswolk ons bedreigde. Nu dreef de rook de Schelde over. Te 12 uur hadden de weiklieden den arbeid verlaten en de hangars der Ledeganckkaai no. 10 en II stonden onder toezicht van twee man nen: de kaaiagent f'itzen en de scheeps meter Schoeysrnan. De hangars hebben een lengte van omtrent 100 meters. Die op n. II lag vol katoen, hout, katoenmeel, spiegels, kisten met kunst voorwerpen, glaswerk, ijzer, allen in zeer groote hoeveelheid. Dit alles vormde de lading, gelost uit de stoomboot »Corby Castle" der firma Steinman, die hier vroeger lag en te laden in de P. O.-stoomboot «Sumatra" der firma Best. De hitte van de laatste dagen, die door de zinken daken der houten hangars drong, heeft waarschijnlijk in die kostbare massa dezelfontvlamming te weeg gebracht, die de verwoesting aanrichtte. Genoemde personen gaven het alarm, maar eer de eerste pompiers die, van het museum, ter plapste waren, had het vuur zich reeds over de geheele oppervlakte verspreid en was er aan het bluschwerk geen hand te steken. Nevens dien grooten hangar staat een kleinere, die eigenlijk bestemd is voor de electrische verlichting der kaaien en het leveren van beweeg kracht. Deze moest het eerste gered worden. Middelerwijl kwamen uit de groote kazerne de pompiers met hunne spuiten en ander materieel aangesneld. Daarbij voegden zich de werklieden van de Zuidstatie met hunne stoom pomp; terwijl de Maleische matrozen der stoomboot «Syria" van op hun schip ook reeds met de stoompomp werkten om hun vaartuig te bevrijden. Dat was hoogst noodig, want de oostewind sloeg de vlam naar de Schelde en deed het touwwerk, de reeling en zelfs de reddingssloepen reeds vlam vatten op de «Sumatra". Ook moest de boot maken dat zij zoo spoedig mogelijk van de kaai weg kwam. immers, de hitte van de vlam was zoo groot dat de pompiers het weste lijk gedeelte der kaai niet konden betreden en de spuit van de «Syria" alleen was, tegen dien vuurduivel niet bestand. De trossen werden losgeworpen een klein, heel kloin toogbootje nam den grooten Engelschman op sleep touw en bracht hem naar het midden van den stroom, waar hij het anker liet vallen. Hij was dus gered. Aan de kaai had hij plaats ge maakt voor de inmiddels toegesnelde groote sleepers «President Pinnoy" en «President Van Strydonck" (de laatste een splinternieuwe boot) van de reederij Letzer, die, van machtige stoompompen voorzien, nu het vuur langs de Schelde aanvielen. Dertig lansen wierpen nu stroomen water op den gloed, dien men nog niet eens merkbaar in hevigheid zag afnemen. Van de zeven ophaalkranen, die langshenen de kaai stonden, zal niet veel bruikbaars meer overblijven. In weinige oogenblikken lag bet dak ten gionde en verbrandde bel timmerwerk met de zware houten palen waarop bet rustte. De stoomboot «Syria" was middeler wijl ook door den sleeper «Java" weg gebracht en die had dus niet meer te vreezen. Op het oogenblik dat wij het terrein verlieten, woedde de brand r.og in volle hevigheid en ziet mer. nog niet in, wanneer er een einde aan zal komen. Behalve de liooger opgesomde koop waren zijn ook nog tot vernieling gedoemd de aubetten en bureeltjes der Hessen- en Noord naties, der bureele Abts, Best, enz., allen ge- bouwkens, die belangrijke verzendings papieren bevatten en die natuurlijk onherroepelijk verloren zullen zijn. De Heer Bryan, democratisch candidaat voor het Presidentschap der Vereenigde Staten, pas van zijn Europeesche reis teruggekeerd heeft zich in een redevoering op een groote bijeenkomst te New-Yot k op nieuw een voorstander van vrede- en scheidsgerechten verklaard en gezegd dat, als Amerika een algemeene over eenkomst voorstelde tot onderwerpen van geschillen aan het Haagsche of een ander scheidsgerechtshof, vele landen zich daarbij zouden aansluiten. Voorts verklaarde Bryan zich een vijand van de trusts, welke hij hoopte dat met wortel en tak uitge roeid zullen worden. Men ziet het, meer dan één stok paardje van Rooseveldt wordt ook door Bryan bereden. Op de Theems bij Windsor is een belangwekkende militaire oefe ning gehouden, welke ten doel had te zien wellc wapen het eerst den overkant zou bereiken, een troep infanteristen of een tioep ruiters. De infanteristen maakten een vlot en plaatsten er zich op. Vooi tgesleept door enkele zwemmende infanteristen bereikten zij eerder den anderen oever dan de ruiters, en in volkomen ge vechtstelling. Het verschil was vijftien minuten. De ruiters, die zich hadden uitge kleed, en met hun paarden al zwem mende naar den anderen oever kwa men, hadden veel last en oponthond omdat de paarden niet al te gewillig bleken, zich omdraaiden en weer terug wilden. De infanteristen, 60 in getal, be hoorden tot het 2e bataljon der «Cold stream guards", de ruiters ook ten getale van GO, tot het Iste escadron der «life guards". Alfred Dreyfus komt met vrouw en dochter in Nedeiland. Zij hebben een groot deel van Augustus, zoo onopgemerkt mogelijk, gelogeerd in het «Casino-Hotel" te Aywalle, in België. Dreyfus had voor zicIT een zeer groote kamer, want hij had be hoefte aan veel licht en ruimte, wegens overspanning Hij was gaarne alleen. Dan zat hij in de groote kamer te peinzen. Hij kon er soms zeer treurig uit zien. Mevrouw Dreyfus scheen niet volkomen gezond. Eons zei Dreyfus, sprekende met een der gasten, dat zijn zoon in Engeland was. omdat hij niet langer in Frankrijk wilde blijven. «Dat doet mij," merkte Dreyfus op «veel verdiiet." Toen hij het hotel te Aywalle verliet, zei hij. dat hij naar Spa ging, en van Spa naar Nederland. De kolTers, welke Dreyfus mee naar het Duivelseiland heeft mogen nemen, heeft hij ook nu bij zich. De bekende beroepszwemmer Burgers is eenige dagen geleden van Dover in zee gestoken om te trachten liet Kanaal zwemmend over te steken. Men is zeer ongerust over het uit blijven van berichten. Er wordt ecliter in de Engelsche bladen reeds melding gemaakt van het gerucht dal hij na 17 uur zwem men dicht bij Calais geland is. Godsdienstoefening op het Loo. H. M. de Koningin zal ten paleize Het Loo dagelijks een huisgodsdienst oefening leiden. Ds. C. Lindeboom, te Apeldoorn, schrijft hieromtrent in «De Fakkel": «Uit zeer goede bron is mij ter oore gekomen, dat onze Vorstin de vorige week een huisorder heeft uit gevaardigd, waarbij wordt bepaald, dat er in de groote zaal van het paleis dagelijks des voormiddags om tien uur h u i s g o (I s d i e n s t zal worden gehouden voor alien, die op paleis of domein een dienstbetrekking vervullen. Deze huisgodsdienst zal worden geleid door het Koninklijk Echtpaar en be staan in gebed, lezen van een gedeelte der II. Schrift, en gemeenschappelijk gezang. Ieder, wiens dienst dit gedoogt, wordt tot bijwoning uitgenoodigd, terwijl er van dwanguitoefening geen sprake is. Eenerzijds gaan dus de deuren voor eiken belangstellende open, terwijl aan den anderen kant de per soonlijke vrijheid gehandhaafd blijft." Men meldt ons uit Roermond aan de »N. R. Ct.": De bewoners van het naburige Gratliem werden gistermiddag op geschrikt door hel schudden hunner woningen waarin kasten en stoelen omver geworpen werden. Dit ging vergezeld van onderaardsgerommel dat aan een lichte aardbeving doet denken. Men vluchtte de straal op. Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor. 3) En op haar voorstel om Anneke nog dezen winter naar Parijs te sturen, ging hij heelemaal niet in. Gekheid, zijn vrouw moest zich die chimères uit het hoofd zetten. Hij hield niet van die huitenlandsche scholen en pensions, daarginds zou het kind zeker haar natuurlijk heid en eenvoud, haar grootste charmes, ver liezen. Eenigszins gerustgesteld door zijn luchtige op vatting, liet mevrouw van Oedenrode zich min of meer door haar man overtuigen en over een mogelijk verblijf te Parijs werd niet meer gesproken. De dagen en weken, die nu volgden, waren voor Anneke een en al geluk en zonneschijn. Het scheen alsof haar vriendschap voor van Walden nog hechter werd, alleen zij sprak er niet meer over, noch met mama noch met Ernestine. Beiden, meende ze, schenen er iets op tegen te hebben, dat ze zoo vertrouwelijk met hem omging. Waarom, dat begreep ze niet. Instinctmatig zweeg ze er dus over wanneer ze op haar eenzame wandelingen met de honden, van Walden tegenkwam. Mademoiselle was voor goed vertrokken en Anneke genoot dus veel vrijheid, waarvan zij gebruik maakte om veel buiten te zijn. Onwillekeurig richtte zij haar schreden steeds naar het bosch, dat de beide landgoederen scheidde, en als zij dan van Wal den ontmoette en beiden een eind verder wan delden, dan was zij overgelukkig; zag zij hem niet dan voelde ze zich terneergedrukt, dan was het als zongen de vogels niet zoo mooi en scheen de zon minder warm dan anders. Intusschen werd van Walden geslingerd door angstige twijfelingen. Tot voor korten tijd had hij Anneke steeds beschouwd als een lief, mooi kind, maar sinds het diner, waar zij voor het eerst als volwassene mee had aangezeten, zag hij haar met andere oogen aan en begon hij vergelijkingen te maken tusschen de beide zusters. Hij had Ernestine altijd erg bewonderdin zijn oogen was zij een der mooiste vrouwen die hij kende en meermalen had hij er ernstig over gedacht haar te vragen de zijne te worden. Toch was er iets in haar hooge, trotsche per soonlijkheid dat hem van haar verwijderd hield; zij leek hem meer geschikt haar gasten te ont vangen in haar schitterende salons en aller blikken tot zich te trekken in haar loge in de opera, dan de liefhebbende, zachte levensgezelin te zijn, die hij in zijn sentimenteele oogenblikkeD had gedroomd. En zoo had hij zich nog niet gedeclareerd, hoewel hij telkenmale wanneer hij in haar gezelschap was de betoovering, die van haar uitging, ondervond. Nu was Anneke in zijn leven gekomen op een heel andere wijze dan vroeger en met ver bazing ontdekte hij hoe liefelijk en bekoorlijk zij was. De grijze oogen, welke hem soms zoo schalks aankeken, zoo ondeugend plagend, kon den een oogenblik daarna vol tranen staan bij het hooren van een droevig verhaal. Hij had ze zien schitteren van opgewondenheid, hij had ze vonken zien spatten van boosheid. Haar aschblonde krullen hingen altijd verward over het blanke voorhoofd, haar kleine mond was immer gereed tot een lach. En hoe bevallig was haar kinderlijk, nog niet ten volle ont wikkeld, figuurtje Elk barer bewegingen sprak van een onbewuste, ingeboren gratie! Zooals hij haar ontmoette in het bosch of op de heide, in haar eenvoudige neteldoeksche kleedjes, den breeden stroohoed op de fladderende lokken, leek ze hem een aanbiddelijk tooverprinsesje toe. Dan verjoeg ze het beeld barer zuster uit zijn hart en geheel onder den indruk harer lieftalligheid volgde hij haar minste beweging, luisterend naar haar vroolijk, kinderlijk gesnap. Maar wanneer hij dan weer 's avonds op een diner Ernestine zag, schooner dan ooit naar hem scheen, in een smaakvol, elegant toilet, de donkere oogen tot hem opgeheven, dan sloop de twijfel opnieuw zijn hart binnen en thuisgekomen vroeg hij zich wanhopig af, wie hij dan wel liefhad. Het was toch eigenlijk al te dwaas, Anneke, die nog niet eens uit ging, te verkiezen boven haar gevierde zuster. Dat Ernestine iets voor hem gevoelde, ver moedde hij wel; ook hij had opgemerkt de zachtere uitdrukking, die haar gelaat aannam, als hij haar naderde; ook hij zag dat zij, de ongenaakbare, anders werd als hij bij haar was. En Anneke, wat was hij voor haar Een goede vriend, meer niet. Dat kind dacht nog niet aan liefde en trouwenhaar honden en paarden, haar bloemen en vogels waren haar voorloopig genoeg. Nog zoo heel lang was het niet geleden dat zij met haar poppen speelde. Toen, ten einde raad, besloot hij zich een tijdlang te onttrekkeD aan Anneke 's betoo- verend gezelschap en den weg naar het bosch te vermijden. Hoeveel moeite het hem ook kostte, hij volharde in zijn voornemen, maar hij was getroffen door het verdriet dat het hem deed, het jonge meisje niet meer te zien. Had hij verwacht dat haar beeld uit zijn bart zou worden gebannen, hij merkte thans dat zij in die dagen een nog grooter plaats innam in zijn gedachten. Als hij nu in Ernestine 's gezelschap was zocht hij steeds in haar een

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1906 | | pagina 1