NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
flo. 77.
Woensdag 26 September 1906.
Viji-en-dertigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Plaatselijk Nieuws.
Grootmoeders Whistclubje.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75;
Franco per post door het gebeele Kijk f 1.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestraat 77. Telephoon n«. 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
Voortdurend worden berichten ont
vangen uit Petersburg over samen
zweringen tegen de hoogste personen
in den staat gericht. Reeds verleden
week werd de ontdekking daarvan
aangegeven als reden voor het ver
lengde verblijf van den Tsaar in de
Finsche wateren.
Thans ontvangt de «Daily Express"
van haren correspondent te Peters
burg het bericht, dat een nieuwe
aanslag tegen het leven van den Tsaar
ontdekt is. De autoriteiten in Peters
burg hebben bewijzen, dat de ter
roristen, die tot nog toe den Tsaar
persoonlijk ongemoeid lieten, hem
formeel ter dood hebben veroordeeld.
Zij zullen met de voltrekking van dal
vonnis niet wachten op zijn terug
keer naar Peterhof ofTsarskoje Selo,
maar zij hebben ook enkele hunner
bondgenooten naar Finland gezonden...
Dit bericht wordt door de revolu
tionairen beslist tegengesproken. Een
te Weenen ontvangen telegram uit
Petersburg zegt, dat in revolutionaire
kringen er niet aan wordt gedacht
een aanslag op den Tsaar te onder
nemen, daar zij den Tsaar thans
onontbeerlijk achten. De aanslagen,
in Petersburg ontdekt, waren gericht
tegen het leven van de grootvorsten
Nikolaas Nikolajewitsj en Wladimir
Alexandrowitsj.
Men behoeft echter evenmin waarde
te hechten aan de bewering van de
revolutionairen in Rusland, als aan
die van de politie, die eiken dag een
nieuw complot tegen den Tsaar ont
dekken wil.
De chauffeur van «Icn Keizer.
Een man van beteekenis aan het
Duitsche hof is de rijk gegalonneerde
ïOberwagenfiibrer"' van de keizer
lijke automobielen. Hij heet Werner
en heeft een mooien staat van dienst
als een der beste Duitsche chauffeurs.
Hij begon als 9lotenmakersleerling,
maar kwam daarna al gauw in een
automobielzaak. Aan de meeste groote
wedstrijden nam hij deel o. a. in
1904 aan de Gordon Benett die door
den Keizer werd bijgewoond en in
het volgende jaar ook aan de Inter
nationale wedstrijd in Frankrijk. Hij
werd bekend om zijn kalmte en durf.
Zoo trad hij in dienst van den rijken
Amerikaan Gray Dinsmore die de
heele wereld rondtufte telkens weer
in een andere machine. Met hem nam
hij deel aen den Herkomerwedstrijd.
Toen Dinsmore was gestoiven had
Werner maar te kiezen uit rijk be
zoldigde betrekkingen maar hoewel hij
bij den Amerikaan 7500 francs had
verdiend vergenoegde hij zich met
2500 francs toen hij in dienst des
Keizers trad.
Keizer Wilhelm eischt van zijn
chauffeur niet alleen uitgebreide
technische kennis maar ook volledige
bekendheid met alle wegen in liet
geheele rijk. Zoo iets kan men niet
door kaarten leeren maar de chauf
feur moet vooraf een geheele streek
zelf verkennen. Op die manier is het
mogelijk zelfs in den nacht in alle
richtingen te rijden en dikwijls met
de grootste snelheid. De Keizer wil
liefst hard rijden soms met meer dan
80 K. M. per uur.
H. M. de Koningin en Z. K. H.
de Prins zijn Maandagmiddag per
Staatsspoor naar Dresden vertrokken.
H. M. maakte gebruik van Haar
eigen trein waarin zich een slaap
wagen van de «Compagnie Internati
onale des Wagons Lits" bovond.
De Vorstelijke Personen werden
in de residentie uitgeleide gedaan door
den Gouverneur der Residentie, gene
raal Van Ermel Scherer, den waar
nemend burgemeester dier stad, dr.
Mouton en Hr. Ms. opperstalmeester
baron Bentinck.
H. H. droeg eon grijs reiscostuum
en zwarten hoed met veer.
Bij het vertrek van den trein
plaatsten H. M. en de Prins zich
op het balcon van het rijtuig en
hoorden zich luide toejuicheu, toen
de trein buiten de overkapping reed,
door een zeer talrijke menigte die
zich tot ver buiten het station had
opgesteld om den Vorstelijken Per
sonen een afscheidsgroet te brengen.
II. IC. H. de prinses von Wied
geb. prinses Pauline van Wurtem-
berg zal weldra op Soestdijk aan
komen, teneinde eenigen tijd bij H. M.
de Koningin-Moeder te logeeren.
De hertogin van Albany, de moeder
van de thans op Soestüijk verblijf
houdende prinses Von Teek, wordt
mede aldaar verwacht.
In de Betuwe is de aardappel
oogst, waarmede men thans druk
bezig is, ondanks het gunstige weder
in den afgeloopen zomer, niet over
vloedig doch slechts middelmatig.
Velen zoeken de oorzaak daarvan
hierin, dat de blauwe aardappelen,
welke hier vele jaror. werden geteeld,
en alle andere soorten verdrongen,
thans voor deze streek uitgeleefd zijn
Zij tieren niet meer als vroeger.
In de laatste jaren komt bij deze
plant dikwijls reeds in den voorzomer
een ziekte-verschijnsel voor: het loof
begint te krullen, de knol groeit
niet meer door, en het beschot van
zulke struiken is zeer slecht. Er
worden vele proeven genomen met
Zeewsche bonten, welke uitstekend
van hoedanigheid zijn en op vele
plaatsen twee maal zooveel opleveren
als de blauwe.
Ook verbouwt men met goed ge
volg Eigenheimers en Gielen.
In afwijking van hetgeen te
dier zake lot nog toe is geschied,
heeft de minister van Oorlog nader
bepaald, dat voor het tijdvak van 1
December 1906 tot 17 Juli 1907 voor
den dienst van het blijvend gedeelte
der lichting van 1906 bij het regi
ment grenadiers en jagers en de 11
overige regimenten infanterie, een
derde ploeg zal worden aange
wezen, ter sterkte van 266 maü per
regiment.
De aanwijzing van deze ploeg heelt
ten doel, orn lot hel veileenen van
militairen bijstand, bij verstoring der
openbare orde of' vrees daarvoor, de
sterkte van de onder de wapenen
zijnde troepen zoo spoedig mogelijk te
kunnen verhoogen. De tot deze ploeg
behoorende miliciens zijn alzoo bestemd
om alleen in vorenbedoeld geval tot
het verrichten van werkelijken dienst
te worden verplicht.
Ten einde bij eene eventneele in
trekking van het verlof met spoed
d e opkomst zoo noodig ploegswijze
te kuunen doen geschieden, worden
door den Minister bevelen gegeven.
De tot de derde ploeg van het
blijvend gedeelte behoorende miliciens,
die reeds bij hun vertrek van hel
korps hunne werkelijke woonplaats
in het buitenland wenschen te vesti
gen, moeten in stede van met tijde
lijk verlof, dadelijk met groot verlol
worden gezonden, volgens een nader
schrijven van den Minister van Oorlog.
Als bestuursleden van «Toon
kunst" zijn herkozen mej. Wentzel en
jhr. mr. dr. E. A. van Beresteijn.
In de plaats van den beer I. D.
Reiman Jr., die niet meer in aan
merking wenschte te komen werd ge
kozen de heer baron Lewe van Mid-
delstum, gep. kapitein der infanterie.
Bij den internationalen kegel
wedstrijd, gehouden op de banen van
café Nieman, te Amsterdam, behaalde
U. D. 1. van hier den 12en prijs met
238 punten.
De majoor T. E. M. van Lilaar,
van het 2e reg. huzaren te Venlo, zal
binnenkort den actieven dienst ver
laten.
Aan den opperwachtmeester J.
B. Larmené werd, j. I. Maandag vóór
het front van den troep, in de rijbaan,
de gouden medaille voor 36-jarigen
trouwen dienst uitgereikt.
Na de plechtigheid werden den
jubilaris in de met groen en vlaggen
versierde werkplaats door de officieren,
de collega's en leerlingen mooie ge
schenken aangeboden, o. m. een
fauteuil, spiegel, stoelen enz.
Ook van andere zijde mocht hij tal
van blijken van belangstelling onder
vinden.
De eerste uitvoeringen van het
symfonieorkest »Jubal" zijn thans
definitief vastgesteld op Dinsdag en
Woensdag 2 en 3 October a.s. Dinsdag
avond Volksconcert en Woensdag
avond uitvoering voor de Kunst
lievende leden en donateurs.
In plaats van. de reeds aangekon
digde nummers van van Eyken zullen
door het zangkwartet «Euterpe" eenige
liederen worden ten gehoore gebracht.
De Algemeene muziekhandel
te Amsterdam heeft, blijkens rond
gezonden circulaire, het voornemen
alhier in den loop van het a.s. seizoen
een 4-tal abonnementsconcerten te
doen geven. Waar bij gebrek aan
deelneming liet concert door mej.
Iterson en de heeren Wegerif niet
kon doorgaan, vermeenen wij dat het
ook wel bij het goede voornemen van
bovengenoemde muziekhandel zal
blijven.
Door het bestuur der Sociteit
«Amicitia" worden gedurende den
ophanden winter aan de leden een
4-tal uitvoeringen aangeboden en wel
15 November, RotterdamschTooneel-
gezelschap, Directeur de heer P. D.
van Eijsden.
11 December, Utrechtsch Stedelijk
Orcliest, Directeur de heer Wouter
Hutschenruiter.
Half Januari 1907, Tooneeluit-
voering (nog in onderhandeling).
7 Februari, Nederl. Toneelver-
eeniging, van Amsterdam, Directie
DOOR
MARIA VERKERK.
1)
Toen mijn Grootvader, de houtvester von
Stetten op zijn achtenzeventigste jaar stierf
kwam zijne zeven en zestigjarige weduwe
bij ons in huis d. w. z. bij hare oudste dochter
die in Belstedt in de nabijheid van Lenkwitz
met een dokter getrouwd was. Mijn vader
stond de mooie parterrekamers linksch van
de straatdeur bij die gelegenheid aan de oude
dame af, rechts had hij zijn wacht- en spreek
kamer. Grootmoeder kwam het liefst bij ons
op Lenkwitz, dat aan haar oudste zoon die
deze prachtige bezitting van zijn peettante
Dorothea Korneman geërfd had, toebehoorde
wilde zij niet blijven.
«Dat is te dicht bij de plek, waar ik mijn
gelukkigste jaren doorgebracht heb" zei zij
weemoedig. «Ik zou den geheelen dag maar
aan het raam staan en naar de daken van
ons huis kijken, dat is niet goed. Ik wil geen
lastige oude vrouw zijn ik wil dat men nog
een beetje van mij houdt. Stetten zie ik weer
hij is mij voorgegaan, en zoodra het God be
haagt reis ik hem na. Tot dan wil ik met
mijne kinderen en oude vrienden leven,
ik zal iederen Zondag naar Lenkwitz rijden
en zijn graf opzoeken dat zal mijn godsdienst
zijn en mijn dank aan Hem die mij den
besten, liefsten man op aarde zoolang ge
laten heeft.
Zoo deed ze. Zij was een lieve, oude vrouw
onze grootmoeder Anita, niets egoïstisch, ver
standig, stelde in alles belang, en had altijd
voor iedereen een vriendelijk woord en goeden
raad over. De schemeruurtjes die ik in haar
gezellige kamers doorbracht behooren tot
mijne aangenaamste herinneringen. Groot
moeder was altijd even vroolijk zij voerde
haar kleine huishouding met evenveel zorg
als vroeger haar groote, en wel met behulp
harer oude keukenmeid Katrien. Zij drib
belde iederen Zondag naar de kerk bezocht
nu en dan een concert speelde zelf nog op
een ouderwetsche piano die zij op haren
twintigsten verjaardag van haar man ge
kregen had haar geliefde Mozart, deed veel
goed vond het heerlijk als oude en jonge
vrienden en vriendinnen haar bezochten en
dat was het glanspunt in haar kalm leven
6peelden iederen week des Woensdags een
partijtje whist met drie bijzonder goede oude
vrienden.
Dat wil zeggen twee er van waren goede
vriendinnen, slechts één behoorde tot het
sterke geslacht dat was de oude knappe vijf-
en zeventigjarige Karl von Rieben wiens
blauwe oogen altijd even helder onder de
zware witte wenkbrauwen schitterden. Zijn
haar en baard waren zoo helder wit als ik
nooit meer gezien heb. Grootmoeder be
weerde dat ze vroeger bruin waren geweest.
Mijnheer von Rieben was gepensioneerd
vorstelijk jachtopziener en sinds hij de dienst
verlaten had woonde hij in een oudenvetseh
huis dat hij van de erfgenamen eener oude
dame gekocht had, omdat het hem beviel
hij hield niets van nieuwerwetsche huizen,
zei hij. Daar woonde hij nu 10 jaur met
zijn ontelbare hertengeweien, geweren en de
oude meubelen die nog van zijn moeder
zaliger stamden, het oude Wiesje zijn huis
houdster en de nog oudere bediende.
Hij kwam altijd een uurtje te vroeg voor
het whistpartijtje en verscheen nooit zonder
een kleine attentie voor' zijn zoo hoogge
achte vriendin mee te brengen; naar gelang
van het seizoen bestond de aardigheid in
een hyacint, sinaasappelen, de eerste aard
beien de eferste rozen, druiven of iets der
gelijks en dat bood hij met zulke stralende
oogen en ridderlijke handkus aan, dat het
bepaald aardig was, te zien. Groootmama
bloosde dan altijd als een jong meisje, of
dreigde hem dankend met de vinger en
noemde hem een onverbeterlijke verkwister.
Daarop zetten heide zich voor het raam en
bespraken de stadsnieuwtjes of dreven poli
tiek als twee echte conservatieve zielen, die
niets van de nieuwere richting begrepen.
Sinds dien tijd zijn vele jaren verloopen,
en beiden rusten al lang in liet graf maar
ik zie ze nog zoo te zanten voor mij alsof
het vandaag was.
Als ik er aan denk zie ik de gezellige
kamer van Grootmoeder voor rnij niet de
witte gordijnen voor de ramen de hyacinten
de stoel voor het werktafeltje de platen aan
den muur de reusachtige canapé waarop
de zilveren kandelaren klaarstonden en de
massief zilveren snuiter naast de in een
halven cirkel uitgebreide speelkaarten lag.
In de kachel b andde een knappend vuurtje
en buiten stoof de sneeuw.
(Wordt vervolgd.)