NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
LUCHTKASTEELEN.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
No. 96
Zaterdag 1 December 1906.
Vijt-en-dertigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
EENE MÉSALLIANCE.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75;
Franco per post door het geheele Rijk 1.
Afzonderlijke Nimmer: 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestraat 77. Telephoon n®. 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
Luchtkasteelen Wie bouwt ze niet
Een mensch kan er eenmaal niet
buiten. Het lage bij den grond, het
aardsche, het grofstoflelijke kan hem
onmogelijk bevredigen, als hij geleerd
heeft, dat de bevrediging van het
zinnelijk genot juist niet tot het ge-
geluk leidt. De mensch is van nature
geneigd hooger te gaan dan hij kan
en als men de gedachten van den
Heer der Schepping in kostbare vormen
kan voorstellen, zou men allerlei rare
dingen zien, dingen waarover men
zich zou verbazen, maar ook dingen
die den lachlust zouden opwekken.
Maar toch zijn het juist die lucht
gevaarten, die den geest van den
mensch in staat van verwachting
brengen, die op vele gestellen opwek
kend kunnen werken. Ontneem den
mensch zijne illusie en ge zult spoedig
zien, dat bij zich verveelt! Ontneem
hem zijne idealen en ge zult zien,
hoe spoedig hij zich begint te ver
velen. Stel hem daarentegen in de
gelegenheid zijne fantasie te laten
ronddwalen in de wereld der gedachte
beelden en ge zult in zijne oogen
eene schittering aanschouwen, die
duidelijk getuigenis aflegt van zijn
werkelijk leven. Onze verbeelding en
fantasie heeft zoo gaarne vrij spel.
Luchtkasteelen I Wat zijn ze niet
dikwijls en overal gebouwd. Wij denken
aan de laatste Engelsche-Transvaal-
sche oorlog. De Transvalers droomden
van een vrij Zuid-Afrika; ze hoopten
op een blijvende overwinning op
het machtige Albion. IJdele hoop!
De grijze Staats-President begaf zich
naar Europa om daar hulp te vinden
voor zijn ongelukkig land. Keizer
Wilhelm, die hem en zijn land altijd
zooveel sympathie beloond had, zou
hem wel helpen. Als een zeepbel
viel dit luchtkasteel in duigen. Keizer
Wilhelm ging op jacht en kon den
grijzen Staatsman niet ontvangen.
LuchtkasteelenNapoleon I, die
met een enkele pennestreek de ge-
beele kaart van Europa veranderde,
zou Rusland nog ten onder brengen
en dan had hij niemand meer te
vreezen. Met een onoverwinnelijk leger
trok hij dat land in, doch in vlam-
menschrift werd te Moscou den
Corsicaansche leeuw «Momento mori"
toegeroepen en hij eindigde zijn leven
op St. Helena.
LuchtkasteelenOok Napoleon lil
droomde daarvan. Het verachte
Pruisen moest vernederd worden, de
wraak van Waterloo en Sadowa uit
gewischtde oorlog werd in 1870
verklaard. Met wapperende vanen en
schitterende muziek toog het Fiansche
leger naar de grenzen. Pruissen raapte
bedaard den toegeworpen handschoen
op en weldra stond geheel Duitsch-
wand als die» Wacht am Rhein" aan de
grenzen. Frankrijklagkrimpend ten on
der en de koning van Pruissen werd in
het oude paleis der Fransche Koningen
te Versailles als keizer van Duitschland
gekroond, terwijl Napoleon als ge
vangene naar Wilbelmhöhe werd
gevoerd.
Wreede wisseling van het noodlot!
LuchtkasteelenDaar staat eene
jonge schoone vrouw voor het altaar
om weldra met den man harer keuze
in den echt verbonden te worden.
Wat heeft zij gehoopt op dit oogen-
blik, welke illusie van vreugde, geluk
en huiselijken haard gingen baar
geestesoog voorbij. In puin zijn alle
luchtkasteelen gevallen. De maat was
vol gemeten, de liefde verdord; aan
de zijde van een ontrouwe echtge
noot kon zij het niet langer uithouden
en na vijf jaren sprak de rechter de
scheiding tusschen bem en haar uit.
Vervlogen was haar hoop, verdwenen
waren al hare verwachtingen. Zij
vertrok met haar eenig zoontje naar
een ander Vaderland om een vroegen
dood te vinden.
Luchtkasteelen Daar staateen jonge
dame en bewonderd haar prachtig
nieuw costuum. Morgenavond is er
bal en zij wilde daarvan de Koningin
zijn en bewonderd worden. Zij kan
het doen, want haar vader is een
schatrijk koopman, die het haar aan
niets laat ontbreken. Dus morgen
tooi ik mij met diamanten en paarlen...
en toen de dag van morgen kwam
lag 't machtige koopmanshuis in puin
Luchtkasteelen, boe dikwijls zijn
zij ook in onze gemeente gebouwd.
Wij zagen vereenigingen oprichten,
om na eenigen tijd te eclipseeren;
wij zagen personen met jeugdig vuur
en ijver zich aan het hoofd eener
zaak plaatsen om door een noodlottige
drang der omstandigheden spoedig
te verdwijnen. Zooveel luchtkasteelen,
zooveel teleurstellingen Onze plannen
zijn soms zoo schoon, totdat op een
zeker oogenblik blijkt, dat ze als
onhoudbaar, onnatuurlijk in duigen
moeten vallen. Voor hem, die er op
gerekend heeft, is het geen teleur
stelling De wijze weet, dat de wereld
der fantasie en die der werkelijkheid
op onsindigen grooten afstand liggen.
gedaan. Toen nu, bij de behandeling gewerd hem een schitterend aanbod,
zaken bij den keizer, de officier dat de berooide graaf wel niet aarze-
Keizer Wilhelm.
In het «Berl. T." verhaalt D. v.
Nordegg een sprekend geval, hoe op
keizer Wilhelm soms invloed wordt
geoefend, zonder dat hij het bemerkt.
Een luitenant van de garde was als
getuige gehoord in een speelzaak en
bleek ook niet geheel schoon aan de
aat te zijn, ofschoon hem al zeer
weinig kon worden ten laste gelegd.
Toch kreeg hij zijn ontslag thuis ge
zonden. Een jaar later deed hij moeite
om bij de reserve te worden opgenomen
en wendde zich daartoe tot een (thans
overleden) hoofdofficier, die hem zeer
genegen was en tot de personen
behoorde, die den keizer omtrent
ingekomen brieven over militairezaken
hadden voor te lichten. Deze officier
gaf den jongen man den raad zijn
aanstelling bij de reserve van het
garderegiment, waarbij hij gediend
bad, te verzoeken, als het beste middel
om te toonen dat hem onrecht was
aan den bedoelden brief gekomen was,
zeide hijIk zal dit schrijven maar niet
aan Uwe Majesteit voorlezen; het gaat
toch niet aan, een luitenant die als
straf zijn afscheid heeft gekregen,
weder in een garderegiment op te
nemen". En meteen schoof hij het
stuk op zijde. Maar nu nam de keizer
zelf het stuk op, zeggende: »Laat
eens kijkenEn na het gelezen te
hebben, riep Z. M. uit: «Dat bevalt
mij in dien jongen man! hij heeft
durf! En aanstonds schreef hij onder
hetstuk «toegestaan." De toeleg was
gelukt.
Op de spoorlijn BordeauxCette,
tusschen de stations Sainte-Bazeille
en Marmande, heeft een dubbele ont
sporing plaats gehad. Er kwam een
goederentrein, geladen met houtblok
ken, van Agen; een aantal dezer
blokken vielen onderweg tusschen de
wagens, waardoor de koppeling werd
verbrokende trein werd daardoor
in tweeën verdeeld de machinist had
niets gemerkt en dus reed het eene
gedeelte door, terwijl de 12 achterste
wagens ontspoorden en omsloegen.
Een goederentrein uit Bordeaux
kwam daarop in volle vaart in botsing
met deze wagens, de trein derailleerde
en twee-en-twintig wagens vlogen
uit het spoor. Gelukkig zijn er slechts
weinig personen gekwetst en deze
slechts licht.
Graaf Boni de Caetellane.
Men weet, dat onlangs de echt
scheiding is uitgesproken tusschen
graaf Boni de Castellane en de dollar
prinses Anna Evuld. De graaf, die op
zeer slordige wijze omsprong met de
millioenen zijner vrouw, poogde bij de
scheiding nog een deel te redden,
maar dat gelukte niet. Thans zal hij
echter niet meer zonder inkomen zijn,
ja zelfs gelegenheid hebben een deel
zijner in de millioenen loopende
schulden af te betalen. Uit New York
len zal den grooten vijver over te
steken, waar hem een vorstelijk ho
norarium wordt geboden benevens
de mogelijkheid in zijn vrije uren
jacht te maken op een millionaire,
die een adelijk kroontje begeert. Dan
zou hij in Parijs het oude spel kun
nen hervatten. Een der meest «fashio
nable" restaurants van New-York, het
restaurant Martini, biedt hom een
plaats aan als Oberkellner met een
salaris van 24000 gulden. De advo
caat van den graaf heeft terugge
seind, dat graaf Boni wel geneigd is
op het voorstel in te gaan, maar be
halve het salaris ook nog een niet te
geringe tantième eisclit. Tegenover
een hem interviewend journalist wilde
de graaf zich over de juistheid van
dit verhaal niet uitlaten.
Carnegie, de milde millionnair,
heeft aan de Universiteit te Parijs
een kapitaal geschonken, welks renten,
12,500 francs, moeten dienen om
jonge geleerden in de gelegenheid te
stellen tot onderzoekingen in het phy-
sisch laboratorium, gesticht door den
radium-ontdekker Prof Curie.
Tentoonstelling voor Volksvoeding.
De afdeeling Ulrecht, vari den
Volksbond tegen drankmisbruik heeft
het voornemen in het voorjaar van
1907 een lentoonstelling te houden
voor volksvoeding.
De tentoonstelling zal een beknopt
overzicht moeten geven zoowel van
al wat op 't gebied der volksvoeding
bestaat of daarmede verband houdt,
als van het stieven tot verbetering
van de verkeerde denkbeelden en
gewoonten welke op dit gebied wor
den aangetroffen.
Het plan 't welk zeker al de aan
trekkelijkheid heeft van iets geheel
nieuws, wordt op breeden grondslag
Mevr. P. SMISSAERT-BOOGAERT.
1)
Toen de knecht haar het kaartje overreikte,
met den naam »Elsa Vieting" er op, legde
mevrouw van Walensteijn het boek, dat zij
al lang in de hand hield, doch waarin zij
niet had zitten lezen, op een tafeltje naast
zich neer en stond langzaam, als met tegen
zin uit haar stoel op.
»Heb je de juffrouw in den salon gelaten,
Willem?" vroeg ze. "Ik zal zoo dadelijk
komen. Verder ben ik van middag voor nie
mand thuis, voor niemand," herhaalde zij met
nadruk. J
De knecht was weg en nog steeds stond
mevrouw van Walensteijn daar, als kon zij
er niet toe besluiten haar bezoekster te gaan
ontvangen. Toen, met eene vastberaden uit
drukking in de oogen liep ze naar de donker
rood fluweelen portiére, die haar boudoir van
den salon scheidde, toe en ging de kamer
binnen.
Aan het raam, in gedachten verzonken,
zoodat zij de binnentredende niet eens be
merkte, stond een jong meisje. Zij leek bij
zonder fijn en teer in het eenvoudige blauw
serge wandelpak, waartegen de blonde haren,
van onder de kleine zwarte toque uitkomend,
licht afstaken.
Een oogenblik bleef mevrouw van Walen
steijn stilstaan, haar monsterend met scherp
kritiseereDden blik, toen kuchtte ze en haastig
draaide het slanke figuurtje zich om.
"Juffrouw Vieting, niet waar? Gaat u zitten,"
klonk het koel.
De begroeting was uiterst stijf, zelfs tegen
over een onbekende, maar het jonge meisje
scheen er geen acht op te slaan; ongedwongen
zette zij zich neer op een laag stoeltje tegen
over mevrouw van Walensteijn. De zwakke
stralen der winterzon beschenen haar lief
gelaat en deden de blonde krullen schitteren
als goud. Met haar handjes over de groote
mof gevouwen keek zij op naar de oudere
dame en wachtte af wat deze zeggen zou.
"Ik heb aan het verzoek van mijn zoon
voldaan en u gevraagd bij mij te komen,
juffrouw Vieting. U moet daarom echter niet
meenen dat ik van plan ben toe te geven
integendeel, ik wil beginnen met u te zeggen
dat ik mij stellig heb voorgenomen bij mijn
besluit te blijven. Zoo ik niettegenstaande dit
wilde spreken, -is het alleen omdat ik hoop
u te kunnen overtuigen dat van een huwelijk
tusschen u en mijn zoon nooit iets kan komen
en dat u van uw voornemen om met Robert
te trouwen zult moeten afzien."
Een donkere blos kleurde plotseling het
fijne gezichtje, in de groote blauwe oogen
flikkerde iets.
«Pardon Mevrouw, het is uw zoon die met
mij wil trouwen," zeide ze op zachten maar
toch flinken toon.
Verbaasd keek Mevrouw van Walensteijn
op. "Hoe durft zoo'n kind?" dacht ze, en
toen hardop:
"Of u met hem of hij met u wil trouwen,
komt er minder op aan, in ieder geval bent
u het samen daarover eens. Maar ik herhaal
het nogmaals nooit zal ik mijn toestemming
geven tot een huwelijk, dat Robert later
zeker berouwen zal. Nu ik u zie, kan ik
best begrijpen dat hij door u gecharmeerd
is geworden, maar och hij is nog zoo jong
en wanneer hij ouder is zal hij zelf erom
lachen, dat hij die verliefdheid uit zijne jeugd
serieus heeft opgenomen. Er om lachen of er
om huilen," voegde zij er bij, "dat hangt van
mij af en ik wil dat mijn kind gelukkig zal
zijn. Nooit zal hij het later zijne moeder kunnen
verwijten, dat zij niet al het mogelijke gedaan
heeft om hem intijds van een overijlden en
dwazen stap terug te houden. Op het oogenblik
wil hij nog niet naar mij luisteren, maar later
zal hij mij zeker dankbaar zijn."
Al sprekende had haar stem een zachter
klank aangenomen, droomerig keek ze voor
zich uit; zij sprak niet meer tot het jonge
meisje tegenover haar, maar tot zichzelve. Zij
dacht aan haar jongen, haar eenig aangebeden
kind, voor wien ze streed, haar jongen, die
nu vijandig tegenover haar stond omdat zij
zich plaatste tusschen hem en wat hij noemde
zijn geluk. Zijn geluk? Dacht hij werkelijk
dat te vinden aan de zijde van eene vrouw,
die niet behoorde tot den kring, waarin hij
was opgevoed; meende hij dat dit onaanzienlijke,
eenvoudige meisje hem op den duur zou voldoen?"
Als uit een droom ontwaakte zij door de
stem van Elsa en ze schrok onwillekeurig van
den diepen ernst die er in klonk.
(Wordt vervolgd.)