NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. No. 100. Zaterdag 15 December 1906. Viji-en-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. LECTUUR. Ingezonden. Herstellings= en Vacanlie= Kolonies voor Kinderen. EENE MÉSALLIANCE. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 0.76; Franco per post door het geheele Rijk 1. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langeatraat 77. Telephocn no. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer Tl, Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte Voor de liefhebbers van lezen is de gouden lijd weer aangebroken. Het passeeren der lange avonden in den gezelligen, huiselijken kring met eenig lectuur is een genot en zonder dal zij er erg in hebben, is de koude, gure, barre winter weder heengegaan, zonder dat zij zich onaangenaam deed gevoelen. De echte lezers hebben den winter lief; het sombere jaargetijde geeft hun, doordien de dagtaak niet zoo groot kan zijn als in den zomer, tijd in overvloed om aan do hand van verschillende schrijvers reizen te maken over de gansche aarde, zelfs in en door het heelal, de geschiedenis te vernemen volken en personen eenigs- zins dieper door te dringen in de geheimnissen der natuur, een weinig bekend te geraken met de honderden toepassingen in het dagelijks leven van natuurwetten, veel te genieten van schoone romantische verhalen, ja, wat niet al! En door dien kostbaren tijd te besteden aan lectuur, bezorgen zij zich op moreel en intellectueel gebied groote schatten die de waarde van het leven aanmerkelijk verhoogen. Iedereen zal direct begrijpen en gevoelen, dat lui, die de winteravonden doorbrengen met het voeren van niets dan zoutelooze of kwaad verspreidende gesprekken, met het hunkerend ver langen naar het klokje van bed-rust, met het verrichten van bezigheden, die nu juist geen negatieve waarde hebbende, toch niets te beteekenen hebben, treurig afsteken bij de min naars van lectuur. Den ongelukkigen, die geen raad weten met hun tijd, valt de winter zeer lang, zij lijden in het koudo jaargetijde meer dan men wel zou denken en daarom hun moet hulp aangeboden worden, hulp in den vorm van aansporing tot lezen en van het in verband daarmede verstrekken van lectuur. In vele plaatsen bestaal gelukkig in overvloed gelegenheid om van een bibliotheek gebruik te maken, hetzij gratis, hetzij tegen een matige vergoe ding en er worden ook voor vele pogin gen aangewend om den lust tot lezen aan te wakkeren. Moge het aantal der- genen,die dezen winter verveling zullen verdrijven door het lezen van goede boeken, zeer groot zijn! En moge het streven van de welmeenenden, die wedea hunne beste krachten zullen wijden om op te wekken tot lezen, vele gewenschte gevolgen hebben. Thans een woord over lectuur in het algemeen. Waar het zeer wenschelijk is, dal er veel gelezen worde, valt het ook niet te ontkennen, dat men aan de vraag: wat wordt er gelezen? eene bijzondere aandacht behoort te schen ken. Van de soort lectuur hangt veel af. Wat ook de tijd wordt door de lectuur gekort, doch wordt er altijd wel iets gegeven, dat waarde heeft voor verstand en hait? In een tijdschrift werd onlangs de aandacht gevestigd op «Vergiftige Lectuur" en op het gevaar dat kwade lectuur kan en moet hebben. Er is diieërlei soort van lectuur: nl. Ie goede, 2e goede noch kwade en ten 3e kwade. Wat men onder het le genoemde te verstaan heeft ligt nog al voor de handLectuur die vormt, verheft, veredelt; alzoo lectuur die van zeer voordeeligen invloed is op het ziele- leven, op het karakter, op het ver sland; lectuur die den mensch, mensch doet zijn en hem het korte leven toch lang maakt. Zulk leeswerk kan nooit genoeg aanbevolen worden het is e6n weg, die lot een edel doel leidt. Hoe heerlijk, dat er in onze dagen zooveel te genieten valt van goede werken. Goede lectuur is een schat, die nooit genoeg gewaardeerd kan worden; een goed boek blijft altijd een goed vriend. No. 2 spreekt van noch goede, noch kwade lectuur; wat verstaat men hierdoor Er worden soms verbalen geschreven, die op geestelijk, zedelijk of verstandig gebied niet de minste waarde hebben, terwijl ze, wel be schouwd ook van geen nadeeligen invloed kunnen zijnverhalen, die iets zijn om te lezen, maar niets om, op welk gebied ook, te vormen. En nu ten 3den kwade lectuur of vergiftige lectuur zullen wij zeggen. Er zijn schrijvers, die zich niet ont zien producten te leveren, die óf te veel realisme, öf door te hoog opge voerde verbeeldingskracht zeer ge vaarlijk zijn. Zij leveren vergiflige lectuur en zijn daardoor, willens of onwillens, de oorzaak van menige val, ten minsle van vele handelingen, die zeer laakbaar zijn. Zonder dat deze pennevruchien zoozeer onzedelijk zijn, stichten zij toch veel kwaads, werken ze in het moreele eer na, dan voor- deelig. Er zijn boeken geschreven die niets bevatten dan sctirille beelden uit hei volksleven, boeken, die spotten met hetgeen een ander het heiligst is, die niet het minste respect toonen voor de meening van andersdenkenden; het noernt weg, zonder iets beters te geven, het voert op dwaalwegen en brengt twijfel, wantrouwen, ongeloof, onverschilligheid aan. Dij elk den lust tot lezen opwekken is ieders plicht; doch de dure plicht van ouders en opvoeders om te waken tegen kwade lectuur mag nimmer verwaarloosd worden. 't Is beter «niets", dan «iets ver keerds te lezen. Er is geen land in West-Europa, waar betrekkelijk zoo weinig kinderen worden gezonden naar herstellings- en vacantie-kolonies als Nederland. Deze kolonies meer speciaal Gezond heids-kolonies genoemd, omdat over 't geheel alleen de zwakke kinderen verpleegd worden, komen nog altijd in ons land sporadisch voor, terwijl zij bij onze naburen reeds jaren bur gerrecht hebben gekregen. Parijs bezit 81 vereenigingen, die zich met dezen tak van liefdadigheid bezig houden en die jaarlijks 4'/o der schoolbevolking, 4000 kinderen, naar buiten zenden. De grootste en meest gezaghebbende Fransche bladen, zoo wel als de locale pers, wijden voort durend hoofdartikelen aan deze uit nemende instellingen en houden het publiek steeds op de hoogte van de gunstige uitkomsten. Toch is geen land beter geschikt voor de uitzending van zwakke kin deren dan het onze, waar de grootste afstand naar het heerlijke Noordzee strand, naar hei en dennen nog zeer gering is. Gelukkig is ook hier een ontwakend gevoel van belangstelling duidelijk merkbaar. Het aantal comité's wordt steeds grooier en het Centraal Ge nootschap voor kinderherstelling- en vacantie-kolonies maakt het aan de kleinste plaatsen mogelijk een Ver- eeniging voor Gezondheids-kolonies op le richten. Dit Genootschap tracht door geheel Nederland afdeelingen te stichten. Deze atdeelingen feitelijk zelfstan dige vereenigingen houden zich bezig met de keuze der kinderen uit eigen omgeving, met het toezicht op de kleeren; zij houden voeling met de ouders en brengen de gelden bij een voor de verpleging van hun eigen kinderen. Voor de verpleging zelve zorgt het hoofdbestuur. Het bouwt of huurt te huizen, die het inricht en in explo - tatie brengt, onder medetoezicht der afdeelingen. Het zorgt voor een \er- pleging, zóó gunstig en economisch als de omstandigheden zulks ver oorloven. Door een weldoordachte wijze van verpleging zorgt het er voor, dat steeds het karakter van 't gezinsleven bewaard blijft, zelfs wanneer 40 of meer kinderen in één huis bijeen zijn. Iedere dame heeft haar troepje. Het Centraalgenootschap en zijn afdeelingen geven een voorbeeld van de meest gezonde vereeniging van centralisatie en décentralisatie. Hel streven van het C. G wordt gaandeweg meer begrepen. Dit bewijst de ongekende vooi uitgang in dit jaar. Het aantal afdeelingen steeg van 5 tot 25. Deze zonden in den afgeloopen zomer 261 kinderen naar de 3 kolo niehuizen van het C. G. In 1905 be droeg het aantal verpleegden 31. Toch waren de meeste afdeelingen pas in iiet vorig jaar opgei icht en nog niet voldoende georganiseerd. Het bouwfonds, voor korten tijd slechts 4600 gldbedraagt nu 25000 gld. Op 27 Oct. j I. werd de eerste steen gelegd voor een koloniehuis, dat met de beste inrichtingen op dit gebied kan wedijveren. De sympathie, waarmee dit eerste gebouw wordt begroet, belooft veel voor de slichting van meerdeie tehuizen, 'die dringend noodig blijken. De resultaten van liet afgeloopen seizoen waren schitterend, al waren de huurhuizen primitief. De gewichts toenamen waien verrassend en telkens komen uit de afdeelingen de meest gunstige berichten ovei den zedelijken en liohamelijken vooruitgang der kin deren. De geleidsters, voor het meerendeel leerlingen en oud-leerlingen van de School voor Maatschappelijk werk te Amsterdam, waren ten voile berekend, voor hun taak, die opoffering, be kwaamheid en toewijding eischt. Voor de harmonische ontwikkeling van het C. G. moest nu ook het aan tal leden en begunstigers vei tiendub- beld zijn. Dit bleef heelaas stationnair. Het oprichten van nieuwe afdeelingen moet zoo gemakkelijk mogelijk worden gemaakt, het uitzenden van kinderen zoo goedkoop mogelijk. Dit jaar be taalden de afdeelingen 80 ct p. d. en p. k., geneeskundige behandeling inbegrepen. Hiervan wordt de huis- Mevr. P. SMISSAERT-BOOGAERT. 5) «Wie is zij wilde mevrouw van Walensteijn vragen, toen zij plotseling in de eenvoudige in het witgekleede gestalte Elsa Yieting herkende. De blonde lokken, die zoozeer haars broeders bewondering hadden opgewekt, waren in een lossen wrong achter op het hoofd vastgehecht, terwijl enkele weerbarstige krulletjes haar om de slapen golfden. In tegenstelling van de meeste dames droeg ze eene hoogsluitende japon hetgeen haar tengere gestalte nog jeug diger deed lijken. Het werd doodstil in de overvolle kamers, Elsa bladerde in een muziekboek en sprak fluisterend met haar begeleider. Toen, met de eene hand leunend op den prachtigen vleugel, wendde ze zich om en keek rond in den kring van de haar onbekende genoodigden, tot plot seling haar oogen die van mevrouw van Wa lensteijn ontmoetten. Ze sloeg de hare niet peer, maar beantwoordde kalm den strakken blik van Roberts moeder. Rustig begon ze te zingen, een lied van Schumann. Mevrouw van WaleDsteijn, die goede muziek wist te waardeeren, werd getroffen door de schoone stem van het jonge meisje, maar meer nog door het groote gevoel dat zij wist te leggen in haar zang. Nu eens jubelend en juichend, dan weer droevig-zacht klonken de tonen door bet. vertrek. Ze zong drie liederen onder een ademlooze stilte; toen ze zweeg braken stormachtige toejuichingen los. Verrast en verlegen door deze plotselinge, overstelpende hulde stond ze daar, blozend, niet wetend hoe te ontkomen aan die buitengewone waardeering van haar voordracht. Allen verdrongen zich om haar heen om haar woorden van dank en er kenning toe te voegen. Nog geheel onder den indruk der muziek, schrok mevrouw van Walensteijn plotseling op, toen van Gelderen, een oud vriend van haar echtgenoot, eensklaps voor haar stond met de vraag «Wel mevrouw, wat zegt u wel van ons logéetje?" «Uw logéetje?" herhaalde ze verwonderd. «Ik ken haar niet, wie is zij «O, weet u haar naam niet? Elsa dieting, heet ze. Vindt u niet dat ze heerlijk mooi zong?" «Elsa Vieting?" riep mevrouw van Walen steijn, een en al verbazing. «Logeert die bij u? Hoe kent u haar? Wie is zij?" In gespannen verwachting keek ze hem aan. Ze kon haar ooren niet gelooven. Elsa Vieting, de logée der van GelderensHoe kwam ze daar als gast in huis, zij, de gouvernante der De Brunicks! Mijnheer van Gelderen verwonderde zich een weinig over die plotselinge belangstelling in zijne logée maar lang dacht hij er niet over na. «Laten we een rustig hoekje uitzoeken, lieve mevrouw, waar we wat kunnen praten. In lang had ik dat genoegen niet. Dan zal ik u, als het u interesseert, de geschiedenis van Elsa ver tellen, een heel eenvoudige geschiedenis." Al pratende had hij haar naar een divan gevoerd en een stoel naderbij trekkend, begon hij zijn verhaal: «Zooals u weet, werd ik na den dood van mijne ouders opgevoed op den Hommel, hij mijn Oom en Tante, die kinderloos waren. Mijn speelkameraadje was de zoon van een notaris Vieting te Hommel. We werden dikke vrienden en waren onafscheidelijk. Samen leerden we bij mijn gouverneur en in onzen vrijm tijd haalden we allerlei kattekwaad uit." Een vroolijke glimlach kwam op het gelaat van den ouden heer bij de herinnering aan al de guitenstreken uit zijne jeugd. «Ja, dat waren heerlijke dagen, die maar al te gauw eindigen, want Jan moest naar de stad om opgeleid te worden voor notaris en enkele jaren later verliet ik ook den Hommel om mijne studies aan de akademie te beginnen. We zagen elkander slechts zelden meer; inde beginne correspondeerden we nog wel, maar zooals het gaat, na verloop van tijd kwam ook daaraan een einde. Toen hoorde ik plotseling van zijn engagement dat des te meer indruk op mij maakte, daar zijn vrouw nog in de verte geparenteerd was aan de mijne. Hij trouwde met eene freule van Sanden, zeer tegen den zin van haar vader, die niets ingenomen was met het huwelijk zijner dochter. Doch zij weigerde standvastig de mooiste partijen en ten slotte moest hij wel toegeven. Mijne vrouw kende haar weinig en na haar huwelijk hebben we haar ook maar zelden ontmoet, daar zij samen stilletj'es in hun dorp bleven en zich niet om de wereld daarbuiten bekommerden. Af en toe, wanneer ik op den Hommel was, zocht ik hen op en ik was steeds getroffen door de innemende persoonlijkheid der jonge vrouw. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1906 | | pagina 1