NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. SCHOOLARTSEN. BUITENLAND BINNENLAND. Plaatselijk Nieuws. FEUILLETON. EEN OUDE VRIEND flo. 10 Zaterdag 2 Februari 1907. Zes-en-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Ph. WIJSMAN. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75; Franco per post door bet gebeele Rijk 1. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag ea Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. BureauLangestraat 77. Telephoon n°. 09. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'l, Cent. Advertentiên viermaal geplaatst worden slecbts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte Een bekende spreuk uit de grijze oudheid was: »Mens sana in corporo sano" (in een gezond lichaam kan alleen een gezonde geest wonen.) 't Is daarom op 't oogenblik niet alleen de geesteswerkzaamheid van het jonge geslacht die niet alleen onze aandacht vraagt, maar ook zeer en in toene mende mate het lichamelijk welzijn. Het meer en meer aangroeien en uit groeien en uitbreiden der leerstof kan op den duur schade berokkenen aan de degelijkheid van het optredend geslacht voor den arbeid en den strijd des levens. Want de geeselijke vooruitgang ten koste Van het licha melijk welzijn is niet alleen af te keuren, maar op den duur eene on mogelijkheid. 't Is daarom echter een hoofdvraag van den opvoedei Wat moet er gedaan worden voor de lichamelijke welvaart van 't opkomend geslacht en wat er voor gedaan en wat voor nagelaten? De werkzaam heid van den schoolarts strekt zich uit over de kinderen, die tot de school worden toegelaten of die de school bezoeken. Het doel is in de eerste plaats te onderzoeken of hunne geestelijke en lichamelijke toestand ze geschikt maakt eenige uren in de school verblijf te houden en daar het ondeiwijs met vrucht te volgen; om vervolgens na te gaan of hunne aanwezigheid in de school nadeelig is voor hunne gezond heid ten slotte welke kinderen een schadelijken invloed uitoefenen op de in hunne nabijheid zittende leerlingen. Misschien zijn er sommigen, die deze vragen overbodig vinden. Wanneer zij een troep joelende en spelende kinderen naar school zien gaan, zou er dan voor zoovelen nadeel aan vei - bonden zijn om eenige uren op de schoolbanken te zitten. De statistiek heeft echter bewezen, dat het oordeel over «gezonde kinderen" dikwijls zeer oppervlakkig is Ook de onderwijzers schrijven het menigmaal aan achter lijkheid toe als een leerling niet tot de knapste behoort, terwijl juist eenige ziekelijke afwijking de oorzaak is van zijn geringe geestelijke kracht. Het is een vraag of alle kinderen in staat zijn het onderwijs geregeld met vrucht te volgen. Dit geldt ten opzichte van kinderen, wier gehoor niet scherp genoeg is, die in meerdere of mindere mate aan keel en neus- ziekten lijden, wier gezicht te zwak of niet scherp genoeg is om naar kaart of bord te zien of hun werk op schrift of lei naar behooren af te maken. Men vindt er zenuwachti- gen onder, die voor hunne onbetrek- kelijklieden de orde verstoren en daardoor hinderlijk zijn voor hunne medescholieren. Er zijn afwijkingen onzichtbaar voor het oog van den leek, maar opgemerkt door den arts. Maar er kunne ook leet lingen zijn die door onvoldoende voeding, tengevolge van armoede, lichamelijk zwak zijn en wier leege maag een belemmering is om voldoende hel onderwijs te volgen. Daarom is een onderzoek van den arts noodig hij het toelaten der leeilingen op de school! Ook het vorblijf in de school oefent dikwijls een nadeeligen invloed uit op de gezondheid der leerlingen. Er zijn kinderen, die maar halve dagen de school kunnen bezoeken en dan »op" zijn en behoefte hebben aan rust De arts kan hier veel uit stichten; den onderwijzer opmerkzaam maken op dat kind en hom doen voorkomen door zijn onwetendheid het te strallen; de ouders waarschuwen op hun kind te letten. Ook in de localen gaan dikwijls te veel kinderen waardoor de lucht te benauwd en te bedompt wordt. Ook natte cn vochtige kleeren op een regenachtigen dag verontreinigen de lucht. Door geregelde onderzoekingen kunnen verschillende afwijkingen wor den nagegaan en de ouders opmerk zaam worden gemaakt op den toe stand der kinderen. Ook de kinderen leveren voor elkan der gevaar op. Kinderen kunnen in school een ziekte opdoen van andere kinderen: De onder wijzer kan dit niet altijd zien b.v. niet met huidziekten. Dat kind zou dus genezen kunnen worden van iets, wat ook de ouders niet bij hem of haar vermoedden, terwijl het tevens geen gevaar meer zou opleveren voor andere kinderen. Een kind kan in school zoo licht ongelukkig worden door besmetting van andere kinderen. Bij enkelen en bij besmettelijke ziekten treedt de wet reeds gebiedend in. Er zijn ziekten, die reeds be smettelijk zijn voor ze zijn uitgebroken De onderwijzer is hiervan dikwijls even onkundig als de ouders. Onderwijzer en arts samenwerkend aan de vorming van een geestelijk en lichamelijk krachtig menschde een den ander helpen en radend om van het kind te maken een mensch, later volkomen in staal den stiijd, die hem in rijker leven wacht, te voeren met meer hoop op succes, dan thans aan vele kinderen is weg gelegd. Ook voor de gemeentebesturen is het een zaak om bovenstaande taak ter harte te nemen, 't Is geen modezaak in zaak der schoolartsen maar iels, dat in een beslaande be hoefte zal voorzien. Een gezonde geest kan alleen in een gezond lichaam wonen. Stead, de vredesapostel, die de Euro- peesche Hoven afieist, om besprekin gen te houden over de aanstaande Haagsche vredesconferentie, is door den Duitschen Rijkskanselier Von B0- low ontvangen. Natuurlijk allermin zaam: Bülowgaf hem een complimentje over alles wat hij voor de zaak van den vrede gedaan had en zeide dat ook Duilschland het als een plicht beschouwde op de volgende conferen tie mee te weiken in de richting van den vrede. Duitschland kon dat vooral zoo goed, omdat het sedert een men- schenleven geen oorlog gevoerd had en het bewaren van den vrede als doel voor oogen had gehad. Wat nu de bijzondere veilangens van Stead betrof, moet de diplomaat geantwoord hebben met bet Fransche spreekwoord Qui trop embrasse, mal étreint. (Wie het onderste uit de kan wil hebben Uitbreiding van het programma achtte Bülow niet gewenscht. Het weer verrast ons in de laatste dagen nog al eens door plotselinge afwisselingen, op verschillende plaatsen in ons land heeft het zwaar geonweerd toch heeft het zich hier niet zoo grillig getoond als in Parijs, waar, midden onder een sneeuwbui, plotseling een bliksemstraal, door een donderslag gevolgd, de bewoners deed verschrik ken. In het Theatre Frangais verwekte die donderslag zelfs een kleine paniek, het publiek dacht aan een ontploffing en wilde uit de zaal vluchten, maar een commissaris van politie gelukte liet de onthutsten gerust te ste'len en de voorstelling kon weer doorgaan. Aan een dagblad te Stockholm wordt uit St.-Petersburg geseind, dat Tolstoi op sterven ligt. De Koude. De berichten omtrent de tempe ratuur in Rusland, noemen haast onge looflijke lage thermometerstanden. Op enkele plaatsen stond deze 40 graden onder het vriespunt. In Zuid- West Rusland heeft de sneeuw en de koude alle verkeer stil gelegd. Het metereologisch bureau zoekt de oor zaak der ontzettende koude in een anticycloon, die den 18en Januari in de Poolzee woedde. Van daaruit heeft de koude over Finland zich westwaarts en zuidwaarts uitgebreid Van alle zijden komen berichten van menschen die onderweg door de koude bevangen, neergevallen en doodge vroren zijn. Op vele plaatsen moest men de scholen sluiten. Onbereden wapens. In 1908 voor het eerst zullen de miliciens der onbereden wapens in drie groepen onder de wapens komen de geiieel ongeoefenden in de maand Januari: zij, die voorzien zijn van één bewijs van voor geoefendheid, in de maand Maart en zij, die in het bezit zijn vari de volledige bewijzen van voorgeoefend heid, in de maand Mei. Behoudens het blijvend gedeelte gaan op I October allen met groot verlof. Vierm3ander door loling woidt uit de militiewet genomen. Een nieuw voorschrift ten dienste van het vooi bereidend militair onder richt is in bewerking. (H.bl.) Staatscommissie voor Grondwetsherziening. De minister van Binnenlandsche Zaken brengt, kiachtens machtiging van de Koningin, lei kennis, dat eene oflicieele uitgave van de voorstellen der Staatscommissie voor grondwets herziening, ingesteld hij besluit van 23 October 1905, met de toelichting en de afzonderlijk adviezen, op 4 Februari algemeen veikiijgbaar zal worden gestold. De plaatselijke afdeeling van de vereen iging «Vrede-ten toon stelling" lieefi reeds een goede negentig leden. De Secietaris, de heer L. A. baron Van Ittersum, is gaarne bereid nieuwe leden in te schrijven. De contributie bedraagt slechts f 1 50 voor eens voor den tijd van vijf jaar. NAAR HET ZWEEDSCH. DOOR 2) Hier had een eenvoudige candidaat-notaris door omwenteling in Evy's hart te voorschijn geroepen. Hij kon het niet helpen, zooveel was zeker, want hij zou 't niet hebben ge looid, dat zijne trouwe, kinderlijk-blauwe oogen zoo diep, ja dieper dan die van iemand anders, in Evy's hartje waren doorgedrongen; of, dat zijn helder klinkende stem een zoo krachtig echo in haar gemoed had wakker geroepen, of dat ja, wie kent de ver schillende wegen der liefde en hoe zij haar weg weet te vinden? Maar thans wisten zij wel hoe het met hen gesteld waszij wisten het zonder woor den, zonder beden of beloften. Wanneer nu de hopeloos harde, ondoor dringbare rotsmuur der armoede alleen tus- schen hen had gestaan, dan ware het nog zoo heel erg niet geweest. Dan zouden zij van het gelukkig heden hebben kunnen ge nieten, met de volhardende, alles goeds ho pende, veerkracht der jeugd zij zouden samen hun luchtkasteel voor de toekomst hebben gebouwd om dan verder vroolijk het oogen blik te verbeiden, waarop ten hunnen behoeve een wonder zou geschieden. Maar het noodlot scheen Evy hiervoor den noodigen tijd niet te gunnen. Het vergenoegde zicli niet met het opwerpen van hinderpalen van buiten afhet richtte deze ook op in de gedaante naast haar, die Evy's hartje met vrees en onrust vervulde en die zoo duidelijk mogelijk de dwaasheid van elke hoop deed zieneen andere man, die haar lief had en haar tot zijne vrouw verlangde; een man, die met een enkelen slag van tooverstaf een einde maken kon aan hare afhankelijke betrekking, dié haar tegelijkertijd konde verlossen, voor goed ontheffen, van elke bezorgdheid voor hare moeder en Harold. Deze man was zoo ruim voorzien van het goede der aarde, dat hij eigenlijk, volgens recht en billijkheid in een roman, erg oud had moeten zijn, erg ondeugend en leelijk. Maar hij was niets van dit alles, Mijnheer Malm, de Directeur van Ronneby; en de geheele wereld zou haar bespottelijk dwaas noemen als zij zijn aanzoek van de hand wees. In die weken werd er in het Bropgebouw van het mooie, maar tamelijk sombere Ron neby, druk gedanst. Geregeld eiken Zaterdag was er balen de oude Mevrouw, wier slavin Evy was, duldde niet dat zij éen enkelen keer dat genoegen zoude missen. Hoe lief! Maar het was er de oude vooral om te doen, dan later zich te kunnen beklagen, niet op den gewonen tijd naar bed te zijn gegaan; dit deugde volstrekt niet voor haar en dat de massage en wat er verder voor ziekeverpleeg- stersdiensten noodig waren, op die Zaterdag avonden eenigszins moesten worden bekort. Dat was haar genoegen van het bal. Arme oude vrouw Heden was het nu weder Zaterdagavond. De muziek klonk door, tot in het schemerdon ker van hen park; zwevende paren snelden voorhij de openstaande deur van de dans-zaal en maakten een sprookjes-achtigen indruk op de buiten staande toeschouwers, die naar rang, stand of beurs tot de „tweede klasse" der samenleving behoorende, om reden hun ner kas, talent of beenen, niet aan den dans konden deelnemen. De oude Mevrouw Janus zat metjaloersch- heid vonkelende oogen naar die zich vroolijk bewegende menschen te kijken—vooral naar Evy. En Mijnheer Malm straalde en liet zijne blikken vol van goedheid en vriendelijkheid over de aanwezigen glijdenen vooral rust ten die op Evy, Maar de arme candidaat-notaris Holm zag naar niets en naar niemand dan naar Evy, als de reiziger in de woestijn, naar een schoon, maar weldra verdwijnend, nevelbeeld; hij wist en begreep maar al te goed wat hier plaats greep. Want nu—juist nu,—tusschen de derde wals en de tweede polka, deed Mijnheer Malm zijn aanzoek. Evy was te oud—voluit drie-en-twintig, en armoede en afhankelijkheid van andere maken vroeg rijp-om driftig in opstand te komen tegen hetgeen met hare wenschen in strijd was; om fier hare eisehen te stel len aan het geluk, en om beslist elke toena dering in hare aangelegenheden te weigeren. Zij dacht er aan, hoe onmogelijk liet was hem die zij lief had te bezittenzij dacht ook aan die bedekte slavernij bij Mevrouw Janus en aan hare moeder en Harold. Indien zij aan dat alles niet had gedacht zoude het haar niet moeilijk zijn gevallen om den Directeur te kennen te geven dat hij ge rust kon omkeeren zonder zijne iaatste pij len af te schieten. f Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1907 | | pagina 1