NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. No. 17 Woensdag 27 Februari 1907. Zes eu-dertigsie jaargaug. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Plaatselijk Nieuws. JAAP. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75; Franco per post door het geheele Rijk 1. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. BureauLaugeetraat 77. Telephoon n°. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte Ter gisterenmiddag onder prae- sidium van den burgemeester Jhr. J. W. A. Barchman Wuytiers gehou den raadszitting waren de heeren N. Veis Ileyn, C. T. van Beek, Mr. P. J. F. van Voorst Vader en J W Jorissen met kennisgeving afwezig. Na goedkeuring van de notulen der vorige vergadering, zooals die door den secretaris zijn opgemaakt, volgt de gebruikelijke opsomming der inge komen stukken. Ditmaal een zeer lange lijst, waarvan wij alleen aan stippen een rekest van den heer R. van 't Wel om verhooging van salaris, omdat zulks aanleiding gaf tot eenig debat. De heer Gerritsen drong er nl. bij Burgemeester en Wethouders op aan dat zij op een hiermede in verband staand tol de regeering gericht adres op spoed zouden aandringen, te meer waar reeds in andere gemeenten rechterlijke beslissingen ten gunste der requestranten gevallen zijn. Nadat de heer Celosse er op ge wezen heeft, dat de wisseling van ministerie deze zaak heef: vertraagd, doet de voorzitter door den secretaiis een afwijzend antwoord van de Regee ring voorlezen en deelt mede, dat daar hierin geen gronden worden aangevoerd waarom de regeering afwijzend beschikt door het Dagel. Bestuur haar is verzocht alsnog die gronden te willen mededeelen. Ook een ingekomen verzoek van de onderwijzeres mej. Boerwinkel om verlenging van verlof wegens ziekte, spoedeischend verklaard, wordt z. h. st. toegestaan. De raad benoemt daarna achter eenvolgens tot onderwijzer aan de openb. school 3e soort (Koningstraat) in de vacature-Drechsler de heer B J. Groenevelt te Tieltot onderwijzer aan diezelfde school in de vacature- Moorman de heer T. Veldhuizen te Maarsbergen en tot onderwijzer aan de openb, school 2e sooit (Hellestraat) in de vacature-Van Gelder de heer P. Stuurman te Aalsmeer. Nadat z. h. st. een vooistel van Burgemeester en Wethouders om aan den onderwijzer P. C. van den Broek op zijn verzoek met ingang van 1 Mei a.s. eervol ontslag te verleenen, is goedgekeurd wordt in de daardoor ontstane vacature benoemd nummer 2 der voordracht de heer I. J. Ansink te Neerlangbroek. De motie-Van Esveld in zake rege ling van den rechtstoestand en de arbeidsvoorwaarden van gemeente ambtenaren en -werklieden, waarover >n de vorige vergadering de stemmen staakten wordt nu aangenomen met 8 tegen 5 stemmen. Tot leden der daarin genoemde commissie, worden, nadat op voorstel van den heer Hagedoorn de Baad zich heeft uitgesproken deze benoe ming aan zich te willen houden, ach tereenvolgens benoemd de heeren tl. W. van Esveld, C. J. D. van Eek, S. J. van Duinen, A. H. van Kalken en C. J. Plomp. Op een adres van de vereeniging Ambachtsschool voor Amersfoort en omstreken" tot steun voor het op richten en in stand houden van een metselcursus besluit de raad z. h. st. 1. Goed te keuren, dat vanaf 1 April 1907 het aantal leervakken der Ambachtsschool voor Amersfoort en omstreken uitgebreid wordt met «met selen" 2. tot wederopzeggens aan adres sante eene jaarlijksche subsidie van f 500 te geven ten dienste van het sub 1 genoemde onderwijs, onder voorwaarde, dat door het Rijk ten minste een bedrag van f1200.voor het sub 1 genoemde onderwijs gege ven worde en onder bepaling, dat de subsidie voor 1007 uitbetaald zal worden over zooveel maanden als het onderwijs in 1907 wordt gegeven 3. tot wederopzeggens aan adres sante, met ingang van 1 April 1907, in gebruik af te staan eenige locahteil in het Werkhuis, nader aan te wijzen door Burgemeester en Wethouders, tegen eene jaarlijksche vergoeding van f250onder bepaling dat de leerlingen der Ambachtsschool, die in genoemde lokaliteit ouderwijs ont vangen, steeds onder toezicht van een leeraar van de Ambachtsschool komen en gaan. Aan de orde komt puntSderagenda: Rapport en Voorstel van Burge meester en Wethouders betreffende het geven van teekenonderwijs op de Openbare Meisjesschool. Onder het personeel, verbonden aan de openbare Meisjesschool, bevindt zich geen onderwijskracht, aan wie het geven van teekenonderwijs in de hoogere klassen kan worden opge dragen. Geduiende het 1ste tot 6de leerjaar wordt dat onderwijs gegeven door de klasse onderwijzeres, die ook les geeft in de andere vakken voor het teekenonderwijs in de hoogere klassen wordt evenwel meer aanleg en geoefendheid vereischt, dan waar over de bezitster van onderwijzeres- akte of hoofdakte in den regel kan beschikken. Tot '1 Januari 1907 heeft mej. Hulsteijn in de hoogste vier af- deelingen in dit onderwijs les ge geven, daar zij er zich mesr op toe gelegd had. Aan een der onder wijzeressen, die thans aan de school verbonden zijn, kan niet de leiding van het teekenonderwijs in de hoogste afdeehngen worden opgedragen. Hel Hoofd van de school stelt thans voor, door de tijdelijke aan stelling van een bevoegd leeraar (leerares) in het onderwijs te voor zien, totdat óf door een der thans in functie zijnde onderwijzeressen de teekan-akte verworven wordt, óf, bij vacature, eene onderwijzeres benoemd wordt, die in het bezit der teeken akte is. Blijkens een advies van de Com missie van Toezicht op het Lager onderwijs kan de Commissie zich niet vereenigen met het voorstel van het Hoofd, terwijl de Arrondissements schoolopziener dit vooistel toejuicht. Burgemeester en Wethouders ver eenigen zich ten deze geheel met het gevoelen van den Schoolopziener. Zoolang het teekenenonderwijs niet door het personeel zelf gegeven kan worden, behoort h. i. op andere wijze in dit onderwijs voorzien te worden. Bij eventueele vacatures zullen zij er op bedacht zijn, zoo mogelijk eene onderwijzeres met teeken akte voor te dragen. Zij merken hierbij evenwel op, dat vele onderwijzeressen, die verschillende voor de Meisjesschool noodige taaiakte bezitten, niet in het bezit der teekenakte zijn. Bij de op roeping ter vervulling van de vaca ture, mej. Hulstijn is meegedeeld, dat bezit van de teeken-akte tot aanbe veling strekte, doch van haar, die in 't bezit waren van de taai-akten, be zat geene sollicitante de teeken-akte. Volgens art. 5 laatste lid der Ver- oidening tot regeling van het getal der openbare scholen in de Gemeente Amersfoort en het getal en de be zoldiging van het onderwijzend perso neel kan, indien het teekenonderwijs gegeven wordt dooreen onderwijzer(es), die niet aan de school werkzaam is, f150.'sjaars als maximum worden toegelegd. Op grond van het bovenstaande stellen zij den Raad voor hen te mach tigen tot het doen eener jaailijksche uitgave van ten hoogste f 150.— voor bovengenoemd doel. Ook dit voorstel wordt zonder hoofdei, stem ming door den Raad goedgekeurd. Mede wordt z. h. o. goedgekeurd het voorstel van B. en W om de jaar wedde van de onderwijzeres mej. H C. Koensz, ingevolge de verordening op het L. O. vast te stellen op f875 en aan de onderwijzer C F. Nijland, ter tegemoetkoming in huishuur f50 toe te staan. Krachlens art. 11 van het Koninklijk besluit d.d 19 November 1900 (Stbl. no. 202) is de Gemeenteraad vei plicht, binnen twee maanden na het vei- strijken van het dienstjaar aan Ge deputeerde Staten der Provincie ver slag uit te brengen aangaande de wijze, waarop hot op de Gemeente- begrooting toegestane bedrag voor bet in art. 35 der Leerplichtwet omschreven doel is besteed. Dat verslag wordt door den Raad in afschrift medegedeeld aan den Districts-schoolopziener. Burgemeester en Wethouders stel len voor dit verslag te doen luiden als volgt De Gemeenteraad van Amersfoort, Gevolg gevende aan het voorschrift van art 11 van het Koninklijk besluit van 19 November 1900 (Staatsblad no. 202) heeft de eer uw College te berichten, dat onder volgnummer 139 der Gemeente-begrooting voor het jaar 1906 voor subsidiën aan ver- eenigingen of commissiën, die zich het verstrekken van voeding en kleeding ter bevordering van school bezoek ten doel stellen, een bedrag van f 450.is toegestaan. Bij Raadsbesluit van 30 Januari 1906 werd het geheele uitgetrokken bedrag van f 450.aan de Commissie voor Kindervoeding als subsidie toe gestaan onder de volgende voorwaar den 1o. dat aan den Raai] aan het einde van het jaar (uiterlijk 31 December) rekening zal worden gedaan van de wijze waarop het geld, waarover de Commissie ten behoeve van bet ver strekken ran voeding en kleeding aan schoolgaande kinderen beschikt, is besteed 2o. dat de Commissie binnen éen maand na den dag van uitreiking een schriftelijke verklaring inlevert, waai bij zij zich verbindt, niet af te wijken van de regeling, genoemd in de artikelen 6, 7 en 8 van bovenvermeld Koninklijk besluit 3o. dat de subsidie niet worde uit betaald, voordat de sub 2 genoemde verklaiing is ingeleverd. De Commissie heeft eene verklaring dd. 7 Februari 1907 ingezonden, dat zij de vro waarden aanneemt en dat OORSPRONKELIJKE NOVELLE VAN L. KLAVER. 2) Hadde hem dadelijk voor de eerste keer maar eens deksels goed te pakke genome; vier maand had ie gekrege. Zeker, omdat ie niet makkelijk te vange was; de commieze en jachtopzieners was ie allegaar te slim af, gleed ze op 't leste nog altijd weer door de vingers. Stroope was nou zijn lust en leve en dan zwerve de buurt door, sjachere met de boere in alles en nog wat, eend vogels snappe in de bieze an zee, vissche zonder akte, van alles nam ie bij de hand, as ie maar niet hoefde te werken. En ie maakte verdienste genog, dat was vast, zat altijd in de cente. Hoe ie er ankwam, kon je niet raje. Dan geplas van riemen. Wendend 't hoofd zag Jaap komen de schuit van Teune, die rondvoer de punters langs, om op te koopen. Met druk beweeg, aldoor wenkend met bei zijn armen stond Jaap opgewonden met luide stem te roepen en als het schuitje dicht bij was, oolijk lachend met slimme oogjes: Ronsele Teun? Je zei er geen scha bij lije. 't Ken er naar weze maat, 'k heb er anders al zat. Alia I We zelle nog eens kijke, schatte al met kennersoogen de vangst, slij merig vriemelend op den punterbodem. 't Werd nu een snel loven en bieden met hooge stemmen, een kloppen in de handen, Jaap, het hoofd rood van opgewonden handel. Dan was de koop gesloten, begon het overstorten in het kaar van Teune, onder druk gebabbel van Jaap. 't Ken merke, da je schik in je leve heb jonge! 't Is maar een goeie uitvinding dat trouwe. Wat jij, 'k ha nooit gedocht, da jij nog eris an houwelijk zou denke. Nou Teun't Is ook singulier klaargeko- me. met Kris, Mot je hoore, dan zei je 't zelf zegge. We woonde lang naast mekander dat weet je en met der broer heb ik mijn jonge jaren heel wat omgezworve. Nou dan I Ze had 't leste half jaar gevreje met der neef. Koert en dat was zoo pardoes afgekome. Toen moeder begrave wier, vijf maand geleje, was zij der ook en ze zeit zoo teuge me: Je mos nou maar gaan trouwe, Jaap. Je heb toch de spulletjes al haast bij mekander. Ja, zeg ik zoo, dat zou kenne, as ik maar eentje wist, die me hebbe wou. O, der benne er altijd wel te krijge, zeit ze. En ik weer: Dat mot je niet zegge, 'k zei bang weze, dat ze voor me schrikke. Je bent mal, lachte ze. Nee, dat ben ik nou justement niet, zei ik. Mot je eerlijk zegge, jij zou me toch lekker be- danke! O zoo! Dat zei ik nou opeens niet wete, zeit ze. En ik direk derop: As jij dat nou dadelijk niet zoo vast weet, zou-e wij 't ook best eens kunnen probeere. Wat jij? Gelijk of niet? Jij ben een leukerd, lachte ze. Nou en zoo is 't an de gang gekomme. Wel een geluk voor me, jonge, dat zei je begrijpe. Dan Teune: En voor Kris ook, zou ik denke. Der moeder is een kribbig wijf, dat zei jij ook wel wete en 't wier ook zoetjes an tijd voor der, as ze der niet wou overschiete. Ze het de jare en zei wel genog gehad hebbe van 't scharrele, daar het ze der portie van beet. Afin, wees jij maar blij, jij het er. Maar ik zei 'r toch ook niet onverschillig weze, anders had ze me niet genome. Wel nee, schudt Teune, daar wil ik ncu niks van zegge. Jaap zweeg en als 't werk gereed was, stiet ie met forschen duw af, wierp de rie men uit, roeide 't haventje binnen, strak voor zich uitziend met soezende oogen, tot de punter tegen den wal stiet en ie opschokte, De jas over de schouders, 't keteltje in de hand kloste ie haastig over de puntige keien van den Dijk, glimmend nog van killen mor gennevel. 't Lag er alles nog in ruste, over al blinden en gordijnen dicht met zwak schijn sel van nachtlampjes, dringend door spleet en opening naar buiten, stil de straat, alleen 't klompgeklepper van Jaap en een enkele andere keerend als hij van nachte lijken arbeid, hier en ginds geklik van een deurklink gestommel achter de armelijke huisjes van den Dijk, geluid van 't een of ander beest in schuur en stalletje, dat den morgen rook. Zachtjes begon een sijpelen van fijnen mot regen I 't sprietste met teere straaltjes omlaag door bladstille lucht. Wat zoo'n prutsregentje toch krieuwele ken! Wat een gesieper't Kruipt door je kleeren en miert in je hare, drupt langs je ooge en neus. Je wange gaan er van gloeie, of er met naaide in gestoke wordt. Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1907 | | pagina 1