NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
No. 29.
Woensdag 10 April 1907.
Zes-en-dertigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Het Sint Elisabeth's Gast- ofZjetenhHis.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad f 0.75;
Franco per post door het geheele Rijk 1.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestraat 77. Telephoon no. 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer Tl, Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
Een breede schare van genoodigden,
waaronder de plaatselijke, burgerlijke
en militaire autoriteiten, geneesheeren
uit Amersfoort en omliggende ge
meenten, geestelijken der verschillende
gezindten enz. vulde j I. Maandag
middag successievelijk de ruime man
nenzaal in bovengenoemd Ziekenhuis,
om de plechtige ofliciëele opening bij
te wonen. Ook waren daar tegen
woordig de algemeene Overste en de
Eerwaarde Zusters van St. Carolus
Borroineus. aan welke congregatie de
veizorging der zieken zal worden toe
vertrouwd. Nadat allen plaats hadden
genomen, sprak pastoor Fock een kort
woord van welkom, welke vereerende
taak spr. als vice-voorzitter van het
college van regenten was opgedragen,
omdat de voorzitter, de iieer C. T.
van Beek, door ongesteldheid daartoe
belaas verhinderd was.
Spr. wees er op dat Amersfoorts
ingezetenen om hun weldadigheidszin
naar buiten bekend zijn en dat door
de stichting van dit gebouw do aloude
traditie dus werd gehandhaafd. Wan
neer ge straks de verschillende zalen
zult bezichtigen zal u overtuigend
blijken, dat dit Ziekenhuis aan alle
rechtmatige eischen voldoet en dat
door zijn stichting een weldaad is be
wezen aan de stad onzer inwoning.
Pastoor Fock gaf daarna het woord
aan den geneesheer-directeur Br. Jo-
rissen, welke de navolgende rede hield.
Door het Bestuur van het St. Eli
sabeth's Gast- of Ziekenhuis met de
voor mij aangename en vereerende
taak belast om bij de opening van
dit nieuwe Ziekenhuis een oogenbhk
het woord tot U te richten, is het
mij een groote eer U allen hier het
welkom te mogen toeroepen en U
dank te zeggen voor de bereidwillig
heid waarmee door U voldaan is aan
de uitnoodiging van bet Bestuur om
deze plechtige opening met Uwe tegen
woordigheid te vereeren.
Hier bijeengekomen voor de inge
bruikname van dit gebouw, gewijd
aan de verpleging van zieken, meen
ik daarin een aanleiding te mogen
vinden om eenige oogenblikken Uwe
aandacht te vragen en in zeer korte
trekken U een overzicht te geven van
hetgeen in de loop der eeuwen in
ons vaderland, op liet gebied van zie
kenverpleging is tot stand gebracht.
Waar de Godsdienst van Christus
doordrong tot de harten, kon het niet
anders of werken die getuigen van
daadwerkelijk geloof moesten zich
openbaren. En zoo zien wij reeds om
streeks bet jaar 700 in de landen die
thans Nederland vormen, dat zij, die
tot bet Christendom bekeerd waren,
den priesters en zendelingen de hulp
zame hand boden in het stichten van
kerken en kloosters.
In de scbaduw dier gebouwen zouden
de schoone deugden van offervaardig
heid en naastenliefde zich openbaren,
de natuurlijke vruchten van bet Chris
tendom, welke deugden steeds het
sieraad zijn geweest van bet volk der
Nederlanden.
Karei de Groote eischte van al zijn
onderdanen gastvrijheid voor vreem
delingen. Ook bepaalde bij, dat overal
bij sliftskeiken gast- en armenhuizen
moesten bestaan. In 816 bepaalde
de Kapitieiregel van Aken, gemaakt
in navolging van den in 705 overleden
Cln odegang van Metz, dat bij ieder
stift of klooster voegzame lokalen tot
veipleging van armen, kranken,
weduwen en vieemdehngen zouden
bestaan. Van Bisschop Ansfned van
Utrecht, die omslit-eks hel jaar 1000
op Heiligenberg bij Amersfooi l woonde,
wordt vei liaald, nat hij dagelijks 72
armen spijsde, en zoo er ziekm orider
deze waren, ze in het klooster liet
opnemen. Een bewijs, dat de Kapittel-
regel van Aken geen doode letter
was on een voorbeeld van de wijze
waarop de ziekenverpleging was in
gericht. Van bepaalde ziekenhuizen
was nog geen sprakemeestal werd
door de kloosterlingen in hun klooster
een lokaal ter beschikking van de
zieken gesteld. Van bepaalde orden,
die zich geheel of voor een groot ge
deelte aan het verplegen van zieken
wijdden, hooien wij eerst in de P2e
en de 13e eeuw; maar vooral in de
14e en 15e eeuw vindt men veel
Broeders en Zusiers, die de zieken
verpleging beoefenen.
Vooral vermelding uit dien tijd ver
dienen de tertiarissen der conventen
te Zutphen, Zierikzee, Middelburg,
Almeloo en Deventer. Toen vooral
stonden de verplegers en verpleegsters
in hoog aanzien. De geschiedenis
verbaalt, dat vele vrouwen, wanneer
zij geen gelegenheid vonden, in hun
kioosler zieken te verplegen, dat
klooster verlieten en zich in een gast
huis lieten opnemen.
Van de Duitsche ridderorde weten
wij, dat met goedkeuring van den
overste, bij het klooster der ridders
een hospitaal mocht worden gesticht
waar, door enkele Broeders, de zieken
werden verpleegd.
Reeds in het laatst der twaalfde
eeuw vinden wij als ziekenverpleegsters
werkzaam de Begijnen aldus genoemd
naar Lambert ie Begue, te Luik. Na
bet midden der 14e eeuw ontmoeten
wij de cellebroeders of Alexianen. Zij
zijn het, die bij de verschillende pest
epidemieën,die toen ter tijd geheerscbt
hebben, zich buitengewoon bebben
onderscheiden.
De cellebroeders waren werkzaam
in tal van plaatsen des lands.
Tegelijk met de cellebroeders vinden
wijcellezustersin de steden Amsterdam,
Oudewater, Dordrecht, Rotterdam,
Den Briel, Zierikzee en Amersfoort.
Omstreeks het jaar 1400 kwamen de
Zusters des Gemeenen Levens, die
zich slechts hier en daar met zieken
verpleging hebben bezig gehouden.
Wat de ziekenhuizen zelf betreft,
in 1130 schijnt te Leiden het eerste
gasthuis te zijn gesticht. In 1246
vinden wij melding gemaakt van gast
huizen te Breda, Zevenhuizen, en
Arnhem. In 1278 volgde Den Bosch.
Sinds den aanvang der 14e eeuw
kwamen overal zulke gasthuizen. Deze
buizen waren evenwel met uitsluitend
voor zieken bestemd. In de meeste
werden gewoonlijk ook een tiental
oude mannen en vrouwen verpleegd
Het gasthuis der St.-Janshaeren te
Utrecht bjjv. bad tot bestemmiug
armen te voeden, kranken te verplegen
en naakten te kleeden-
Van al onze weldaden bleven de
melaatschen en de krankzinnigen ver
stoken. De eersten hadden slechts
hun Leprozenhuizen, waar zij wel
onderdak doch geen verpleging vonden.
Met de krankzinnigen was het nog
treuriger gesteld. Arme krankzinnigen
liet uien dikwijls vij i oiidloopfu.
Zoo vindt men opgeteekend, dat ui
1424 zekeie Jan van Tyel, te Utrecht,
een arme krankzinnige, in aanvallen
van woede dikwijls de burgers met
messen en andere wapenen aanviel.
Desondanks liep hij vrij rond, maar
de bestuurderen der stad maakten
bekend, dat ieder die door den razende
werd aangerand, hem straffeloos mocht
doodslaan. Dit is zeer zeker wel een
der meest eigenaardige manieren van
ziekenverpleging maar laten wij
de bestuurderen der stad over hunne
veroidening niet al te hard vallen
Konden wij niet kort geleden lezen,
dat in een der Staten van Noord-
Ainenka een voorstel werd gedaan
om ongeneeslijke zieken het leven te
mogen benemen? En is het U onbekend,
dat zelfs in ons vrije Nederland er
gevonden worden, die adhmsie meen
den te moeten betuigen aan zulk een
bloedwet Het vonnis over den armen
Jan van Tyel was wreed maar
zijn wij er sedert op vooruitgegaan
Doch genoeg daarover. De rijke krank
zinnigen werden meestal onder cura-
teele gesteld, waarbij aan curatoren
de vrijheid werd gegeven om, zoo
noodig, zulk een krankzinnige in het
zoogenaamd dolhuisje op te sluiten.
Bij vele gasthuizen der cellebroeders
werden zulke dolhuisjes aangetroffen.
Het oudst bekende krankzinnigenge
sticht is waarschijnlijk dat van Utrecht,
in 1460 door Willem Arendsz. ge
sticht. Daar werden zes dolle en ra
zende monschen niet verpleegd, maar
bewaard, hoewel op zeer ondoelmatige
wijze.
Tot aan de 19de eeuw bleef de
toestand der verpleging en der zieken
huizen vrijwel onveranderd. Slechts
plaatselijk zag men hier en daar
eenige verbetering, maar een vast plan
waarnaar de ziekenverpleging zich
regelde, en bepaalde eischen waaraan
de ziekenverpleging moest voldoen,
zoowel wat betreft de ziekenhuizen
als de verpleegsters, waien niet ge
formuleerd.
De 19de eeuw evenwel bracht een
groote omkeer en mag met gulden
letteren in de jaarboeken der zieken
verpleging worden opgeteekend.
De geneeskunde ging snel vooruit,
maakte groote vorderingen in eiken
tak van baar wetenschap. Groote
veranderingen konden dan ook niet
uitblijven voor de ziekenverpleging.
De hygiëne stelde steeds hoogere
eischen en na de ontdekking van
Listeren Pasteurs werden deze eischen
nog verscherpt door de antisepsis en
de asepsis.
Wat de ziekenhuizen aangaat, alles
wat inaar volgens de laatste ontdek
kingen besmetting kon geven, moest
worden geweerd. Alles moet er op
ingericht zijn om te voldoen aan de
drie groote voorwaarden voor een
modern ziekenhuisreinheid, lucht
en licht.
De reinheid mag soms, voor den
leek, tot in het overdrevens schijnen
te zijn doorgevoerd, toch is hier van
overdrijving geen sprake. Wij weten
toch, dat wij te doen hebben en een
strijd te voeren hebben met ziekte
verwekkers, die ons bloote oog niet
kan waarnemen en die wij slechts
kunnen onschadelijk maken door de
reinheid, toegepast volgens de zeer
strenge wetten der asepsis. Daarom
zult gij in de nieuwe ziekenhuizen de
gangen, de zalen, de ledikanten, de
meubelen, de operatiekamers met toe-
behooren, in éen woord al hetgeen
in een ziekenhuis moeL zijn, zóo vinden,
dat zij gemakkelijk maar ook zeker
gereinigd en ontsmet kunnen worden.
Daarom ook en daarom alleen vindt
gij die velerlei toestellen en instru
menten waarvan op 't eerste gezicht
de beteekenis U misschien zal ontgaan,
maar die alle slechts dienen om de
ziekteverwekkende bacteriën het leven
onmogelijk te maken, om ze te dooden,
om das de zieken te behoeden voor
besmetting.
Maar niet enkel aan de ziekenhuizen
stelde de hygiëne hare eischen; ook
aan de ziekenverpleegsters werden
zware, zeer zware eischen gesteld. De
enorme vooruitgang op elk gebied der
geneeskunde maakte, dat men de ver
pleegsters wenschte bekend te doen
zijn zoowel met de theorie als met
de practijk van de nieuwe wetenschap
der ziekenverpleging, 't Was niet meer
voldoende, dat men roeping had om
als verpleegster op te treden. Daar
werd zekere graad van kennis ver
langd bp theorethisch en practised
gebied. Men ging verder en stelde
zelfs een examen voorziekenverpleging
in. En al zal het ook nu nog dikwijls
genoeg voorkomen, dat een practised
ervaren niet-gediplomeerde Zuster
beter is dan een gediplomeerde, dit
neemt niet weg, dat de geest des lijd*
zijn eischen stelt en dat wij, kinderen
van onzen tijd, betzij goedschiks hetzij
kwaadschiks, aan die eischen moeten
voldoen.
Toen in October 1905 door een
samenloop van omstandigheden hier
te Amersfoort de behoefte ontstond
aan een modern ingericht ziekenhuis,
meenden eenige ingezetenen der
Gemeente een goed werk te doen,
door aan den Raad van Amersfoort
kennis te geven, dat door hen zou
worden gebouwd een nieuw zieken
huis, geheel volgens de eischen des
tijds ingericht en waarin de zieken
verpleging zou woiden toevertrouwd
aan gediplomeerde verpleegsters.
Gij ziet, dal aan den eisch des tij-Is
werd toegegeven. Maar wie za! aan
het Bestuur van het St. Elisabeths
Gast- of Ziekenhuis euvel duiden, dat
het met weemoed in liet hart aan
dien eisch voldeed Daardoor toch
zag het Bestuur zich gedwongen, de
Eerw. Zusters van St. Joseph, die
zooveel jaren met toewijding en ij ver
zich hebben bezig gehouden met hei
verplegen der zieken te Amersfoort,
te doen vervangen door andere. De
Eerw. Zusters van St. Joseph waren
niet in de gelegenheid geweest, werk
zaam te zijn in een ziekenhuis met
een genoegzaam aantal bedden om
voor een diploma, zooals tegenwoordig
wordt verlangd van het Witte- of
Roode Kruis, in aanmerking te kun
nen komen, 't Was dus, zooals ik
zeide, met weemoed, dat het Bestuur
aan den eisch omtrent gediplomeerde
Zusters voldeed. In dankbare her
innering zal ons steeds blijven wat
de Eerw. Zusters van St. Joseph hier
voor ons hebben gedaan en een wooid
van eerbiedige hulde en dank moge
hier onze innige gevoelens vertolken.
Brengt ons deze scheiding droefheid,
van den anderen kant meenen wij ons
geluk te mogen wenschen met het
feit, dat de Eerw. Zusters van St.
Carolus Borromeus, te Maastricht, be
reid bevonden werden om ons in deze
zware taak bij te staan. En ik zeg
niet te veel wanneer ik hier nogmaals
den nadruk er op leg, dat wij ons in
alle opzichten daarmee geluk mogen
wenschen. Voor hem die geen leek is
op het gebied der ziekenverpleging,
maar ook voor den niet- deskundige
is het tegenwoordig genoegzaam be
kend, dat de Eerw. Zusters van St.
Caiolus Borromeus thans aan de spils
der ziekenverpleging staan en dat de
meeste groote ziekenhuizen de ver
pleging der zieken aan hen hebben
opgedragen. Ik noem U even het ge
sticht Calvarieberg te Maastricht, het
O.L.V. Gasthuis te Amsterdam, de
R.K. ziekenverpleging te Hilversum,
Ie Zwolle, te Sneek, in Den Haag. te
Scheveningen en thans ook te Amers
foort Ruim 500 zusters van St. Ca
rolus Borromeus zijn verbonden aan
de verschillende buizen voor de zieken
verpleging.
Ik heb dus niet te veel gezegd toen
ik sprak van gelukwenschen met liet
feit, dat de Eerw. Zusters van St.
Carolus Borromeus hier de ziekenver
pleging hebben op zich genomen in
de eerste plaats daarvooi aan U Zeer
Eerwaarde moeder Gondulpha, als al
gemeen o erste, onzen oprechten dank.
En dan aan U Eerw. Moeder Carula
en aan de Eerw. Zusters, die U ui Uw
moeilijk werk zullen hij-taan, een har
telijk welkom in Amersfoort. Waar
gij allen reeds Uwe spoien op het
gebied der ziekenverpleging hebt ver
diend, is het ons een heerlijkegedachte,
dat onder Uwe leiding moeder Carola,
en met medewei king van de Eerw.
Zusters de ziekenverpleging liter in
goede handen is. Van onzen kant
geven wij U gaarne de verzekering,
dat wij U in alles zullen bijstaan,
zooveel wij vermogen.
Moge de goede God ons werk in
de luimste mate zegenen en moge
Hij onze gebeden tot welslagen van
deze stichting verhooren.
Dames en heeren, de ingezetenen,
die in October 1905 hun request aan
den Raad dezer Gemeente zonden,
schreven daarin, zooals ik zooeven
reeds zeide, dat zij zouden stichten
een ziekenhuis geheel volgens de
eischen des tijds ingericht. Ik hoop,
dat gij, aanstonds gevolg gevende aan
onze uitnoodiging het ziekenhuis zult
willen bezichtigen, dan zult zeggen,
dat de onderteekenaars van het request
aan den Raad van 31 October 1905