NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. LINNAEUS. BINNENLAND. DE TWEEDE VROUW Wo. 42. Zaterdag 25 Mei 1907. Zes-en-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Toliaoaxia. Steüzetee. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad f 0.75; Franco per post door het geheele Rijk 1. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever O. J. SLOTHOUWER. BureauLangestraat 77. Telephoon n°. 09. ADVERTENT1ËN: Van I6 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/> Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte Donderdag, de 200ste geboortedag van Linnaeus, was het feest in Tey- ler's stichting, was bet feest te Benne- broek, op den Hartenkamp", waar hij gewoond heeft. In Teyler's stichting waren des ochtends te 11 uur bijeen, be halve de leden van het Nederlandscb comité en tal van belangstellenden, de Commissaris der Koningin in deze provincie, prof, Bosscha, prof. Wijs man, de heer Smidt van Gelder eige naar van het buitengoed »De Harten kamp", verscheiden wethouders en raadsleden en voorts tal van leeraren in botanie en zoölogie, benevens vele studenten. Daar hield toen dr. J. P. Lotsy, uit Leiden, een rede, waaraan wij al leen bet volgende ontleenen, daar onze ruimte niet toelaat er meer uit te nemen hoe belangrijk dan ook de inhoud is. »Het is heden tweehonderd jaren geleden, dat Carolus Linnaeus, de man, tot wiens eere gij u herwaarts hebt begeven, in de pastorie van het dorpje Rashult, in Zweden, het leven zag. In 1735 begaf hij zicb, acht en twintig jaar oud, naar ons vaderland om aan de illustre Hoogeschole te Harderwijk den doctorsgraad te ver werven. Hoe weinig vleiend ook voor onze vaderlandsliefde, zoo gebiedt ons toch de liefde tot een algemeener begrip, tot dat der waarheid, te er kennen. dat minderade beroemdheid dier Hoogeschole, dan wel de geringe kosten en eenigszins verrassende snelheid, waarmede men de doctorale waardigheid kon verwerven, de keuze van Karei Linnè in dezen bepaalde. In het begin van Juni te Harder wijk aangekomen, werd hij reeds den 24sten dierzelfde maand tot doctor in de geneeskunde bevorderd, zoodat het aandeel dier hoogeschool in zijn opvoeding zeer zeker gering is geweest. Ware dan ook de doctorstitel het eenige, dat Linné aan ons vaderland te danken bad, het ware ijdele pre sumptie onzerzijds, hem meer dan eenig land, behalve Zweden, den onze te noemen; het ware een onbeschei denheid, hem intiemer te willen huldigen dan ieder ander land. Dat wij dit mogen doen, danken wij aan twee beroemde vaderlanders, aan Boerhaave, wiens naam nog thans aan ieder bekend is, en aan Burman, hoogleeraar in de plantenkunde te Amsterdam. Dat wij voor zijn gedenkteeken een plaats kozen op sHartecamp", waartoe de tegenwoordige eigenaar zoo wel willend toestemming gaf en op zoo onbekrompen wijze medewerkte, ligt aan onze behoelte, tevens den toen- maligen eigenaar, George Clillord, burgemeester van Amsterdam,bewind hebber der O.-I. Compagnie, te eeren." Hoe was nu Linnaeus op dien «Hartenkamp" gekomen? »De reden was deze. George Clifford gebruikte een gedeelte zijner ruime geldmiddelen tot zóu goede verpleging van eigen lichaam, dat Boerhaave, bij een ongesteldheid geraadpleegd, een spaarzamer diëet wenschelijk achtte, en, wel tot contröle van het nakomen zijner voorschriften, den Amsterdam- schen burgemeester den raad gaf, een geneesheer aan zijn persoon te verbinden. Als zoodanig ried Boerhaave den jeugdigen Linnaeus aan, en liet niet na, er op te wijzen, dat deze tevens in staat en zeer genegen zou zijn, den rijken plantenschat, op sHarte- camp" aanwezig, te bestudeeren en te ordenen. Clillord noodigde nu Burman en Linnaeus uit, hem op zijn buitengoed een bezoek te brengen, engageerde den laatsten, en gaf den eersten als kleine vergoeding voor het afstaan van zijn medewerker de kostbare «Natural History of Jamaica" ten geschenke. Hier bracht Linnaeus twee jaren, I van 1736 tot Mei 1738 door, en hoe gelukkig hij zich hier gevoeld heeft, moge blijken uit de voorrede in zijn «Hortus Cliftortianus", tot Clillord gericht: »In Uw paradijs heb ik twee der onschuldigste jaren doorgebracht, mijn vaderland, mijn vrienden, mijne ver wanten aan de vergetelheid prijsgevend, niet denkend aan toekomstigen tegen spoed of aan vroeger doorstaan leed." Wat is de reden van Linnteus wereldberoemdheid? Hij was de eerste, die scherp onderscheid maaktetusschen een kunstmatig en een natuurlijk sys teem. Dat Linnceus, zooals men wel eens hoort, nooit eenig belangrijk biologisch feit heeft ontdekt, is zeker niet juist; hij ontdekte b. v. den verschillenden openingstijd der bloemen en constru eerde daarmede zelfs een bloemenklok, maar zelfs indien dit zoo ware, zou dat geenszins bewijzen, dat hij tot dergelijke waarnemingen ongeschikt was. Hij had wat anders te doenorde te scheppen in een chaos, en zeker heeft nooit iemand geleefd, die in dit opzicht genialer werk heeft verricht. Er is iets waars in de uitspraak «Deus creavit, Linnaeus disposuit", eu wij, die daarvan de vruchten pluk ken, mogen dit niet vergeten En dat hij, de methodicus bij uit nemendheid, zich geen illusies schiep omtrent den aard van zijn systeem, is zeker een blijk van critischen zin, want al koos hij ook voor zijn systeem de meeldraden als zijnde de essenti- eelste deelen der bloem, zoo spreekt hij toch duidelijk uit, dat het resultaat volkomen kunstmatig is, een middel om orde te scheppen, geen doel der systematiek. Als zoodanig heeft het sexueel sys teem van Linnaeus enorm succes ge had, en geen wonder want door een voudig tellen der meeldraden en door er op te letten of deze af dan niet met elkaar vergroeid waren en enkele klei nigheden meer kon men dadelijk de plaats van een plant in het systeem bepalen, zoodat zelfsde dames te Karls bad zich met het determineeren van planten amuseeren. Linnaeus' grootste verdienste is de invoering van het soortsbegrip als natuurlijke eenheid in het gebeele systeem der organisme. Bevrijdt men het soortsbegrip van de dogmatische omlijsting die het van Linnaeus ontving, dan vindt dit feit slechts zijn gelijke in de celtheorie. En thans nog worden in de punten systemen met de Linnaeaansche of hoogstens met de Jordaansche soort ge werkt, en in dien zin mag Linnaeus nog steeds de grondlegger der tegen- woordigesystematiek worden genoemd. Linnaeus hoopte van harte, dat zijn invloed lang mocht blijven beslaan. Waar wij heden, tweehonderd jaar na zijn geboorte, moeten erkennen, dat nog steeds zijne opvatting der soort de basis der beschrijvende plantkunde is, daar is die hoop zeer zeker vervuld. Waar voor de beoordeeling van eene geleerde geen anderen maatstaf hebben, dan den duur van zijn invloed op zijn bijzondere wetenscöap, dkar mag voorzeker Linnaeus een groot man worden genoemd, zeer waard de buide, die zijn nagedachtenis heden in tallooze plaatsen iter beschaafde wereld wordt gebracht." XlVe Groote Nationale schietwedstrijd te Loosduinen van 26 Juni4 Juli 1907. Het programma van bovengenoem- den Schietwedstrijd voor Zee- en Landmacht, Schutterijen, Vrijwilliger- korpsen, Weerbaarheids- en Schiet- vereenigingen, uitgeschreven door het bestuur der Koninklijke Vereeniging van Nederlandsche Scherpschutters, is verschenen. Evenals vorige jaren zal er worden geschoten op 20 banen van 300 Meter voor geweer M. 95 en 7 Revolverbanen van 35 en 50 Meter. Aan prijzen en premiën wordt uit geloofd ongeveer f6500,De eere- palm zal dit jaar behalve in brons en zilver ook in goud te winnen zijn. De tirailleurvuurafdeelingen zijn nagenoeg onveranderd gebleven. De daartoe be- hoorende Korpswedstrijd heeft eenige uitbreiding ondergaan en zal daarin thans voor de eerste maal worden gestreden om het Kampioenschap van Nederland. Voor de afd. Oranje Is eene fraaie medaille, die ook als broche verkrijg baar zal zijn, in bewerking bij de Utr. Fabriek v. Zilverwerken van C. J. Begeer te Utrecht. Aan den Hoofdkorpswedstrijd is eene nieuwe onderafdeelingtoegevoegd voor Vrijwilligerskorpsen, en zal indien uit dezelfde provincie twee of meer Vereenigingen hebben deelgenomen, het gewestelijk Kampioenschap worden toegekend aan de Vereeniging die liet beste resultaat heeft verkregen. Het Kampioenschap van Nederland zal worden gowonnen door de Vereeniging, welker eerste vijftal het hoogst in de ranglijst is geplaatst. Door de detachementen der Kon. Ned. Marine en van het Korps Mariniers zal worden deelgenomen op Vrijdag 28 Juni; door de detachementen der korpsen van het Leger op Zaterdag 29 Juni. Voorts is de Korpswedstrijd op Re volver gesplitst in eene Oflicieren-af- deeling en een afdeeling voor Weeib. en Schietvereenigingen. De Openingswedstrijd heeft plaats Woensdag 26 Juni, 's nam. te 1.30 uur. Onder het meerdere dat het uit voerig Progamma, een boekske van 40 pag., behelst, verdient bijzonder de aandacht de instelling eener Wel komst-Premie". met de uitreiking waarvan wordt beoogd te gemoet te komen aan het voor velen bestaande financieele bezwaar, tot deelneming aan het concours, naar gelang de woonplaats van den schutter verder van het Schietterrein verwijderd is. Gezegde Welkomst-Premie" bestaat i) DOOR I. Ze boog 't fijne, asch-blonde kopje langzaam- gracieus naar hem over en knikte, even-glim lachend, toestemmend, op wat hij haar had ingefluisterd over de beide menschen, die aan 't andere venstertje tegenover elkaar zaten. Zeker, die waren ook op de huwelijksreis, dacht ze, dat leed geen twijfelwel toevallig En verkozen ook tegenover elkaar te zitten, in plaats van naast elkaar. Zooals je toch ge woonlijk dan doet, zou zij soms ook de tweede vrouw, of hij haar tweede man? Ach neen, mannen zijn nooit zoo gevoelig, verwierp ze. Die zou 't niets kunnen schelen voor de tweede maal 't zelfde te ondervinden. Maar een andere vrouw zou misschien, evenals zij, huiverig zijn iets op de zelfde manier te ondervinden, als die eerste vrouw dat had ondervonden en daarom ook maar verkiezen, ïoo te zitten. Natuurlijk hadden Frido en Marie toen heel innigjes en intiem naast elkaar gezeten. Ze trok de grijze, zijden-tulen voile, los hangend om de slap-vilten hoed met afhan gende veeren, weer ver over haar gezichtje en bleef stil-leunen tegen de roode kussens. Ach, ze had er toch meer last van, dan ze had gedacht. Het was, of ze aldoor Marie zag, Marie hoordeMarie, zooals ze haar had gekend in den tijd, toen ze beiden schoolvriendinnen waren, aardige, prettige verschijning van in nemend, frisch rank meisje, deoogen hei-blauw, het gezicht blank en opvallend-mooi,-dik- blond haar, dat ze toen droeg in een zware vlecht, van boven opgenomen door vroolijk- roode, of zacht-blauwe linten. Marie, als bruid, heel-jong, mooi bruidje in de wit-zijden japon, die haar zoo flatteerde. En voor dien tijd, Marie verloofd, Marie als schoolmeisje nog, verloofd al met van Ander sen, een achterneef van haar, officier bij de infan terie, waardoor hun vriendschap weinig was verkoeld. Hoe dikwijls niet hadden ze met hun drieën gewandeld in Utrecht! Hoe me nigmaal, ook toen hunne verloving nog een publiek geheim was, was hij hen beiden van school komen halen! Zij mocht Frido heel graag lijden en Frido vond haar sympathiek. Maar in den laatsten tijd van hunne ver loving was 't haar soms vreemd geweest, alsof ze meer van hem hield, dan alleen, als de verloofde van haar vriendin. Maar dat gevoel was zoo vaag geweest en scheen zoo geheel ongemerkt voorbij te gaan aan Marie en Frido, dat zij er hen slechts enkele keeren om ontweken had. Frido en zij waren goede vrienden, meer niet, drong zij zich op. Ze zag Marie, uittrekkende voor de huwe lijksreis, zooals zij nu in haar plaats. Toen had zij onder velen hen uitgeleide gedaan uit het trouwhuis, onder de zegen van zoovele gelukwenschen voor het huwelijk, die slechts voor een zeer klein deel waren vervuld. Want nu, na nog geen negen jaar, had zij Marie's plaats ingenomen. Neen, als jonge vrouw was Marie nooit recht en heel kort gelukkig geweest. Al dien eersten winter was zij, anders zoo gezond, gaan sukkelen en wat zij allen hoopten, was niet gebeurd. De geboorte van het kind had de toestand veel verergerd, geenszins ver beterd. Zoo zwak was ze toen geweest, dat zij een avond 't ergste vreesden. Ze zag zich zelf nog staan naast Marie's moeder aan haar ziekbed. Hoe dikwijls had zij in die vijfjaren van Marie's huwelijk de rol van ziekenver pleegster bij haar vervuld! Als zij ziek was, dan schreef Frido haar dadelijk: Kom toch, Marie verlangt naar je. Ze wordt door niemand zoo graag verpleegd, als door jou. Ach ze wilde er nu niet aan denken, maar ze möèstze zag 't voor zich, duidelijk Marie op haar sterfbed. Marie, die haar stervend de zorg voor haar kind opdroeg. Nu zou ze die opdracht vervullen, anders, dan Marie had bedoeld. Maar toch, Marie, als ze 't weten kon, zou er niets tegen hebben, dat Dat was wel een geruststelling, maar toch 't Nam niet weg, dat je je afpijnde door her inneringen, die nooit weg te wissehen waren. Ze voelde nu die uitgeteerde handen, zooals die haar hadden omkneld in de allerlaatste oogenblikken. Vrouwtje Ze schrok op. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1907 | | pagina 1