NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
ZORGEN.
BUITENLAND.
mo. 66.
Zaterdag 17 Augustus 1907.
Zes-en-dertigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Een vraag voor velen.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad f 0.75;
Franco per post door bet gebeele Rijk 1.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
BureauLangestrant 77. Telephoon ii°. 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slecbts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
De menscb is geneigd om hooger
te klimmen dan hij kan. Dit zit nu
eenmaal in de natuur en in zeker
opzicht is dit goed te keuren. Wij
leven niet meer in een tijd, dat de
menschen zeggen »zoo vader doet,
doe ik ook."
Neen, voorwaarts, is het wachtwoord
der maatschappij, voorwaarts en nog
maals voorwaartsMet ijzeren banden
is de wereld aaneengesmeed, met
bliksemsnelheid vliegen onze gedachten
tot naar alle deelen der wereld. Rust
roest, stilstand is achteruitgang.
Maar wat wij met het opschrift
bedoelen «Een vraag voor velen",
heeft betrekking op onze hedendaag-
sche opvoeding.
Dagelijks wordt in verschillende
gezinnen de vraag gedaan «Wat zal
onze jongen worden en dit is zonder
twijfel een zeer gewichtige quaestie
De keuze van een beroep voor een
kind is zeer moeielijk en voornamelijk
in ons land.
Nederland is geen land van industrie,
nóch van een energieke handelsgeest,
waar anders duizenden hun biood
in kunnen verdienen.
Wanneer een jongen den leeftijd
heeft bereikt dat een beroep gekozen
moet worden, ziet men hem weifelen.
Voor een ander weten zij het o, zoo
goed, doch als het op eigen kroost
aan komt, dan wordt het handboek
«Wat moet mijn zoon worden"? ge
raadpleegd.
De meeste ouders hebben geen
goeden kijk op de dingen rondom
hen; zij kunnen zich niet goed in
denken in ambachten en bedrijven eri
dit is ten deele te wijten aan de
eigenaardige ligging van ons land
tusschen de groote verkeerswegen,
aan onze geschiedenis, ons onderwijs
en meer bijkomende omstandigheden.
Wij weten dat de Nederlanders de
Chineezen van Europa genoemd wor
den, doch dit is slechts ten deele
waar. Het meerendeel van ons volk
heeft een gezond, nuchter verstand,
wel in staat om te bepalen wat het
zwaarst weegt in de portemonnai.
Rustig, kalm en gelaten neemt het
de zaken op zooals ze zijn.
't Is juist daarom dat er zoo gewikt
en gewogen wordt bij een beroepskeuze
en dit mag dan ook wel, want het
is een zaak van het hoogste belang.
Doch dikwijls zijn de ouders verlegen
met de algemeene kennis hunner
spruiten.
De mensch is geneigd om hooger
te klimmen dan hij kan; dit geldt
speciaal bij de keuze van een beroep.
Hoeveel jongelui zijn mislukt op de
levenszee, omdat de ouders de keuze
van een beroep bepaalden, zonder
rekening te houden met den aard en
aanleg van hunne kinderen.
Hoeveel jongelui zijn er niet, die
in een verfijnd of gewoon ambacht
uitstekend op hunne plaats zouden
zijn en zich thans zitten te vervelen
in administratieven arbeid of te sullen
op een kantoorkruk.
«Mijn jongen kan toch in geen
werkpak loopen, zijn kameraden zouden
hem uitlachen", zegt vader ol moeder
of beiden. De «Hoogere Burgerschool
moet hij eerst atloopen" en dan zullen
wij verder zien. Van dat «afloopen"
komt echter dikwijls er «inloopen."
Want is dat «afloopen" geschied, dan
is zijn kennis een dosis vermeerderd,
maar zijn gezichtskring niet uitgebreid.
Stelselmatig wordt een jongen door
de ouders naar boven gestuwd in
een stand, waar hij geen geluk zal
vinden of werden hen eischen gestelt
die hij niet kan vervullen.
Waar zijn onze flinke Hollandsche
jongens uit vroegere tijden, de jongens
van Jan de Wit? Zij hielden niet
zooveel van geleerdheid, maar waren
uitstekende handwerkslieden, getuige
nog heden ten dage de kunstvoort
brengselen, die zij hebben gewrocht.
Komt er thans bij een jongen eens
mee aan
Zij hebben soms wel wat meer
kennis opgedaan, maar missen die
energie en geestkracht, die ons voor
geslacht zoo kenmerkte
De keuze van een beroep is van het
hoogste gewicht, doch de ouders
moeten rekening houden met aard
en aanleg van hunne spruiten. Daarvan
hangt veler levensgeluk af.
John Rockefeller heeft zich laten
intervieuwen over bet optreden van
de Amerikaansche regeering tegen de
Trusts. Hij meent, dat de vervolging,
die Roosevelt zoo krachtig doorzet,
moet leiden tot een linancieelen chaos
en tot vernietiging van alle vertrouwen.
De minister Taft vei klaarde, dat
Rockefeller's meening volkomen dwaas
heid is. Het optreden van Roosevelt
is wel overlegd, en de president
bezit het vertrouwen van bet geheele
volk, zeide Taft.
Het blijkt echter, dat ook onder
de ministers verschil van meening
bestaat over het optreden tegen de
Trusts. Dinsdag waren alle staats
secretarissen te Oysterbay bijeen, om
te beraadslagen over den financieelen
toestand en over de Trust-quaestie.
Daarbij bleek het, dat niet allen even
zeer overtuigd zijn van de juistheid
der tot nog toe gevolgde methode.
De woordvoerder van de groep die
tegen de scherpe vervolging van de
trusts is, de minister Root, plaatste
zich bij de besprekingen op het door
Rockefeller verdedigde standpunt: dat
de tot nog toe gevolgde staatkunde
leiden zal tot een financieele paniek
en een ondermijning van alle «busi
ness". Minister Root bood zelfs zijn
ontslag aan, zoo niet een einde wordt
gemaakt aan bet naar zyn meening
onoordeelkundig optreden van den
minister van justitie Bonaparte tegen
over de trusts.
Ten slotte werd besloten, dat minis
ter Bacon met de leidende persoonlijk
heden uit Wall Street zal overleggen
over de quaestie, voordat president
Roosevelt een beslissing zal nemen
over de verder te volgen financieele
staatkunde.
Het Kafler-opperhoofd Morenga
maakt het den Duitschers in het
Zuiden der Zuidwest-Afrikaansche ko
lonie zeer lastig. Hij verwijlt in de
Kaapkolonie, maar beïnvloed de in
boorlingen der Duitsche kolonie. Nu
heeft de Duitsche gezant te Londen
zich tot de Britsche Regeering gewend,
opdat deze maatregelen tegen Morenga
neme. Er is toen aan de Kaapsche
Regeering geseind en er is antwoord
ontvangen dat deze Regeering den
Kaffer zal laten terugbrengen naar
Uppington. Men zal hem een vaste
woonplaats aawijzen en weigert hij
daar te blijven, dan zal men hem
uit de Kolonie zetten.
De naar-tauiszending der Duitsche
troepen is voorloopig uitgesteld.
Het Esperanto-congres te Cambridge
wordt bezocht door 1399 afgevaardig
den, die 39 landen vertegenwoordigen.
In de eerste vergadering voerden
veischeidene sprekers het woord, om
de vorderingen mede te deelen, die
de nieuwe «wereldtaal" in allerlei
landen heeft gemaakt, vooral in Ame
rika, Bulgarije, het Spaansche leger
en in de vereenigingen van het
Roode Kruis.
Een Sint Vitus-dans-
e pidemie.
De stad Kassei en omstreken zijn
sedert eenige dagen het tooneel van
zonderlinge manifestaties, die haar
oorsprong schijnen te hebben in
godsdienstwaanzin. Deze betoogingen
zijn het eerst begonnen in het lokaal
van het «Blauwe Kruis", en hebben
vervolgens de naburige dorpen aan
gestoken ten slotte werd het schan
daal zoo groot, dat de overheid heeft
gemeend, tusschenbeide te moeten
komen.
Het betreft hier een ware besmet
telijke epidemie van fanatieke verruk
king, zooals sommige Amerikaansche
secten er het weinig benijdenswaardi
ge monopolie van schijnen te hebben.
De bezetenen vereenigen zich in
sommige lokalen, waar zij preeken
aanhooren, belijden daarna met luide
stem hun zonden, en beginnen vervol
gens kerkelijke liederen te zingen.
Het «Kasseier Tageblatt" geeft van
deze vreemde plechtigheden de volgen
de beschrijving:
Het is je reinste charlatanisme.
Het begint met aansporing tot boete
doening, en het vervolgt met een
oorverdoovend geraas van kreten,
gillen en zuchten. En als er een in
extase neervalt, en zich languit neer
vlijt op den grond, het lichaam sidde
rend onder krampachtige rillingen,
verheugen de anderen er zich over,
want zij zien er de manifestatie van
den heiligen geest in.
Vervolgens wordt de gansche ver
gadering door den waanzin aange
grepen. Mannen en vrouwen werpen
zich, in een aanval van geestesver-
rukking, op den grond, klappen in
de handen, en stooten kreten van
krankzinnige vreugde uit. Vervolgens
komen de plotselinge bekeeringen.
Een heer doet zijn boord en man-
chetteu af, en deponeert ze op het
kleine tooneeltje, als blijk van ver
zaking. De dames zetten bun hoeden
af, om gemakkelijker opgewonden te
kunnen zijn. De bekeerden vatten
elkaar bij de schouders en dansen
als gekken rond, tot een algeheele
uitputting hen belet voort te gaan.
Ten gevolge van deze voorvallen
heeft de Kasselscbe politie het lokaal
van het «Blauwe Kruis" gesloten,
maar deze vastenavond-tooneelen spe
len zich thans af in de naburige dorpen,
Het schijnt dat twee Zweedsche dames
deze zonderlinge praktijken hebben
ingevoerd, en als voorzitsters bij de
«zittingen" fungeeren.
door
THÉRÈSE THELEN.
2) Slot.
«Ik kan het niet, mijnheer de Pastoor!
Alles is me ontnomen!
Eerst mijn man en met hem alle verdien
sten, toen mijn twee dochters en nu mijn
eenig overgebleven zoon! Moet ik dan nog
gelooven aan Gods goedheid en rechtvaardig
heid? Neen, 't is onmogelijk! Ik werp het
juk af, dat te zwaar werd om te dragen! Ik
word den God ontrouw, die ook mij verliet 1"
«O foei, vrouw, herroep schielijk die woorden
Ge weet niet meer, wat ge zegtGaat zitten
weest kalm en luister een oogenblik naar
mij, Uw vriend
Het is voorwaar niet moeilijk, om in effen
water te varen, zonder wind, zonder stor
men! dan lean ieder scheepje gemakkelijk
voortglijden, doch hij is een bekwaam stuur
man, die de zee opvaart tegen stroom in,
met tegenwind en zonder de stemme des
Geloofs, die hem bemoedigend voortdurend
toeroept
«Houd moed!"
En zoudt ge die innerlijke stem moedwillig
willen verbannen? Geloof me, moedertje, na
iederen nacht-hoe lang of donker ook-zal een
gulden morgen gloren! Wanneer je God niet
verlaat, zal ook Hij U niet verlaten!"
«Ach, mijnheer pastoor! als dat zoo is,
bid danbid veel voor me, opdat mijn Hen
drik spoedig wederkeer! Ik zal nog sterven
als hij niet terugkomt!"
«Zeker, vrouw Bottel, we zullen samen
bidden, maar immer zeggen: Heer niet mijn
maar Uw Wil geschiede!"
't Is twee jaren later.
De arme vrouw zit snikkend bij de tafel.
Ze heeft zoo'n honger en mijnheer Pastoor
had stellig oponthoud, want haar middag
maal waar hij geregeld voor zorgde, was nog
niet gekomen.
Hendrik heeft in al dien tijd nog niets van
zich laten hooren.
Hoezeer zij er ook onder lijd, ze is gelaten
met dit kruis!
Daar wordt opeens woest de deur openge
worpen
Een havenloos gekleede jongeman stormt
binnen met den kreet:
«Moeder! vergiffenis!"
Dan valt hij op de knieën voor haar neder.
De oude vrouw laat het hoofd op de borst
zinken.
Was dat teveel vreugd ineens?
De jongen staat woest overeind en roept;
«O God, ik heb haar gedoodEllehdeling,
die ik ben! Moeder, moeder, zeg, dat ge me
hebt vergeven! Mijn jeugdige lichtzinnigheid
heeft me vervoerdIk zal hier opnieuw voor
U gaan werken en we zullen zoo gelukkig zijn 1"
Nu heft het zwaar beproefde vrouwtje
haar hooit op en lispelt.
«Heer, Uw Heilige Wil geschiede!"
Toen was zij een lijk.
De Pastoor treed binnen en antwoord
plechtig
«Amen
Het was noodig, dat de goede herder de
wankelende jongeling ondersteunde, na het
eten op de tafel gezet te hebben.
Hij wiesch hem zorgvuldig met eau de
colonge.
Eindelijk openen zich de oogen en het
klinkt angstig
«Mijnheer Pastoor mijn moeder
zij is
«In den Hemel, Hendrik! God zij haar
ziele genadig!"
»En ik de moorde
«Stil! de verloren zoon, wilt ge zeggen
hé? die de voetstappen zijner moeder zal
drukken en een getrouw kind worden der
H. Kerk!"
«Ja, dat wil ik! God zij mijn getuige, dat
ik slechts dit land verliet, om haar geluk
kig en rijk te maken, doch ik ben
hierin vreeselijk teleurgesteld! Ik beb niet
alleen mijn geld, maar ook mijn Geloof en
mijn moeder verloren!"
«Och, Hendrik! 't is alles slechts tijdelijk!
Wanneer je wilt werken, zult ge genoeg geld
verdienen. Met God te dienen zult ge zelf
het gelukkigste zijn en Uw moeder ziet ge
dan ook hiernamaals terug! Dus, Hendrik
houd goeden moed en alles zal zich nog ten
beste schikken!"
«Ja, mijnheer Pastoor! Gods heilige wil
geschiede!"
En Hendrik hield woord.
Vele jaren werkte hij met volharding en
God zegende zijn pogingen!
Thans is hij in het bezit van eene lieve
woning met een aardig stukje land en de
vrouw, welke daar de aardappelen rooit is
zijn vaouw, terwijl het aardige kereltje, dat
haar aan de rokken hangt, zijn zoon isl