NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
DMITRI, DE VRIJWILLIGER
Zaterdag 23 November 1907.
Zes-en-dertigide jaargang.
H
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Aan onze lezers.
VIJF EN TWINTIG CENT,
Parijsche Brieven.
ito. 94.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad f 0.75;
Franco per post door het geheele Rijk 1.
Afzonderlij ke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
BureauLangestraat 77. Telephoon n«. 60.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/> Cent.
Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
Wij lieten eene groote partij HUMORISTISCHE SCHEURKALENDERS ver vaardigen, [vol geestige
moppen, raadsels enz. met aardige plaatjes geïllustreerd op bovenstaande drie fraaie schilden en bieden deze
onzen lezers aan voor den bespottelijk lagen prijs van slechts
Men haaste zich dus door inlevering van onder-
terwijl de werkelijke handelswaarde Eén gulden bedraagt,
staande bon zich van een exemplaar te verzekeren.
DE UITGEVER.
Ondergeteekende wenscht van den Uitgever der Nieuwe Amersfoortsche Courant te ontvangen een premie
Scheurkalender op schild No. 1 23 (door te halen, die niet worden verlangd) waarvoor hiernevens 25 cent.
Straat en huisnummer Naam
IV.
Ach! ik kan maar niet afblijven
van de cabarets artistiques, de chansons
en de chansonniers. En dat is, goed
beschouwd, wel te begrijpen. Het
Parijsche litteraire leven staat nu, al
sedert minstens een twintigtal jaren,
in het teeken der chansons. Min of
meer heeft het er altijd in gestaan.
Anders ware de liedjesdichter Béranger
nooit zoo beroemd en vereerd gewor
den. En deed Beaumarchais niet eens
de schijnbaar wonderspreukige uit
spraak «Tout finit par des chansons?"
In zijn chansons of chansonnettes
legt de Franschman zijn ganscheziel.
Hij aanvaardt er het heele leven in,
met zijn genietingen en teleurstel
lingen, zijn vreugden en smarten, zijn
liefde en haat, zijn hoop en wan
hoop kortom, het leven in al
zijn verscheidenheid en veel kleurig
heid.
De Parijsche karikaturisten en de
Parijsche chansonniers zij laten u
het uiterlijk en innerlijk leven der
Parijzenaars zien en hooren. En de
geschiedschrijver, die, bij de beoor
deeling van de geestelijke stroomingen
gedurende een zeker tijdvak, verzuimen
zou, het werk der karikaturisten en
chansonniers uit dat tijdvak te be-
studeeren, zou een vóói historische
sukkel zijn. Een heel geleerde sukkel
misschien, maar een sukkel in elk
geval.
Er zijn betrekkelijk veel geleerde
sukkels op aarde. Zoo'n sukkel wordt
soms professor. En als zoo'n professor
dood is, weet na korten tijd geen
sterveling meer, dat hij ooit bestaan
heeft.
De voornaamste «cabaret artistique"
is op het oogenblik, denk ik, wel
«Le Carillon," Boulevard de la Bonne
Nouvelle 30, den I7den October 1904
opgericht door den ondernemenden
liedjeszanger Martial Boyer. Deze
«directeur-chansonnier" richtte later,
in 1905, ook «Le Cabaret des Noctam-
bules" op, Rue Champoliion 7, dus in
mijn hm kwartier, het Quartier
Latin. Met deze laatste daad wilde
hij, om eens een paar epitheta van
Marcel Legay te bezigen, «la jeunesse
du Quartier" en «la muse de Mont-
martre" elkander de hand doen reiken.
Men hoort dezelfde chansonniers in
beide cabarets. Doch het «Carillon" is
vroolijker en weidscher ingericht. Bergt
ook veel meer kunstschatten dan de
«Noctambules" Wordt gewoonlijk ook
drukker bezocht, niet slechts omdat
eerstgenoemde cabaret «en plein boule
vard" en laatstgenoemde in een vrjj
onaanzienlijk straatje huist, maar me
de en vooral omdat linker Seine-oever,
vroeger de buurt der spontane feest
vreugde, thans heel wat minder
bohémien-types telt dan de overzijde
op de Dutte. De Butte waaroier voor
heen de uitbundige Rodolphe Sails de
stichter van wijlen den «Chat Noir"
er is nu een andere cabaret van
dien naam in ontstellende vervoe
ring kon uitroepen«Montmartre,
anders gezegd Montjoye is de hersen
pan der wereldDe heilige Butte is
de granieten en formidabele tepel,
waaraan de generaties, die het ideaal
aanbidden, heur dorst zullen lesschen
«Zijn buitengewoon sterk, maar schor
geluid daverde dan de lucht in.
Voor wie een tiental jaren geleden
«LeCarillon" mochten hebben bezocht,
acht ik bet niet ondienstig mede te
deelen, dat diè cabaret, in 1893 door
G. Tiercy opgericht in de Reu de La
Pour d'Auvergne, al lang ad patres is.
De entrée-prijs, met inbegrip der
vertering, bedraagt 2 francs. Men ver
krijgt er veel en groot kunstgenot,
zóó verrassend van hoeveelheid en
hoedanigheid, dat ik mij met groote
verwondering afvroeg, hoede Wagner-
Vereeniging te Amsterdam toch even
tjes f 12.50 per voorstelling kon reke-
OF
Het lia,xt van 2-2-u.slari.d_
UIT NORMAN HANSEN'S «TOEMAN"
Verhalen uit den Russisch-Japanschen oorlog
naar bet Decnsch.
7)
En nu eindelijk de vrede gesloten was kwa
men de brieven van huis brieven, gedic
teerd aan de dorpsschrijvers, door duizende
moeders, vrouwen en zusters, die achterge
bleven waren over de geheele uitgestrektheid
van de onmetelijke Russische steppen, brie
ven die vertelden van de ellende, die t'huis
geleden werd, van de braakliggende akkers,
van de ledige isba's van het gras, waar
mede men zich voedde, bij gebrek aan koren
hoe men weeklaagde over de laatste koe die
de belastingambtenaar medegenomen had,
onder bedreiging van zweepslagen, als
men ze hem niet meegegeven had
Ioba dorpshui,
Al die brieven kwamen Dimitri onder de
oogen, omdat hij de eenige in de casematten
was die lezen kon, en iederen avond las hij
ze in de chambrée, bij een waggelende kan
delaar, hardop voor. De inhoud van al die
brieven was dezelfde, juist zooals de vrouw
van den eenen moejick op die van den an
deren gelijkt en uit al die brieven sprak een
namelooze angst, met het oog op den nade
renden winter, en den doodelijken honger
snood dien hij met zich zou brengen.
Rondom hem gezeten luisterden al de man
nen in stilte en hunne blikken werden hoe
langer hoe somberder en droeviger, naarmate
Dimitri voortging met lezen. Ofschoon geen
hunner lezen kon, begrepen zij het toch heel
goeden ten laatste zagen zij maar al te
goed de reden in, waarom men hen aan dat
vervelende werk hield, nu de vrede toch reeds
lang gesloten was, in plaats van ze naar
hunne haardsteden terug te zenden, zooals
hun beloofd was geworden. Nu vermoedden
zij dat al dat werk, dat men hun had laten
doen gedurende den geheelen zomer en waar
van het einde nog niet voor hen te voorzien
was, per slot van rekening nergens anders
op berustte dan op een onmetelijk bedrog en
op roof; de geklopte keien werden geleverd
volgens contracten, die door hunne eigen
officieren aangegaan waren, en deze trokken
daardoor grove profijten van het ruwe en
ellendige werk hunner manschappen, dat zij
hun met twee en een halve kopeken per dag
betaalden.
Toen vielen Dimitri de schellen van de
oogen, en leerde hij die heldenuniformen
doorzien, die slechts luiheid, onbekwaamheid
en schaamtelooze gauwdieverij bedekten, veel
afschuwelijker en verachtelijker dan bij den
vijand. En voortaan, stelde hij zich voor bij
iederen slag dien hij met zijn houweel gaf,
om de groote steenen te doen splijtenden
kop te kloven van een der helden en Boga-
tyrs uit zijne droomen; bij ieder stuk, dat
hij van zijn voorraad rotsteen stuk sloeg,
vernietigde hij het ideaal, dat hij in zijn
brein zoolang van oorlog en van roem gekoesterd,
had. Ja nu deden zijn hamer en zijn houweel bij
iederen slag het geloof in alles wat zich voor
zijne oogen schoon en verheven had afge-
teekend uit elkander spatten. En wanneer
hij nu de Matoeschka Volga zong, was in
zijn zang iets als een oorlogskreet.
Weldra, joeg de eerste sneeuwstorm hui
lend over de heuvels, de winter der noorde
lijke gewesten deed zijn intrede en de man
nen kropen kort tegen elkander aan in de
Casematten, met sombere gezichten, terwijl
ze van koude bibberden in hunne ver
sleten schapenvachten. En de wollen dekens,
die men hun beloofd had, kwamen maar
niet
Op een Zondag, nadat ze hun glas vodki
gedronken hadden, namen ze hunne geweren
en daalden van den heuvel af, Dimitri aan
het hoofd. Hij was volkomen nuchter, zooals
altijd, maar onder het geleiden van die oorlogs
zuchtige troep, naar die vervloekte witte
stad, die voor hem en zijn makkers niets
dan minachting had gehad, voelde hij bij
iederen stap dien hij haar naderde, de haat
in zijn binnenste toenemen.
Door de groote straat van de stad geleidde
hij zijne mannen regelrecht naar de markt
plaats. Daar stonden Chineezen in hunne
winkels, en achter hunne uitstallingen die
overladen waren met wollen dekens en warme
nieuwe kleedingstukken, alles gestempeld, met
het merk van het Roode Kruis.
(Wordt vervolgd).