NIEUWS
Nieuws- en Advertentieblad
veor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
„DE KAKEMONO,"
No. 104.
Saterdag 28 December 1907.
Zes-en-dertig!»te jaargang.
VERSCHIJNT WIIENSIIAfi EN ZATERDAG.
ff egens den NIEUW
JAARSDAG zal het
volgend nummer DINS
DAG 61 DECElfIDER
verschijnen.
BL\NEiNJLAND.
„De lieveling van liet regiment."
Amersfoortsche
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75;
Franco per post door het geheele Rijk 1.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestraat 77. Telephoon no. 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/, Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden aleohts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
Een beproefd middel om zwakke
kinderen te sterken.
Roodvonk, mazelen, kinkhoest en
andere verzwakkende kinderziekten,
maken hun meeste offers in de korte,
nevelachtige winterdagen. Zij doen
een dubhel kwaad. Zij sleepen menig
kind ten grave en »zij openen den
weg langs welken scrofulose en tuber
culose eerst den jongen mensch be
reiken, om, hetzij hem direct te doo-
den, betzij na een poos sluimerens
den lateren volwassenen, en allicht
zijn gezin en nakomelingsschap aan
te tasten."
De kindersterfte is onrustbarend
groot. Ieder deugdelijk middel om
deze tegen te gaan, moet direct en
algemeen worden toegepast. Het is
niet voldoende ziekten te genezen.
Voorkomen is beter dan genezen. Men
voorkomt ziekten en kwalen door bet
individu krachtiger en sterker tema
ken, door het weerstandsvermogen te
geven.
Een beproefd middel om zwakka
kinderen te sterken, zijn gezondheids-
kolonies.
Het is ruim 30 jaren geleden, dat
een Zwitserscb predikant voor het
eerst een groep kinderen uit Zürich
naar defiissclre bergstreken in kanton
Apperizell zond. Hij bad bij zijn eigen
krnderen opgemerkt de bltjvende
resultaten van reine lucht en eenvou
dige goede voeding en zijn leven heeft
bij verder er aan gewijd om het mid
del voor behoeftige kinderen algemeen
1GezoDdheidskoloniea voor Kinderen, door
G. Scheltest*, Kinderarts te Groningen. Deze
geillustreerde brochure, als ook: „het Centraal-
Genootsehap en zijn Afdecüngen" is voor belang
stellenden gratis beschikbaar.
te maken. Dr. Bion kreeg weldra
hulp en tegenwerking.
De blijvende resultaten werden in
twijfel getrokken, Dr. Leuch, stads
geneesheer te Zürich, geloofde er niet
aan hij onderzocht en werd bekeerd.
Tal van artsen en hygiënisten
deden betzelfde. Zij maakten een stu
die van Gezondheids-kolonies en
werden warme voorstanders.
Op internationale Congressen zijn
de Gezondheids-kolonies een krachtig
middel genoemd tot verhooging der
volksgezondheid, een geducht wapen
in den strijd tegen tuberculose.
Het beproefd middel om zwakke
kinderen te sterken, wordt in ons
land echter maar sporadisch toege
past.
Een der vereenigingen, die zich
met bet uitzenden van kinderen naar
Gezondheidskolonies bezig houdt, is
het «Centraal Genootschap voor kinder-
herstellings- en Vacantie-Koionies."
In 1905 verpleegde het 33 kinderen
gednrende 4 weken, in 1906 261
kinderen, in 1907 551 kinderen.
Er zijn in ons land 60 a 70 Comité's,
die zich met de uitzending bezig
houden, de afdeelingen van het Cen
traal Genootschap meegerekend.
Dat lijkt heel aardig Maar nu
de keerzijde. In 1907 werden uit
p.m. 60 gemeenten kinderen in Ge
zondheids-kolonies verpleegd. Bijna
elf honderd gemeenten bleven in ge
breke.
Het daghet in het oosten De
belangstelling wordt grooter.
Door particuliere giften kon het
Centraal Genootschap in Egmond
bet schoone: «Koloniehuis Kerdijk"
bouwen, dat bij voldoende mede
werking spoedig gevolgd zal worden
door een kinder-herstellingsoord,
tevens winterverblijf»)
In regeeringskririgen gevoelt men
Penningmeester van het „Centraal-Genoot-
schap" is de heer Th. M. Keielaar, Ceintuur
baan 386, Amsterdam.
warme belangstelling voor deze heer
lijke instelling. Zijne excellentie de
minister van Binnenlandsche Zaken
uitte zijn sympathie tijdens de begroo-
tings-debatten. Misschien gaan
eenmaal ook in Nederland, particulier-
initiatief en regeeringszorg hand aan
hand om door versterking van het
kind de volksgezondheid en volkswel
vaart te verhoogen. Maar dan
moet de drang uitgaan van de belang
hebbenden zelve. De ouders moeten
het nut der Gezondheids-koloniën
leeren inzien en waardoeren. Wanneer
zij niet volslagen onmachtig zijn,
moeten zij zelve bijdragen in de kosten
van verpleging. Zij moeten er een
genoegen in scheppen steeds meer te
kunnen doen ter wille hunner kinderen.
A. C. BOS.
Gedelegeerde bij de verpleging.
Het tegengaan van Dierenmishan
deling.
Het is voorzeker ten zeerste noo-
dig dat zoowel hier te lande als in
bet buitenland vereenigingen voor
Dierenbescherming zijn opgericht en
steeds meer worden opgericht.
In hoofdzaak om bet lot der veel
mishandelde dieren te verbeteren, o.a.
door te trachten de langzame en
wreede wijzen van dooden te ver
vangen door de snelst mogelijke.
Doch als onafscheidelijke nevenwinst
tevens medebrengende verzachting
van zeden, het tegengaan van een
oefenschool van wreedheid op en
ruwheid tegen de dieren, welke haast
altijd eindigt met misdaden tegen de
menschen. Als zoodanig ook een staats
belang omdat vermindering van mis
daden leidt tot vermindering van uit
gaven tot voorkoming en bestraffing
daarvan.
Wordt echter door de tegenstanders
van dierenmishandeling op doeltref
fende wijze gewerkt?
Zelfs al waie de wetgeving op die
renmishandeling voldoende, hetwelk
niet hel geval is, niet het minst door
den uitleg door den Hoogen Raad aan
art 254 strafrecht gegeven, dan zoude
het nog op de allereerste plaats noodig
zijn hèn te onderrichten, die met dieren
omgaan, hoe de dieren behandeld
moeten worden. Derhalve de slagers
bekend te maken met de niet wreede
slachtwijzen, den voerlieden en koet
siers te leeren hoe behonrt gereden
te worden, den trekhonden-bouders
hoe met de (meestal te kleine en te
teere) trekhonden moet worden om
gegaan.
Dit zoude moeten geschieden niet
op een enkele plaats maar overal of
nagenoeg overal in den lande.
Onmogelijk is dat niet; de vlug
schriften die dit alles behelzen zijn
zeer goedkoop; de Nederlandsche
Vereeniging tot bescherming van die
ren (bureau Swammerdamstraat 86,
te s-Gravenhagegeeft ze af voor
den drukkostenpiijs van 1, 3 en 3
cent (respectievelijk 8 en 32 bladzij
den) en aan minvermogenden ook
gratis.
Het is dus voor een vijand van
wreedheden in eene kleine gemeente
mogelijk voor een paar kwartjes of
een gulden de betrokken personen
in zijne woonplaats ervan te voorzien
en in grootere gemeenten zijn allicht
meer welgestelde of meerdere vijanden
van wi eed heden te vir.den voor de
grootere behoefte aan die vlugschriften
aldaar. Voorwaar voor een liefde
werk, dat zooveel namelooze wreed
heden kan voorkomen, een belachelijk
kleine uitgaaf!
Men bedenke ook, dat alleen in de
grootere steden en in enkele groepen
van kleinere gemeenten van de onge
veer 1100 gemeenten in Nederland
vereenigingen voor Dierenbescherming
zijn gevestigd en dat zelfs waar die
vereenigingen bestaan bedoelde uit-
deelingen van bestuurswege door ge
brek aan (belanglooze) werkkrachten
nooit of zeldzaam worden gedaan,
waarom ook in die gemeenten zelf
standige particulieie hulp van meer
welgestelden niet kan worden ont
beerd.
Zonder aanwending van dit hoofd-r
middel is, ook bij een verbeterde wet
geving op dierenmishandeling, slechts
weinig vermindering van de tallooze
tot gewoonten geworden wreedheden
en mishandelingen, die dagelijks voort
durend overal plaats hebben, te ver
wachten.
Meer bijzonder wordt hiertoe de
hulp ingeroepen van de nagenoeg op
alle plaatsen gevestigde geestelijken,
voorgangers in den godsdienst en
onderwijzers.
Moge daarom in alle gemeenten
van Nederland een vijand van mis
handeling zich voor dit liefdewerk
geroepen gevoelen, omdat degenen
die onderricht moeten worden op
andere wijzen niet te bereiken zijq.
Een lid der Nederlandsche Vereeniging
tot bescherming van dieren.
Aftreden van bet Kabinet
Met zekerheid kan worden gemeld,
dat het ministerie bij brief van 24
dezer collectief ontslag aan de Konin
gin heeft aangevraagd.
Een Indisch Vorst in Nederland.
De Sultan van Assahan zal dezen
zomer een bezoek brengen aan ons
land. Hij zal daartoe scheep gaan
op de boot van de Maatschappij
«Nederland", die op 11 Mei as. van
Sabang vertrekt, vergezeld van zgn
broeders Tengkoe Bandhare en Teng-
koe Moesa, benevens eenige volge
lingen. Laatstgenoemde is dezelfde,
die in 1904 reeds bier te lande ver
toefde samen met den Tengkoe Besar,
den troonopvolger.
Sultan Mobamed Hoesin Sjah, her
innert het »N. v. d. is in 1888
zijn oom als vorst van Assahan op
gevolgd. In banden van den heer
G. A. Scheren, den toenmaligeu resi
dent ter Oostkust van Sumatra, legde
hij den eed af op een akte van
bevestiging, welke later, onder resident
UIT NORMAN HANSEN'S «TOEMAN"
of
X3Iet l^axt van
Verhalen uit den Russlsch-Japanschen oorlog
naar het Deensch.
16)
Hij zegt dat alles aan zijne schoone, tracht
haar gerust te stellen en te kalmeeren, maar
zij siddert en beeft in zijn armen. Plotseling
valt zij op den grond en geeft een schreeuw;
een der glasruiten wordt met een geweer
kolf ingeslagen. Daarop wordt onder vloeken
en dronkemansgejoel de deur ingetrapt en
een troep woedende kerels, de oogen rood
met bloed beloopen stormen het vertrek binnen.
De lieveling van het regiment gaat hen
tegemoet, zijn revolver in de hand:
Wat zoeken jullie hier? Jullie kennen
mij toch wel niet waar? Hoe dikwijls heb
ik niet voor jullie gespeeld en je de moei
lijke sombere dagen helpen korten? Hebben
wij niet zij aan zij op het slagveld gevochten
Zijn wij niet altijd wederkeerig trouwe
vrienden geweest. Gaat dus heen Ver
laat dit huis en laat ons met vrede!
Als eenig antwoord schreeuwen de
muiters hem in dolle woede toe:
Terug jij! En er uit of wij zullen je
wel leeren zwijgen! Geef ons je vrouw
wij moeten je vrouw hebben!
En uit heel den troep, die achter de anderen
aankomt stijgt slechts één gebrul op «Vrou
wenWij willen vrouwen hebben!"
Nu verbleekt het gelaat van den regiments
lieveling. Hij is reeds tot in den achtersten
hoek van het kleine vertrek teruggedrongen
en verscheidene geweerkolven gereed hem
de hersens in te slaan, zijn tegen hem op
geheven Hem blijft nog slechts eene uitkomst
over en hij bezint zich geen oogenblik
Op het laatste moment drukt hij den loop
van zijn revolver stevig tegen de slaap zijner
schoone en trekt af, ééne seconde later heeft
hij ook zich zelf gedood
De damp der beide schoten trekt lang
zaam door de openstaande deur naar buiten
Daarbuiten, op straat hoort men tusschen
het gebrul, het vloeken, het huilen en de
geweerschoten door, het nijdige blaffen van
een honden midden door de saamgedrongen
hoop muitende soldaten en boeven uit Sachalin
baant zich een stevige, gezette vrouw, met
den band van het Roode Kruis om de mouw
van haar groote manteljas, een weg.
Dat is Mevrouw de kolonel. Even onver
schrokken als in den regen van granaat
scherven in den slag bij Moekden, loopt zij
regelrecht naar het huis, waar ze weet, dat
de lieveling van het regiment woont, om hem
en zijn schoone te redden. Maar zij komt
te laat.
Die donkerblauwe golven, met wit schui
mende kopjes maken geenszins een sombere
indruk vooral niet dan, wanneer zij vroolijk
in de zon glinsteren, doch die sombere in
druk wordt wel in ons opgewekt, door dat
lange vlakke eiland, dat daar ginds ligt,
waarboven een lichte nevel hangt, en dat
den naam: Tsoeshima" draagt
Ongemerkt is het stil geworden aan boord,
nu onze boot die straat met hare treurige
herinneringen doorvaart, en nu wij de kust
van Japan zien opdoemen, met hare eigen
aardige reeks pijramide- en kegelvormige
bergen, die onwillekeurig doen denken aan
de gebruikelijke landschappen op Japansche
lakwaren, en waaraan op den voorgrond nog
slechts de bekende sampans met ontplooide
zeilen, aan bamboe ra's bevestigd, ontbrekend.
Het kalme tooneel uit vroeger tijden, wordt
verstoord door een groote stoomboot, die
nader bijkomt, en waarvan de schoorsteen
ontzaggelijke wolken zwarte rook uitwerpt,
zooals alle schepen doen, die Japansche kolen
stoken. Achterop wappert de standaard met
de opgaande zon.
Nu kunnen wij het schip herkennen: het
is een transportboot, die Japansche troepen
van Port-Arthur naar het vaderland terug
brengt.
Naast mij staat een jong luitenant van een
of ander Siberisch regiment, tot wien ik mij
van af het oogenblik, dat ik hem ontmoet
heb, bizonder aangetrokken gevoeld heb.
/Wordt vervolgd).