NIEUWS Nieuws- en Advertentieblad d voor do Provincie Utrecht. No 8 Zaterdag 25 Januari 1908. Z»vaa-en-dertig*t£ jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Plaatselijk Nieuws. FEUILLETON. „Bab-el-Mandeb." liart van Eusland. i mersfoortsclie ourant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad f 0.75; Franco per post door het geheele Rijk 1. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langeetraat 77. Telephoonn». 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7Cent. Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte Agenda van de Openbare Ver gadering van den Raad der Gemeente Amersfoort op Dinsdag 28 Januari 1908 des namiddags te half twee uur. 1 2e stemming over het amande- ment van den heer Plomp betreffende de Instructie van den Gemeente-Ont vanger. 2 Voorstel van B. en W. tot benoeming van een tijdeiijken leeraar in de Duitsche taal en letterkunde aan het Gymnasium en de Hoogere Burgerschool. 3. Voorstel van B. en VV. tot be noeming van G. L. Pape tot 3e ge meente-opzichter. 4. Voorstel van B. en W. betreffende de verhooging van jaarwedden wegens diensttijd enz. an personeel ver bonden aan de Hoogere Burgerschool 5 Voorstel van B. en W. tot vaststelling van den pensioensgrondslag van den leeraar II. Italië. 6. Voorstel van B. en VV. betreffende een verlof, te verleenen aan den adjunct-commies ter secretarie G Dekker. 7. Voorstel van B. en W. betreffende een adres van J. J. Hartogsveld tot verhooging van zijn pensioen. 8. Voorstel van B en W. tot vaststelling van het verslag, bedoeld in ait. 11 van het Koninklijk Be sluit van 19 November 1900, Staatsbl. 202 (Kindervoeding en Kleeding). 9. Voorstel van B. en W. tot plaatsing van een urinoir op het Stationsplein. 10. Voorstel van B. en VV. tot machtiging van verhuring van lande rijen. 11Voorstel van B. en VV. tot wijziging der Pensioen-verordening, in verband met de opname van bosch baas op Birkhoven. 12. Voorstel van B. en VV. tot goedkeuring van eene wijziging. vastgesteld in het Reglement voor hunne vergaderingen. 13. Vaststelling van een 4e supple toir kohier, inkomstenbelasting (dienst 1907). 14 Vaststelling van een le sup pletoir kohier, straatbeiasling (dienst 1907. 15. Behandeling van reclames tegen i aanslagen in de inkomstenbelasting '(dienst 1907). 16. Behandeling van eene reclame tegen een aanslag in de straalbe- lasting (dienst 1907) Verwaarloosde kinderen. Uitgenoodigd door het bestuur van het Nutsdepartement, trad gisteren avond voor een weinig talrijk, maar dankbaar gehoor, met bovenstaand onderwerp in Amicitiaopmr.Smeenge, lid van de Tweede Kamer De be doeling /nn bet bestuur, vari de bij eerikom>-t een z.g. volksavond te maken, werd met bereikt. De meesten toch van het vijftigtal aanwezigen waren leden van het »Nut" en behoorden niet bepaald tot het volk. Spr begon met er zijn vreugde over uit te drukken, hier dit onder werp te mogen behandelen, daar de maatschappij tot Nut van het Alge meen steeds getoond heeft zich aan getrokken te gevoelen tot het kind, immer de bedoeling beeft voorge staan te zorgen voor de stoffelijke en zedelijke verheffing van de minder bedeelden. De verwezenlijking van die be doeling kan niet in eens wo>den ver kregen. Men begon daarom bij de jeugd en zorgde voor goed onderwijs en goede lectuur. In 1896 werd in de algemeene ver gadering een voorstel aangenomen om f2000 beschikbaar te stellen tot het doen van een onderzoek betref fende verwaarloosde kinderen. Er werd een commissie benoemd, waarin zitting hadden de heeren mr. Levy, mr. Rethaan Macaré en P. H. Hugenholtz, terwijl dr. Nolen uit Rotterdam als Secietaus optrad. In April 1898 was de commissie met haar rapport gereed. Als ver waarloosde kinderen beschouwde zij diegenen, wier opvoeding stoffelijk en zedelijk wordt verwaarloosd Deze ver- waarloozing kan zijn een gevolg van de schuld der ouders of wel van sociale omstandigheden van dezen (gebrekkiaen) Waarom, vraagt spr., is er na de verschijning van het rapport zóó lang gewacht met b"t nemen van maatreaelen? Waarom duurde bet tot 1901, alvorens men de band flink aan den ploeg sloeg? De beantwoording dezer vragen moet men hoofdzakelijk vinden in bet niet medewei ken van hen, die meer kerke lijk zijn aangelegd. »Men mocht de hand niet stellen tusschen het Op perwezen en de ouders, God had im mers de ouders over de kinderen gesteld Maar intusschen was tal van malen bewezen, dat vele ouders absoluut niet in staat zijn bet werk der op voeding naar behooren te verrichten. Spr. noemt daarvan eenige treffende voorbeelden en wijst o.m. op men- schen die met woonwagens het land afreizen en die niet zelden, uit luiheid of om geld voor sterken drank te krijgen, hun kinderen uit bedelen sturen en hen nog mishandelen, wanneer ze niet genoeg thuis brengen. Tegen dergelijke individuen, die niet waardig zijn de oudeilijke macht uit te oefenen, moesten ten slotte toch wel maatregelen worden genomen. Toegegeven moet intusschen ook, dat er ouders zijn, die de opvoeding hun ner kinderen verwaarloozen, omdat het hun aan middelen ontbreekt bun plichten na te komen. Het rapport van '98 was een goede leiddraad voor bet ministerie Pierson- Borgesius, welks leden meenden niet tegen den wil van bet Opperwezen te handelen door de zaak van bet ver waarloosde kind flink aan te pakken. Spr. brengt hulde aan dit ministerie en aan den minister van justitie Cort v. d. Linden alsook aan jhr. Engel, thans off. van justitie te Zutfen, die op krachtige wijze heeft aangetoond dat de kinderopvoeding langs wette- lijken weg behoorde te worden ter hand genomen. Spr. leest een en ander voor uit een schets van laatstgenoem den, waarin duidelijk wordt uiteen gezet hoe kinderen, wier opvoeding is verwaarloosd, geleidelijk tot misdaad kunnen komen. Ook geeft hij een en ander weer uit de memorie van toe lichting op het wetsontwerp van min. Cort v. d. Linden, die wijst op bet verkeerde der straffen, welke vroeger op jeugdige personen werden toege past, tengevolge waarvan dezen niet zelden met misdadigers in aanraking kwamen en eer slechter dan verbeterd in de maatschappij terugkeerden. De herziening van het wetboek van strafrecht bleek dan ook hoog noodig te zijn. Spr. treedt nu in een beschouwing over de Kmderwetten en toont aan welke verbeteringen sedert de invoe ring daarvan reeds te constateeren zijn. Hij wijst er o.m. op, boe men bijv in Amsterdam, in de buurt van het station, tegenwoordig al veel min der van die welbekende ongehuwde, jonge moeders met kinderen ontmoet, die uit de ouderlijke woning zijn ver bannen. dan vroeger het geval was. Besproken worden vervolgens de herziening van het burgerlijke wetboek, het wetboek van strafrecht en van burgerlijke rechtsvordering, zoomede de wet voor onderzoek naar het vader schap. In kerkelijke kringen vond men niet veel medewerking, maar opmer kelijk noemt spr. het. dat de gouver neur Idenburg in Suriname thans zelf zulke weiten voorstaat Hij erkent dus de goede werking en heeft door zijn gemoedstoestand niet kunnen laten bet goede voorbeeld te volgen. De veranderingen in het Burg. Wetboek betreffende de ontzetting en de ontheffing uit de ouderlijke macht. Spr. zet een en ander nader uiteen en doet uitkomen, dat ouders, die financieel krachtig genoeg zijn, door den rechter kunnen worden gedwon gen mede in de kosten te betalen, wanneer de staat bet noodig oordeelt de opvoeding van hun kinderen over te nemen. De off. van Justitie heeft thans de bevoegdheid minderjarigen voorloopig aan de ouderlijke macht te onttrekken. Kinderen uit woon wagens bijv. en zij, die zich overgeven aan vagebondage, kunnen voorloopig worden gebracht in handen van don voogdijraad (art. 385 B. W.), waar van er in elk arrondissement ten minste één is gevestigd. De Regeering heeft de zorg over bet verwaarloosde kind nog uitgebreid, door deze ook op te dragen aan de armbesturen, waarbij echter de quaes- tie van het geloof soms moeilijkheden oplevert, en tot die vereenigingen, welke zich speciaal ten doel stellen de opvoeding der verwaarloosde jeugd op zich te nemen. Haar taak is zeer moeilijk, maar tevens zeer eervol en zij hebben reeds veel goed gedaan en veel kwaad gekeerd. Spr. treedt in beschouwingen over jeugdige personen, die strafbare feiten plegen, tengevolge waarvan ze voor den rechter moeten verschijnen. Uit eigen ervaring als griffier bij het kaniongerecht, deelt bij mede dat vroeger hun berechting, bestraffing en bejegening onjuist waren, wat met sprekende voorbeelden wordt gestaafd. Er zijn omstandigheden die het nood zakelijk kunnen maken sommige ge pleegde feiten maar blauw blauw te laten, en dit is thans ook in de wet neergelegd. Als voorbeeld wordt o. m. genoemd het feit, dat een jongen, op instigatie zijner ouders, een koe op eens anders land liet weiden. Hier zou het kind de stiaf krijgen, terwijl de ouders de ware schuldigen zijn, omdat ze van het mijn en dijn een slechte opvatting hebben. Het is ook soms ongewenscht een kind dadelijk voor den rechter te brengen, het te laten oppakken, om- UIT NORMAN HANSEN'S sTOEMAN" OF Virhalen uit den Rueslsch-Japansciieu oorlog naar het Deensch. 24) »Haar haar was wit geworden ea dun, en haar schoonheid was verwelkt gedurende lange Ifl11 j a°htereen, die zij in gevangenschap had doorgebracht op het eiland Sachalin eensklaps wordt haar de vrijheid wederge geven, niet omdat haar tijd om was, maar eemoudig uit noodzaak. Nog eens zag ze zich teruggeplaatst in een wereld van onrecht- vaai digheid en van verdrukking. Jaren van lijden hadden haar er toe gebracht te trachten aan hare medemenschen den weg te toonen, die naar recht en vrijheid leidt. s> Maar Ossip stond op de hoek van de straat met zijn mitrailleuse Hij zwijgt; en wij houden ons'béiden stil achterovergeleund in onze luierstoelen. Nog maals vraag ik den kijker van mijn metgezel en ziedaar, heel achter aan den horizon tee kent zich de omtrek van Bab-el-Mandeb af, als de bult van een reusachtige kameel, die nedergeknield ligt in de woestijn. En ik roep uit: Nu is Bab-el-Mandeb in zicht! Een mooie weg voor onze terugreis, zegt hij, door Bab-el-Mandeb, door de Poorten van de Dood. De ziekenoppasser, die nog rustig bij ons staat, achter onze stoelen, maakt een kruis op het hooren van die laatste niets goeds voorspellende woorden, waarop mijn vriend tot hem zegt: Je hebt gelijk, Vassili, dat je een kruis slaat en dat je je heiligen bidt dat ze je in bescherming nemen, als je die poorten binnen gaat. Die goede heiligen waaraan jullie ge- looven, en die jullie begrijpen, omdat ze niets meer of minder gedaan hebben, als hetgeen jij, of het kan niet schelen welke andere lwan of Ossip ook kunnen doeneen beetje vasten, een kluizenaarsleven leiden, bidden en zich in het stof werpen, kastijdingen en vermin kingen van het lichaam, zelfs zich levend laten verbranden ter eere van den een of andere afgod en voor geen ander doel Die oude dwaze heiligenNeen, Vassili, in dien je je oogen de kost hebt gegeven, dan heb je de martelingen van een heilige kun nen zien in de straten van Wladiwostok, die vrouw Lyudmila van Sachalin met dat witte haar. En wanneer je wêert'huis komt Vassili, dan beloof ik je dat je nog andere martelaars en andere heiligen zult zien die zich opofferen voor een zaak die even grootsch en verheven is, als die van jullie oude heiligen verachte lijk is! j Vassili antwoordt hem daarop: Dat alles weet ik zeer goed barine, en U zult ook nog wel weten, dat ik op dien dag waarvan U spreekt hij U was, en dat ik gezien heb hoe U met uw zakdoek zwaaide, de kogels trotseerende, om haar hulp te ver leenen toen zij gevallen is. En even goed weet ik dat gij het slachtoffer geworden zijt van groote onrechtvaardigheid en hoe gij zelf groote beproevingen hebt moeten doorstaan. Ik weet ook, dat gij order hebt gekregen uwe woning in de stad te verlaten en U bij de troepen te voegen, en hoe na uw vertrek, uwe vrouw en kinderen naar het Chetto ge zonden zijn, onder voorwendsel dat het hoofd van het gezin niet meer aanwezig wasom in hun onderhoud te voorzien Kom, zwijg daarover, Vassili Je kunt verschrikkelijk doorslaan, je lijkt wei gek; kom ga weer naar je zieken! Maar Vassili laat zich zoo niet van de wijs brengen. Sta mij toe, heeren, zegt hij, dat ik voor dat ik weg ga U eerst nog een gebeurtenis vertel, die mij daar juist te binnen schiet. Toe d.in maar, Vassili, geef je hart dan maar eens lucht! De heeren weten wel, dat, wanneer ik wéér t'huis kom, ik wèer gewoon dorps ziekenoppasser zal worden en den dokter van het Zemstwo van ons district behulp zaam zal moeten zijn. Maar nooit zal ik wèer een chef krijgen, zooals diegene, die ik voor mijn vertrek gehad heb. Zemstwo: Raadgevend lichaam, samengesteld uit ver tegenwoordigers uit de dorpen en bijccngoroepen, om onder voorzitterschap van den gouverneur der provincie te be raadslagen over locale belangen, zooals over wegen, maat regelen voor do volksgezondheid enz. In de laatste jaren is aan dezen raad nog een ambtenaar toegevoegd geworden: „de Zemstwo-Natchalnik". Hij moet controle op den raad uit oefenen. Zijn niat-ht is zeer groot en hij kan zelfs den leden van den Raad zweepslagen laten toedienen. (Wordt vervolyd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1908 | | pagina 1