NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
PETER SABLEWSKY.
J\o. 21
Woensdag 11 Maart 1908
Zeven-en-dertigate jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Van den flak op den Tak.
BINNENLAND.
Y. D. MULLER MASSIS.
Amersfoortsche Courant
{x.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad f 0.75;
Franco per po.t door het gebeele Rijk 1.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
BureauLangestraat 77. Telephoonno. 69.
ADVERTENTIÊN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7Cent.
Advertentiên viermaal geplaatst worden sleohts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
„O, laat toch uw wezen,
en laat uw gelaat,
De blijdschap
Uws hartenverkonden
Nu, dat was wel het geval
verleden Zaterdag: 29 Februari
met mijn vriend Seppel. Ge herinnert
u hem, geachte lezeres: den bemin-
nelijkeu vrijgezel van ongeveer mid
den veertig Ik had juist mijn vorig
»Hakje" geëindigd met de opmerking
dat die dag, 29 Febr.. een merkwaar
dige dag was, toen Seppel, met een
stralend gelaat en geheel builen zich
zelf, mijn kamer kwam binnenstormen
«Kerel, wat een geluk, wat een dag!
Feliciteer me, ik ben de gelukkigste
van alle stervelingen."
En voor ik nog maar eenigszins
van mijn verbazing kon bekomen,
wierp bij me een brief voor op
fijn rose papier, waaruit een parfum
van viooltjes omhoog steeg en
sprak
«Lees!"
En ik las
Zeer geachte en beminde Heer,
Mijn naam en persoon zijn U
niet onbekend, daar wij elkaar meer
malen ontmoetten. Mijn gevoelens te
Uwen opzichte heb ik echter tot
heden als een geheim moeten be
waren mijnbeer Seppel, ik bemin U,
ik bemin U sinds lang, en heden, op
schrikkeldag, verstout ik mij U mijn
liefde te openbaren.
Uw rechtschapen karakter is mij
een waarborg, dat Ge mijn open
hartigheid niet met spot zult beje
genen. Ik hoop, dat Ge mijn handel
wijze niet als onnatuurlijk of
onvrouwelijk zult laken, naar het
recht der vrouw zult erkennen om
aanzoek te doen bij den man harer
keuze.
De vriendelijkheid, mij steeds door
U betoond, vervuld mij met de blijde
hoop, dat mijn liefde door U werde
beantwoord.
Mag een spoedig antwoord van U
mij daarvan de zekerheid geven, dan
ben ik
Uw gelukkige Dienaresse
Klaartje L
P.S Onnoodig zal het zeker zijn
Uwe discretie te verzoeken.
Toen ik den brief en de onder-
teekening had gelezen, kon ik mij de
opgewondenheid van mijn vriend
verklaien en werd ik er zelfs eenigs
zins door aangestokenSeppel, kerel,
je trekt vandaag de honderd duizend,
ik wensch je duizendmaal geluk! Je
wijst het toch niet af? Denk eraan:
«Een zachte hand, een brave vrouw,
Een eigen haard in deugd en trouw,
Zijn schatten waard, stel dit op prijs,
Wie trouwt een vrouw, hij handelt
f. wijs!"
«Spaar je preek, vriend, ik heb ze
niet noodig. Afwijzen, waar denk je
aan? Ik heb genoeg van het vrijge
zellen leven. Had ik vermoed, dat
zoo'n juweeltje voor mij was wegge
legd, dan enfin, beter laat dan
nooit!" En na een oogenblik toevens
holde mjin vriend weer weg om zijn
geliefde te berichten, dat hij haar
den volgenden dag het «jawoord"
zou komen brengen.
Deze jongedame bad dus succes op
haar onderneming. Misschien, dat
hierdoor andere leden harer sekse,
die dit lezen geprikkeld worden om
gebruik te maken van het ongeschreven
recht om in een schrikkeljaar zelf
een man te kiezen. En waarom zouden
zij dit ook niet doen?
In Amerika schijnen reeds vele
vrouwen het stilzwijgend te hebben
gedaan. Opmerkelijk is het althans
dat in het schrikkeljaar 1896 in de
eerste drie maanden alleen in New-
York 412 huwelijken meer gesloten
zjjn dan in de gewone jaren, en in
1904 was dit getal nog grooter.
Op 't oogenblik is er onder de
Amerikaansche dames zelfs een be
weging gaande om in deze gelijke
rechten voor man en vrouw te doen
erkennen, zoodat de vrouw niet alleen
in een schrikkeljaar maar ten allen
tijde de bevoegdheid zal hebben om
haar echtgenoot te kiezen. «Als dit
gebeurt", zegt de socioloog Felix
Somio, «dan zullen vele huwelijken
meer bet ideaal naderen, dan die
welke volgens de oude orde van zaken
gesloten werden."
En de presidente van de New-
Yorker Veieeniging van Vrouwenclubs
Mrs Belle de Revera, verklaart: Waar
de bestemming der vrouw heet te
zijn in het huisgezin te midden van
man en kinderen, daar geve men
haar ook het recht en de middelen
om die bestemming te bei eiken."
Een rijke dame uit Saltlake Citi,
Miss Olga Petersen was van hetzelfde
gevoelen: zij bood telegrafisch hart
en band aan Sven Larse. en ontving
van dezen een telegrafisch »ja." Maar
niet allen denken er zoo over. Er
zijn onder de Amerikaansche vrouwen
ook mannenhaters, die absoluut niets
van de liefde willen weten; een 150-
tal hebben besloten op Long Island
een gebouw van 5 verdiepingen in
te richten, waar nimmer een man,
onder welk voorwendsel ook, een voet
mag zetten Zij gruwen van de
booze mannen.
Evenwel, zij verbinden zich slechts
voor 3 jaar! Dat geeft te denken, en
hoop op beterschap.
Zoo was er een jonge dame, die
in een gesprek met een heer zeide:
«Neen, ik trouw niet."
Hij; «Ik weet, dat juist de dames,
die dit zeggen, het liefst trouwen
Zij: «Ja? Is het je dan werke
lijk ernst?"
Ziel ge, als de heeren maar eeus
ernstig uit den hoek komen, dan
dan zijn de dames nog zoo onwillig
niet. Jonge dames, denkt er aan:
1908 is een schrikkeljaar! Jonge
heeren, vreest niet voor een blauwe
scheen, maar leert uit de geschiedenis
van mijn vriend Seppel, dat menige
schoone gaarne bereid is wederliefde
te schenken.
Keuvelaar.
Rechtspositie burgerlijke ambte
naren.
Dat wettelijke regeling van de rechts
positie der burgelijke ambtenaren een
dringende noodzakelijkheid is, wordt
sedert eenige jaren algemeen erkend.
Tot welke schromelijk onbillijke ge
volgen het gemis dier regeling soms
kan leiden leert thans wederom een
besluit van den gemeenteraad van
Willeskop (Uir Gedeputeerde staten
van Utrecht brachten voor enkele
weken aanmerkelijke verbetering in
de jaarwedden der burgemeesters,
secretarissen en ontvangers in die
provincie. Die verbetering, gegrond
op groote werkvermeerdering en ver
hoogden levensstandaard, is niet naar
den zin van genoemden raad. Het
volgend uit ambtelijke bron afkomstig
verslag van de jongste raadsverga
dering maakt commentaar op 's raads
houding zeker overbodig. Slechts zij
ter verklaring opgemerkt, dat de se
cretaris van Willeskop (jaarwedde
f 450) tevens secretaris van Montfoort
is (jaarwedde f 675) en dat de secre
tarie van Willeskop reeds sedert vele
jaren te Montfoort is gevestigd, niet
in hetzelfde gebouw maar op zeer
korten afstand van de secretarie van
Montfoort.
De voorzitter zegt dat deze verga-
nering is belegd op verzoek van de
heeren C. W. Pauw J. Verkley en
C van den Brink, met bet doel de
«lijdregeling ter secretarie te behan
delen. Na afloop van vorige vergade-
dering is dit punt onderling bespro
ken en spr. heeft toen in overweging
gegeven deze zaak nog eens rijpelijk
te overwegen.
De heer Pauw zegt dat het de be
doeling is de secretarie eiken dag,
van des voorm. 9 tot 12 en des nam.
van 2 tot 4 uur, voor het publiek
open te stellen. Op de opmerking
van den voorzitter, dat er toch nooit
klachten zijn ingekomen over de te
genwoordige uren, antwoordt de heer
Pauw dat de raadsleden de uren wil
len veranderen ten gerieve van het
publiek.
De weth. Verkley zegt den secretaris
in overweging te hebben gegeven te
bedanken, want dat anders de secre
tarie uren zouden worden verzet.
De secretaris licht, met toestemming
van de vergadering, bet onderhoud
met den wethouder Verkley toe. Spr.
vernam uit zijn mond het volgende
en acht het gewenscht dit in het licht
te stellen«Ik heb geen prettige bood
schap het gaat met alleen van mij
uit en wij hebben niets op uw werk
aan te merken, maar we zouden den
toestand weer gaarne willen hebben
zooals vroeger, n.l de burgemeester
tevens secretaris. Misschien worden
dan de jaarwedden verminderd, we
zouden daarom gaarne zien dat ge
ontslag nam als secretaris". Toen spr.
daarop te kennen gaf niet van plan
te zijn ontslag te vragen, kreeg hij
ten antwoord«dan sta ik er niet
voor in dat de kantooruren niet ver
anderd worden". De wethouder Verkley
verklaart aldus met den secretaris te
hebben gesproken, waarbij ook het
raadslid Boere tegenwoordig was.
De voorzitter wijst er op dat er
geen reden is om den secretaris
tot ontslag te noodzaken, want
hij doet zijn werk toch zeer goed.
De weth. Verkley antwoordt hierop
dat hij niet gezegd heeft dat de secre
taris zijn werk niet goed doet, maar
dat 3 middagen in de wenek «te krap"
zijn.
De heer van den Brink zegt: «wij
moeten nu meer betalen, daarom wil
len we er ook ons gerief van hebben.
De meeste ingezetenen komen 's mor
gens in de stad en dan is de secretarie
gesloten".
De voorritter wijst er op dat men
dit bezwaar, zoo het bestaat, zou kun
nen opheffen door de secretarie te
verplaatsen naar het Raadhuis van
Montfoort, waarop door andere leden,
Eene Episode uit de martelingen, door
Czaar Peter den Grooten, van
Rusland, de vruheidlieveode
Strelitzers aangedaan,
door
3)
Als de avondster hare zilveren lamp aan
stak, keerden zij naar huis terug. Zij spraken
over hun geluk, hunne toekomst, die in hel
gloeiende stralen, hen verscheen. Maar dan
rees er ook een gebed om bevrijding voor
de Strelitzers uit hun hart op. Het was hen,
of in het ruischen en suizen der hoog oprij
zende dennen (een lied aan het bruisen der
zee gelijk) de belofte hen tegenklonk, dat
voor de arme geknevelde het licht van recht
en vrijheid, uit de donkere nevelen van den
nacht, zou klimmen.
Binnen weinige weken zou het huwelijk
tusschen Peter en Sofia worden gesloten.
Menige gast, van nabij en ver, werd genoo-
digd en verwacht. Het zou een echt boersch,
heerlijk feest zijn. Trouwe, reine liefde
zou er haren triomf in vieren. Reeds
maakte men toebereidingen, om beider
woningen met groen en vlaggendoek te ver
sieren. En vroolijk scheen, na eenen kouden,
echt Russischen winter, de lieve lentezon en
kleurde alles met hare troost en moed ge
vende stralen. Gij hebt wel eens den mast
van een schip gezien, niet waar? die, des
morgens, schitterde in vroolijken, helderen
zonneschijn? Van een schip dat, met door
den wind gevulde zeilen, vroolijk vloog over
de golven van het blauwe meer, die ver
heugd zijn, het te dragen. De matrozen
zingen een vroolijk lied. Als het schetterende
leeuwerikslied, galmt het, blij en jubelend,
de lucht in. De stroom voegt er zijnen
vroolijken maatslag bij. Alles is leven, vreugde,
geluk. Maar 's middags betrekt de blauwe
lucht. Haar prachtige, doorschijnende sluier
wordt vaal, dofgrijs. Zij verschiet van kleur
en de bliksem vlamt uit de dicht opeen
gehoopte wolken. Harde donderslagen ratelen
over 't, door den storm opgezweepte, meer.
De hooge rotswanden weerkaatsen die en
roepen elkander eenen donderenden strijdzang
toe. Als een regenend vuur stroomt over
i schip en golven. De bliksem slaat in; splijt
den mast. De kokende golven bespringen en
overdekken het schip. Door den storm en de
aanloeiende golven in stukken geslagen, zinkt
het in den afgrond. Een doodsgil klinkt,
die het loeien van den storm en het klateren
der dondergalmen overstemt. En dan, o dan
komt de ijzige kilte en stilte van den dood
Zoo was het lot, dat Peter en Sofie wachtte.
Op zekeren dag reden zij te samen naar
de stad Kasan; een goed uur rijdens van
hunne woning verwijderd. Het was een
schoone ochtend in de Maand Mei. De winter,
die lang en streng geheerscht had, had plaats
gemaakt voor de zoele, leven en levenslust
aanbrengende lente. De stroomen droegen
hunne boeien van ijs niet meer. Het veld had
zijn sneeuwpak uitgedaan en was nu met het
groene kleed bedekt; het iivrij-van de lente;
doorstikt met gouden en witte en paarse
bloempjes: terwijl de vogelen, jubelend van
genot, de bosschen vulden met hun krachtig
en welluidend gezang. De ooievaar was in
zijn nest teruggekeerd; sloeg vroolijk met de
wit-zwarte veeren en klepperde, zoo luid hij
maar kon O! hoe schoon is de lente;
als alles juicht en de nachtegaal den lol
zijner geliefde uitgalmt in de schoonste
melodieën en harmonieën! Gelijk -onder-de
zangers en dichters bij de menschen, zijn er
ook koningszangers, uitnemenden onder de
vogelen. Deze munten boven hunne broe
ders uit. Zoó sloeg er ook een konings
zanger Nachtegaal in liet woud, dat Peteren
Sofie op hunne krachtige, vroolijk brieschende
paarden, doorreden. Het was alsof hij
het voorspel zong in luide tonen, van het huwe
lijksbed, dat weldra door vele kloeke Rus
sische harten zou gezongen worden, ter eere
der door velen beminde bruid en bruidegom,
straks een paar, door de trouwste liefde
verbonden. Zij luisterden naar het lied
en een glimlach zweefde er bij om hunne
lippen. «Hoort gij wel, Sofie! dat is ter uwer
eere," sprak Peter. En zij, lachend, zeide:
«Of voor u klinkt het mijn aanstaande Heer
en Gemaal!" Waarop Peter sprak: «Neen,
Sofieaan de vrouw behoort de lof, die ook
het gevederde gedichtje haar toezingt!" Van
verre flonkerden, in het gouden morgenzon
licht, de torens en vergulde koepels van
Kasan; de bonte daken der groote stad; om
lijst van een krans zwaar geboomte, dat
eenen roodachtigen, bruinen, donkeren tint
had gekregen; zooals langzaam de wouden
in de warme lente dien toon verkrijgen.
(Wordt vervolgd).