BIJVOEGSEL
w
behoorende bij de
MWM* Itti.
Plaatselijke berichten.
NIEUWE ARHERSFOORTSCHE COURANT
Woensdag 8 April 1908 vergaderde
de tweede afdeeling van den Gemeente
raad.
Aanwezig waren: de Voorzitter; M.
L. Celosse, Wethouder; de heeren S. J.
van Duinen, D. Gerritsen, A. H. Tromp
van Holst, C. J. Plomp, H. W. van
Esveld, en D. Ruijs, benevens de Burge
meester en Gemeente-Secretaris.
Afwezig de heer A. H. van Kalken.
De vergadering wordt geopend te
kwart voor acht uur.
Tot rapporteur wordt benoemd de heer
D. Ruijs.
Aan de orde komt het voorstel be
treffende de organisatie van het personeel
bij de Fabricage.
Een der leden merkt op, dat door
Burgemeester en Wethouders verleden
jaar de wenschelijkheid bepleit werd,
dat er een derde Opzichter benoemd
moest worden, wegens het vele opzichters-
werk, dat er was.
Thans wordt voorgesteld, in plaats van
een Opzichter een Inspecteur te benoemen.
Zou nu die Inspecteur, met een tractement
als Burgemeester en Wethouders voor
stellen, genegen zijn opzichterswerk te
doenzoo niet, dan zullen de twee
Opzichters binnenkort het werk weer
niet afkunnen en zal er dan, behalve
de Inspecteur, nog een derde Opzichter
noodig zijn.
Een ander lid hoopt zeer, dat de stad
zich zoo zal blijven ontwikkelen, dat
behalve de Inspecteur nog een derde
Opzichter noodig blijkt. De Raad moet
aan dit voorstel van Burgemeester en
Wethouders niet tornen de dienst ci6cht,
dat er een dergelijk ambtenaar komt.
De Gemeente-architect heeft zijn leven
aan de stad gewijddeze ambtenaar
wordt een dagje ouder, terwijl zijn werk
zaamheden steeds vermeerderenhet is
dus billijk en ook in het belang van de
stad, dat hij een weinig ontlast wordt
van de talrijke werkzaamheden. Spreker
zal dus van ganscher harte het voorstel
van Burgemeester en Wethouders steunen.
Een ander lid merkt op, dat het zeer
aangenaam zal zijn voor den Architect
een persoon naast zich te krijgen, die
bepaalde onderwerpen zelfstandig zal
kunnen behandelen.
Een dergelijk persoon is in een stad
als Amersfoort noodig. De vraag is
echter: kan men voor het salaris, dat
voorgesteld wordt, een ambtenaar krijgen,
J"~ werkelijk zelfstandig kan optreden.
die
Spreker meent, dat wij een ambtenaar
moeten hebben met veel meer ontwikke
ling dan een Opzichter, een ambtenaar,
die in alle opzichten boven de „bouwers"
staat. Is die nu voor dat traktement
te krijgen?
Een lid vraagt wie het werk van den
tegenwoordigen derde Opzichter doen
zalmoet hiervoor binnenkort weer een
derde Opzichter aangewezen worden?
De Voorzitter zegt, dat dit zeer wel
mogelijk is; thans is echter iemand
noodig, die voortdurend toezicht op alle
bouwzaken en de uitvoering der Woning
wet kan houden, en deze persoon moet
iemand zijn, die geheel zelfstandig kan
optieden.
Meerdere leden vragen of door de
benoeming van een dergelijk ambtenaar
voorzien wordt in de behoefte aan per
soneel bij Publieke werken.
Thans geschiedt voorlezing van de
conclusies der eerste afdeeling, waaruit
blijkt, dat die afdeeling twee ambtenaren
wil hebben, namelijk een Inspecteur op
een salaris van f 1000 tot f 1300 en een
geschikt persoon kan krijgen, dan zou
hij er niet voor zijn, dadelijk meer te
geven. Echter is hem uit de conclusies
der eerste afdeeling gebleken, dat de
deskundigen aldaar twee ambtenaren
noodig achten om het werk bij de
Fabricage geheel aan te kunnen. Ook
spreker acht dit wenschelijk.
De Burgemeester wijst er op, dat be-
gintractementen niet te laag gesteld
moeten wordenkrijgt men dan een
goed ambtenaar, dan vertrekt hij spoedig
weer; is hij minder goed, dan blijft de
Gemeente er mee zitten. Ook meent
spreker, dat een Inspecteur van bouw-
en woningtoezicht het werk bij Open
bare werken zal vermeerderen, daar hij
vele zaken, die niet zijn zooals zij wezen
moeten, zal aanpakken, waaraan thans
wegens gebrek aan tijd niets geschiedt.
Ook continuiteit acht spreker in deze
zeer gewenscht, daar deze persoon zich
in de plaatselijke toestanden zal moeten
inwerkendaarom acht hij een niet te
laag salaris gewenscht.
Een lid meent, dat men voor een
salaris van f1000 f1300 niet veel bij
zonders zal krijgenbij zou iemand
wenschen van veel ontwikkeling, die ook
op de hoogte van werktuigkunde is, en
dus in dergelijke aangelegenheid, bijv.
omtrent de gasfabriek, eens adviezen
zou kunnen geven. Hoe ijverig de
Gemeente-opzichters ook zijn, het werk
is hun ontwassenzij kunnen het niet
zelfstandig uitvoerendaardoor moet de
Architect dit doen, die hierdoor te veel
te doen krijgt. Wij moeten dus een
persoon bebben, die theoretisch en prac-
tisch flink ontwikkeld is.
De afdeeling spreekt hierna als baar
oordeel uit, dat het gewenscht is, een
bouwinspecteur op een salaris van f1500
te benoemen, en een klerk-teekenaar op
een salaris van f 500.
Aan de orde komt de salarisregeling
voor het personeel bij hot Lager onderwijs.
De Voorzitter leest het voorstel van
een der leden voor, strekkende om geen
verhooging van jaarwedde aan de Hoofden
toe te kennen, doch voor het verkrijgen
der hoofdacte aan de onderwijzers van
bijstand een vergoeding van f200 toe
te kennen.
Het lid, dat dit voorstelt, merkt op,
dat hij gaarne mede zou gaan met het
voorstel van den heer Van Duinon, doch
dat hij dit niet doet daar hiervoor geen
geld aanwezig is en hij daardoor niet
het geheele voorstel van Burgemeester
en Wethouders in gevaar wil brengen;
daarom stelde hij zijn amendement voor.
Naar zijne meening toch zullen de beste
krachten bij het onderwijs blijven door-
studeerendit studeeren moet aangemoe
digd worden; daarom stelt hij die ver
meerdering voor de hoofdacte voor. Naar
zijn meening is de ontevredenheid bij de
onderwijzers van bijstand met het voorstel
van Burgemeester en Wethouders ont-
Verder merkt spreker op, dat er in
een der adressen, op gewezen wordt, dat
de door Burgemeester en Wethouders
voorgestelde regeling zoo weinig verschilt
met het door het Rijk gestelde minimum.
Spreker vindt, dat men er zich niet met
veel kracht op kan beroepen, dat het
salaris niet veel scheelt met het door
het Rijk gestelde minimum.
De Rijkswetgever moet de norm vast
stellen volgens welke de onderwijzers
stand bezoldigd moet worden; en deze
heeft gemeend, dat men voor alle plaatsen
(jen minimum moest vaststellen.
Door de Gemeenten behoeft derhalve
in die door het Rijk gestelde norm geen
wijziging gebracht te worden. Had het
Rijk voor de verschillende Gemeenten
verschillende tractementen gewenscht,
dan had het Rijk de Gemeenten in ver
schillende klassen moeten indeelen en
naar gelang van de klasse waarbij de
Gemeente ingedeeld was een minimum-
onderwijzerssalaris moeten vaststellen en
daarnaar de Rijksbijdragen moeten be
rekenen. Had men hierdoor in verschil
lende Gemeenten hooger salarissen ge
kregen, dan had dit van Rijkswege vergoed
kunnen worden. Het Rijk had dan des
noods iets meer belasting kunnen heffen;
dit is voor het Rijk geen bezwaar, doch
voor de Gemeente wel, daar de Gemeente
bij belastingheffing steeds de concurrentie
met andere Gemeenten in het oog moet
houden.
Ten slotte is spreker er niet voor, de
belooning voor de hoofdacte zoo zeer te
Bij punt 2 verklaren zich zes leden
tegen de door Burgemeester en Wet
houders voorgestelde verhooging van
f 100 voor de Hoofden, terwijl éen lid
er zich voor verklaart.
Hierna komt het amendement-Van
Duinen in stemming. Dit wordt met
zes tegen éen stem verworpen.
De heer Van Duinen spreekt zijn
voornemen uit, het amendement in te
zullen trekken.
Een lid maakt nog enkele opmerkin
gen omtrent de redactie.
Ten eerste wordt in art. 3 alinea 2
gesproken van „onderwijzers en onder
wijzeressen", terwijl in art. 6 sub. 8 o.a.
gesproken wordt van „onderwijzer(es)".
Vervolgens meent hij, dat in art. 8
duidelijk moet gesteld worden wanneer
de vermeerdering voor het verkrijgen
der hoofdacte ingaat bijv. den eerste
der volgende maand na het verkrijgen
dier acte.
Verder meent hij, dat art. 9 sub. 2
moet vervallen daar er geen reden is
om een gehuwd onderwijzeres geen
tegemoetkoming voor huishuur te geven
en een weduwe wel. Deze bepaling is
gemaakt met het oog op een bepaald
gevalvoor dit geval voorziet het derde
lid van art. 9 er in, dat zij die tege
moetkoming genieten, die ook voor het
vervolg behouden.
Als datum van in werking treding
stelt hij voor, 1 Mei te bepalen.
Ook meent hij, dat wanneer de door
Burgemeester en Wethouders voorge
vermeerderen. Hij meent, dat een jaar- stelde verhooging van het salaris der
lijksche belooning van f 125 voor die Hoofden vervalt, de opklimming spoe-
acte voldoende isdit vertegenwoordigt diger moet geschieden en niet pas tel-
toch reeds een kapitaal van f 3000; boven- kens na 5 jaar.
dien vervult een onderwijzer zonder
hoofdacte dezelfde functiën als een met
hoofdacte, en is het volstrekt niet uit
gemaakt, dat de onderwijzers zonder
hoofdacte de minstwaardige leerkrachten
zijn.
Een ander lid betuigt zijn instemming
met het voorstel van Burgemeester en
Wethouders.
Hij vindt het een goede verbetering,
dat het maximum na 12 dienstjaren
bereikt wordt. De vermeerdering voor
de Hoofden heeft hem echter verwon
derd, daar dezen allen zeer goede sala
rissen hebben, vooral in verband met
hun betrekkingen aan de Normaalschool,
het Herhalingsonderwijs of de Burger
Avondschool. Hij voelt voor de ver
meerdering der belooning voor het be
halen der hoofdacte en zou hierdoor een
verhooging van f175 willen toekennen,
daar naar zijn meening een onderwijzer,
die geen hoofdacte haalt, geen volslagen
onderwijskracht is.
De Gemeente-Secretaris leest, op ver
zoek van den Voorzitter, voor den staat,
vermeldende de bijverdiensten, die de
verschillende onderwijzers hebben door
onderwijs te geven aan het Herhalings-
staan omdat daarbij aan de Hoofden een i onderwijs, de Burger Avondschool en de
groote verhooging wordt toegekend, hoe- j Normaalschool. Tevens licht hij, op ver-
wel die reeds een goed salaris hebben, zoek van den Voorzitter, het voorstel van
Hij is het hiermede eens en stelt
daarom voor, die vermeerdering niet toe
te kennenhet geld, dat hierdoor vrij
komt, kan dan gebruikt worden om met
f800 er bij de hoogere onkosten te be
strijden, die voortvloeien uit zijn voorstel
om het verkrijgen der hoofdacte met
f 200 te beloonen.
De heer Van Duinen zegt, dat hij zijn
amendement niet zou ingediend hebben,
indien Burgemeester en Wethouders niet
voorgesteld hadden, het salaris van de
Hoofden te verhoogen. Door deze ver
hooging meent hij, dat billijkheidshalve
de salarissen der onderwijzers van bijstand
Klerk-te ekenaar op een salaris van f 500. nog meer moeten verhoogd worden. De
Een lid voelt meer voor het voorstel vermeerdering der Rijksbijdrage wordt
van Burgemeester en Wethouders, vooral I verleend ten behoeve van de onderwijzers
daar hij het salaris van den Insnecteur v»„ bijstand, niet voor de Hoofden.
hij het salaris van den Inspecteur
te laag vindt; daarvoor krijgt men geen
eerste klasse ambtenaar. En krijgt men
toeval een goede, dan gaat hij spoedig
weer weg naar de plaats, waar hij meer
kan krijgen.
De Burgemeester deelt mede, dat men
volgens de deskundigen dor eerste af-
60 "f®, en te keur ambtenaren
voor f 1000 kan krijgen.
Een lid meent, dat men den ambtenaar
eenigszins naar zijn salaris zal beoor-
deelen. Wil men dus iemand hebben,
die boven de bouwers staat dan moet
meu hem meer dan f1000 geven.
Een lid zegt, dat ook het Rijk aan
jonge ingenieurs dikwijls slechts een
salaris van f 1000 geeft: meenen de des
kundigen, dat men voor die som een
Waarom zou men nu voor de salarissen
der Hoofden er mee gaan verhoogen.
Een lid merkt op, dat de heer Yan
Duinen in zijn amendement zegt: een
stilstand in eenige verhooging van jaar
wedde gedurende 18 jaar (van 12 tot
30-jarigen diensttijd) is te lang. Ik ben
het met deze zienswijze niet eenser is
steeds gevraagd, de onderwijzers spoediger
hun maximum-salaris te doen bereiken:
nu wordt door het voorstel van Burge
meester en Wethouders aan dit verzoek
voldaan, en hun na 12 jaar hun maximum
salaris toegekend. Nu zegt men weer:
zij behouden dit maximum te lang, zij
moeten tusschentijds nog weer een ver
meerdering hebben, voordat zij hun pen-
sioensverhooging krijgen.
Burgemeester en Wethouders nader toe.
Burgemeester en Wethouders zijn uit
gegaan van het denkbeeld dat her-
Hierna wordt de vergadering gesloten.
„National Military."
Woensdag en heden werden in de
omgeving van Amersfoort de wedstrijden
gehouden van de „National Military,"
om prijzen, beschikbaar gesteld door het
Departement van Oorlog. Het bestuur
der Vereeniging tot bevordering der paar
denfokkerij in Nederland en het bestuur
der Militaire Sportvereeniging hadden
aan den wedstrijd op 24 April nog toe
gevoegdeen concours bestgaand rijpaard
(eigen paarden), een concours bestgaand-
rijpaard (rijkspaard)jachtrijden voor
rijkspaarden; jachtrijden voor eigen
paarden.
De eindwedstrijd van de Military, be
nevens de vier laatstgenoemde concoursen
hadden hedenmiddag plaats, op een per
ceel heide, gelegen aan den Kunstweg
Oud LeusdenMaarn, ter plaatse waar
die weg den Buurtweg snijdt.
Woensdag werden de wedstrijden des
morgens 8 uur geopend met een afstands-
rit over 37 K.M., af te leggen binnen
3 uur. Alle deelnemers maakten den rit
binnen den bepaalden tijd.
's Middags 2 uur werd een steeple par
cours gehouden, waarbij zeer goed ge
reden en gesprongen werd.
En nadat hedenmorgen bij de nieuwe
manege van de cavaleriekazerne dressuur-
proeven waren afgelegd werd het voor
naamste deel der wedstrijden heden-
haalde malen door belanghebbenden is middag op de Leusderheide gehouden,
bepleit dat het maximum na 12 jaren In weerwil van het buitengewoon gure
dienst bereikt moet zijn. De onderwijzer I weder waren tal van hoofd- en subalterne
is dan tot volle ontwikkeling gekomen officieren met hunne dames op de heide
en zal doorgaans, met het oog op zijn aanwezig. De Inspecteur der artillerie,
gezin, de maximum jaarwedde moeten luitenant-generaal F. G. A. van Ermel
genieten. Op dit standpunt staande, isScherer en de Inspecteur der cavalerie,
het niet logisch, verhoogingen toe tegeneraal-majoor H. F. D. Braams woon-
kennen na 16, 20 of 25-jarigen diensttijd.den de wedstrijden bij.
Acht men op dat tijdstip eene verhoogingDe uitslag was als volgt
billijk, dan moet die volgens het bovenI. Eindwedstrijd „National Military'
aangegeven denkbeeld reeds na 12 jaren! (7 inschrijvers).
Ie prijs f250, de le luit. Ie Huz.
R. Wilson.
2e prijs f100, de le luit. 3e Huz.
J. A. van Gellicum.
3e prijs f 50, de 2de luit. 3e Huz.
J. Knel.
II. Concours bestgaand rijpaard (eigen
paarden), 14 deelnemers.
le prijs f75, de le luit. 4e Huz. W.
L. van Weideren Baron Rengers.
2e prijs f25, de 2e luit. 3e Huz.
J. Knel.
3e prijs f 15, de 2e luit. 2e Huz. Jhr.
J. A. Roëll.
III. Concours bestgaand rijpaard (rijks
paarden).
a. cavalerie en b. rijdende artillerie,
4 deelnemers:
Prijzen: bekertjes.
a. le prijs, 1ste luit. 3de IIuz. J. A.
van Gellicum.
2e prijs, 2de luit. 3de Hüz. H-F. M.
dienst toegekend worden. Met het oog
hierop moeten ook de zoogenaamde pen-
sioens-verhoogingen (na 30 en 35 jaren
dienst) niet vervroegd worden, aangezien
zij dan het karakter, dat deze verhoo
gingen kenmerkt, verliezen en het stand
punt, dat het maximum na 12 jaren
dienst bereikt moet worden, verzwakken.
Hierna stelt de Voorzitter voor, tot
stemming over te gaan.
Men is algemeen voor het voorstel
van Burgemeester en Wethouders, doch
met wijzigingen in de bepalingen om
trent
1. Bezoldiging hoofdacte.
2. Verhooging voor de Hoofden met
f 100.
Bij punt 1 verklaren zich vier leden
voor een bezoldiging van f 200 voor de
hoofdacte, éen lid zich voor een bezol
diging van f 175, twee leden zich voor
een bezoldiging van f125.
baron van Voorst tot Voorst.
b. Veld-Art. 3 deeln. le prijs, le luit.
Veld-Art. F. H. Dolleman.
2e prijs, lste luit. 3e Veld-Art. W.
L. van Warmclo.
IV. Jachtparcours voor rijkspaarden.
a. cavalerie en rijdende artillerie, 6
deelnemers
lste prijs, 1ste luit. 2de IIuz. H. W.
C. E. Mathon.
2de prijs, lste luit. lste Huz. R.
Wilson.
3de prijs, 2de luit. 3de IIuz. H. F.
M. baron van Voorst tot Voorst.
b. veld-artillerie, 5 deelnemers.
lste prijs, lste luit. 3de Veld-Art.
W. L. van Warmelo.
2de prijs, lste luit. 3de Veld-Art.
G. L. M. H. Higly.
3de prijs, lste luit. 4de Veld-Art.
J. M. de Kruyff.
Prijzen bekertjes.
V. Jachtparcours voor eigen [paarden,
die nog nimmer een eersten prijs hebben
verworven; 18 deelnemers.
le prijs f75, C. H. Labouchère, le
luit. 2e huz.
2e prijs f 25, J. Knel, 2e luit. 3e huz.
3e prijs f 18, J. Knel, 2e luit. 9e huz.
4e prijs, W. L. van Wcldoren baron
Rengers, le luit. 4e huz.
5e prijs, G. J. Maris, ritmeester 2e
huz. met Nevermund, gereden door
Brevet. Eeml.
De bij het 5e regiment infanterie
benoemde militie 2e luitenant Bosch
is heden beëedigd en in functie gesteld.
Niets is veranderlijker als de
rneriscb. Dit toonde nu weder het
Kerkbestuur der St. Joriskerk, Mat tot
dusverre steeds gekant tegen al wat
concert leek, in de gewijde ruimte,
nu plotseling toestemming verleende
tot een uitvoering van Utréchtsch
Palestrina koor. Amersfoort's ingeze
tenen kunnen niet anders dan dank
baar zijn voor die gewijzigde denk
wijze want zij werden daardoor in
slaat gesteld j.l. Woensdagmiddag een
zeldzaam kunstgenot te smaken. Er
werd a capella gezongen waardoor
zoowel van de hoorders als van de
zangers voortdurend groote inspanning
werd gevorderd.
Misschien ware het daarom wen
schelijk geweest de zangnummers af
te wisselen met orgelspel. Het drie-
dcelige programma weid geopend met
vijf werken van den grootmeester der
oud-Italiaanschn kerkmuziek, n.l. Gio
vanni Pieilugi San te, naar zijne ge
boorteplaats gewoonlijk Palestrina ge-
heeten. Wonderschoon klonken die
oude zangen ons weer in het oor;
welk een heerlijke polyphonie en welk
een prachtige melodische stemvoering.
Over de uitvoering hebben we in het
algemeen niets dan lof; de verhouding
Ier stemmen het over 't geheel niets
te wenschen over, alleen domineerden
hier en daar de sopranen wel eens
wat te veel. Welke mooie, fijne pianis
simo's wist de heer Vranken met de
door hem aangevoerde schare te be
reiken; de forto's echter waren, zoo
als bij vele kleine koreu het geval is,
soms minder schoon van klank door
te sterke stemuitzetting. Van de wer
ken van den Italiaanschen meester
uil de 16e eeuw, maakten den -diep-
sten indruk op ons het prachtige »Te-
nebrae factae sunt" en het innige
«Sicut cerous desiderai", het minst
van uitvoering was o i. No. 2. nJesu,
Rex admirabilis".
Meer dan drie eeuwen liggen er
tusschen den componist wiens werken
we als eerste deel van het progrdmma
hoorden en den Hollandschen meestei
wiens «Stabat maler" het tweede deid
vormde. Geen wonder dus, dat het
werk van Alph. Diepenhroek heel wat
moderner klonk. We hoorden het voor
•1e eerste maal en weiden getroffen
door de innig religieuze stemming,
die uit deze hymne spreekt. Ook in
de uitvoering van dit werk kwamen
de goede hoedanigheden van het
Utiechtsch koor uitstekend tot-haar
recht.
Tot slot kregen we door den diri
gent gecompnneerden «Intocht in
J. ruzaloin" te hooren, voorzeker een
knap stuk werk, dat wel bewijst hoe
goed de aanvoerder in den stijl def