NIEUWS
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
GEMEENTERAAD.
FEUILLEIUIS.
PETER SABLEWSKY.
No 35.
Woensdag 29 April 1908.
Zeven-en-dertigste jaargang.
VERSCHIJNT W0EN8IIAG EN ZATERDAG.
I of terreinen, tot het aanleggen van open-
'bare verkeerswegen bestemd.
Y. D. MULLER MASSIS.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75;
Franco per post door het geheele Rijk 1.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
BureauLangestraat 77. Telephoouno. 69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/i Cent.
Advertentiên viermaal geplaatst worden slecht, driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
Ter gisterenmiddag gehouden ver
gadering van den Gemeenteraad, gepre
sideerd door den burgemeester Jhr.
Barchman Wuytiers, waren alle raads
leden aanwezig, uitgenomen de heeren
Heyligers en Jorissen, die kennis hadden
gegeven verhinderd te zijn. Na goed
keuring van de notulen der vorige ver
gadering deelde de voorzitter mede dat
ingekomen waren de navolgende stukken
missieves van Gedeput. Staten houdende
goedkeuring van verschillende raadsbe
sluiten procesverbaal der kasopname bij
den gemeenteontvanger; jaarverslag der
gemeente over 1907; verslag van Burge
meester en Wethouders overeenkomstig
art. 2 der Woningwetverslag der Com
missie van Toezicht op het Lager Onder
wijs over 1907; rekening en verant
woording over 1907 en begrooting 1908
der vereeniging 't Groene Kruisdank
betuiging van den adjunct-inspecteur en
agenten van politie voor de verhooging
hunner jaarweddeneene dankbetuiging
der vereeniging „Gemeentebelangen"
voor verleende subsidie en een reclame
van H. A. de Vries over te geringe
leverantie door hem aan de Gemeente-
gasfabriek.
Daarna komt aan de orde punt 1 der
rooster
1. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot benoeming van een
tijdelijken leeraar in de Nederlandsche
taal en letterkunde aan de Hoogere
Burgerschool voor het tijdvak 1 Mei
1908-15 Juli 1908.
De voorzitter deelt mede, dat de door
B. op W. op de voordracht geplaatste
heer B. van Esveld Wzn, verzocht had
niet voor eene benoeming in aanmerking
te komen, weshalve hij voorstelt de be
noeming aan te houden tot een volgende
vergadering. Z. d. en z. h. st. wordt
aldus besloten.
Tot onderwijzer aan de O. L. school
2e soort (vacature Mej. van Eek) be
noemd de raad daarop met 12 van de
15 stemmen Mej. R. Simons alhier.
Mej. M. C. Cöllen te Winterswijk ver
kreeg 2 stemmen Mej. M. L. Schutte
te Uitgeest één.
Op daartoe door hun te kennen ge
geven verzoek wordt eervol ontslag ver
leend aan den onderwijzer der O. L.
school 2 soort L. J. Ansink en aan die
der O. L. S. 3e soort (Koningstraat)
B. J. Groenevelt Jr. met ingang van
16 Juli a.s.
Aan de orde komt punt 5 der agenda
Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot tijdelijke versterking van
het personeel verbonden aan de Hoogere
Burgerschool, gedurende den cursus
1908/1909.
Burgemeester en Wethouders zeggen
tot toelichting van dit voorstel het na
volgende
Volgens een schrijven van de Com
missie van Toezicht op het Middelbaar
onderwijs zal in den aanstaanden cur
sus 1908/1909 hoogstwaarschijnlijk klasse
I der Hoogere Burgerschool in 3 af-
deelingen gesplitst moeten worden,
terwijl de tegenwoordige Iste en Ilde
klasse, in den toekomstigen cursus der
halve He en Hle klasse eveneens 3
afdeelingen zullen tellen. Aangezien de
toekomstige IVe en Ve klasse ieder 2
afdeelingen zullen bevatten, zal de
school in den komenden cursus door
13 afdeelingen bezet zijn.
Niet zonder zorg wordt deze uit
breiding die in verhouding tot de grootte
onzer Gemeente zeer abnormaal ie,
tegemoet gezien wegens de daaraan
verbonden kosten.
Het is noodzakelijk, het personeel uit
te breiden met een leeraar voor Wis-
en Natuurkunde en een voor Neder
landsche taal- en letterkunde en Ge
schiedenis.
Het valt niet te ontkennen, dat, be
halve deze financieele bezwaren nog
een ernstig nadeel voor het onderwijs
te wachten is. Toen de gemeenteraad
met opoffering van belangrijke uitgaven
besloten had een vast personeel, bere
kend naar eene dubbele school (10
afdeelingen) aan te stellen, bezoldigd
naar de Rijksregeling, kwam er groo-
teudeels een einde aan de vele veran
deringen in het korps leeraren, die het
gevolg waren van de aanstelling van
tijdelijk personeel, die naar elders ver
trokken, zoodra zij hunne positie kon
den verbeteren.
De vruchten van deze maatregelen
dreigen thans weer gedeeltelijk te loor
te gaan door de noodzakelijke aanstel
ling van tijdelijke leeraren.
De 13 afdeelingen kunnen nog onder
gebracht worden in het hoofdgebouw en
het Werkhuis; eene kleine verandering
in een der lokalen is waarschijnlijk
wenschelijk.
Uit de ter inzage gelegde stukken
zal u blijken, dat wij met de Commissie
nog in correspondentie zijn over het
aantal lesuren van een gedeelte van het
personeel. Het gevolg hiervan is dat
wij niet, gelijk door de Commissie
oorspronkelijk gewenscht werd, voor
stellen twee leeraren voor Nederlandsche
taal op te roepen.
Zoodra wij bekend waren met de
vermoedelijke schoolbevolking voor den
cursus 191)8,1999 hebben wij den
Minister van Binnenlandsche Zaken
hiermede in kennis gesteld eD Zijne
Excellentie, met uiteenzetting van het
ernstige van den toestand, verzocht
zijne aandacht aan do zaak te willen
wijden en de Rijks-subsidie, in verband
met het toenemend aantal buitenleer
lingen te verhoogen.
Mocht de Regeering onder deze om
standigheden geen termen vinden de
Rijks-subsidie belangrijk te verhoogen,
dan verdient het wellicht aanbeveling
te overwegen of het raadzaam is het
schoolgeld voor buitenleerlingen (d. z.
leerlingen wier ouders of wettelijke ver
zorgers alhier niet gevestigd zijn) te
verhoogen en daardoor de Rijks-subsidie
te missen.
Op grond van het bovenstaande heb
ben wij de eer U voor te stellen ons
te machtigen eene oproeping te doen.
a. voor een leeraar in de Wis- en
Natuurkunde voor den cursus 19U8
1909;
b. voor een leeraar in de Neder
landsche taal en letterkunde en Geschie
denis voor den cursus 19081909.
Na een geheime vergadering van plus
minus een uur wordt z. d. en z. h. st.
conform het voorstel van Burgemeester
en Wethouders besloten.
Aan den onderwijzer A. M. van den
Broek wordt wegens voortdurende onge-1
steldheid eene verlenging van verlof!
toegestaan van 1 Mei tot 1 Augustus.
7. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders betreffende de organisatio
van het personeel in dienst bij de
fabricage.
De heer Hamers wenscht, met het
oog op den toestand der gemeentefinan-
ciën, het tractement van den inspecteur
van het bouw- en woningtoezicht van
f1500.op f1300.te zien gebracht,
welk voorstel echter niet wordt onder
steund en dus geen punt van behandeling
kan uitmaken. Zonder verdere discussie
wordt daarop hot voorstel van Burge
meester en Wethouders aangenomen.
7. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders betreffende de salarisregeling
voor het personeel, verbonden aan in
richtingen, voor lager onderwijs.
Over dit voorstel wordt ongeveer een
uur gediscussieerd. De heeren Plomp,
Gerritsen, Hagedoorn, en Van Kalken
zijn het er vrijwel over eens, dat de
regeling zooals die nu door het Dagel.
Bestuur wordt voorgesteld, in verband
met de middelen der gemeente, zooveel
geeft als de gemeente kan en mag geven.
De heer Gerritsen wil de toelage voor
de hoofdacte tot f200.zien ver
hoogd, doch ziet zijn voorstel met 10
tegen 5 stemmen verwerpen. De heer
Hagedoorn wil die verhooging alleen
zien toegekend aan de onderwijzers van
bijstand met de hoofdacte, die bij ziekte
het hoofd vervangen, doch trekt zijn
voorstel weder in onder beding dat B.
en W. het later in gunstige overweging
zullen nemen. Zoo gaat het ook met
voorstellen van de heeren Veis Heyn
en Oosterveen, die meer systeem willen
brengen in de bezoldiging der hoofden
van Bcholen en hunne plaatsvervangers.
De heer Van Duinen trekt eveneens,
wegens de weinige steun in de afdeelingen
ondervonden, hei door hem voorgestelde
amendement in.
Het voorstel van B. en W. gewijzigd
als in hun memorie van antwoord op
de afdeelingsverslagen, wordt daarop met
algemeene stemmen aangenomen.
8. Rapport en voorstel van Burgemeester
eu Wethouders betreffende vaststelling
eener nieuwe Verordening, houdende
bepalingen voor het overdragen aan de
Gemeente van openbare verkeerswegen
Burgemeester en Wethouders schrijven
in hun rapport:
Bij raadsbesluit van 20 Augustus 1907,
No. 280, werd uitgesproken dat eene
wijziging der Verordening, houdende be
palingen in acht te nemen bij het over
dragen aan de Gemeente van straten of
wegen, of gronden tot het aanleggen
van straten of wegen bestemd, in den
zin als door ous aangegeven is in ons
rapport van 15 Augustus 1907, Afdeeling
I, no. 1165, wenschelijk is en werden
wij uitgenoodigd, voorstellen tot wijziging
dier verordening in te dienen.
Ter vervulling van die opdracht heb
ben wij de eer u de hierbijgaande concept
verordening ter overweging aan te bieden
bij de uitwerking is gebleken, dat hot
doelmatiger is, eene nieuwe verordening
vast te stellen, dan de thans geldende
te wijzigen.
Aanleiding tot de bovengenoemde uit-
noodiging was de vraag of bij overname
van gronden, bestemd voor straten of
wegen, door de belanghebbenden de ge
raamde kosten moeten worden gestort,
waarna de geheele risico voor de Ge
meente zal zijn, dan wel of de risico
tot na geheele uitvoering van het werk
voor rekening van den adressant zal
blijven, zoodat hij ten slotte slechts de
werkelijke kosten zal betalen, in beide
gevallen vermeerderd met de storting
voor onderhoud.
De geldende verordening omhelst het
eerste standpunt.
Wij schreven in ons rapport van 15
Augustus
„In plaats van deze regeling kan nn
bepaald worden, dat de belanghebbende
zich moet verbinden, de werkelijke kosten,
zoodra deze vastgesteld kunnen worden,
aan de Gemeente te zullen vergoeden
en voor de nakoming dezer verplichting
een zeker bedrag, hetzij in geld, hetzij
in waardevolle papieren als pand moet
deponeeren. Het zal daarbij aanbeveling
verdienen, het bedrag van het pand naar
een zekere verhouding hooger te stellen
dan de geraamde kosten, opdat de
mogelijkheid vermeden worde, dat de
Gemeente schade zal lijden indien de
werkelijke kosten de geraamde over-
Eene Episode uit de martelingen, door
Czaar Peter den Grooten, van
Rusland, de vrijheidlievende
Strelitzers aangedaan,
DOOR
16)
Zoó rustten zij op zekeren avond wéér in
een stil bosch uit, toen het al vroeg donker
begon te worden. Dónkere wolken dreven
aan de lucht en pakten zich als het ware,
tot zwarte gebergten, te samen. Van verre
dreunde en ratelde de donder. De bui
kwam naderbij. Een sterke wind joeg er
onder en vurige bliksemvlammen doorijlden
u» ur? tenvlJ'> na iedere ontploffing van
het bliksemvuur, een geweldige donderslag
ratelend mtdreunde; de vogels verschrik"
weg deed fladderen en de echo's uit hare
trage rust wakker schokte. Het was een
majestueus gezicht. Peter en Sofie gingen
met de paarden, naar een meer open plek
in het bosch, omdat zij bang waren dat de
bliksem in een der hooge eiken zou slaan en
hen dooden zou. Hunne paarden hadden
zij aan kleinere boomen stevig vastgebonden.
En ziet daar op eens gloeit en vlamt een
geweldige bliksemstraal, slaat, als een vurige
draak, zijn fel gloeiende vleugelen uit en slaat
geweldig in een der hoogste eiken in. Ter
stond dreunt en davert, plotseling, na den
verblindenden fel fonkelenden vuurstraal, de
alles met versteenenden schrik slaande don
derslag. De fiere troon van den eik valt
met een geweldigen slag in duizend takken
en brokken, kletterend, op den grond. De
vuurvlam vliegt, als een vuurspuwend ros,
geheel den reuzenstam langs. Versplintert
en knakt geheele reusachtige armen en tak
ken. Verzengt het pas nog zoo sierlijk
golvend gebladert. Slaat een gat in den
grond, waarin hij verdwijnt en laat den
armen boom als eenen verminkten, ten doode
toe gewonde strijder, in al zijne hartontzet
tende naaktheid staan. De vuurstraal had
zijn hart doodelijk getroffen. Spoedig zou
hij instorten als een ru'ine, die zich met meer
kan ophouden en inzinkt, vermolmt tot een
treurig, misvormd lijk van 't uitgebloeide
schoon, gelijk een onzer dichters het verval
teekent. Met ontzetting hadden Peter en Softe
dit schouwspel aangestaard. Het laaiende
blakende vuur had hen bijna verblind; de
donderende galm hen verbijsterd en moeite
hadden zij hunne paarden, die wild werden,
in toom te houden. Menig geweldig
onweer hadden zij gehoord. Van menige
verwoesting, in den winter duor ontketende
stormen en stroomen voortgebracht, waren
zij getuigen geweest. Maar zulk een
vreeselijk schouwspel, dat zulk eenen ver
pletterenden indruk op hen maakte, was
iets nieuws en ongewoons voor hen. Het
was hun, of zij den Bode des doods; den
worgengel van de vernietiging in die sissende
reuzenvuurslang gezien hadden; lekk.nd met
zijn vuurtong aan trotsche takken en borend
zijn verwoestenden, vonken en vlammen
spuwenden dolk in het hart ja het hart
van hun eigen geluk!
Sofie, de vroeger zoo krachtige, beefde en
trilde als het riet, door den storm gebeukt.
Zells de stoere Peter was getroffeu. Einde
lijk barstte zij los: iO Peter! ik zie hierin
wat ous dreigt. De vlam loeit en knettert en
kroiikeld zich boven ons hoold saam, om los
te barstten: ons in vuur en gloed le zetten,
verleren ons huis, uns hart, ons geluk!
lk ben niet bijgeloovig. Maar die geknakte
en vaneen gescheurde boom voorspelt mij
niets goeds, Peter! mijn Peter! O! dat ik
beschermen, U redden konAl ging ik
onder in de orkaan het is niets. Maar gij,
gij moet leven en!" Zij kon niet
verder en zonk in het door de regenstryomen
doornatte gras neer.
»\Vees kalm, lieve Sofie!" sprak Peter,
«Geloof aan geene voorteekens! Wij zijn
gespaard. Alleen de trotsche eik is,getroffen.
Laat ons vertrouwen op de hulp van
GodHij is machtig ons te redden. lk,
ik zie ook in die vuurvlam, het beeld eener
niets ontziende tyrannie. Maar ziet gij
het hooge, het zich trotsch naar de wolken
opheffende, is getroffen. Het onweer velt de
eiken, maar spaart de violen bloeiend aan
hun voet. Laat ons, nederig, onzen plicht
doen! Het opnemen voor het recht der ver
drukten. Voor de vrijheid worstelen, lijden
en nu ja als het dan moet
sterven ook.
(Hord/ vrvalgt