NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. BUITENLAND. BINNENLAND. FËUI LLETO.N. PETER SABLEWSKY. jSio. 40. Zaterdag 16 Mei 1908. Ze ven-en-der tigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDA6. EIGENBELANG. Y. D. MULLER MASSIS. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75; Franco per post door het geheele Rijk 1. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever O. J. SLOTHOUWER. BureauLangestraat 77. Telephoonno. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer Tl, Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte Het sterkste belang. Dat geen stand kent of rang En voor drang wijkt nog dwang Is het eigenbelang. Het eigenbelang speelt een belang rijke rol op ons wereldtooneeiof liever minder op het tooneel, als wel acbter de schermen. Het doet de spelers: spelen, spreken, zwijgen, huichelen, uitvaren, vleien, al naar het zoo in de kraam te pas komt. Het is de machtige factor in het product dat 's menschen handelingen uitmaakt; de groote en krachtige drijfveer van veler werken en zwoegen. Dat iemand voor zijn belangen uitkomt, ijvert om vooruit te kotnen of de welvaart der zijnen te bevor deren dat hij zijn stoffelijke middelen tracht te vermeerderen, zijne positie tracht te verbeteren, dat alles zal hem door geen enkel weldenkend mensch euvel worden geduid. Het ligt in den aard van den mensch dat te doen. Eerder zou men het in hem misprijzen, wanneer hij het tegengestelde deed. Als wij hooren van iemand, die zijn eigen belangen verwaarloosd dan denken wij in het algemeen aan een luiaard, aan een gemakzuchtige, aan een onverschillige. Maar men kan alle dingen over drijven en vele dingen verkeerd doen, daardoor deugd maken tot ondeugd, het goede doen veranderen in iets kwaads. Daar hebt ge b v. de lieden, die zulk een enge opvatting van hun eigen belang hebben, dat ze, dit meenende te bevorderen inderdaad werkzaam zijn die belangen te schaden. Zoo immers doet de man van zaken, die langs bedriegelijke wegen zijn winst tracht te verhoogen. Hij be- nadeolt zich zelf; is slecht, maar ook dwaas. Zijn knoeierijen of oneerlijk heden zullen aan het licht komen. De kruik gaat te water tot ze breekt. Evenzoo gaat het den werkman, den beambte of den ambtenaar; in 'tal- gemeen, elk, in wien men een zeker vertrouwen stelt. Trachthijopslinksche wijze zijn eigen belang te bevorderen hij komt bedrogen uit. Het zal blijken, dat bij de vijand van zich zelf was. Voor zijn belangen opkomen is goed, maar twee gevaren bedreigen ons hierbij Vooreerst dit, dat wij door eigen belang gedreven, anderen belangen gaan schaden, en daarbij de gepaste grens overschrijden. Ten tweede, dat wij gevaar loopen een volslagen egoïst te worden iemand, die geheel ongevoelig is voor het leed en de ellenden van anderen. Het eerste gevaar is moeielijk ge heel te vermijden. Onwillekeurig zal men, zijn eigen belangen bevorderende, daardoor onwillens een ander óf in zijn zaak óf in welk opzicht ook. be- nadeeien. Het komt er echter opaan te zorgen, dat wat wij doen, het licht mag zien; dat de middelen door ons aangewend, niet kunnen afgekeurd worden. Vooruit is goed, maar dan zonder verloochening van karakter of beginselen; zonder misbruikmaking van het in u gestelde vertrouwen, zonder anderen met opzet op zij of achteruit te dringen. Een eerlijke en humane wedstrijd zij het leven, hoe moeielijk het ook ga! Erger is het tweede gevaar, waar toe wij komen als wij ons zei ven geen meester meer blijven, maar ons geheel en steeds door eigenbelang laten leiden, als eigenbelang de eenige kracht wordt die ons drijft. Dan zjjn we voor ons zeiven en anderen verloren. Dan hebben wij in den edelsten zin van het woord onze be langen geschaaddan zijn wij niets meer voor onzen medemenschdan is het uit met menscbenliefde, met gevoel voor recht en onrecht; dan is alle hooger levens in ons uitge doofd, alle edel vuur gebluscht. Afschuwelijk de man en beklagens waard, die zoover is gekomen, dat hij niets meer kan verrichten of eerst moet de vraag beantwoord, of het wel strookt met zijn eigen belang die begint met de vraagwat geeft het mij Waar komt hij toe? Hij zal vleien, wie hem voordeel kan verschaffen, be driegen wie hem vertrouwen schenkt, uitlachen met een satanischen lach, wie op hem meende te kunnen ver trouwen. Voor vriendschap en liefde zal hij doof blijven; spotten zal hij met de dwazen die zooals hij het noemt de wereld willen hervormen. Zijn hart is koud als steen zijn ge weten is doof. Bij hem geen blijd schap met de blijden, geen droef zijn met de bedroefden. Zijn schijnbare godsdienst zal zijn een afschuwelijke huichelarij. Een ieder neme zich in acht voor zulk een slaaf van zijn eigenbelang! De Berlijnsche correspondent van het Handelsbl. schrijft Plechtig is op 12 Mei der bevolking van debeideMecklenburgsche groother togdommen kond gedaan de eenig landen, met Turkije, in Europa, welke nog geregeerd werden door een heer- scher met bijna absolute macht bekleed dat de feudale regeerings-vorm veranderd zou worden in een consti- tutioneele. De beide hertogen hebben hun woord verleden jaar uit eigen be weging gegeven gestand gedaan en hun Stenden een grondwet voor gelegd, welke niet aan het constitu- fioneele ideaal beantwoordt van libe ralen en democraten, en ook geen vooruitgang beteekendt bijdentegen- woordigen, middeleeuwschen toestand. In de gouden zaal van het slot te Schwerin heeft de groothertog in te genwoordigheid van den erfgroothertog van MecklenburgStrelitz, prins Hendrik der Nedeilanden, enkele andere her togen uit het Mecklenburgsche en Reuss'sche huis, meer dan vierhonderd leden van de ridderschap en de «Land schaft", de troonrede voorgelezen, een troonrede, waarin gezegd werd, dat de grootvader van den tegenwoor- digen Mecklenburgschen vorst reeds een anderen regeeringsvorm noodza kelijk achtte, dat nu ten dage nog een derde van het land elke vertegen woordiging mist in den Landdag. Nog zijn vele kringen van de overige be volking uitgesloten van het deelnemen in de afdoening van de belangrijkste, ook hen rakendelandsaangelegenheden. De groothertogen hebben ingezien dat zij rekening moeten houden met de eischen van den modernen tijd, maar wenschen verder te bouwen op het principe van de eigenaardige toestan den in Mecklenburg, opdat door revol- lutionaire wijzigingen geen ommekeer gebrascht worde in dien toestand. De belangrijkste verandering zal dan zijn het invoeren van een «Repriisen- tativ-verfassung" door het vormen van een landsvertegenwoordiging, voor de helft bestaande uit gekozen vertegen woordigers door ridderschap en «Land schaft" adel dus en groot-grond bezitters (conservatieven en agrariërs), voor de andere helf behoudens enkele te benoemen door den regee renden vorst uit gekozen vertegen woordigers kiachtens algemeen stem recht (behoudens een klein gedeelte door «Berufsiande"). Bij dit algemeen stemrecht zal onderscheid gemaakt worden tusschen steden en platteland, en zal onderscheid gemaakt worden naar gelang vaD ontwikkeling en bezit (getrapt stelsel Een parlement dus, waarvan de helft gekozen wordt door adel en groot-grondbezitters, een tweede deel door den regeerenden vorst, een derde deel door de «Berutsiande", een vierde deel krachtens algemeene verkiezingen, maar met verschil tusschen stad en land, krachtens het indirecte en meer klassen-systeem. Een parlement, maar geen volksvertegenwoordiging. Van coucessies aan de moderne opvattingen geen spoor, of ja, een schaduw van een spoor. De tegenwoordige toestand, dat ridderschap en «Land-schaft" alleen invloed hebben op de wetgeving, zal in de toekomst behouden blijven. Er is wel rekening gehouden met de «eigenaardige" toestanden in Mecklen burg, de feudale. Een offer aan de liberale denkbeel den, in schijn, in theorie. In de prak tijk niet. En daarom is het oude regime, dat althans eerlijk is, wellicht te verkiezen boven deze moderne liberaliteit". De Engelsche regeering heeft een Blauwboek over de Balkanlanden open baar gemaakt. Het bestaat uit 268 bladzijden en bevat 160 documenten en drie bijvoegsels. Het vermeldt de geschiedenis der onlusten in Macedonië moorden, plunderingen euz. tusschen Januari 1907 en April 1908. Het Blauwboek handelt vooral over de wandaden door de benden gepleegd en de diplomatieke vertoogen, door Engeland gehouden ter verbetering van den toestand. De Engelsche consul te Saloniki deelde aan het gezantschap te Con- stantinopel mede, dat de Bulgaarsche comité's weder druk aan 't werk gaan in het district Castoria, waar 8 per sonen (3 vrouwen) op hun last ter dood gebracht werden. Maar niettemin is het aantal misdaden, door Bulgaren tegen niet-Bulgaren gepleegd, aan merkelijk aan het verminderen. De revolutionnaire Bulgaarsche leiders zijn onderling verdeeld en de Bulgaarsche comité's geven vele teekenen van zwak heid en verval. Eerste Kamer. De leden der Eerste Kamer der Staten-Generaal zijn tot hervatting der werkzaamheden bijeengeroepen Eene Episode uit de martelingen, door Czaar Peter den Grooten, van Rusland, de vrijheidlievende Strelitzers aangedaan, DOOR 21) Deze Prior had, met grooten moed, de gruwelen van Iwans goddeloos en zedeloos hof op 't ernstigst bestraft. Vol geestdrift en ontembare heldenmoed, was hij den vreese- lijken Iwan tegengetreden. Had hem op zijn plicht als Czaar gewezen. Op het gruwelijke, tot allerlei zonden en baldadigheden het Rus sische volk voerend, voorbeeld, dat hij gaf. Van rechtvaardigheid, matigheid, een toe komstig, Godsgericht had hij hem gesproken. Maar ook van de kracht, die God geeft hen die van goeden wille zijn. En lwan had hem, tanden knarsend, aangehoord. Als blik semstralen schoten er vlammen uit zijne oogen, Maar geen woede van den Czaar, noch van zijne verblinden stoet had Philippus gevreesd. Men had den stoutmoedigen man, die wel een tweede Johannes den Dooper geleek, in eenen donkeren kerker gesleurd. Daar was, op eenen donkeren avond, de beul tot hem gekomen, en als Johannes, viel ook deze getrouwe door het zwaard, als een offer van zijn plicht en van de woede zijns vijands. Men had hem in een hoek van de gevan genis begraven. Lang was het onbekend gebleven. Maar later was zijn graf ontdekt. Vele pelgrimsgangers, duizenden en tiendui zenden stroomden er henen. De legende zegt, dat uit zijn graf een liefdelijke geur van rozen, violen en lelies oprees, die, als 't ware, de schutsengelen en zinnebeelden waren van den vromen geest des eenvaardi gen Priors. Nü was het Peter, alsof hij Philippus in een Stralenkrans, van rozen doorweven, zag. Alsof deze hem vriendelijk aanzag en met opgeheven vinger sprak: «Vrees niet, Peter SablewskyGeen worg- koord moordt den vrijen geest. O! toon aan uwe vijanden een moed die voor geen dood terugdeinst! Ga ter dood, als gingt gij op tot een Hoogtij dsfeest! Uwe zaak is die van het Recht. Het Recht zal zegevieren! Vroeg of laat! Maar zeker eenmaal! Uw Vaderland roept u. Fiere zoon van Kasan 1 O! Roep het toe: Ik ben bereid!" Het schitterend visioen verdween. De stralenbundels verflauwden. De rozenkrans verloor zijn glans. Het hok was weer in het duister gehuld. Maar in de ziel van Peter straalde en flonkerde het. Die kon niet meer duister zijn. 't Was hem of daar binnen, een groote ster straalde, fonkelend van glans. Zooals er geen aan den avondhemel schittert. En bij haar licht zag hij 't Verleden, het Heden en een alles in flonkergloed zettende Toekomst. Zag hij Sofie, de handen zegenend en troostend over hem opgeheven. Hem voor zingend, als met de stem van een jubileerenden, triumfeerenden Engel een lied der Hoop, waarin het van heerlijkheid schitterde; een lied, dat de donkere ruimte met gouden glans scheen te vullen en in staat was, een leger van Martelaars ter overwinning te voeren: Vooruit! Uw plicht getrouwe geest! Tot lijden, sterven, onbevreesd Bereid Vooruit! de vlammen tegen! Het rad, de galg! Vooruit met God! Ontzindheid, trotsche heerschzucht spott'. Gij hebt de kroon der eer verkregen! De kroon, de martelkroon der eer. Gods Englenschaar ziet op u neêr, En juicht u toe. De vrijheid leve Geworgd door koord en galg en rad. Zij rijst; betreedt het gloriepaa; Dat al wat hoog denkt, haar omzweve! Er hangt een dreigent wolkgevaart, Waarop de Rus, ontmoedigd staart. Maar wolken scheuren, als de stralen Der zon haar dwingen te vergaan. Uw volk zal 't uur der Vrijheid slaan, Gij, Martelaar! doet het zegepralen! Vooruit! al dreigt het somber graf; Gij geeft uw volk, wat God u gaf: En uit uw groeve stijgen geuren, Wier walm versmelt, in 't vrijheidslied ,,'a Volks lentedag daagt in 't verschiet, „En stijgt ten trans, met schitterkleurcn ZEVENDE HOOFDSTUK. Een sombere najaarsmorgen rees op met matte en trage stralen. De lucht was met wolken overfloersd, vochtig en kil. Een natte nevel sloop, als een spook, over de aarde heên, trachtend alles wat hij ontmoette, in zijnen vochtigen doek te versmoren. (Wordt vtrvolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1908 | | pagina 1