NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. GIOVANNI IL FOREMEN. FEUILLETON. rMO 50 Zaterdag 20 Juni 1908 Zeven-en-dertigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG: Zij die zich met 1 Juli op ons blad abonneeren ontvangen de tot die datum verschijnende nummers kosteloos. Van den Hak op den Tak. Plaatselijk Nieuws. Een verhaal uit Sicilië. Amersfoortsche Courant «-* '-Tt'* ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad f 0.75; Franco per post door het geheele Rijk 1. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. er althans iets anders, iets beters voor in de plaats te geven. Ook te Rotterdam zal de kermis tot het verleden gaan behooren. Althans: oüe vroede Raad van Rotterdam Nam onlangs een besluit, Dat voor een deel der burgerij Na juist niet gunstig luidt. De kermis ook nog voor het jaar acht, Al stond ze voor de deur Heeft men zoo maar om hals gebracht, En wel na kort gezeur. Hij (de Raad) velde met een meerderheid. Al was ze ook niet groot Met kalmte en vastberadenheid Het vonnis van den dood. Begraven is nu d'oude juf, Het is met haar gedaan Het mensch was kreupel, ziek en suf, Er was geen redden aan". Zoo oordeelt de Rolierdamsche dichter Boudens, maar zoo heel stilletjes zal de uitvaart der kermis, naar we vreezen, niet gaan. Een der raads leden, die gestemd heeft vóór de af schaffing, krijgt er nu al last van. Hij ontvangt telkens dreigbrieven, waarin hem een serenade met ketel muziek of een pak slaag wordt toe gezegd. 't Kan er in Augustus weieens roerig worden in RotterdamEen politie agent aldaar dien we spraken, vreesde hetzelfde en dat stemde hem, naar het scheen, niet prettig. Geen wonder: benijdenswaardig is het baantje van politieagent bij zulke troebelen niet. Ook heeft de politieman dikwijls nog andere redenen tot klagen. Hieraan wordt in een typisch leekendichtje in de Politiebode uiting gegeven, 't Is in seen mooie stad in 't Zuiden", dat een kleine kleuter aan zijn vader, die «diender" is, vraagt, waarom zij niet, als anderen, eiken Zondag kunnen gaan wandelen, waarom papa, als dit eens plaats heeft, geen hoed of pet, maar steeds den helm, opzet, waarom papaatje dan ook niet een sigaar of pijp rookt, evenals tehuis. En dan is het antwoord: Uitgever G. J. SLOTHOUWER. BureauLangestraat 77. Telephoonno. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/i Cent. Advertentiên viermaal geplaatst worden sleohts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte Reeds jaren geleden beeft men te Kampen de kermis afgeschaft en vreemd is het derhalve te lezen, dat sinds dien de kermis aldaar geregeld in bloei toeneemt. Dit jaar zijn alle plaatsen, waar de vermakelijkheden gehouden worden, bezet Och hier blijkt dus al weer, dat de groote massa van het volk, sliet publiek." gesteld is op een «weekje van pleizier." En dat is zeer natuurlijk en daaiin ligt niets lachbaars, mits men pleizier weet te maken op fatsoen lijke wijze. Ook te dezen opzichte moet het volk nog worden opgevoed. En nu verstaan wij onder «het volk" niet alleen den minderen man, want ook behalve dezen zijn er velen, die van elke feestviering een janboel of dronkemanspartij maken. Bovenal staat het bij ons vast: wie wil meewerken om ouze volks vermakelijkheden te veredelen, wie ons volk ontspanning wil geven, pret wil doen maken zonder dat bet daarbij vervalt tot ongebondenheid, brood dronkenheid en erger, die were aller eerst den alcohol. Waar deze nog noodig wordt geacht om de feest vreugde op te wekken ot te verhoogen, daar raakt waar velen niet in staat zijn maat te houden de ware feesttoon zoek, het dier krijgt de overhand in den mensch en de rest weet u. Men behoeft dan ook niet te behooren tot hen, die een afkeer hebben van 'swerels geneugten, om onder zoodanige omstandigheden vóór afschaffing te pleiten. Men zoeke echter de oorzaak van het ver keerde daar, waar ze is te vinden, en ontneme aart het volk niets zonder «Kindren," spr.k de grijze diender, 's Zondags werkt niemand, zoo ge ziet, Maar alleen een diender kent zoo'n Wekelijkschen rustdag niet. Waarom papa niet loopt te dampen, Als hij eens uit wand'len gaat? 'fis verboden, kleine kleuter, Vóór de klok 8 uren slaat. Wil papaatje eens gaan wand'len Vrij en frank, als ieder doet, Bevrjjd van helm en lange sabel En gekleed met pet of hoed, Moet hij eerst den baas gaan vragen Om in politiek te gaan, En trekt dan blij als een kleine jongen Zijn beste Zondagsch pakjen aan" 'tls ook een moeilijk baantje, dat van politieagent. Doet hij zijn plicht, dan wordt hem dat vaak nog kwalijk genomen of men neemt hem er tus- schen. Dezer dagen reed in de hoofd stad een fietsrijder een «verboden" straat inagent houdt hem tegen «Hoe is u naam?" sjansen" Ik laat me niet beetnemen, vriend, er zijn in Amsterdam zooveel Jansens. Hoe heet je?" Nu dan: Joost van den Vondel, boekhouder in de Bank van Lening in de Lombardsteeg." Dank u," sprak de agent, die tevre den scheen en niet begreep, dat het apenkooi was. Ja, er wordt wat kool verkocht in de wereld. Er wordt zooveel verteld gezegd en ge schreven als hoogst belangrijk en gewichtig, waarvan men ten slotte moet verklaren «Allemaal larie, gek heid, bedrog! 'tls kool!" Schaper zong immers in zijn goede dagen »De kool is een vrucht, 'kheb het dikwijls [gelezen, Heet veel op bet oog, maar toch weinig in [wezen, Een waterige vrucht, waar geen voedsel [in zit, Verbazend in omvang maar schier zonder [pit". «Kool" verkocht ook een boertje voor de Amsterdamsche rechtbank. Als getuige verklaarde hij den leeftijd te hebben van 49 jaar, maar de Burgerlijke stand wees uit, dat hij 10 jaar jonger was. De man wou het niet gelooven: «Wel neen,'t kan niet zijn", bij wou immers't volgend jaar een feestje geven, vanwege zijn halve-eeuwsche bestaan en dan trak- teeren op koek en jenever. De presi dent verklaarde echter u is 39 jaar. Zuchtend berustte toen het boertje, maar hoofdschuddend over zijn jeugd verliet h[j de zaal en vertelde op de gang aan ieder, die het hooren wilde, dat hij opeens 10 jaar jonger was geworden. Hij had een verjongings kuur ondergaan. Keuvelaar. Ter Dinsdagavond gehouden vergadering van «Volksonderwijs" werd tot afgevaardigde naar de Bonds vergadering gekozen de heer A. Bom mel en als zijn plaatsvervanger Ds. J. L. F. de Meyere. Besloten werd voor de vacature in het Bondsbestuur, ont staan door het periodiek aftreden van den heer G. A. C. van Goor te stemmen op dr. E. van de Stadt te Zaandam. In de plaats van den heer Celosse, die wegens drukke bezigheden als bestuurslid bedankte, werd gekozen de heer A. Veen. Besloten werd de heer H. J. Schreu- der van «Klein Warnsborn" uit te noodigen over het vraagstuk der achterlijke kinderen alhier te komen spreken. In eene volgende vergadering zullen voorstellen worden gedaan tot het bevorderen van getrouw school bezoek ter voorkoming vantezwaren lichamelijk arbeid door kinderen vóór schooltijd. Bij Kon. Besluit is Mr. W. H. de Beaufort te Leusden herbenoemd als Watergraaf van het Heemraad schap «De Eem, beken en aankleven van dien." Door het groot te kort aan vrijwilligers bij de cavallerie, zal in October a.s. het escadron ordonnansen, dat tot nu toe uitsluitend uit vrij willigers bestond, met miliciens worden aangevuld, wal sedert de oprichting van het escadron in 1881 niet plaats had. De Amersfoortsche muziekver- eeniging gaf j.l. Dinsdagavond haar tweede concert in het plantsoen. Niettegenstaande het regenachtige weder woonde een talrijk publiek de uitvoering bij. Velen zullen zich met ons hebben geërgerd dat door het rumoerig gestoei der jongeren zooveel van het genot verloren ging. Zouden de Haagbewoners, die de tent op zoo afdoende wijze in bescherming namen, ook hiervoor niet kunnen waken? In andere plaatsen is bij volksconcerten gedurende de uitvoering der Dummers bet heen en weer loopen verboden. Waarom zou dat hier niet kunnen. Bij het te Utrecht gehouden nationaal Kegelconcours behaalde de Kegelclubs U. D. I. en Houdt plank" van hier respectievelijk den lOen en 13en korpsprijs met 154 en 151 houten. De heer G. H. J. Bonnier be haalde te Utrecht bij het Nationale Kegelconcours op de personeele baan den 4en piijs met 38 punten. Bij een bewoner der St. Andries- straat is onder een broed kuikens er één met een dubbel stel pooten ter wereld gekomen. Voor globe-trotters om van te watertanden. Aan het politiebureau zijn voor de eigenaars terug te bekomen een werkmansjas en een dames-ceintuur. Men zij gewaarschuwd voor twee donker uitziende vrouwen van vreemde nationaliteit, die enkele dagen te Hil versum rondzwierven en bij verschil lende winkeliers hun slag trachtten te slaan door de laden te lichten en inkoopen te doen, terwijl ze voorga ven, het geld reeds op de toonbank te hebben gelegd. Reeds zijn een paar winkeliers de dupe geworden van de sluwe oplicht- sters, die in de richting Amersfoort zijn verdwenen. Uit het Zweedsch van SOPHIE ELKAN. 8) En overal in de kerk kinderen, kinderen, kinderenHuisvaders met zuigelingen op den arm, moeders wier kleintjes achter haar aan trippelden. Grootere kinderen droegen, ofschoon zelf nog klein, jongere broertjes en zusjes. Men moest er niet naar vragen hoe zij ze droegen. Hijgend en sleepend en zoo onhan- o' "at de roode lichaampjes geheel bloot zichtbaar waren. Vele kleedingstukken waren het dan ook niet, die aldus opgetrokken w erden, vooral niet bij de kleine meisjes, die niets anders dan een hemd en een jurk aan hadden. J De meer ontwikkelde kinderen bleven voor de katafalk staan en spelden, tot groote be wondering en voldoening van ouders en groot ouders, de opschriften. Anderen klauterden tegen alle onmogelijke en ondenkbare plaatsen op, nestelden zich in vensternissen, op altaar- en preekstoel-trappen. De jongens, die gewoon waren de expeditie naar Afrika te spelen (men hield dit nog altijd vol, zelfs na Amba Aligi) waren te zamen naar de kerk geko men en zaten nu bij elkaar boven op het hek dat een der zijkapellen afsloot. Geen oogen- blik hielden de waaghalzen zich rustig onder hunne pogingen zich in ovenwicht daar om hoog te houden. Hun aanvoerder methetzwarte kroeshaar was de teugellooste van allen. Het grootste gedrang werd veroorzaakt door de halfvolwassen meisjes der stad en omstre ken, twaalf- en dertienjarige schepseltjes, met vermetele, uitdagende oogen en zeer onbeschaamde manieren. Zij verdrongen en duwden iedereen, vooral de jongelieden en knapen, die haar in het voorbijgaan liefde woordjes toevoegden. Er kwamen ook stille, jonge, pasgehuwde schoonheden binnen, met betooverde, ijver zuchtige mannengrijsaards en oude vrouwen een aantal nonnen uit het naburige klooster; eenige deftige gendarmen in groot tenue. De Misdienaars waren bezig aan het hoogaltaar rnet het in orde brengen van het altaarkleed en het gereed zetten der gewijde zaken. Nu staken zij de lange waskaarsen op, de eene na de andere. De organist zat reeds aan het orgel; men bemerkte dit aan de onharmo nische, noodelooze geluiden, die telkens onder het gewelf weerklonken, terwijl beneden in het gebouw de stadsmuziek hare koperen in strumenten beproefde. Nu bruiste er als een golf door het schip der kerk; het waren de schoolkinderen, die binnenstroomden en on der het toezicht der onderwijzers en onder wijzeressen hunne plaats op de rijen stoelen innamen. Het ging ook daar levendig toe, een gefluister, geschuifel en getrappel, een puffen en opspringen van de zijde der jongens en een voortdurend, onvermoeid helpen met het in orde brengen der sluiers en omslag doeken der meisjes. De kerkklokken begonnen met elke minuut met sterker en voller tonen te luiden. Thans trad de overheid binnen en nam hare plaats in. De burgemeester en zijne beide wethouders bestegen deftig de met Italiaansche vlaggen versierde estrade en zet ten zich neêr op de eereplaats in de vergulde, met zijden damast bekleede armstoelen. On middellijk na hen volgden de majoor, de twee kapiteins en de zes luitenants in parade-uni form. Zij gingen onder luid gerinkel van sabels zitten. De muzikanten begonnen te blazen. Een prachtige treurmarsch weerklonk door den Dom allen stonden op en bleven staan, ter wijl de priester en koorknapen van uit de sacristie te voorschijn traden en zich aan het altaar gereed maakten tot het vieren van den lijkdienst. Er heerschte een aangrijpende, diep ontroerende stemming. De marsch begon als een jubelhymne; men hoorde het gedonder van kanonnen en het geroffel van trommen; dan volgde een smeekend, weemoedvol, tril lend rouwmotief, dat voortdurend klom en de jubelhymne van lieverlede het zwijgen op legde; daarop weder tromgeroffel maar ora- floersd en aan de treurmarsch paarde zich de triomfmarsch in mineur. Overal in het gebouw vernam men snikken. Vlak bij de katafalk, zóó dicht, dat deze zich bijna over haar heen scheen te buigen, lag een neèrgeknielde, ineengedoken gestalte. Het was Giovanni il forestiere. Hij had zich vast gegrepen aan een tip van het zwarte kleed, dat de katafalk bedekte, en hield haar kramp achtig omklemd, terwijl zijne lippen zich voortdurend bewogen. Nu verstomde de treurmarsch; het orgel viel in en de mis begon. Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1908 | | pagina 1