NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. BUITENLAND. iVo 85 Woensdag 21 October 1908 Zeven cu dertig* VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. DOCTOR JOZEF. Amersfoortsche Gourai ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad f 0.75; Franco per post door het geheele Rijk 1. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden niter lij k Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Bureau: Langestraat 77. Telephoonno.69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer Tl, Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte De crisis in den Balkan. De conferentie en het program. Men schrijft aan liet «Handelsbl." De voorbarige plublicatie der pun ten, die Engeland, Frankrijk en Rus land als ter behandeling op de con ferentie der mogendheden badden voorgesteld, beeft niet bijgedragen om de vooruitzichten voor die conferentie te bevorderen en heeft nu reeds tot de overtuiging geleid, dat er nog beel wat onderhandelingen en bespre kingen noodig zullen zijn, om bet definitieve program vast te stellen. Daarbij komt nog, dat de voorloopige arbeid voor de conferentie bemoeilijkt wordt door de krijgstoerustingen in Bulgarije, door de zeer opgewonden stemming in Servië en door de hou ding van Montenegro, dat zich- bij de mogendheden beklaagt over de militaire toerustingen van Oostenrijk. Het is niet gemakkelijk de stemming en de militaire maatregelen in die Balkanstaten op de juiste waarde en de ernstige beteekenis te schatten. Het blijkt wel dat de groote mogend heden zich ernstig bezig houden met bet sussen van elke beweging. Maar of dat baten zal is voor het oogenblik nog zeer de vraag. In Bulgarije zijn thans staatslieden, die elke bemoeiing van Europa met wat zij eeu quaestie tusschen hun regeering en Turkije achten, reeds bij vooi baat afwijzen. Zij willen niet dat Europa de schadeloosstelling zal bepalen, die Bulgarije aan Turkije moet betalen. Zij verwachten van een oorlogskans voor Bulgarije grooter voordeel, dan van een conferentie, en zijn niet ongeneigd dit avontuur te wagen, in de hoop dat er voor de Groot-Bulgaarsche idee nog wel wat uit te halen valt. Verstandige raadslieden geven weliswaar den raad de zaak niet te ver te drijven; maar wat baat dat, als eens de volksgeest is opgezweept. Turkije heeft ernstige maatregelen noodig geacht, niet om oorlog te voeren, maar om zich tegen een aan val voor te bereiden. In het ministerie van oorlog heerscht koortsachtige werkzaamheid. De troepenbeweging der Aziatische redifs is begonnende Porte stelt dit voor als onbeteeke- nend, maar de gemoederen worden er toch door opgewonden. Bovendien vreest Turkije voor een inval van Servische en Montenegrijn- sche zijde in Novibazar, waardoor deze beide Servische staten zich zouden kunnen vereenigen. Dat zou wellicht aanleiding kunnen geven tot vijandelijk heden in den geheelen Balkan. En daarom haast Turkije zich, de garni zoenen in Novibazar te versterken. Beslist spreekt Turkije het voor nemen uit, elke compensatie aan Servië en Montenegro op zijn kosten te weigerenen eveneens zijn com pensaties aan die staatjes van Oosten rijk niet te wachten. De Oostenrijkscbe gezant te Koristantinopei verklaarde aan Tewfik-pasjaOostenrijk heeft het Sandjak Novibazar slechts aan Turkije teruggegeven onder voor waarde, dat deze provincie aan Turkije zal blijven en Oostenrijk acht zich ervoor verantwoordelijk, dat dit ge schiedt. Oostenrijk zou ernstig moeten opkomen tegen een verdeeling van het Sandjak onder Servië en Monte negro, daar de monarchie er prijs op stelt, den huurman van Turkije te blijven. Te weenen is het nog steeds niet duidelijk, hoe het eigenlijk met de voorbereiding en publicatie van het program der drie mogendheden is gegaan. De tekst er van was reeds gepubliceerd, toen Pichon dien aan de gezanten van Oostenrijk en Italië mededeelde. De Oostenrijksche gezant protesteerde onmiddellijk tegen de «toekenning van territoriale schade loosstelling aan Servië en Montenegro Pichon verklaarde, dat hij dit punt eveneens bedenkelijk achtte, en te Londen op wijziging had aangedrongen. Zoo was dus een nog niet vastgesteld program niet alleen geplubliceerd, maar ook aan de gezanten der mogend heden medegedeeld. Bij de bestaande onzekerheid over den tekst van het program werd besloten, met het uit spreken van een oordeel te wachten, tot de definitieve tekst, vastgesteld door de regeeringen van Engeland, Frankrijk en Rusland te Weenen ontvangen is. Wat de houding van Duitschland betreft, daarover is men sedert het overhandigen van 's Keizers schrijven door den gezant Von Tschirschky aan keizer Franz Josef volkomen onderricht. Na het overhandigen van dit schrijven had Von Tschirschky een onderhoud met Aebrenthal> waarin hij dezen verzekerde, dat Duitschland Oosterijk zal steunen en niets in de Balkan-crissis zal ondernemen, wat tegen Oostenrijksch belang is. Uit Konstantinopel wordt gemeld De minister van buitenlandsche zaken, Tevvfik pasja, heeft aan een redacteur van de Tanin medegedeeld, dat Turkije het bekend geworden program voor de conferentie niet kan aanvaarden. Het Turksche program zal luiden: lo. erkenning der proclamatie van Bulgarije tot een koninkrijk 2d. erkenning der annexatie van Bosnië en Herzegowina; 3o. vaststelling der verplichting om een deel der Turksche staatsschuld en andere financieele en politieke verplichtingen over te nemen 4o vaststelling der integriteit van het Turksche rijk, De minister erkeüde, dat de Porte overwogen had, de conflicten met Oostenrijk en Bulgarije rechtstreeks te regelen, maar op dit punt nog geen besluit genomen heeft. De positie van Servië. De Servische minister van buiten landsche zaken, Milovanowitsje is naar Berlijn vertrokken, waar hij een onderhoud hoopt, te hebben met den Russischen minister Iswolsky, met den Duitschen minister Von Schoen en wellicht ook met Von Bülow. Van Berlijn zal bij naar Parijs en Londen gaan. Hij hoopt dat de eischen van Servië gesteund zullen worden door de mogendheden. Mocht dit niet het geval zijn, dan zal hij zijn ontslag nemen. Zijn opvolger zal dan genoodzaakt zijn, rekening te houden met de wenschon des volks. Vóór zijn vertrek had Milovanowitsj een onderhoud van kroonprins George, die hem zeide: «Gij reist naar Europa met een belangrijke delicate zending. Maar gij moogt niet vergeten, dat gij spreekt namens 250,000 bajonetten. Gij moogt niemand als smeekeling naderenwant wie als spreker namens 250,000 bajonetten optreedt heeft geen reden, te vreezen of concessies te doen. Slechts wanneer gij in naam van dit kwart millioen bajonetten gespro ken hebt, moogt gij naar het vader land terugkeeren." Inmiddels is de Servische artillerie nog steeds niet in staat, dit kwart millioen bajonetten van prins George te steunen. De vijftien batterijen van Schneider te Creusot staan nog steeds ergens in Oostenrijk. Zaterdag werd te Mariatheresienstadt een transport van drie snëlvuurkanonnen uit Frank rijk voor Servië bestemd aangehouden en te Neusatz een zending van een sneltreinlocomotief uit Duischland. Omtrent de reeds verleden week medegedeelde wapensmokkelarij uit Hongarije naar Servië wordt nog mede gedeeld: Het vervoer van wapenen op groote schaal had plaats op valsche, met den naam van den minister graaf Julius Andrassy onder teek ends passen. Het is gebleken dat de Belgradosche bankier Tschialowitsj, die onlangs een millioen dinars stortte voor het oorlogsfonds, op zijn kosten in Oosten rijk en Duitschland afgekeurde wapens liet opkoopen en naar Servië trans porteeren. Reeds zijn groote bezen- dingen op die wijze in Servië aan gekomen. Thans heeft de Hongaarsche regeering een streng verbod tegen het uitvoeren van wapensuitgevaardigd. Berichten uit Bulgarije. De berichten uit Sofia luiden zeer onrustbarend. Het geheele handels verkeer staat stil, want iedereen be reidt zich voor op oorlog. De bladen achten den toestand zeer ernstig, op grond der berichten, dat Turkije zijn reserves oproept, onder het voorwend sel, dat dit voor de gewone drie- weeksche oefeningen is. Naar aan leiding hiervan heeft het Bulgaarsche ministerie de oproeping van alle reservisten overwogenwant het meent, dat Bulgarije niet kan toe laten, dal Turkije door een geleidelijke mobilisatie een voorsprong krijgt. Zoo de Porte de oorlogstoerustingen niet staakt, is een oorlog onvermijdelijk, ondanks de vredelievende pogingen, die in Sofia en Konstantinopel worden aangewend om een uitbarsting te voorkomen. Er schijnt in Bulgarije een machtige partij te zijn, die ondanks alle vredelievende verzekeringen van de Regeering, het oogenblik voor een aanval op Turkije gekomen acht. Koning Ferdinand poogt, zoowel bij de regeering als bij het leger, gunstigeu invloed te oefenen voor het behoud van den vrede, en voor een kalme oplossing. De Orien tspoorweg. Te midden van al deze tegenstrij dige berichten komen nu die over de quaestie van den Orientspoorweg den toestand nog meer verwarren. De oxploitatiemaatscbappij staat nog steeds op het standpunt, dat zij zon der toestemming van Turkije niet met Bulgarije kan onderbandelen. De Bul- gaarsche verklaring, dat de regeering- wel het exploitatierecht der Orieni- lijn-maatschappij, maar niet het eigendomsrecht van Turkije wil erken nen en aflossen, wordt in Oostenrijk onaannemelijk verklaard, wijl dit de erkenning van openlijken roof wezen Uit het Zwcedsch DOOR SOPHIE ELKAN. 1) Waarom ik liem doctor Jozef noem? Hij heette immers niet Jozef. Zijn naam was Klas Kristoffer Sylvius. Zal ik u vertellen -waarom ik hem dien bijnaam schonk? Ik weet niet goed of ik het wel doen zal. Ziet gij, dien naam staat in verband met eene geschiedenis, die niet gemakkelijk te verhalen is, tenzij dat men haar niet geheel naar waarheid zou mededeelen en gaf men haar niet volkomen getrouw weêr, dan zou het in het geheel geen geschiedenis meer zijn. Ik schaam er mij thans over en heb er mij over geschaamd van het oogenblik af, waarop het eene geschiedenis werd. Mijne eenige verontschuldiging is, ja, ik weet eigenlijk niet waarin mijne eenio-e verontschuldiging zou liggen, als het niet is dat ik in verzoeking kwam het te doen en zooals gewoonlijk met ieder het geval is, voor de verleiding bezweek. Zie mij niet zoo ontsteld aan I Gij weet wel dat gij niet alles wat ik zeg naar den letter op moet nemen. Gij meent, dat doctor Klas Kristoffer Sylvius al heel weinig verleidelijk is. Dat ben ik met u eens. Hoe lang het geleden is sedert ik hem voor het laatst sprak? Laat mij eens even nadenken zes of zeven jaren. En hij zag er toen uit zooals nu, even blozend, even gebogen van rug, even rond. Doctor Jozef is niet veranderlijk. Dat zijn mannen als hij nooit. Ik vermoed althans dat hij zichzelf is gebleven. Gij weet dat ik hem nooit meer ontmoet. Ik zag hem slechts bij toeval een oogenblik geleden voorbijgaan. Dat was zulk een onverwachte verschijning, dat ik mij onwillekeurig den uitroep liet ontvallen «Wel! daar is waarlijk doctor JozefEn daarop hebt gij gevraagd waarom ik hem zoo noemde en nu wilt gij het verhaal daarvan aanhooren. Welnu, dat kan ik u wel vertellen. Ik benadeel er hem niet meê. Ik alleen heb mij daarin vreeselijk slecht gedragen. Ja, weet gij, ik zou voor niets ter wereld over deze zaak willen spreken met een man. Waarom niet, vraagt gij? Omdat ik aan vrouwenzaken geloof, in dezen zin dat er din gen zijn, welke wij niet aan mannen behoeven te zeggen, maar die zij zelf uit mogen vinden, voor het geval zij daartoe in staat zijn; bepaald -vrouwelijke denkbeelden, invallen, voorstellin gen en ja, waarom niet? ook beko ringen; al dat onbeschrijfelijk kleine en dat onmetelijk groote, dat bijeen behoorende en elkaar toch weêrsprekende, dat, te zamen genomen, het zoogenaamd neewig vrouwelijke" uitmaakt; dat wat hen in de vrouwen aantrekt, even goed als wij door het manne lijke worden aangetrokken. Maar toch was het niet doctor Jozef's mannelijkheid, wat mij in hem aantrok. Inte gendeel, zou ik haast zeggen. Maar ook dat is niet waar; immers hulpbehoevendheid is ook iets zoozeer aan dien man eigen en het was zijne hulpeloosheid, die mij aantrok in hem. Ja, lach gerust! Gij hebt groot gelijk. Ik houd over het algemeen niet van hulpbehoe vende heerenmaar er lag iets zoo roerends in zijne hulpeloosheid. Hij zag er uit alsof hij ons had willen smeeken ons zijn lot aan te trekken of wel hem met rust te laten, ik verstond niet goed wat van beide, alleen maar dat hij er uitzag alsof hij zich onmoge lijk kon redden. Meen daarom niet dat hij zich in eenig gevaar bevond. Hij kwam op een diner, volkomen onbekend in eeu kring waar allen elkander keilden. Dat was niet heel erg; maar een verpletterend iets voor hem. Ik zag aanstonds in, dat hij vreeselijk ver legen was. Het was trouwens niet bijzonder merkwaardig, dat ik dit opmerkte; ik wist het vooraf. Mijn man had tot mij gezegd «Luister eens, Marie, je moet je een beetje met doctor Sylvius bemoeien." »Wat bedoel je, Philip? Met wien moet ik mij bemoeien?" «Met doctor Sylvius. Hij is een mijner oude akademievrienden. Je zult hem bij Kron ont moeten. Het spjjt mij zeer, dat ik er niet heen kan gaan. Hij heeft in het geheel geen kennissen hier in de stad en hij is zoo onbe holpen, vooral in het gezelschap van dames." «Wat wil je dat ik met hem zal uitvoeren?" «Vriendelijk en lief tegenover hem zijn; hem op zijn gemak zetten. Dat kun je; je bezit in dat opzicht eene wonderbare macht. Beproef die eens op Klas KristofferGelukt je dat met hem, dan heb je waarlijk je riddersporen verdiend." Heet hij Klas Kristoffer Dat is ver schrikkelijk. Hoe kan men ooit op een ver- trouwelijken voet geraken met een man, die Klas Kristoffel heet?" "Op een goeden voet? Neen, verbeeld je niet dat dit mogelijk zal zijn met Sylvius! Dat is dan ook niet noodzakelijk. Maar hij is een hoogst wetenschappelijk ontwikkeld man en kan zeer belangwekkend zijn, als hij over zijn vak begint." Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1908 | | pagina 1