BhMNENLAND. Plaatselijk Nieuws. Gemengd Nieuws. YV zou. DY f^geering te Weenen ziet maar éért oplossingSchadevergoeding aan de maatschappij en aan Turkije. Bij de hardnekkigheid waarmede Bulgarije aan zijn onrechtmatige opvatting vasthoudt en de opgewon denheid, die daarover in Turkije ontstaat en die het gevaar voor ernstige verwikkelingen in zich bevat, wenscht men in Weenen de zoo spoedig mogelijke vaststelling van het program der conferentie, opdat die weldra kan bijeenkomen, voordat de opgehoopte brandstof in den Balkan vlam vatten zal. De Servische druktemak^fij ziet men in Weenen met zekere lank moedigheid aande boycot der Oostenrijksche goederen wordt voor weinig beteekenend gehouden, daar Oostenrijk in het afsluiten der grenzen een middel heeft dat Servië tot nadenken moet nopen, omdat het voor den Servischen Landbouw een pas weer verkregen afzetgebied zou sluiten. De stemming in Servië. BELGRADO, 18 Oct. (Reuter.) In den avond rukte een talrijke menigte beloogers van de winkels der Oosten rijksche en Hongaarsche kooplieden de schilden en naamborden af, die vernield en stukgeslagen werden. De gendarmerie poogde tevergeefsch de beioogeis uiteen te drijven zij vlucht ten in naburige straten, maar kwamen telkens weer bij elkaar. Te 9 uur werden twee compagnieën infanteiie ontboden om de orde te herstellen, hetgeen te 10 uur geschied was. Een groot aantal arrestaties hadden plaats. Nog voortdurend komen er uit de Vereenigde Staten berichten omtrent boscbbranden. Thans worden voor namelijk Michigan en Wisconsin geteisterd. Het dorpje Melz is ver moedelijk geheel en al verwoest. Een ti ein uitgezonden om de bewoners te redden, is op den terugweg, toen hij hel brandende gebied trachtle door te komen, ontspooid. Men vermoedt dat alle inzittende omgekomen zijn, maar hoe groot het aantal slachtoffers is weet men nog niet. Alleen zijn reeds de verkoolde overblijfselen van een aantal viouwen en kinderen gevonden. Volgens berichten van de Daily Mail zouden een machinist en een stoker van de locomotief van den *eiongelukten trein zich hebben weten te redden. Zij geven een vreeselijk relaas van den tocht door het bran dende gebied. De hitte was zoo groot, dat de mannen van de locomotief in een watertank kropen, toen bet water echter te warm werd, sprongen twee, de beide geredden, van den trein, de derde bleef in het water en zijn lijk werd later in hel kokende watei gevonden. Het verbaal is vreeselijk, maai wij zullen onzen lezers de verdere bijzonderheden besparen, omdat er wel een al te Amerikaansch tintje aan is. De laatste berichten schatten het aantal omgekomenen in het geteisterde gebied reeds op 130. Bezoldiging ambtenaren ter Gemeente-Secretarie. Van vele zijden wordt den laatsten tijd krachtig opgekomen voor verbe tering van de bezoldiging der amb tenaren ter gemeente-secretarie. Reeds deelden wij voor eenigen tijd mede, dat het bestuur van den Nederl. boud van gemeente ambtenaren besloot aan gedeputeerde staten der provinciën uitgezonderd Noordbrabant en Zuidholland, omdat deze bereids me dewerking toezegden beleefd te verzoeken, om, waar noodig, bij de gemeenteraden hun invloed ten goede te willen aanwenden. Maar het bestuur, de afdeelingen en onderafdeelingen van den bond zullen ook zelf trachten de gemeenteraden van het gerecht vaardigde en noodzakelijke van ver betering te overtuigen. Er wordt tegenwoordig zóó veel van de gemeen ten gevorderd, dat goed personeel, hetwelk in bijverdiensten geen bestaan behoeft te zoeken, een eerste eisch mag worden genoemd. Zonder behoor lijke uitvoering van de gemeentelijke taak kan het den Staat niet welgaan. Dat hebben gedeputeerde staten van alle provinciën begrepen, waar zij sedert korten tijd zij het dan dat hier en daar gegronde klachten over blijven over het geheele land berziening van de jaarwedden der burgemeesters, secretarissen en ontvangers ter hand namen. Intusschen zal meri slechts van een halven maat regel kunnen spreken, zoolang nog zoovele secretane-ambtenaien van wier behoorlijke weikzaamheid meestul voor een goed bestuur der gemeente evenveel afhangt als van die der andere gemeente-ambtenaren een belooning genieten volstrekt onvol doende om op de meest bescheiden wijze van te kunnen leven. Die be- looning is menigmaal minder dan de bezoldiging van onderwijzers, van de laagste ambtenaren ter provinciale griffie, bij de rijksverzekeringsbank of bij welke andere categorie van ambtenaren ook. Zij komt niet nabij zelfs aan het loon van vele gemeente werklieden, van brievenbestellers, van brugwachters; zij is niet groot genoeg in menig geval om loonkiezei te kunnen zijn of voor aan slag in de gemeentelijke inkomstenbelasting in aanmerking te kunnen komen. Gelukkige uitzondenngen daargela ten, blijken vooral ten plattenlande vele gemeenteraden nog altijd niet genoegzaam met den omvang der gemeentelijke werkzaamheid bekend, om het werk der gemeente-ambtenaren naar waarde te kunnen schatten. Dat gedeputeerde staten in dezen, waai noodig, een zachten drang uitoefenen, dat de wetgever zoo noodig ingrijpt, het mag zeker geacht worden te zijn een belang niet alleen vandeambie- naren ter gemeente-secretarie, maar hoogelijk gewenscht ook voor een goed bestuur van het geheele land. Het orgelconcert in de Ned. Herv. kerk gegeven ten bate voor bet bouwfonds der Christelijke Jonge- lingsvereeniguig heeft f90.— opge bracht. Zondagavond overleed de heer J. C. Manse, concierge aan de school Beekotiaat in den ouderdom van bijna 58 jaar. Hij was een man van nauw gezette plichtsbetrachting en gioote hulpvaardigheid, die zelfs meer dan zijn plicht deed. Hoofd en personeel hadden dan ook bijzonder veel met hem op. Aan den reserve-kapt. van de artillerie der landweer J. G. van Kooten, van het 18e landweerdistrict is met ingang van 1 November op zijn verzoek eervol ontslag verleend uit den militairen dienst. Hedenavond te 12 uur is 't kegelconcouis afgeloopen. Wie dus nog kaarten heeft, zorge dat hij ze heden vergooid. De hoogste stand is nog steeds 43. Donderdag en Vrijdag avond te negen uur korpswedstrijden. Lijst van Brieven en Briefkaar ten, geadresseerd aan onbekenden, verzonden van het postkantoor te Amersfoort, over de le helft der maand October 1908. Brieven Binnenland. 1. F. Smit Hilversum 2. Bloem Wh van Dalen Utrecht 3. - 4. Mej. J. Groenendal Vinkebuurt 5. Mevp. de Pesters Brieven Buitenland. 1. The manager of te Lady Yorkshire Briefkaarten Binnenland. 1. R. A. v/d Veer Haag 2. L. Wallie Hoorn 3. J. van Elowijk Rotterdam 4. Mej. Anna Smeins Stadspolder 5. E Brouwer Utrecht b. Mej M. H. Bakker Voorburg 7. Zonder adres 7 8. Mevr. Jansen Briefkaarten Buitenland. I. Ingenieur A. Grosse Dresden. 21 drukwerken. Op de paardenmarkt waren aangevoerd 330 paarden, 120 hitten en 30 veulens. Luxe paarden golden van f425f550. Weikpaarden f175f400. Slachtpaarden f 70—f 130. Veulens f 100f260. Hitten f 80f 190. Bij afwezigheid van buitenlandsche kooplui werd er weinig verhandeld. Quick—P. W. 3—1. Zondag had bovengenoemde wed strijd plaats. Om twee uur stellen beide partijen zich onder scheids rechter Makkink op. P. W. volledig, Quick met een invaller voor Kam, in wiens plaats van Vlooien meespeelt. Dadelijk na de aftrap neemt P. W. het spel in handen en beeft Quick niets in te brengen. Aanval op aanval wordt door de P. W. voorhoede on dernomen. De achterhoede van Quick is lang niet op dreef en Keetell en Veenhuizen missen om 't hardst. In deze periode valt vooral 't uitstekende spel van Coenen op, telkenmale geeft hij de bal prachtig aan zijn voorhoede. Maar ook deze is niet op dreef. Ver band zit er totaal niet in, een enkele maal biengt de Stoppelaar op, maar de rennen langs 't lijntje, die we van hem gewoon zijn blijven achterwege. De P. W. achterhoede, heeft dan ook weinig moeite met de Amersfooitsche voorhoede. Dat P. W. niet doelpunt komt hoofdzakelijk door 't slechte schieten. Eindelijk gelukt 't de rood- wit-blauwe toch, v. d. Plank talmt wat lang, waarvan de middenvoor gebruik maakt en P. W's. eenige doelpunt maakt. Dit punt had v. d. Plank beslist kunnen verhinderen. Nu komt er wat meer teekening in de Quick-voorhoede, maar voor rust gebeurt er niets geen bijzonders meer. Daarna is Quick gesteund door den wind sterker en 't is nu vooral de linkervleugel die mooi opbrengt. Een der P. W. achterspelers zondigt in 't strafschop gebied. Maar ook deze strafschop heeft geen resultaat, daar Walter Scott keihard tegen de doel- verdediger aanschiet. De Amersfoort- sche achterhoede is beter op dreef dan voor rust, zoodat de doorbraken van P. VV. onderbroken worden.Eindelijk breekt de Stoppelaar door, schiet tegen de paal, Muijs vangt op en doelpunt via de lat, volgens velen buitenspel. Het publiek begint zich nu ook te roeren, vooral 't jongere geslacht. Quick behoudt de overhand. De Stoppelaar zet prachtig voor en Marin kopt de bal in 't doel. Dit was 't mooiste punt. Dit ontmoedigt P. W. ze beginnen tenminste eenigs- zins zenuwachtig te spelen. Een hooge bal, kopt van Vlooten in de richting van 't doel. De doelverdedigor loopt toe, maar zeker in de mening dat de bal er naast zal gaan, blijft bij staan en laat de bal kalm langs zich heen in 't doel gaan. Alzoo 3 1 voor Quick. In deze stand komt geen verandering. Vermelding verdienen nog eeuige prachtige scholen van Waker Scott, die echter geen resul taat opleveren. Quick wint alzoo, eenigszins gellatteerd met 31. Het spel van P. W. was over 't algemeen mooier, meer af. De achter- spelers, linksbuiten en middenvoor dienen vermelding. Bij Quick was Coeneu veueweg de beste. v. Goor werkte als altijd bard, maar moet zijn voorwaarts meer voeden, ook Dalhuizen heeft datzelfde gebrek. De beide achterspelers Keetell en Veen- huizen erg onzeker, terwijl van der Plank behoudens die enkele fout goed werK verrichtte. De voorhoede moet veel meer samenspelen. Voor rust was de Stoppelaar de beste, na rust Muys en Walter Scott. Marin is niet meer wat bij geweest is, 't schieten schijnt hij totaal verleerd te zijn. v. Vlooten als invaller werkte bard, zijn inloopen is goed, maar hij weet met de bal geen weg. Quick mocht ook wel eens wat meer zorg aan haar costuum besteden, 't verschil met dat van P. W. was zeer groot, 't Heet rood, maar als je 't Quickcostuum ziet kom je tot de conclusie dat er elf verschillende kleuren rood beslaan. H. V. C. was Zondag niet erg gelukkig. Het eerste verloor te Zeist van Z. V. V. met 51, terwijl 't tweede op eigen terrein met 3—1 door A. W. uit Bussum werd geslagen. De twee vermiste Ballons. De «Plauen," een van de twee ver miste ballons, aan wier redding men steeds wanhoopte, is terecht. Reuter seint daaromtrent uit Londen, dd. 17 Oct., het volgende: De ballon Plauen is gisteravond met twee personen te Hult aan land gebracht door den stoomvischkotter Ruby, die den ballon in de Noordzee had gevonden. Woensdag jl. verloor de Plauen na een hoogte van zesduizend voet te hebben bereikt, zijn stijgkracht en er volgde plotseling een daling. De luchtschippers waren genoodzaakt allen ballast over boord te werpen tot hun kleeren toe. Niettemin viel de ballon in zee en het schuitje werd twee uren lang door het water ge sleept. De beide luchtvaarders hadden alle hoop op redding al opgegeven, toen de Ruby opdaagde en hun aan boord nam. Een tweede bericht meldt, dat ook de «Hergesell" gevonden is, maar helaas zonder de beide passagiers. Reuier seint hieromtrent dd. 17 October uit Yarmouth het volgende: De Noorsche stoomboot Naddod heeft hier heden aangebracht den laatsten vermisten ballon, «Hergesell," die drijvende in de Noordzee werd aangetroffen op honderd mijlen ten noord-noord westen van Helgoland, in half geledigden toestand. Geen spoor van de lucbtschippers werd gevonden. De ballon is aan de douane overgegeven. Omtrent do redding van den «Plau en" door den stoomtrawler Ruby, die de bemanning te Huil heeft aange bracht, wordt door den kapitein van de Ruby het volgende medegedeeld Toen we Woensdag tegen den mid dag 280 mijlen noord-oostelijk van Spurn-Head aan 't visscben waren, zagen we bij mistig weer op een afstand van ongeveer 8 mijlen een donker voorwerp. Wij stoomden er dadelijk been en vonden een ballon die met een snelheid van ongeveer 6 mijlen vlak boven het water zweefde, terwijl zijn mand telkens in zee kwam, in het touwwerk zagen we een man zitten. Er werd een kleine boot uitgezet, die bij de poging om de mand te naderen baast omgeslagen zou zijn. De heer Scheiterer sprong te water en werd gered; bij een tweede poging kon met veel moeite ook de heer Hackstetter aan boord van den trawler gebracht worden. Er werd bun eten en drinken gegeven, zij werden in dekens gewikkeld en naar bed gebiacht. Op de reis naar Huil werd de toestand van Scheiterer minder goedmet Hackstetter ging het beter. De beide heeren verklaar den, dat zij alles uit hun mand geworpen en alle hoop op redding al opgegeven hadden. Nader wordt bericht, dat de heeren Scheiterer en Hackstetter te Huil eerst naar een ziekenhuis zijn ge bracht, Scheiterer, die een paar ver wondingen had opgeloopen, moest verbonden worden. Later zijn zij naar een hotel gegaan. De beide geredden zijn later onder vraagd en hebben hun avonturen verteld. De «Plauen" was Dinsdag morgen vroeg om zes uur door den wind boven de zee gevoerd. De passa giers meenden zich in de richting naar Groenland te bevinden en hiel den hun ballon op een hoogte van ongeveer 400 Meter. Later waren zij, wegens het nevelachtige weer, genood zaakt hooger te stijgen en zij bereik ten een hoogte van 2000 Meter, doordat zij alle voorwerpen van eenig gewicht, zelfs kleedingstukken, over boord wierpen. Later daalde de ballon, alle ballast was reeds uitgeworpen, maar de ballon bleef op het water en de mand werd twee uren lang door de golven gesleept. De zware mand lossnijden ging niet, daar bij het uitwerpen van allen mogelijken ballast ook het eenige mes was verloren gegaan. De beide luchlschippers bevonden zich in een wanbopigen toestand. Door gemis aan voedsel uitgeput hadden zij de hoop op redding reeds opgegeven. Voordat Hackstetter het bewustzijn verloor hadden de vrienden elkander de hand gegeven en afscheid genomen. Nadat de avond gevallen was zag Scheiterer, die op den ring boven de mand geklommen was, door den nevel een schip aankomen. Hij schreeuwde het uit van blijdschap maar 't scheen wel of de vreugde hem van zijn laat ste krachten beroofde, want hij ver loor zijn houvast en viel in zee. Hij zou verdronken zijn, als het scbip hem op dat kritieke oogenblik niet had bereikt. Met groote moeite ge lukte het Hackstetter, die in het touw werk hing, te redden. Omtrent het vinden van den ver ongelukten ballon «Hergesell" komen ook nadere bijzonderheden. Reeds toen de Noorsche stoomboot «Naggod" Lowestoft passeerde, trok de groote massa touwwerk en doek de aandacht, die op het achterdek lag opgehoopt. Ook de kustwacht volgde met den kijker de vaart van het scheepje, dat gewoonlijk voor het vervoer van haring dient, tot aan den ingang van de nieuwe haven van Yarmouth. Van den wal kon men nu reeds zien, dat de massa touw werk de oveiblijfselen van een ballon waren. Kapitein Gundersen legde midden in de haven, vóór het douane-kan toor aan. Het bericht van de onge wone vracht die het scbip aan boord had, verspreidde zich bliksemsnel door de haven en van alle kanten werd geroepen: «Zijn ze gered?" Kapitein Gundersen schudde zwijgend en ont roerd het hoofd. Hij verhaalde dat hij bij donker weer den ballon hon derd mijlen ten noordwesten van Helgoland had gezien •De ballon was nog slechts ten halve gevuld en drong, toen het schip hun bereikt had, zich tegen het scheeps boord aan, zoodat de bemanning van de «Naggod" hem gemakkelijk kon bergen. De mand ontbrak en was naar het scheen met groot geweld van het netwerk losgescheurd ook in het touwwerk geen spoor van delucht- sch.ppers. Het ballon-omhulsel was doornat en had blijkbaar al uren in het water gelegen. Kapitein Gunder sen is overtuigd, dat de beide lucht schippers, de luitenant Förtsch en Hummel verdronken zijn. Ongetwijfeld is de mand door hen als laatste bal last losgesneden, om den ballon nog eenigen tijd zwevende te houden. Zwemgordels hadden zij niet bij zich. Luitenant Förtsch was luitenant bij de infanterie te Straatsburg en de tweede zoon van den President van het Reichsgericht te Leipzig, die zijn oudsten zoon reeds in den veldtocht in Zuid-VVest-Afrika heeft verloren. Hij zou zich juist Zondag verloofd hebben. Zijn metgezel was de jonge huzarenluitenant Hummel eveneens te Straatsburg in garnizoen. Een merkwaardige redding. De «New-York Times" geeft een relaas van de redding van de beman ning van het Noorweegsche schip «Yumuri", dat op de kust van Castle- eiland, een der Bahama-eilanden, was gestrand. De «Yumuri", een schip van 473 ton, was den lOen September 1.1. met een lading vruchten van Port Antonio naar Baltimore vertrokkeD. Een storm wierp het schip twee dagen later op de rotsen aan de kust van Castle- eiland. Den ganschen nacht bleef de equipage het aan boord van het schip uithouden, maar in den morgen van den 13en September bleek de toestand onhoudbaar en gaf de gezagvoerder Engebretsen zijn mannen den raad overboord te springen en te trachten het strand te bereiken. Castle-eiland is, behalve door den lichtwachter en zijne familie, onbe woond. De lichtwachter biacbt de schipbreukelingen zoo goed mogelijk onder dak in den vuurtoren, die ech ter van boven hun geen bescherming tegen den regen verleende. Den 15 September kwam het stoomschip «Prins Willem I" van den West-Indischen Mail in zicht en werd het sein gegeven«Schip in nood, zend boot om bemanning af te halen." Het weder was toen mooi, maar er stond een zware branding op de kust. De eerste officier van de «Prins Willem I", Wagemaker, bood zich aan om met een boot naar land te gaan en een uitgezochte ploeg werd te zijner be schikking gesteld. De eerste maat trachtte hij zijn boot door de branding naar land te brengen. De golfslag nam het ranke vaartuig op en wierp het op het strand, waarbij het een gat in den bodem bekwam. Het gat werd met zeildoek gedicht en de boot keerde met zes man van de «Yumuri" naar de «Prins Willem I" terug. De tweede maal liet Wagemaker op 30 voet afstand van de brekers het anker vallen en werden de schip breukelingen, door middel van een touw door de branding naar de sloep getrokken. Toen bleven nug de gezag voerder Engebretsen en een msn over. Voordat de derde poging tot redding kon worden ondernomen, werd de boot door een golf opgeno- nomen en tegen de rotsen geslingerd er kwam eeri nieuw gat in den bodem, zoodat het reddingswerk slechts kon worden voortgezet als een man het gat met zijn hand dicht hield ter wijl zijn makkers roeiden. Wagemaker was niet iri staat dicht genoeg bij de kust te komen, zoodat de lijn moest worden vastgemaakt aan een reddingboei. De overgebleven man weigerde echter het eiland te verlaten. Kapitein Engebretsen bond de lijn om zijn middel en bevestigde de kist met scheepspapieren op zijn hoofd. Zoo kwam hij aan boord van de boot, doch onderweg verloor bij de kist met de papieren. Bus sprong overboord om de kist nog te redden, doch zonder succes. Het reddingswerk haddrie uren ge duurd, en Wagemaker had driemaal de reis moeten doen, om allen te redden. De bemanning van de «Prins Willem I" toonde buitengewonen moed. Bij aankomst van de «Prins Wil lem I" te New-York werden de ge-

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1908 | | pagina 2