HIEDV E
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
No 102
Zaterdag 19 December 1908
Zeveo-en-derlifcHte jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Wie zich met 1
Januari 1909 op deze
Courant abonneert ont
vangt de tot dien datum
verschijnende nummers
gratis.
Van den flak op den Tak.
Gemeenteraad.
DE GETUIGE.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad f 0.75;
Franco per post door het geheele Rijk 1.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestraat 77. Telephoonno.69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte
Dezer dageu bebben we in de
nieuwsbladen kunnen lezen hoe aardig
Keizer Wilhelm door een eenvoudigen
loods op zijn voorman is gezet. Volgens
de Pester Lloyd had bet schip, waarop
de Keizer zich op een zijner zeetochten
bevond, een loods aanboord, die zich
natuurlijk aan het hoofdstuurrad
plaatste. Na eenige oogenblikken zette
de Keizer in hoogst eigen persoon
met ohejas en zuidwester gewapend,
zich aan het hulpstuurrad en trachtte
den koers te wijzigen.
•Maar de loods, niet wetende tegen wien bij
['t had,
Sprak: Ben jij de loods of ben ik 't op dit fregat
Die was raak, niet waar En de
Keizer voelde 't, maar toonde zich
niet «geraakt." Hij verliet het stuur
rad en begaf zich naar zijn kajuit.
Even later kwam hij terug met een
kistje sigaren
•Om nu den loods maar weer spoedig te brengen
[in zijn humeur,
Bracht bij hem een fijne kist sigaren, eenig
[van geur,
En sprak>Zie hier man, jij bent een flinke
[loo(d)s,
Ter eere daarvan schenk ik u deez' blikken
[doos
Volgens een bekend fabrikant te
Alkmaar zaten in die doos «fijne
Hollandsche sigaren," afkomstig van
zijn fabriek. Een buitenkansje dan
voor hem, want dat fijne merk, als
«De Loods" in den handel gebracht,
zal nu wel spoedig door de geheele
rookende wereld worden «getrokken."
Jammer, dat dit voorval niet wat
eer bekend is geworden, de Duitsche
Rijkskanselier had er zijn voordeel
mee kunnen doen. Want het leert
ons, dat de Keizer niet (pardon!)
koppig is; dat bij een wenk begrijpt
en er ook wel naar luisteren wil, als
die maar op de rechte manier ge
geven wordt. Had de kanselier ge
daan als de loods, en met het oog
op de buitenlandsche politiek, den
Keizer de vraag gesteld«Ben ik de
loods, die de Germania in veilige
haven zal brengen, of ben jij het?"
dan zou de Keizer ook ongetwijfeld
hier geantwoord hebben «Jij bent de
loods!" Eu wie weet, wat de Keizer
dan had meegebracht I
Een Keizerlijk geschenk is natuurlijk
steeds iets merkwaardigs, al is het
op zich zelf ook doodgewoon (wat
echter in dit geval het kistje sigaren,
blijkens de verklaring van den Alkmaar-
scben fabrikant, volstrekt niet was!)
Een merkwaardig en eigenaardig ge
schenk was ook dat, wat een Duitsche
oom onlangs aan zijn nicht mee ten
huwelijk gaf, n.l. een kistje met 200
blankgepoetste50 penningstukken,met
de volgende inscriptie op bet kistje:
•Mag nog zoo blauw en smetloos rein
De hemel van een huw'lijk zijn,
Het komt toch voor, dat de gemaal
Zich barsch toont als een man van staal.
Eu rimpelt zich zijn voorhoofdsveld,
Als gij timide vraagt om geld,
Dan, kindlief, klop je bij mjj aan,
En zegt: uSesam, wil open gaan!"
Ik denk, dat vele huwende nichtjes
wel zoo'n oompje zouden willen hebben.
En hem dan nog meer zouden waar-
deeren, als hij van tijd tot tijd Sesam
eens versterkte, opdat deze tot in
lengte van dagen dienst zou kunnen
doen. Dan kreeg de gift een meer
blijvend karakter, evenals hetgeschenk,
dat een Londensch koopman aan zijn
zoon overhandigde op den avond voor
diens huwelijk, 't Was een eenvoudig
gebonden boek, maar de inhoud was
belangrijk en zeer lezenswaardig.
Ieder blad toch werd gevormd met
bankbiljetten van honderd pond sterling
(f 1200 Op het titelblad stond
de opdracht, dat ieder jaar op den
verjaardig van bet huwelijk één der
bankbiljetten uitgescheurd en voor voor mannen, die met de leelijkste
een willekeurig doel gebruikt moest en meest mismaakte vrouwen wilden
worden. Op hoeveel levensjaren de
gever had gerekend, m. a. w. hoeveel
bladen het merkwaardige boek be
vatte, vermeldt de geschiedenis niet.
Wij hopen, dat de jonggehuwden,
zich houdende aan de opdracht, het
boek niet te spoedig «uitgelezen"
zullen hebben, en dat zij bij het be
palen van het «doel" niet alleen aan
zich zelf zullen denken.
In hetzelfde verband willen we nog
vermelden, wat een edelmoedige
Amerikaan, mr. Henry Hodgson te
St. Louis, aan zijn drie dochters mede
gaf. Aan de oudste betaalde bij bij
haar huwelijk haar gewicht in goud
uit, aan de tweede haar gewicht in
zilver, terwijl de jongste op haar
trouwdag haar gewicht in koper ont
ving. De eerste was dus in letterlijken
zin haar gewicht in goud waard. Of
zij daarom de beste partij was van
de drie!? De meest begeerlijke zeker
wel in het oog van jongelieden, die
geld het «hoogste" achten. Maar wie
instemt met zeker schrijver, die zegt:
«De ware. groote blijdschap ligt niet
in aardsch gewin en wereldsche
vreugde. Zij is gelegen in het geluk
der liefde, in het bewustzijn bemind
te worden en te mogen beminnen,"
die zal het zeker ook eens zijn met
een aanstaanden neef van me, die
aan mijn lieve nicht, nadat zij hem
het »ja"-woord had toegelispeld, de
liefdevolle bekentenis deed:
•ïk heb u gekozen uit zuivere min,
Daar schuilde geen greintje berekening in;
Ja, tuch wel, ik dachtaan den buiselijken haard
Is zoo'n schat van een vrouwtje miljoenen wel
[waard."
Dat jongmensch schijnt dus al een
beetje in de wereld te hebben rond
gekeken en te weten
•Bij een huwelijk om 't galletje
Wordt 't leven vaak een helletje."
In de Duitsche stad Haschman leefde
eens een goedhaitig rijk man, die in
zijn testament een fonds bestemde
trouwen Zoo krijgt daar de
leelijkste bruid van het jaar minstens
f 180, de mismaaktste f 144 en de
bedrogene 40 jarige f120. Of dat
gelukkige huwelijken zullen zijn? Ook
daar kan het sgelletje" van het
huwelijk wel eens een «helletje"
maken. Maar anders, och ja, waarom
niet? De «gelukkige schoenmaker"
zong, toen hij getrouwd was:
•'t Is waar, z' is leeljjk als de nacht,
Nog leelijker, dan 'k had gedacht,
Maar móóier ook, dan 'k had gedroomd,
Ik zeg dit vrij en onbeschroomd.
Dus raad ik elk: Kies u een vrouw,
Ze zij hoe 't zij, maar: lief en trouw."
Keuvelaar.
In de j.l. Dinsdagmiddag ge
houden raadsvergadering, gepresideerd
door den burgemeester Jhr. J. W. A.
Barchman Wuytiers; waren afwezig
de heeren van Kalken, Ruvs, Hagedoorn
en van Duinen, beide eerstgenoemden
met kennisgeving. Na vaststelling van
notulen der vergadering van 24
November 1.1. volgde de gebruikelijke
mededeeling der ingekomen stukken.
Als belangrijkste daarvan noemen wij
de goedkeuring van Gedeput. 8t. der
raadsbesluiten tot verhuring van ge
meentegrond aan het Bloemendal en
tot aankoop van grond voor de gas
fabriek, der gemeentebegrooting voor
1909, alle voor kennisgeving aange
nomen voorts de in ons vorig nummer
opgenomen nota omtrent het optreden
van de heer van Duinen en een
schrijven van genoemden heer dato
14 December.
De voorzitter laat zulks door den
socretaris voorlezen.
De heer van Duinen vei klaart daarin
het te betreuren, de bedoelde woorden
gebezigd te hebben en deze onder
aanbieding zijner verontschuldiging
terug te nemen. De voorzitter ver
klaarde daarna, onder blijken van
instemming, bet incident voor gesloten.
Nog waren ingekomen de navolgende
adressenvan J. Scheer met verzoek
om opname in het ziekenhuis, van
de afdeeling van den Bond van ge
meente werklieden, houdenden ver
zoek nen een vergaderlocaal af te
staan en van den heer P. de Jong
met verzoek om aan de Paulus Buys-
laan een woonhuis met scnermzaal
te mogen bouwen.
Daarna kwam aan de orde punt
1 der agenda
1. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot aankoop van grond,
gelegen aan het kruispunt van den
Arnhemschenweg Leusdeuschenwegen
Bergstraat.
Ter loehchtingzonden Burgemeester
en Wethouders aan den Raad de
navolgende nota
Overeenkomstig de opdracht, ge
geven in uwe vergadering met gesloten
deuren van 28 Juli, hebben wij op
3 December in openbare veiling aan
gekocht het perceel, kadastraal be
kend Gemeente Amersfoort sectie B.
No. 3290. gelegen aan het kruispunt
van de Bergstraat,den Arnhemschen-
en Leusdenschenweg en omvattende
het gedeelte van het voormalige perceel
Sectie B no. 3188, voorzoover de
Gemeente hiervan niet reeds krachtens
Raadsbesluit van 28 Juli 1908. No 237,
en 1 September 1908. No. 269,
eigenaresse was geworden en voor
zooverre hetniet bij den Rijksstraatweg
is getrokken Uwe vergadering achtte
het noodzakelijk, dat de Gemeente
over het geheele terrein ter plaatse
de beschikking verkreeg, teneinde aan
alle eischen van het verkeer en den
welstand te kunnen voldoen Het sink
grond, groot 538 M», is voor f4100
gekocht.
Aangezien volgens de veilings-con-
ditiën de koopp ijs uiterlijk op den
20-ten dag betaald moet worden en
het indienen van een plan lol be
stemming van den grond niet zoo
tijdig bij U kan inkomen, dat dit
tegelijk met het voorstel lot aankoop
FK1 ILI.K TOJN.
Uit het Zweedsch
door
SOPHIE ELKAN.
5)
Er heerschte een groote opschudding in de stad.
Men sprak over niets anders in de kroegen, er
werd gefluisterd op de kantoren; men riep het
elkander luid toe aan de haven en buiten in de
voorstedenwant elke levende ziel te Gothenburg,
Haga, Masthugget en Majorna kende „den oude in
het gele huis". Was men niet gewoon de kinderen
bang met hem te maken als met den boeman, en
rekenden de ouders het zich niet tot plicht de
jonge lieden tegen Hvalross te waarschuwen, alsof
hij een gewetenloos verleider en vijand der jeugd
ware? Hoe menig hoopvolle jongelingsloopbaan
had hij niet vernietigd en in smart en ellende
herschapen 1 Maar nu was hy verraderlijk vermoord
geworden, had men hem in den loop van den
nacht met een messteek om het leven gebracht.
Wie had die misdaad bedreven? Er was niets
gestolen of medegenomen van 's grijsaards kost
baarheden, de geldkist was niet opengebroken
zelfs de vuile bankbiljetten, welke de oude op zijné
schrijftafel had liggen, om ze na te tellen toen hij
werd vermoord, waren niet ontvreemd geworden.
Juffrouw Maja Stina Hellström, de huishoudster
van den ouden Hvalross, was dien avond tegen
elf uur by hem binnen geweest met een flesch
rum en kokend water. Hij zat daar met zijn groene
klep voor de oogen en een kaars aan weerskanten
van zyn lessenaar, neêrgebogen over zijne papieren.
Toen de juffrouw zich met het blad vertoonde,
gebood hij haar het neêr te zetten op de tafel
Daast hem en zich daarna naar bed te begeven,
opdat zij zich den volgenden morgen niet verslapen
zou. Zij moest hem om half vijf wekkende oude
man ging altijd om vyf uur Daar de stad, want
dan kon hij voor niets meêriiden met den melk
boer, die langs zijn woning kwam. Hij was een
echte vrek.
Toen juffrouw Maja Stina om vier uur voorbij
het venster van den grijsaard kwam, had zij achter
de neêrgelaten rolgordijnen licht zien branden. Zü
vond het heel zonderling, dat haar meester alweêr
zoo vroeg aan het werk was; maar om half vijf,
bfi het binnentreden der slaapkamer, had zij het
groote vierkante ledikant onaangeroerd gevonden
en zag zij in het aangrenzende kantoor den oude
op dezelfde plaats zitten, waar zü hem verlaten
had, met zyn kasboek voor zich op de schryftafel
en de vetkaarsen zoo goed als uitgebrand vlam
mende in de koperen kandelaars. Zy had haar
meester toegeroepen en, toen zy geen antwoord
kreeg en hij zich evenmin omwendde, was zy het
vertrek binnengegaan. Haar hart dreigde stil te
staan, bij het ontdekken van bloedvlekken op het
versleten bekleedsel der springveeren sofa en de
witte kleptafel daar vlak voor. En zoodra zy de
schryftafel genaderd was en den oude in het gelaat
had gezien, och Heer onze Schepper toen had
zij het bloed gezien, dat by stroomen uit de vreese-
lyke wond in den nek vloeide!
Juffrouw Maja Stina beschreef minstens twintig
maal achtereen dien dag, hoe het haar te moede
was geweest en wat zii gezegd en gedaan had.
En telkens als zij van die vreeselyke wond sprak,
volgden er een onbedwingbare uitbarsting van
tranen en een flauwte. Hare vriendinnen dienden
haar hartversterkende droppels op klontjes suiker
toe. Men wilde volstrekt nog meer van juffrouw
Maja Stina vernemen. Bij voorbeeld wien zy van
den moord verdacht; of zy misschien iemand op
verdachte wijze om den tuin had zien sluipen, of
Hvalross in den laatsten tijd geen ongewoon be
zoek had gehad en duizenderlei andere zaken.
Juffrouw Maja Stina peinsde zich het hoofd suf;
maar wist in het geheel niet wat zij er van moest
gelooven of denken. Allen, die iets by den grijsaard
te maken hadden en door haar werden binnen
gelaten, waren gewoonlijk opgewonden tegen hem
wie hem het meest had uitgescholden, was zeker
wel de knappe Sebastian Uggla; maar dat wilde
nog niets zeggen; want allen, die den armen
oude bezochten, twistten met hem, dat kon juffrouw
Maja onder eede verzekeren, niet dat zij zich een
hard woord wilde laten ontvallen tegen hem nu
hij ter ziele was, maar van één ding kon zy niet
helpen overtuigd te zyn en dat was, dat hy het
loon voor zijne daden had ontvangen. Mochten
deze hem slechts niet aan gene zijde van het graf
volgen! Telkenmale als juffrouw Maja Stina zich
over deze vrees en angst van haar uitliet, waszy
zoo diep geschokt, dat hare vriendinnen verplicht
waren haar iets sterkers toe te dienen dan
kamferdroppels of kamillen.
De wachter aan de Carlspoort had niets ver
dachts opgemerkt. De eerste, voor wien by tegen
zes uur de poort ontsloot, was kapitein Morath
geweest, die met zyn Norrköpingsche vrouw in
een vis-a-vis rytuig de stad binnenreed. Kort
daarop kwam de kassier Tranchell per diligence
en ridder Anderson in zyne koets. Daarna had de
man er geen acht meer op geslagen wie in en uit
ging of door de poort reed of wandelde. Ja, de
griffier van het militair gerechtshof van Holtenau,
voor het overige-herinnerde hy zich niemand; ja
toch, de koopman Stewart en de rentmeester
Beekman waren ook langs gekomen dien morgen.
De gansche stad was er van vervuld. Het gerecht
en de zes politiedienaren zwierven overal rond,
om een spoor van den gewetenloozen moordenaar
te ontdekken en het duurde met lang, of men
voerde twee verdachte personen voor den burge
meester, die hen echter spoedig weder in vrijheid
stelde, aangezien er geen enkel bewys tegen hen
kon worden aangevoerd.
Het was buitendien byna niet aan te nemen,
dat de een of andere behoeftige vagebond den
ouden Hvalross zou hebben vermoord, maar nage
laten had te stelen, daar waar zooveel weg te
kapen was.
inderdaad, alles duidde er op, dat de moord
alleen uit wraakzucht was gepleegd.
Op eenmaal verspreidde zich door de stad het
gerucht, dat iemand in hechtenis was genomen,
als verdacht van den moord op Hvalross.
Wordt vervolgd).