NIEUWS Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON BENJAMIN No 17. Zaterdag 27 Februari 1909. Acht-en-dertigate jaargang. ■Lr VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. iUWMNLAiND. IKZarin, IMZic2n.a,ëlis. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75; Franco per post door het geheele Rijk 1. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. BureauLangeatraat 77. Telephoonno. 69. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/i Cent. Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte De Johaiiniterorde. Z. K. H. Prins tleudiik der Neder landen als rechts-ridder der orde van 8t Jan van hel hospitaal van Jeruza lem (Johannitporde) gat' gisteren ten Koninklijken Paleize een feestmaal, waaraan de leden dier orde hier te lande als gasten waren genoodigd. Van de plm. 26 eere-riddders namen 14 aan den disch deel, t.w.: graaf Benlinck van Middachten,jhr.Gevaerts van Simonshaven, jhr. Van Daehne van Varick, baron d'Aumale van Har- denbroek van Hardenbroek, baron Van Pallandt van Walford, nir. W. K. F. P. Graaf van Bijlandt, ridder Pauw van Wieldrecht, jhr. P. H. Vegelin van Claerbergeti, graaf Sehimmel- penninck van Nyenhuis, jhr. rar. A J. van Citters, jhr. A. Melvil van Carn- bee, jhr. L. van Loon, baron Taets van AmeroDgen van Woudenberg en jhr. E. van Loon. Omtrent het ontstaan en de ge schiedenis dezer orde is het volgende bekend. In het jaar 1048 hebben de koop lieden uit Amalia te Jeruzalem laten bouwen een kerk, een klooster en een hospitaal, alles gewijd aan den Heili gen Johannes. Do monniken in dat klooster waren verplicht zieke pelgiims ie verplegen. Zoo ontstond denaam van Johanniters of hospitaalbroeders. Later is zij ver anderd in een geestelijke orde, ver deeld in 3 klassen. Na in 1187 uit Jeruzalem te zijn verjaagd en naar Cyprus en Rhodes te zijn uitgeweken, vestigden de orde broeders zich in 1530 op het eiland Maltha Vandaar de naam van Malt- tezer-ridders, zooals zij vroeger wel genoemd werden. Grootmeester der orde was o.a. de Keizer van Rusland Paul I, onder wiens opperleiding de instelling ge worden is een orde, die alleen uit adelijke lieden bestond. In 1852 werd een vereeniging van ridders gesticht, die den naam kreeg van Koninklijk Pruisische Johanniter- orde. Zij stelde zich ten doel, gelijk j in het jaar 1048, zieken en gewon den gedurende den oorlog te ver plegen en werd verdeeld in 13afdee- lingen, waaronder Mecklenburg en Hessen een voorname plaats bekleedden. De Johanniter-orde heeft zich zeer verdienstelijk gemaakt in de oorlogen van 1806 en 1870, toen zij verschei dene hospitalen heeft gesticht. De ridder-bijeenkomst van gisteren beoogt, naar men verneemt, ook uit voering te geven aan het door den Prins-gastheer levendig gekoesterd denkbeeld, om te geraken tot vorming van een speciaal Nederlandsche afdee- ling. Zoowel Z. K. H. de Prins als de overige ridders droegen bij gelegen heid van dezen maaltijd het oorspron kelijk gewaad der ridders, bestaande uit een rood-lakenschen wapenrok, witte pantalon met stevels tot over de knie; op de borst een achtkantig wit geëmailleerd kruis. Over dit kos tuum wordt gedragen een lange zwarte mantelals hoofddeksel een breedgeranden grijzen vilten hoed, met zich over den rand buigende roode veer. Prins Hendrik heeft het eere voorzitterschap aan vaard van het eere-Comité van rle groote tuinbouwtentoonstelling, die dezen zomer te Zeist zal gehouden worden, en een persoonlijk bezoek toegezegd. Dezer dagen liep het gerucht, als zouden de onderhandelingen tus- schen de regeering en het Gemeente bestuur van Harderwijk in zake den grond voor den bouw van het Rijks- Krankzinnigengesticht zijn afge sprongen. Dat gerucht kan ten stelligste wor den tegen gesproken. Van bevoegde zijde verneemt men, dat de regeering reeds onderhandelingen heeft aange knoopt met de Ned. Centraal Spoorweg maatschappij over het leggen van een lijntje naar het terrein waar het gesticht zal verrijzen. Nu reeds verschillende aangeboden terreinen ongeschikt zijn verklaard, bestaat et alle kans. dat Harderwijk de vooikeur zal kiijgen. Bloembollen. Niettegenstaande het afwisselende weder beginnen de bloembollen inde omstreken van Haarlem zich de laatste dagen zeer te ontwikkelen, zoodal vele velden gedeeltelijk van hun be dekking zijn ontdaan. De Huisvlijttentoonstelling te Utrecht. Het verheugt ons te vernemen, dat men in verscheidene gezinnen met ijver bezig is, voorwerpen van nut en van smaak te vervaardigen, ten einde ze in Juni a.s. naar de Huisvlijt-ten- toonstelling te zenden. Mogen wij afgaan op de van velerlei zijden tot ons komende berichten, dan zal deze op allerlei gebied heel wat aardigs en merkwaardigs te zien geven. Op één punt wenschen wij heden inzonderheid de aandacht te vestigen. De deelneming wordt namelijk open gesteld voor bewoners der geheele provincie Utrecht. De Regelings commissie zou zoo gaarne zien, dat de tentoonstelling óók een beeld zou geven van de huisvlijt, zooals die in de verschillende deelen der provincie op zoo heel verschillende wijze wordt beoefond. Meer dan eenige andere provincie van ons land heeft de provincie Utrecht een veelzijdig karakter dat, veroor zaakt door het verschil in geaardheid van den bodem, zich uit ook in het verschil in leefwijze van de bewoners. In het Noordwesten het laagveen en de plassen langs de Vecht, in het Zuidwesten de kleigronden in het pol derland om Montfoort, in het Zuid oosten de hooge zandgronden tusscheu Amerotigen en Amersfoort en in het Noordoosten het eigenaardige Eem- land langs de Zuiderzee bij Bunschoten en Eemnes. In al die streken zijn er tal van menschen die van knutselen houden. Hier worden met biezen nuttige din gen gevlochten, ginds worden berke- schois en denne-appels gebruikt om er tuin- en serremeubeltjes mee te versierenin het polderland is de landbouwer 's winters bezig aan het maken en herstellen van zijn gereed schap en aan den zeekant zijn de menschen in het winterseizoen thuis aan het netten-breien. Als nu in elke streek eens deze of gene zich opmaakte om te trachten uit de huisvlijt-voortbrengselen, welke de streek het meest typeeren, een collectieve inzending te vormen. In elke gemeente is er zeker iemand van geestkracht en invloed bereid om het te beproeven. Hij zal den lieden in zijn omgeving een niet onbelangrijken dienst bewijzen, indien hij aldus wil bevorderen, datgene wat zij in eigen vrijen tijd thuis hebben vervaar digd in de hoofdstad van de provincie bekend te maken. Hel is niet overbodig hierbij er op te wijzen, dat alle inzendingen kunnen worden verkoopbaar gesteld en voor de mededingende inzenders medailles, diploma's en geldprijzen worden uit geloofd. Wie zich opgewekt gevoelt, in deze richting werkzaam te zijn, wende zich tot de Regelingscommissie (waarne mend secret, dr. Staal) te Utrecht. Van den uitgebroken inbreker. Ilet sDgbld. v. N. B." geeft de vol gende bijzonderheden omtrent de ontvluchting van den Engelscheo inbre ker Alfred Thomas uit de gevangenis te Breda, in den nacht van Maandag op Dinsdag: Alfred Tnomas is zijn eigen fabrikant geweest, heeft zich zeiven de uitbre kerswerktuigen verschaft. Maar hoe? Iedere gevangene heeft een gemakje op z'n cel een nachtstoel, waarvan het deksel een ijzeren oor heeft. Dat oor zit aan het deksel geklonken niet geschroefd, maar geklonken. Thomas heeft die klinknagels eruit weten te krijgen en toen had hij het oor van het deksel af. Wat nu? Wat zou hij met dat oor doen? De kanten ervan heeft hij op eeni- gerlei manier scherp weten te krijgen, zoodat hij het oor gebruiken kon als een soort steekbeitel. Maar heeft de bewaarder als die 's morgens het gemak kwam ledigen, dan het oor van dat deksel niet gemist? De Engelscbman was 'n ordelijk mensch; als hij zijn steekbeitel ge bruikt had, dan bevestigde hij dez« weer met 'n paar ijzerdraadjes aan het deksel zoodat de steekbeitel dan weer dienst kon doen als oor, en als zoodanig den bewaarder zijn plichten geen enkele keer heeft geweigerd. Dan is er in de cel nog gevonden een ijzeren pin van een paar deci meters lengte. Waar hij die vandaan beeftgehaald? De Directeur van het Huis van Bewaring herkende het ding niet als thuisbehoorend in het Huis. En de waarschijnlijkheid werd geopperd, dat deze pin in de cel gekomen zou zijn in een mand met houtkrullen, welke Thomas te sorteeren heeft gehad. Doch daar viel het oog op den stoel van de cel. Die vertoonde een paar ongewone gaten. De stoelen der cellen hebben even als andere stoelen vier pooten, maar het bijzondere is, dat deze pooten een verbinding hebben, bestaande uit een houten kruis waar van binnen in een ijzeren pin zit. Die pin is er door Thomas uitgehaald. Daardoor zjjn echter twee gaten ontstaan èn de voorzichtige Thomas, bevreesd dat een der bewakers die gaatjes in 't vizier zou krijgen, heeft een ervan dicht- geslopt met 'n houten prop, dat was in orde. 3) Ze stookten hier in den Harz geen vuren St- Hansnacht, maar toen hij midden in den eenzamen nacht ontwaakte, lagen de gele St Hans glimwormen hem aan te staren als vonken van een helsch vuur. Overigens kon de Broeken het best vergeleken worden met. den hoogen berg uit den bijbel ver, ver in het Zuiden, ten Zuiden van de Middellandsche zee daar waar Gods eenigen Zoon door den Booze verzocht werd. Net zoo lag de afgrond voor je. En den eenen dag, wanneer de zon straalde in al haar pracht, lag 's werelds heerlijkheid aan je voeten, bosschen en dalen, weiden en wateren en kleine vredige kerkjesmaar een anderen dag wanneer de zon net zoo kouwelijk was als een jong lammetje en zich achter de wolken verschuilde, dan leek het wel alsof alles met kalkwater over goten was. Altijd speelde de wind krijgertje op dien top, zoodat men nauwelijks op zijne beenen kon staan en de wolken over de torenspitsen vlogen. Waar Martin zich vertooonde, daar kreeg hij vrienden^ maar hij kon nooit lang op een plaats blijven, 't Liefst sliep hij onder den blooten ster renhemel en dan liefst bij een beek want dan dacht hij aan den tijd toen zijne moeder hem le deren avond in slaap zong. Hij staarde in 't zilverig bevende donkere water en luisterde naar 't vallen van de droppels, luistei de naar alles wat ademt in den nacht, onder den hemel, onder de aarde, tusschen de dommelige boomen, langs de stille wegen. Zelfs als hii sliep scheen elk geluid in zijn droo- mend bewustzijn door te dringen. Wanneer de zon opstond, stond ook Martin op en waschte zich flink voor den nieuwen dag en zette zijne kleine roode puntmuts op. Daar kon hij niet buiten, want dan kreeg hij 't koud. Daarna klopte hij een klodder zeep in zijn beker, ging zitten met zijne beenen over den rand van de beek en blies in zijn witte pijp. Het meest vermaakte 't hem, wanneer een forel naar de oppervlakte kwam om er naar te gluren, of wanneer de kleine vinken over de beek vlogen en de zeepbellen met hun snavel stuk stieten. Wanneer hij een poosje bellen had geblazen en in eene behagelijke stemming gekomen was, was hy klaar den dag tegemoet te treden. Zijn witte aarden pijp droeg hij altijd in een zachte lap gewikkeld onder zijn hemd. Maar toen de winter kwam, met dichte sneeuw op alle bergen en de stilte zich van dal tot dal voortplantte, toen werd het Martin droef te moede. Kort na Kerstmis trok hij door regen en modder noordwaarts naar zijn stadje Weile. Hij had er zijn vader wel de hand op gegeven dat hij een vol jaar uit zou blijven, maar nu kon hij 't niet meer uithouden van verlangen. Maar toen hij eindelijk in Morten Splüd's werk plaats op Garvenhof te Weile stond, kreeg hij een flinke oorveeg op 't rechter- en een op 't linkeroor. Want een jaar was een jaar, en wie van April tot Februari twaalf maanden telde, was een domme lummel, onverschillig of hij leerjongen of schilders knecht was, een domme lummel. Maar dienzelfden avond werd hij weer goed. En Martin's moedertje werd zoolang in 't logeerbed opgeborgen, waDt Morten wou nou reis een ge moedelijk praatje met zijn zoon hebben. Hij wist wel dat die molensteen evengoed 's nachts als overdag maalde. Over de kleine voorwerpen waarmee Martin zijn ransel gevuld had, verheugde zich niemand dan hijzelf; maar hij bewaarde ze dan ook zijn heele leven als kostbare schatten. Iedere steen was voor hem immers een stad, een beek of een berg hij hoefde hem maar voor de oogen te houden of in zijn zak te voelen om zich den geheelen Harz voor te too veren- Maar de koe-bol, die hij eens op een mooien, warmen dag van een ouden Harz-boer present had gekregen, was hem een sprookjeswereld. En telkens, wanneer hy bedroefd was over het verdriet of de boosheid van een ander mensch, ging hij naar 't Greisdal en strekte zich uit in het gras en liet heel zacht zijn klokje luiden. Dan wist hy nauwelijks meer of hy nu sliep, of dat hij wakker was en maar droomde. Martin Splüd was hoe klein hij anders was - de gelukkigste man op de wereld, en in Weile. Zijn beentjes waren rap en vlug en met zyn eeuwige puntmuts leek hij 't meest op een dwerg. Voor hem was iedere nieuwe dag als een fees telijke verjaardag. Was er geen ander genoegen, dan wa3 zyn werk er toch altijd en dan het weer, dat wonderlijke veranderlijke weer. Soms kwamen honderden winden aangesuisd en gebruist van over den fjord en van uit het dal; soms lag het water als een gladgespreid laken; zoo sloeg de hagel neer en stroomde de regen zoodat men zich in platschuiijes door de straten boomde en zoo waren de stad en de groote zwarte heuvels wit van de sneeuw, en dan kon het zoo maar heel stil doorsneeuwen nacht en dag. En dan hingen ram melende ijskegels aan alle takken en langs al de daken van de huizen. Dat weer was wonderbaarlijk, net als de Lieve Heer zelf het weer was dan ook zyn grootste genoegen, want menschen gaven maar twist en zorg. lederen morgen draafde Martin op zijn zoete roggebroodsoep zijn morgentoer. Het kon er maar nooit bij hem in dat de huizen en de boomen en de heele overige stomme aarde 's nachts stil lagen en toch leefden en daarom bracht iedere morgen hem iets nieuwsIets wa3 er altijd gebeurd in de uren van den nacht. Hij draafde op een sukkeldrafje lang3 de huizen, een beetje scheef, om beter naar de ramen op te kunnen kijken. Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1909 | | pagina 1