NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad '&f
voor de Provincie Utrecht.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Schetsen uil de rechtzaal.
No 44
Woensdag 2 Juni 1909
Acht-en-derügste jaargang
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
HUISELIJKHEID.
FEUILLETON.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75;
Franco per post door het geheele Rijk 1.
Afzonderlijke Nnmmers 3 Cent.
Ingezonden stnkken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER.
Bureau: Langestraat 77. Telephoonn».69.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.50; iedere regel meer 7'/i Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Men hoort in den tegenwoordigen
lijd dikwijls klagen, dat onze huiselijk
heid meer en meer verdwijnt, dat het
gezellige familieleven te loor gaat.
En waarlijk, deze klacht is niet
ongegrond; wij zijn Diet huiselijk
meer.
Wij hebben ons de zeden en ge
woonten van meer zuidelijke landen
eigen gemaakt; wij zijn uithuizig ge
worden. Ons volksleven lijdt daaronder;
men neemt niet straffeloos gewoonten
aan, die noch met ons karakter, noch
met onze familie- en volksoverleverin
gen strooken.
Wij zijn in een min of meer abnor-
malen toestand vervallen en lijden
daaronder. In dezelfde verhouding als
de gelegenheden voor openbare ont
spanningen toenemen, vermindert de
liefde voor den familiekring.
Het is waar, er bestaan nog van
die Oud-Hollandsche huisgezinnen,
waar bet familieleven in eere wordt
gehouden, waar ouders en kinderen
dff uren van ontspanning aangenaam
door brengen, waar vrienden en ver
wanten ter gelegenertijd het hunne
bijdragen tot verpoozing en ont
spanning, maar deze gezinnen worden
allengs minder talrijk en zullen bij
een volgend geslacht tot de uit
zonderingen gaan behooren. Het
jongen geslacht dat nog slechts in
koffiehuizen en op openbare plaatsen
van ontspanning de verveling tracht
te verdrijven, dat niet geleerd heelt
wat een gezellige huiselijken kring is,
zal, als het eenmaal een eigen baard
heeft opgebouwd die, goede deugd
van het familieleven op het latere
geslacht niet weten over te brengen.
Onze Hollandsche degelijkheid, onze
voorvaderlijke zeden, ons volksbestaan
zullen er onder lijden.
En toch hoe heerlijk was niet dat
gezellige, dat prettige, dat intieme
leven in den familiekring aan den
huiselijken haard. Welk een genot als
na volbrachten dagtaak of op Zondagen
zich allen om de familietafel ver-
eenigden, om het gezellige vuur gezeten
waren en vroolijke kout, aangename
en onschuldige spelen den geest ver
zetten en de vermoeienissen en zorgen
van den dag deden vergeten.
Wie denkt niet op iateren leeftijd
aan die gelukkige dagen en urenbij
wien heeft die berinnering nog vele
jaren niet een lichtstraal geworpen
op het donkere levenspad, een traan
van dankbaarheid en aandoening aan
het oog ontperst, niet de liefelijke
beelden van de gelukkige jeugd in
het geheugen teruggeroepen, met de
beminde gestalte voor het oog ge-
tooverd van ouders, broeders, zusters
en vrienden die misschien reeds lang
zijn heengegaanvoor hoevelen is zij
nog niet de eenige band, die de familie
bijeenhoudt?
Wat is er van ons teeds schaarscher
wordende familiefeesten, wat van onze
gezellige bijeenkomsten geworden?
Bij sommigen, maar deze behooren
tot de uitzonderingen, weet men zich
aangenaam en nuttig bezig te houden
door muziek, letterkunde en weten
schappen, maar bij de meesten is
verveling schering en inslag. Zij be
grijpen volstrekt niet de spreuk dat
eigen haard goud waard is.
De heeren praten over politiek,
doen alsof zij in hunne sociëteit of
club waren, de dames nu daar
zullen wij maar niet verder over uit
weiden.
Gelukkig dat onze Hollandsche dege
lijkheid, ons vasthouden aan voor
vaderlijke zeden nog hier en daar in
eere is gebleven. In dit opzicht kan
het platteland aan de steden een be
schamend voorbeeld geven.
Laat ons dan trachten te behoudeD
wat wij bezitten en te heroveren
wat wij verloren hebben.
Huisgezin en maatschappij zullen
er wel bij varen 1
De tocht vau de „Zeppelin II.'
Het luchtschip, dat graaf Zeppelin
heeft gebouwd ter vervanging van
zijn bij Echterdingen verongelukt
vaartuig is Zaterdagavond teFriedrichs-
hafen opgestegen voor een tocht naar
Berlijn.
Vrijdagavond om half acht werd
een proeftocht ondernomen in de
richting van Ravensburg, die echter
tengevolge van een naderend onweder
spoediger moest worden afgebroken
dan in de bedoeling van den lucht
schipper lag. Reeds te half elf was
hij teruggekeerd. Bij de landing werden
een hoogtestuur en de bakboordzijde
van den ballon een weinig beschadigd
Zaterdagmiddag was echter het ge
leden nadeel verholpen, zoodat in den
avond de gioote tocht kon worden
aanvaard. Steeds in noordelijke richting
zweefden de luchtschippers tot Bitter-
feld, welke plaats Zondagavond kort
na zeven uur werd bereikt. Daar werd,
om welke reden is nog niet bekend
besloten de reis naar Berlijn niet voort
te zetteD, hoewel reeds vier vijfden
van den weg waren afgelegd. Er werd
gekeerd en over Halle en Würzborg
aanvaardde men den terugtocht. Het
mocht graaf Zeppelin echter niet ge
lukken ongestoord zijn station aan
het meer van Constanz weer te be
reiken bij Göppingen, ten oosten
van Stuttgart stiet zijn vaartuig met
het vooreinde tegfn een boom, waarbij
de punt werd ingedrukt. Vermoedelijk
ligt het daar nu voor anker, aange
zien het terrein zeer ongeschikt is
voor een landing.
De Zeppelin II is een rijkslucht
schip dat, na gehouden proeftocht,
te Metz zou worden gestationneerd.
Zij is even lang als de eerste Zeppelin,
maar heeft, ter vervanging van de
draagkracht, anderhalve meter meer
middellijn gekregen. De zeventien gas-
cellen houden '2500 kub. meter meer
gas dan die van de Zeppelin I, zestien
er van zijn vervaardigd van gegomd
katoen, de zeventiende, achterste, is
van goudvlies dat een zeer goed
materiaal moet zijn voor zulk een
doel, maar alleen wat duur is. De
zeventien cellen kosten samen niet
minder dan 200.000 Mark.
De aluminium-gondelsen de motoren
van de eerste Zeppelin waren onge
deerd gebleven en zijn voor de Zep
pelin II gebruikt. Alleen zijn die
gondels wat uitgebouwd, zoodat zij
meer plaatsruimte bieden. Zij zijn aan
den onderkant voorzien van gummi
kussens, die met lucht gevuld kunnen
worden, om bij landing op vasten
grond den schok te kunnen breken.
De motoren zijn versterkt met 85 tot
115 paaidekracht elk en ontwikkelen
dus te zamen 230 P.K. De voort-
bewegingsschroeven van drie vleugels
zijn vervangen door grootere van twee
vleugels, die 900 omwentelingen per
minuut maken. Voor de overbrenging
der beweging van de motoren naar
de schroeven beeft graaf Zeppelin een
nieuwe inrichting uitgedacht, die hij
nog geheim houdt.
Midden door den ballon loopt een
schacht, waarin een ladder voert naar
een platform op den ballon met toe
stellen om de astronomische plaats
bepaling.
Behalve twaalf passagiers kan de
Zeppelin II nog 6000 K.G. water-
ballast en 1500 K G. bedrijfsmateriaal
(benzine en olie) medevoeren. Aldus
toegerust kan het 84 uur vliegen
indien slechts één motor wordt aan
gezet, en 42 uur, indien beide motoren
werken. Zijn gemiddelde snelheid
bedraagt 60 K.M. per uur.
Al heeft ditmaal de Zeppelin II
het gestelde doel niet bereikt, zij heeft
niettemin een kranige reis gemaakt.
Zij is onafgebroken 32 uren in de
lucht geweest, toen haar te Göppin
gen het beschreven onheil trof en er
is volstrekt geen reden, waarom zij
niet naar Friedrichshofen terug had
kunnen keeren, als niet dit ongeluk
tusschenbeide was gekomeD.
H. M. de Koningin en Z. K. H.
de Prins woonden op eersten Pink
sterdag de voormiddaggodsdienstoe
fening bij in de Wilhelminakerk aan
het Louise de Coligny-plem, onder
het gehoor van ds. van Gheel Gilde-
meester.
H. M. de Koningin-Moeder bezocht
de Groote Kerk, waar ds. Schokking
voorganger was.
Z. K. H. de Prins bracht gisteren
met hertog Johan vah Mecklenburg
een bezoek op het landgoed Raap
horst" onder Wassenaar, waarheen
de tocht per auto gedaan werd.
H. M. de Koningin-Moeder is van
plan aan het feestvierende en versierde
Scheveningen per rijtuig een bezoek
te brengen.
De Doep van Prinses Juliana.
A.s. Donderdagavond 3 Juni arri-
veeren de eerste genoodigden bij het
doopfeest in de Vorstelijke familie.
Des avonds per trein van 7.26 S.S.
wordt verwacht de moeder vau den
Prins, H. K. H. Groothertogin van
Mecklenburg, tegelijk met Z. H.
Hertog Dolf.
Te 9.22 komt aan H. K. II. de
Prinses von Wied, Prinses Marie der
Nederlanden vergezeld door H. Dr.
dochter.
Audiënties ter gelukwensching.
H. M. de Koningin zal, te beginnen
met de volgende week, verschillende
officieels lichamen in de gelegenheid
stellen ilarer Majesteit hunne geluk-
wenschen aan te bieden met de ge
boorte van Prinses Juliana:
H. M. zal alsdan in audiëntie ont
vangen
Maandag 7 Juni te 11'/, uur voor
middag den Raad van Ministers;
te 51/» uur nam. de leden van het
corps diplomatique alhier;
Woensdag 9 Juni, 's nam. 4'/i uur
de leden van de Eerste Kamer der
Staten-GeDeraal; 5 uur de leden van
.Leugentje om bestwil".
Als hij het kopje thee opnam, dat
ze alvast voor hem had ingeschonken
in afwachting van het bezoek, dat
straks komen zou kon-ie 't naar
z'n mond krijgenzoo beefde Jorissen..,
En om de twee minuten wierp hij
schichtige oogjes naar de pendule. Zij,
vrouw, was resoluter. Stond, in den
spiegel te kijken of d'r haar nu wel
behoorlijk zat. Ze vertikte 't om te
moeten verduren dat die De Wijs
zou denken: God-nog-toe, wat 'n
smerig, afgebrand boeltje is dat hier
Had haar gouden horloge-ketting, een
van de enkele dingen, die nog niet
«weggebracht» waren, aangedaan.
Trouwens de ketting was niet veel
waard. Ze hadden al 's geprobeerd
om 'm «kwijt te raken," maar de
meneer van den goud- en zilverwinkel
trok, toen-ie 't ding onderzocht, ge
wogen had, een gezicht van «nou,
dat 's ook niet veel zaaks!" Wou 'm
eigenlijk niet koopen. Zei: «Och, als
ik U er nou bepaald 'n plezier mee
doen kan, dan zal ik er...« En toen
noemde hij een prijsje, waar mevrouw
Jorissen bleek van werd... Ze had 't
driedubbele, minstens, verwacht. Die
gouden ketting, erfstuk van een
tante had hen, als de nood heel
erg drong noch altijd kracht en
hoop gegeven. Dan zeien ze tegen
elkaar: «Afijn, als 't dan mót... De
ketting van tante Aafje.
Mevrouw trok dan 't gelaat eener
martelares, en boog 't hoofd... De
ketting bleef nog. Eigenlijk durfden
zij niet vragen naar de waarde, want
als 't eens tegenviel... Maar zij had
zich in den goudwinkel, «groot ge
houden." Gezegd van «wat meneer
wei dacht,* gunst-nog-toe, ze
wilde 't maar eens weten «voor de
aardigheids, anders niet... Om eén
weddenschap. Die ketting? Voor geen
honderd gulden zou mevrouw 'm
«afstaan Een souverniri... En om
haar figuur te redden, vraagt ze naar
den prijs van een paar diamanten
knopjes. Meneer Davids, de winkelier,
snapte 't zaakje natuurlijk haar-fijn
en keek haar aan. met lachertg-mede-
lijdende oogjes, die mevrouw Jorissen
woedend maakten...
Nu, dien avond, had ze den ketting
aangedaan. Met een stevig speldje
aan de ceintuur vast. want een hor
loge had ze niet.
«Ik zou 't niet gedaan hebben,s
zei d'r man, «De Wijs zal denken
nou, als ze nog gouden sieraden
hebben, dan zal 't niet heel bar
wezenDan hoef ik toch niet...
Toch niet...
«Jij bent altijd een flauwe kerel
geweest Jan I" viel mevrouw, bloed
rood van opwinding uit. «En je hebt
net-zooveel doorzicht als 't achtereind
van een varken. Juist wel!... Juist als
De Wijs ziet, dat 't hier comme-il-
faut is, zal-ie eerder bereid ziju om
te helpen... Ik zou'm..." en haar stem
werd sissend-fluisterend nik zou hem
direct, op staanden voet, zeggen mijn
faillissement is aangevraagd. En we
hebben in de huiskamer bijoa-niks
meer, want alles is naar de maan.
En den 15en vervalt een accept van
zestig gulden, dat me, als 'k niet kan
betalen, den kop kost... En op het
kantoor krijg ik, vanwege voorschot,
maar van mijn salaris... En we
hebben al in geen weken een brokje
behoorlijk vleesch op tafel gehad...
En m'n patroon heeft al tweemaal
gedreigd met ontslag als dat gezeur
niet ophield...
Waarom zeg je dat niet allemaal
Dadelijk! zoo gauw mogelijk... Dan
haalt De Wijs direct z'n portefeuille
voor den dag en vraagt: «Beste vriend,
noem me maar het bedrag dat je
noodig hebt. Daar ligt 't vóór je...!"
Met haar van woede en opwinding
gloeiend hoofd was mevrouw vlak,
vlak bij 'm gekomen. Ze zag de zweet
druppels parelen op z'n slapen en
biggelen langs z'n wangen, ze merkte
't machtelooze, wanhopende, naar-
redding-zoekende onbeholpene, in z'n
oogen. En zucht: Och God hij komt
er nooit toe!.. Ze moest met grof
geschut gaan werken.
Terwijl de gouden ketting van tante
Aafje rinkelde tegen zijn theekopje,
ging ze voort
«En weet-je wat je 'm dan óók
moet zeggen, manVergeet dan
vooral niet dit noghet geld van mijn
vrouw is er ook bij ingesmolten, geen
cent meet van over. Mijn Metalliekje
Waar is 't?.. Dan waren we nu uit
de brand. Ais ik den ketting van tante
Aafje niet mag omdoen, dan vraag
ik wat heb-je met m'n metalliekje
gedaan...?"
Hij sloeg de oogen neer. Al de vijf
jaren van hun misère; van hun worste
len tegen don komenden ondergang,
was dat effect geweest, 't spooksel,
dat hem dreigde, folterde, sarde.
Zij had, toen ze trouwden, een
metalliekje... In 't geheel bezat ze
om en bij de twaalf honderd gulden.
Twee jaar na hun huwelijksdag was
er geen duitje meer van over. En de
drie duizend gulden, die hij had over
gespaard, óók weg... Als hij 't waagde
om aanmerking te maken op haar
veel te duur, te royaal leven.aan
drong op kleiner nota's van modiste;
op middageten zonder ditjes-en-datjes;
op tijdelijke afschaffing van de
«avondjes; op 't thuis-laten-blijven
van zomer-loge's, voor wie men «toch
iets doen moest;" op zooveel meer,
dat Bruintje niet kon blijven trekken,
dan overblufte zij hem steeds met