Gemeenteraad.
de Lombokexpeditie een aanvankelijk
zoo noodlottig verloop nam, schreef
de heer Cool te zamen met den luite
nant-kolonel Hooijer, het bekende
werk De Lombokexpeditie.
In 1896 eindelijk werd kapitein
Cool voorgedragen voor overplaatsing
bij den generalen staf, die echter
werd afgewezen omdat men wenschte
dat ook bij hier te lande zijn ge
schiktheid voor het uitvoeren van
groote werken zou bewijzen, een eiach
die voor bevordering tot hoofdofficier
bij de genie gesteld wordt. De bewij
zen van bekwaamheid in dit opzicht
in Indië afgelegd, wenschte men hier
niet ten volle in aanmerking te nemen.
Zoo werd kapitein Cool in 1896
overgeplaatst naar Breda, teneinde
daar bij den bouw der nieuwe Chasse-
kazerne werkzaam te zijn.
Het jaar 1898 bracht hem den hoofd
officiersrang; de majoor Cool werd
geplaatst bij het korps genietroepen.
Inmiddels haddbn zijn artikelen over
den vestingbouw en den vestingoorlog
veel waardeering, vooral bij de buiten-
landsche deskundigen.
In 1900 werd majoor Cool benoemd
tot directeur der Hoogere Krijgsschool
en tevens, we mogen wel zeggen,
eindelijk bij den generalen staf over
geplaatst, en in 1901 werd hij bevor
derd tot luitenant-kolonel en in 1905
tot kolonel. Hij bleef steeds directeur
der Hoogere Krijgsschool totdat hij in
October 1907 generaal Sabron als
inspecteur van hel militair onderwijs
opvolgde. In November 1907 werd
kolonel Cool bevorderd tot generaal-
majoor.
De Koningin-Moeder is voor
nemens Zaterdag e.k. naar Het Loo
te vertrekken om aldaar haar ver
jaardag te vieren. Hare Majesteit zal
Dinsdag 3 Augustus weder naar
Soestdijk terugkeeren.
Vergadering van den raad der
gemeente op Dinsdag 27 Juli des
namiddags te half twee uur.
Afwezig met kennisgeving de h h.
A. M. Tromp van Holst en E. L.
Visser. Tegenwoordig 15 leden.
De voorzitter jhr. J. W. A. Barch-
man Wuytiers opent de vergadering
te kwart voor twee. De notulen van
de vorige vergadering worden onver
anderd vastgesteld.
Ingekomen zijn:
Adres van de Kamer van Koop
handel en Fabrieken voor de gemeente
Amersfoort, terzake verbetering van
het vaarwater voor den mond van
de rivier de Eem, en verbetering van
de vaargeul op de rivier zelve.
Besloten wordt dit adres te zenden
aan B. en W. om prae-advies.
Missive van B. en W. van 28 Juli
1909, waarbij medegedeeld wordt dat
de rekening en verantwoording van
de Vereeniging Ambachtsschool voor
Amersfoort en omstreken over het
jaar 1908 door B. en W. is nagezien
en in orde bevonden.
(Applaus).
Adres van den Christelijken bestuur-
dersbond, waarbij aangedrongen wordt
in de besteksvoorwaarden een zoo
danige bepaling op te nemen, dat aan
de patroons verbodeü wordt in bet
arbeidscontract eene regeling op te
nemen waardoor de bepalingen ver
meld in art. 1638 c en 1638 d van
het Burgerlijk Wetboek buiten wer
king worden gesteld.
Voor kennisgeving aangenomen.
Wat ervan over was... Weggedragen.
Wees triumfeerend concurrentje naar
het perceel, dat eerlang zou worden
afgebroken. Werd in Van Dam's mo
dieus-modern magazijntje druk be
sproken 't geval van manneken, wien
ze z'n schuld maar cadeau hadden
gemaakt. En die nu geholpen was, op
den koop toe, aan een «nette, fat
soenlijke betrekking".
«Ja," zei Van Dam, die tot de zeer-
vooruitstrevende behoorde, «je mot
maar «fijn" wezen, mooi, vroom
kunnen doen... Dan helpen ze je wei-
Pluimstrijken, oogen-draaien, zalvend
praten... Klaar is Kees 1"
En van nijdigheid sneed Van Dam
veel dikker schijven kaas dan hij
anders, voor onsje, dat men kwam
halen hij 'm gewoon was...
Ze hadden Bartje geholpen. Hii was
gekomen in het kleine bekrompen
hokje op de eerste verdieping van het
groote gebouw, waar het genootschap,
dat hem tot administrateur-concierge
had benoemd, zijn «zetel" vond.
Daar moest hij, driemaal in de week,
contributiën en andere inkomsten ont
vangen, boeken, secuur-wegbergen. En
Schrijven van mr. H. J. M. van den
Bergh waarbij hij de benoeming tot
Regent van het Burgerweesbuis aan
vaardt.
Voor kennisgeving aangenomen.
Adres van een aantal ouders van
leerlingen der vierde klasse der H.
B. S. waarbij aangedrongen wordt op
splitsing der vierde klasse in 3 af-
deelingen.
Wordt besloten dit adres te be
handelen bij het 7e punt der agenda.
Aan de orde is de agenda:
Onderzoek der geloofsbrieven der
nieuw gekozen leden van den ge
meenteraad.
De commissie hiertoe benoemd, be
staande uit de heeren D. Gerritsen,
Herms. Kroes en D. Ruys heeft de
geloofsbrieven in orde bevonden en
deelt mede dat tegen de toelating
van de gekozen leden geen bezwaar
bestaat.
De heeren Th. Sanders, M. R. N.
Oosterveen, J. W. Jorissen, S. J. van
Duinen, N. Veis Hein en R. G Rijkens
worden als leden van den gemeente
raad toegelaten.
Voorstel van B. en W. tot splitsing
van de 6e klasse der Jongensschool.
Ingekomen is een rapport van de
commissie van toezicht op het L. O.
dat ze tegen splitsing geen bezwaar
heeft. Z. h. st. of d. wordt overeen
komstig het voorstel besloten.
Benoeming van een tijdelijk buiten
gewoon leeraar in de gesniedenis aan
het Gymnasium voor den cursus
1909/1910 en vaststelling van diens
jaarwedde.
Benoemd wordt de heer A. K.
Hovens Greve op een jaarwedde van
f1375.
Benoeming van een tijdelijk buiten
gewoon leeraar in de Aardrijkskunde
aan het Gymnasium voor den cursus
1909/1910 en vaststelling van diens
jaarwedde.
Benoemd wordt de heer S. G de
Vries op een jaarwedde van f770
Benoeming van een tijdelijk buiten
gewoon leeraar in de Natuurlijke
Historie aan het Gymnasium voor den
cursus 1909/1910.
Benoemd wordt de heer Dr. A. A.
Pulle.
Voorstel van Burg. en Weth. tot
benoeming van een tijdelijk buiten
gewoon leerares in de gymnastiek aan
de Hoogere Burgerschool voor den
cursus 1909/1910.
Benoemd wordt mejuflrouw J. C.
van der Schroef!.
Voorstel van Burg. en Weth., om
ook gedurende den cursus 1909/1910
het personeel, verbonden aan de
Hoogere Burgerschool, te versterken
door benoeming van tijdelijke per
soneel.
In uwe vergadering van den 28
April 1908 werd door u besloten, het
personeel, verbonden aan de Hoogere
Burgerschool, tijdelijk, voor den cursus
1908/1909, te versterken door de be
noeming van:
1o. éen tijdelijk leeraar in de Wis-
en Natuurkunde,
2°. éen tijdelijk leeraar in de Neder-
landsche taal en letterkunde en Ge
schiedenis.
Deze versterking vond plaats op
grond van het feit, dat de school
gedurende dien cursus door 1 3af-
deelingen bezet zou worden.
Hoewel de Commissie van toezicht
op het Middelbaar onderwijs er op
aandringt, voor den cursus 1909/1910
de schoolbevolking der Hoogere
Burgerschool over 14 afdeelingen te
verdeelen, meenen wij, dat de nood
de overige dagen maakte hij lange
lijsten, schreef-ie nummers voor
de stoelen bij lezingen, vergaderingen
en voordrachten. En wanneer z'n werk
af was, zat Batje stil in zijn leeren
armstoeltje voor de kleine lessenaar,
te turen... Te peinzen. Dan gebeurde
't wel eens, dat-ie, uit een particulier
kastje van 'm, een bundeltje brieven
te voorschijn haalde. En hij strikte
het touwtje los, dat om 't pakketje
zat en vouwde de brieven open. Drukte
z'n bril vaster tegen 't gezicht en
zuchtte eens... Dan kwam er zoo'n
zielsbedroefde uitdrukking op z'n ge
zicht dat meneer Gevers, als-ie Bart
op zoo'n moment had kunnen bespie
den, stellig gezegd zou hebben«Toch
heb ik gelijk gehad!... Bart is een
stakkert, maar geen guit 1"
Hij las dan die brieven en tuurde
op allerlei becijferingen, nota's... Hij
dacht erover, hoe... Als-ie dat geldje
niet had... Hoe hij dan z'n winkeltje
had kunnen behouden, uitbreiden,
vernieuwen... Z'n eerlijken naam zou
hebben behouden. In z'n zaakjes zou
gebleven zijn. Hij tuurde op de letters
en de cijfers zonder eigenlijk iets te
zien of te lezen. Want er was, op zoo'n
zakelijkheid een dergelijke maatregel
nog niet gebiedt en achten wij het
wenschelijk, ook voor den cursus
1909/1910 de leerlingen over 13 af
deelingen te verdeelen.
Wij hebben te meer bezwaar tegen
den door de Commissie van toezicht
voorgestelden maatregel, daar hij als
noodzakelijk gevolg zou medebrengen
de benoeming van nog een derden
tijdelijk buitengewoon leeraar (Natuur
kunde). Hierdoor zou bet tijdelijk
personeel wederom met éen ver
meerderd wordenen waar wij aan
stelling van tijdelijk personeel niet in
het belang der school achten, vinden
wij geen vrijheid, u daartoe voorstellen
te doen, indien het niet door de noo 1-
zakelijkheid geboden wordt.
De verdeeling in 13 afdeelingen
maakt het echter, evenals ten vorigen
jare, noodzakelijk, het personeel der
Hoogere Burgerschool te versterken
door het aanstellen van twee tijdelijke
leerkrachten.
Wij stellen u voor dit te doen door,
evenals voor den cursus 1908/1909,
ook voor den cursus 1909/1910 te
benoemen:
lo. éen tijdelijk leeraar in de Wis-
en Natuurkunde.
2o. éen tijdelijk leeraar in de Neder-
landsche taal en letterkunde en Ge
schiedenis.
De heer Rolandus Hagedoorn zegt
zich best met het adres van de ouders
te kunnen vereenigen. Het gaat er
voornamelijk om of de vierde klasse,
de voornaamste klasse der H. B. S.,
die 55 leerlingen telt, zal moeten wor-
don gesplitst in 2 of in 3 afdeelingen.
Spr. moet pertinent het voorstel van
de Comm. v. Toez. handhaven om de
klasse in drieën te splitsen. Door
requestranten is er op gewezen dat
de lokaliteiten te klein zijn en dat
reeds zou op zich zelf al een reden zijn.
Waar veel lesproeven worden ge
geven in die klas, zal het practisch
onderwijs er onder lijden. Een splitsing
in drieën brengt natuurlijk meerdere
kosten mee. Maar nu we eenmaal een
goede school hebben, en lieden van
heinde en ver daarvoor naar hier ko
men, moeten we dien goeden naam
handhaven.
De heer Van Esveld sluit zich bij
den heer Rolandus Hagedoorn aan en
zegt o. m. nergens behoorlijke motieven
te hebben gelezen.
De heer Celosse wijst er op dat deze
toestand volstrekt niet nieuw is, en
noemt om dit te bewijzen getallen van
vorige cursussen.
De ouders van kinderen kunnen wel
zeggen dat de localen te klein zijn,
maar van de zijde van de leeraren is
niets gehoord. Als de localen te klein
zijn, kunnen er een paar stoelen bij
gezet worden.
De heer Rolandus Hagedoorn. De
voorbeelden door den beer Celosse
aangehaald, bewijzen heel weinig. Die
bewijzen, dat er toen ook iets gedaan
is, wat eigenlijk niet moet. De Raad
heeft nooit de grenzen vastgesteld,
maar eens zal dat moeten geschieden.
Er is een grens en die is allang be
reikt. Later zou men kunnen zeggen,
zooals de heer Celosse nu doet, «in
19u9 werden wel zooveel in een klasse
toegelaten."
En wat de heer Celosse zegt van
het bijzetten van stoelenin welke
II. B S. zal dat nu geschieden En hoe
moeten de leerlingen dan schrijven?
Dergelijke argumenten hebben geen
waarde. Een klasse van 20 behoort
reeds tot de grootere klassen. Groote
klassen zijn altijd een der groote na-
oogenblik, maar ééD beeld, dat hem
vóór den geest stond... Een aardige
jongen, met van die jolige kijkers,
met frisscbe wangen, die naast hem
stond in 't oude- muffe winkeltje,
jaren geleden, 's Avonds, als de zaak
gesloten was, kwam kleine Toon naast
hem zitten, luisteren naar wat
oome-Bart voorlas of vertelde. Dan
legde de jongen den arm wel eens
om Bart z'n hals en z'n krullekop op
oom z'n schouder en zei de knaap:
«Oome, je bent toch een goeie 1"
En dikwijls gebeurde 't dat kleine
Toon, die een eerste ravotter was,
z66 insliep. Oome-Bart droeg het
kind dan voorzichtig naar zijn bed;
kleedde hem uit zoo zacht, zoo stil
als 'n moedertje. Stopte Toon lekker
in de dekens. Keek of-ie wel rustig
doorsliep. Ging dan in het kamertje
achter den winkel z'n krantje lezen,
z'n boeken bijwerken. Was tevreden
in zijn saai, eentonig leventje. Cijferde
glimlachend na, hoe Toon, als-ie op
paste en oom 't maar kon uitzingen,
toch eenmaal 'n aardig duitje zou
erven. En als de menschen tegen hem
zeien: «Bart, dat je toch nooit eens
'n verzetje neemt!..." Dan schudde hij
deelen van classicaal onderwijs.
Ik blijf mijn voorstel handhaven.
Nadat nog de heer Gerritsen en
lleyligers hun stem gemotiveerd heb
ben, wordt het voorstel van B. en W.
in stemming gebracht en aangenomen
met 10 tegen 5 stemmen.
Tegen de heeren Van Duinen, Ger
ritsen, Van Esveld, Rolandus Hage
doorn en Heyligers.
Voorstel van Burg. en Weth. tot
benoeming van een tijdelijk leeraar
in de Nederlandsche taal- en letter
kunde aan de Hoogere Burgei school
voor den cursus 1909/1910.
Benoemd de heer B. H. Peteri.
Voorstel van Burg. en Weth. tot
benoeming van een tijdelijk leeraar in
de Wiskunde aan de Hoogere Burger
school voor den cursus 1909/1910.
Benoemd de heer J. M. Sweep.
Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot benoeming van een Ont
vanger van het vuur-, haven en ton-
geld aan de Eombrug en regeling
der vaststelling van de instructie van
dien ambtenaar.
Benoemd wordt de beer E. van
Ijken. B. en W. worden gemachtigd
zijn instructie vast te stellen.
Voorstel van B. en W. tot wijzi
ging der verordening betreffende de
straatpolitie.
Wij hebben de eer U bierbij aan
te bieden een concept-verordening tot
wijziging der «Verordening betreffende
de straat-politie", tot toelichting
waarvan het volgende diene.
Door de jongste wijziging der Motor
en Rijwielwet is het mogelijk eene
maximum-snelheid aan te geven voor
motorrijtuigen en rijwielen ten opzichte
van alle wegen binnen de bebouwde
kom. Te voren waren van een dergelijk
verbod uitgezonderd de Rijks- en
Provinciale wegen en de voor het
doorgaand verkeer met motorrijtuigen
en rijwielen veroischte en geschikte
wegen.
Ten aanzien van onze Gemeente
werden juist de meest belangrijke
wegen door de uitzonderingsbepalingen
getroffen, zoodat wij geen aanleiding
vonden. U voor te stellen gebruik te
maken van de bevoegdheid, gegeven
bij het tweede lid van art. 8 der
genoemde wet.
Tengevolge van de wijzigingen van
dit art. hebben wij thans de eer U
als maximum snelheid voor motor
rijtuigen ten aanzien van de genoemde
wegen voor te stellen 15 K. M. Wij
zijn van oordeel, dat noch de veiligheid
van het verkeer, noch het stof,
door automobielen veroorzaakt, eene
grootere beperking van de snelheid
eischen.
Dit voorstel kan tevens geacht
worden ons advies te zijn op de adressen
van ingezetenen betreffende de maat
regelen tegen de stolverspreiding door
automobielen, weltce adressen in uwe
vergadering van 22 Juni in onze
handen werden gesteld.
Art. 84 quater, lid 1, heeft ten doel
het Beukenlaantje af te sluiten voor
het verkeer met motorrijtuigen. De
wenschelijkheid van deze afsluiting te
bepleiten, mag overbodig heeten, te
meer daar in uwe vergadering meer
malen stemmen tot sluiting zijn
opgegaan. Slechts zij vermeld, dat wij
gewacht hebben met het voorstellen
van deze bepaling, tot dat het Prinses
Juliana-plein geheel in orde gemaakt
was.
Art. 84 quater, lid 2, strekt tot
sluiting voor motorrijtuigen en rijwielen
van de ronde helling langs de muziek
tent van de sociëteit Amicitia, die
glimlachend van dat-ie 't niet noodig
had. Als de jongen van zijn eenige
zuster de eenige, van z'n heele
familie nog over, maar flink opgroeide,
in de wereld vooruitkwam... Dan had
Bartje al wat z'n hart begeerde...
Over al die dingen piekerde Bart
als-ie in zijn hokje van concierge-
administrateur, zijn werk af had en
die oude brieven voor den dag had
gehaald... De smarttrek om z'n lippen
werd dan, hoe meer hij nadacht, des
te droeviger... Want dan kwamen er
pijnigende beelden. Yan knaap, die
niet deugen wou. Dien hij uit
schaamte voor de kennissen naar
een andere stad had gestuurd... Bart
alleen in z'n oud huisje. Zaakje aan
't verloopen... En dan die tijdingen
over Toon. Dat telkens vragen om
geld. Die scènes als oom weigerde.
Die verschrikkelijke dag, nu driejaar
geleden, toen een rechercheur bij 'm
kwam... Er moest binnen een paar
uren «gestopt" of Toon was verloren.
Hij had betaald. Z'n laatste «stukje"
verkocht. Ed niks, heelemaal niks was
er overgebleven van zijn kapitaaltje.
Toon had 'm geplunderd, kaalgeplukt...
En Bart sprak er met niemand over.
gevaar oplevert, omdat het uitzicht
aldaar niet vrij is.
De bepaling is zoodanig geredigeerd,
dat wel met rijwielen of motorrijtuigen
naar en van het terras van Amicitia
kan worden gereden.
Wij leggen het advies der Gezond
heids-commissie hierbij over. Deze advi
seert de maximum-snelheid op 10 K. M.
per uur te bepalen. Zooals wjj reeds
boven bepleitten, is naar onze meening
een beperking der snelheid tot 15
K. M. voldoende; immers bij vervoer
met paard en rijtuig zal men zich,
indien met flink doorrijdt, met een
snelheid van 15 K. M. voortbewegen,
Nam men een maximum-snelheid van
10 K. M. op, dan zou men aan
bestuurders van motorrijtuigen de
verplichting opleggen, langzamer te
rijden, dan een normaal rijdend rijtuig,
hetgeen wij ongemotiveerd achten.
De Commissie van Wetgeving heeft
zich met het ontwerp vereenigd.
Amersfoort, 10 Juli 1909.
Naar aanleiding eener bij U.E.A.
nevenstaande schrijven, om bericht
consideration en advies in onze handen
gestelde concept-verordening tot wijzi
ging der «Verordening betreffende de
straat-politie", houdende o.a. het
verbod om met motorrijtuigen
op de wegen binnen de bebouwde
kom dezer Gemeente met eenegrootere
snelheid te rijden dan van 15 K. M.
per uur hebben wij de eer U.E.A.
ten deze naar onze bescheiden meening
mede te deelen, dat wij de bepaling
dier maximum-snelheid van 15 K.M.
zooals door U.E A. in het hiernevens
gaande schrijven aan den Raad uwer
Gemeente wordt voorgesteld, alsnog te
groot oordeelen.
Wij vreezen, dat de bedoelde be
paling dier maximum-snelheid niet
afdoende genoeg zal zijn, om stofop-
jaging zooveel mogelijk te doen keeren
en zij 't mitsdien, dat wij U.E.A. als
ons advies in beleefde overweging
zouden willen geven, zulks tot op
10 K.M. per uur te beperken.
Overigens gaan wij met de Verorde
ning accoord, waarvan wij de voor-
genomene vaststelling met belang
stelling tegemoet zien.
De Gezondheids-Commissie
voornoemd,
De Voorzitter,
H. W. SCHREUDER.
De Secretaris,
DES TOMBE.
De Raad derGemeente Amersfoort
Gelet op voorstel van Burgemeester
en Wethouders van Amersfoort van
22 Juli 1909, le afd. no. 937,
BESLUIT:
Vast te stellen de volgende Veror
dening tot wijziging der «Verordening
betredende de straatpolitie* (vastge
steld bij Raadsbesluit van 27 Juni
1903, gewijzigd bij Raadsbesluiten van
24 November 1903, 28 Juni 1906,
31 Juli 1906 en 9 Maart 1909).
Artikel 1. Na art. 84bis van de
verordening der straatpolitie, worden
de volgende artikelen ingevoegd;
Art. 84 ter. Het is aan bestuur
ders van motorrijtuigen verboden,
met motorrijtuigen op de wegen bin
nen de bebouwde kom met een groo
tere snelheid te rijden dan 15 K.M.
per uur.
De in acht te nemen maximum
snelheid wordt aangeduid door waar
schuwingsborden van het door den
Minister van Waterstaat vastgesteld
model.
Art. 84 quater. Het is aan bestuur-
Als het verloopen zaakje gesloten
was, zat-ie in z'n eentje dikwijls genoeg,
z'n groot verdriet uit te schreien, 't
Geldje kon 'm nog niet zooveel schelen,
maar 't idee, dat van Toon een schooier,
een doordraaier, een gewetenlooze,
hartelooze bandiet gegroeid was, die
'm alleen schreef om hulp en voor
de rest niets om 'm gaf... Dat had in
Bart z'n gemoed een wond gemaakt,
die telkens open ging, bloedde, hem
dan zoo'n pijn deed...
En toen hij, dien keer, bij het ge
sprek met meneer Govers in de
oogen van den ander las, wat ze
dachten van hem, Bart, die z'n schul
den niet kon betalen, en èök niet
zeggen waar z'n geld was gebleven...
Toen had-ie het diepst, het pijnlijkst
gevoeld wat Toon hem had aange
daan... Maar de waarheid kwam niet
over z'n lippen...
«Ik ben ervan overtuigd," zei de
verdediger, den gedetineerde toege
voegd, «ik ben er zeker van, Everts,
dat ge mij de waarheid verzwijgt. Dat
kèn zoo niet!... Gij moest toch een
reden hebben om de kas van 't Ge
nootschap te bestelen... Vertel mij dan,