NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
SÉelsmi mt is rechtzaal.
rto. 92.
Woensdag 17 November 1909.
Acht-en-dertigste jaargang.
Plaatselijk Nieuws.
J. P. METZGER Jr., Tuinarchitect.
Steniaweg ZEIST.
Aanleg van Buitenplaatsen, Parken, enz.
FEUI LLETON.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 0.75;
Franco per post door het geheele Rijk 1.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
AD VERTENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Ten vervolge op hun schrijven
van 29 October 1909, afdeeling I, no.
1546, zonden Burgemeester en Wet
houders aan de raadsleden afdrukken
der 3 missives van hun college aan den
Minister van Binnenlandsche Zaken
betreffende de Hoogere Burgerschool en
de eventueel te stichten Handelsschool.
Ter wille der belangrijkheid laten wij
die in hun geheel hier volgen
Wij meenen niet te mogen nalaten
onder de aandacht van Uwe Excellentie
te brengen, dat, naar de gegevens die
thans bekend zijn, het aantal afdeelingen,
waarin de Hoogere Burgerschool in den
toekomstigen cursus gesplitst zal moeten
worden, tengevolge van het groote aantal
„buitenleerlingen" wederom vermeerderd
zal moeten worden. Telt de school in
den loopenden cursus reeds 12 afdee
lingen, het aantal zal vermoedelijk door
de medegedeelde oorzaak tot 13 stijgen.
Inderdaad wijst dit op eene buiten
gewone schoolbevolkingbuitengewoon,
indien gelet wordt op het aantal inwoners
(24 087) en het aantal buitenleerlingen.
Voor het feit, dat eene Gemeente
met 24 087 inwoners eene Hoogere
Burgerschool met 13 afdeelingen in stand
zal moeten houden, vragen wij in 't
bijzonder de aandacht van Uwe Excel
lentie.
Indien het aantal afdeelingen wederom
vermeerderd moet worden, zal dit alweer
eene belangrijke vermeerdering van
uitgaven tengevolge hebben. Reeds nu
zijn die lasten voor de Gemeente zeer
bezwarend en onevenredig hoog, indien
men let op de verhouding tussehen het
aantal buitenlcerlingen en leerlingen,
die kinderen zijn van ingezetenen. Over
het jaar 1903 werd eene subsidie van
het Rijk genoten van f15 000 terwijl
de school in December 1903 telde. 12
afdeelingen.
Behalve de financieele bezwaren zal
zich eene andere moeilijkheid voordoen.
Toen indertijd, door een toevloed van
leerlingen, een dubbel personeel aange
steld moest worden, heeft de Gemeente
raad, nadat deze toestand eenige jaren
bestaan had, aan alle leeraren, die ten
gevolge van de splitsingen der klassen
aangesteld waren, eene vaste aanstelling
gegeven en bovendien eene veel verbe
terde salarisregeling ingevoerd (ongeveer
gelijk aan de Rijks-regeling) die belang
rijke offers van de Gemeente eischte.
Tot deze maatregelen is de Gemeen
teraad overgegaan teneinde een bekwaam
personeel aan de school te kunnen
verbinden en te kunnen behouden. Door
de benoeming van tijdelijke leeraren
die naar elders vertrokken zoodra
zij hunne positie konden verbeteren
en de betrekkelijk lage salaris-regeling
toch werd schade aan het onderwijs
toegebracht.
De vruchten van deze maatregelen
dreigen thans weer verloren te zullen
gaandoor de vermeerdering van de
leerlingen zal het tegenwoordige perso
neel niet alle lessen kunnen geven,
zoodat men weer gedwongen wordt tot
de aanstelling van tijdelijke leeraren.
Het is den Inspecteur van het Mid
delbaar onderwijs bekend, dat plannen
tot verbetering van de schoollokaliteit
in vergevorderden staat van voorbereiding
verkeerentengevolge van eene opmer
king, in een daarop betrekking hebbend
advies van den Inspecteur, wordt thans
onderzocht in hoeverre de stichting van
een nieuw schoolgebouw, in plaats van
vergrooting van het bestaande gebouw,
mogelijk is.
Wij meenden Uwe Excellentie met de
voorloopige gegevens betreffende den
nieuwen cursus niet onkundig te mogen
laten en verzoeken Uwe Excellentie
eerbiedig, wel uwe aandacht aan deze
zaak te willen wijden en de Rijks
subsidie in verband met het toenemend
aantal buitenleerlingen te verhoogen.
Burgemeester en "Wethouders
van Amersfoort,
De Burgemeester,
De Secretaris, WUIJTIERS.
J. G. STENFERT KROESE.
Amersfoort, 21 Mei 1908.
Aan Zijne Excellentie den Minister
van Binnenlandsche Zaken
te 's-Gravenhage.
Ten vervolge op ons schrijven aan
Uwe Excellentie van 12 Maart 190S,
Afdeeling I, no. 396, betreffende het
ter zijde genoemde onderwerp, hebben
wij de eer nogmaals de aandacht van
Uwe Excellentie op deze aangelegenheid
te vestigen.
Het vermoeden betreffende de uit
breiding van het aantal leerlingen,
medegedeeld in ons schrijven van 12
Maart, is thans reeds in die mate tot
zokerheid geraakt, dat de Gemeenteraad
ons college heeft moeten machtigen
eene oproeping voor eenige tijdelijke
leerkrachten te doen uitgaan. Alle na-
deelen, nader omschreven in onze ge
noemde missive, zullen derhalve in den
j komenden cursus ondervonden worden,
tenzij op kraohtige wijze grooteren
steun van het Rijk ondervonden zal
worden. Wij vertrouwen, dat Uwe
Excellentie uit de hierbijgaande bijlagen
de overtuiging zal verkrijgen, dat hier
voor inderdaad zeer deugdelijke motieven
bestaan.
Aannemende, dat eene klasse op een
Hoogere Burgerschool niet meer dan
30 leerlingen mag bevatten, blijkt uit
bijlage A, dat van 1897 slechts twee
keer een parallel-klasse is noodig geweest
voor kinderen van ingezetenen (1902 en
1906) terwijl er in al die jaren totaal
63 extra-parallel-afdeelingen geweest zijn.
In dit verband meenen wij er op te
mogen wijzen, dat bij eene vergelijking
tusschen de subsidies aan verschillende
scholen, niet gelet moet worden op het
getal buitenleerlingen voor deze Ge
meente abnormaal hoog maar op den
invloed, dien de buitenleerlingen op de
kosten voor de Gemeente uitoefenen.
Indien toch eene klasse reeds gesplitst
moet worden tengevolge van het aantal
kinderen van ingezetenen is een aantal
buitenleerlingen in een dergelijke klasse
voor de Gemeente niets dan voordeel;
de buitenleerlingen veroorzaken geen
kosten en betalen schoolgeld.
Indien daarentegen klassen gesplitst i
moeten worden tengevolge van de buiten
leerlingen, dan veroorzaken zij juist de
kosten voor de Gemeente. Uit bijlage]
A blijkt, dat in dit opzicht onze Ge-
meente in zeer ODgunstige omstandig
heden verkeert, 'tgeen niet te verwonderen
is, indien gelet wordt op den omvang
van de school en het aantal inwoners.
door geheel Nederland.
Levering der verschillende gewassen tegen BILLIJKE PRIJZEN.
Dat de kosten van de school op in
derdaad benauwende wijze stijgen, moge
Uwe Excellentie blijken uit bijlage B.
De zuiveae kosten (waaronder niet be
grepen de uitgaven voor de rente en
aflossing voor de stichting van het school
gebouw) stegen van 1897 tot 1907 van
f 7419.985 tot f 19011.63. De kosten voor
1909 zullen vermoedelijk f24.000 be
dragen.
Deze uitgaven dreigen te zwaar te
worden voor de Gemeente,terwijl in
1897 2.85% aan Inkomstenbelasting ge
heven werd, is dit thans tot 3% gestegen.
In die jaren is een z.g. Straatbelasting
ingevoerd, die spoedig na haar in werking
treden belangrijk verhoogd moest worden.
De opcenten op de Grondbelasting wegens
gebouwde en ongebouwde eigendommen
bedragen respectievelijk 40 en 10: ter
wijl 50 opcenten op de Personeele be
lasting worden geheven.
Slechts zeer noode zouden wij over
wegen of, indien het Rijk in deze niet
tegemoet kan komen, op andere wijze
de zoo drukkende uitgaven voor de
Hoogere Burgerschool verminderd kunnen
worden. Eene oplossing in die richting
zou wellicht gevonden kunnen worden
door het schoolgeld voor de buitenleer
lingen belangrijk te verhoogen, al zoude
daardoor ook de Rijks-subsidie verloren
gaan. "Wij zouden evenwel ongaarne en
slechts door den nood gedrongen den
Gemeenteraad tot een dergelijk besluit
adviseeren.
Wij vertrouwen, dat het bovenstaande
Uwe Excellentie, lettende op de zeer
drukkende uitgaven, die de buitenleer
lingen voor de Gemeente veroorzaken,
aanleiding zal kunnen geven tebevorderen,
dat de Rijks-subsidie tot f15.000 ver
hoogd wordt.
Bij aldien Uwe Excellentie nadere
mondelinge toelichting noodig acht, ver
klaren wij ons hiertoe gaarne bereid.
Burgemeester en Wethouders
van Amersfoort,
Do Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris,
J. G. STENFERT KROE8E.
Hoogere Burgerschool te Amersfoort.
Schoolbevolking op 31 December
der jaren 1897 tot en met 1907.
le kl.
2e kl.
3e kl.
4e kl.
5e kl.
d
a
Ui
a
a
a
PU
C2
O
a
a
a
a
ïH
c
a
a
a
O
-3
sc
-
te,
'S
N:
3
K
a
to
r
5
o
sc
a
be
_a
3
T
N
O
tc
5
'3
c
H-t
C
t—l
PP
c
I
PP
3S97
18
G
14
10
n
21
15
10
7
6
1898
'20
11
13
9
20
18
14
17
11
5
8
1S99
19
34
19
IS
14
15
19
31
11
10
10
1900
2340
29
34
25
'29
11
'25
10
29
12
1901
2S
38
30
44
30
48
13
34
5
IS
13
1902
23
23
30
41
27
51,33
34
10
25
14
1903
28
'23
'2G
'27
23
34
28
38
14
21
12
1904
19
24
25
25
26
25
17
32
17
21
10
1905
19
2G
21
28
20
25
17
27
16
24
10
1906
34
30
18
32
15
26
17
86
12
15
11
1907
25
43
31
38
14
22
19
33
15
20
12
Hoogere Burgerschool te Amersfoort.
Zuivere kosten na aftrek van
subsidie en schoolgelden (zonder uit
gaven voor de rente en aflossing voor
de stichting van het schoolgebouw)
over de jaren 18971907 in ver
band met schoolbevolking.
Boevekind.
De „nieuwe."
In haar vaal japonnetje, met de
glad-weggestreken haren en het smalle,
witte gezichtje leek ze zóó nietig, zoo
nederig, daar in het ruime kantoor-
vertrek, dicht bij den lessenaar van
den boekhouder... wrij vend over elka&r
de beverige handjes, en turend naar de
punten van haar grofleeren schoenen...
Van 't eerste uur af, dat de nieuwe
juffrouw op 't kantoor was gekomen,
hadden de anderen zich op voorzichtig
afstandje van 'r gehouden. Zij voelde
't en werd er door gedrukt. Als ze
iets zei, dan was 't fluisterend, bedeesd,
met angst in de oogen, dat men
haar zou afsnauwen. Ze was aan
meneer-zelf gerecommandeerd door een
van z'n kennissen en dat werd óók al
druk befluisterd. Juffrouw Anne,
elegante blondine met keurig toiletje
en prachtig-gesoigneerde handen,
die met den volontair wat aardigjes
kon koketteeren, kreeg als «de
nieuwe" haar naderde, een viezig
trekje om de lippen. Drukte bij-voor-
baat met reukwater besprenkeld, fijn
batisten doekje tegen haar neusje...
nam de «nieuwe" dan met koud-min-
achtende oogen en ongeduldig grijnsje
van top tot teenen op. Van het
papieren kraagje, waar een verlept
stuk-das uit kwam kijken tot de grove
laarzen... Precies dingen zooals de
werkmeid droeg... Een schandaal,
feitelijk, om zoo-iemand als collega te
hebben... Om je dood-te-schamen en
een andere betrekking te zoeken...
Juffrouw Betsy was een lachebekje,
dat tevens veuijnig-scherp kon zijn.
Die had als de «nieuwe" haar
twaalfuurtje zat te kauwen, al eens
naar het kale boterhammetje-met
margarine gekeken, zóó dichtbij, dat
haar neuspunt 't bijna raakte. Eu
toen de boekhouder net-toevallig de
«nieuwe" riep voor iets, zei Betsy,
tusschen twee proestbuien in: «Hè,
meneer, juffrouw Stevens zit juist te
lunchen... Stoort u haar toch niet!"
De «nieuwe" werd vuurrood, maar
dulde de grofheid gelaten, haastte
zich naar den boekhouder... En toen
juffer Anna gereed was om heen te
gaan die had een klein uurtje vrij
zei ze tot
tusschen een en twee
Bets
«Moet-jij vandaag niet lunchen
En nog in den gang hoorde men het
schamper-proesten van de blondine-
Zoo waren er een paar weken voorbij
gegaan. Eens, op 'n keer, kwam plotse
ling meneer-zelf op het kantoor-
Als bij tooverslag slechts door over
ijverig peDgekras en getjinkel van de
schrijfmachine verbroken werkstilte.
De boekhouder stond, in z'n schrik,
zoo haastig uit z'n stoel op, dat een
inktpotje wankelde en een portefeuille
met papieren op den grond viel...
De blondine deed, al type-
writend, haar best om het poezele
blanke vau haar gesoigneerde handen
goed te laten uit komen. Bets zat met
't hoofd heel diep over haar werk
gebogen-
En de patroon ging naar de «nieuwe"
toe. Juffrouw Anna hield op met
lettertjes-tj inkelen om meneer niet
te hinderen, en om te luisteren—
Meneer praatte zachtjes, vriendelijk
met de «nieuwe". Zij, van het vale
japonnetje en de meideschoenen was
eerbiedig opgestaan, keek meneer aan
met iets zoo dankbaarsals kind, dat
bescherming zoekt bij een heel-sterke,
omdat 't geplaagd wordt... Opde wangen
der blondine kwam blosje van woede—
'tWas waarachtig of meneer met een
dochter sprak, zoo vriendelijk en
zacht— Tegen zoo'n burgerdeern...
'tWas om je te verknijpen... En in
het gemoed van blondine werd vaster
het plan om iets anders te zoeken...
Voordat ze ging, zou zij meneer dan
toch wel eens eventjes duidelijk maken,
hoe geen meisje van nette familie
naast zoo'n meid zou verkiezen te
zitten... Op 't laatst zouên de menschen
ije met zoo'n mensch op een lijn
stellen— En als juffrouw Cato weêr
met den volontair, zoon van een
handelsvriend des patroons een
«ommetje" maakte, dan zou ze toch
wel eens eventjes— Om voor zoo'n
mensch het veld te ruimen, dat was
toch ook al te kras—
Voordat meneer, dien keer, van het
kantoor ging, gaf hij de «nieuwe" een
hand, Cato gaf collega Betsy een
duwtje met de knie... Of zij 't wel
merkte?"— De «nieuwe" was bloed
rood van verlegenheid, maar d'r oogen
straalden van dankbaarheid...
En dien heelen middag durfden de
anderen geen hatelijkheid te zeggen.
Maar aan de manier, waarop Cato let
tertjes tikkelde, en aan het gekras
van Bets d'r pen kon-je zoo duidelijk
merken, hoe 't in die twee harten
stormde, kookte van woede—
't Zal een dag of vijf, zes later ge
weest zijn dat de blondine bij meneer,
op het particulier kantoor, moest zijn
om een paar orders te ontvangen...
De boekhouder was ziek en zij was
tijdelijk chef-
Ze had al haar buiging gemaakt en
was bij de deur, toen meneer plotse
ling, op vreemden toon, 'r terugriep...
«Juffrouw Wagemans—
Verbaasd, tikje-ontsteld"Want
meneer keek bijzonder ernstig... keerde
zij terug... Bleef wachtende staan...
Werd bleek,— want 't moest inder
daad iets bijzonders wezen... Meneer
schoof een vouwbeen tusschen duim
en wijsvinger op en neêr... Zocht blijk
baar naar 'n begin...
Zei toen opeens
«Juffrouw Wagenaars, ik had u al
lang iets willen zeggen— 't Betreft
namelijk uwe collega j uffrouw Stevens."
Meneer tuurde strak naar het ivoren
vouwbeen en kon daarom niet merken
het vonkje, dat in de oogen der elegante
blondine brandde... Het trillen van